Network User's Guide

Table Of Contents
HOOFDSTUK 2 AFDRUKKEN VIA TCP/IP
2-8
Afdrukken vanaf Windows NT 3.5x
1. Ga naar het Configuratiescherm en voer de netwerktoepassing uit.
2. Selecteer Programmatuur toevoegen en voeg TCP/IP-protocol en gerelateerde
onderdelen toe.
3. Selecteer het selectievakje TCP/IP Network Printing Support. En klik op Continue.
(Deze optie is niet beschikbaar als het TCP/IP Network Printing Support-protocol
reeds geïnstalleerd is).
4. Plaats de gevraagde diskette(s) om de benodigde bestanden te kopiëren. Uw NT-
server dient na het kopiëren opnieuw te worden opgestart.
Afdrukken vanaf Windows NT 3.5x
(Printerdriver is nog niet geïnstalleerd)
Als u Windows NT 3.5 of 3.51 gebruikt, volgt u onderstaande procedure voor het
configureren van de afdrukserver.
1. Ga naar het hoofdvenster en selecteer het pictogram Afdrukbeheer.
2. Selecteer het menu Printers.
3. Selecteer Printer installeren.
4. Voer in het vak Printernaam een naam in.
5. Selecteer Stuurprogramma. Kies de gewenste driver.
6. Selecteer Beschrijving. Voer een willekeurige beschrijving in.
7. Selecteer Afdrukken op en selecteer Andere.
8. Selecteer LPR-poort.
9. Typ het IP-adres dat u aan de afdrukserver hebt toegewezen in het vak Naam of adres
van hostserver die lpd: levert. Als u het HOSTS-bestand hebt bijgewerkt of een
domeinnaamsysteem gebruikt, kunt u i.p.v. het IP-adres de naam invoeren die met de
afdrukserver wordt geassocieerd.
10. Voer de servicenaam van de afdrukserver in als de Naam van printer op die machine.
Weet u niet welke servicenaam u moet gebruiken, voer dan BINARY_P1 in en klik
op OK.
Opmerking
Raadpleeg het hoofdstuk Appendix B voor nadere informatie over servicenamen.
Indien gewenst, kunt u de printer delen.