Brother Kleurenlaserprinter HL-2600CN serie Gebruikershandleiding Versie 0 U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken. Raadpleeg de installatiehandleiding alvorens de printer te installeren.
Handelsmerken Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Apple, het Apple-logo en Macintosh zijn handelsmerken die in de Verenigde Staten en in andere landen geregistreerd zijn en TrueType is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. Centronics is een handelsmerk van Genicom Corporation. EPSON is een gedeponeerd handelsmerk, en FX-850 en FX-80 zijn handelsmerken van Seiko Epson Corporation.
B Brrootthheerr llaasseerrpprriinntteerr HL-2600CN serie Gebruikershandleiding (Alleen voor de VS en CANADA) For technical and operational assistance, please call: In USA 1-800-276-7746 In CANADA 1-800-853-6660 514-685-6464 (within Montreal) If you have comments or suggestions, please write us at: In USA In CANADA Printer Customer Support Brother International Corporation 15 Musick Irvine, CA 92618 Brother International Corporation (Canada), Ltd. - Marketing Dept.
DEEFFIINNIITTIIEE VVAANN WAAAARRSSCCHHUUW WIIN NG G, LE ETT O OP PE EN N OP PM ME ER RK KIIN NG G In deze handleiding zult u onderstaande aanduidingen tegenkomen die uw aandacht op bepaalde punten vestigen: ! Waarschuwing Duidt op een waarschuwing waarmee rekening moet worden gehouden teneinde eventuele persoonlijke ongelukken te voorkomen.
! Waarschuwing Als de printer heet wordt, er rook uit komt of als hij vreemde luchtjes produceert, dient u de printer onmiddellijk uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te halen. Neem contact op met uw dealer. ! Waarschuwing Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de printer terecht komen, moet u de printer onmiddellijk uitzetten en de stekker uit het stopcontact trekken. Neem contact op met uw dealer.
WAATT W WE ELL E EN NW WA ATT N NIIE ETT TTE ED DO OE EN NV VO OO OR RE EE EN NO OP PTTIIM MA ALLE E A AFFD DR RU UK KK KW WA ALLIITTE EIITT ! Let op Voordat u de printer verplaatst of optilt, altijd eerst de tonercartridges, doos voor afgewerkte toner, oliefles en fuser verwijderen. Dit om knoeien te voorkomen. Zorg ervoor dat u de printer zo horizontaal mogelijk houdt. Schade veroorzaakt door het niet verwijderen van de verbruiksartikelen doet de garantie vervallen.
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INLEIDING OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING 1-1 OVER DEZE PRINTER Controleren wat er in de doos zit Algemeen overzicht Kenmerken Toebehoren RAM Gebruik en opslag 1-3 1-3 1-5 1-6 1-12 1-13 1-13 HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Printer Driver Functies in de PCL-driver (alleen bij gebruik van Windows 95/98/Me) Functies in de PS-driver (alleen bij gebruik van Windows 95/98/Me) Software voor netwerken Software voor Windows Software voor Macintosh (alleen via een netwerk)
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN AUTOMATISCHE EMULATIESELECTIE 3-1 AUTOMATISCHE INTERFACESELECTIE 3-3 OMGAAN MET PAPIER Afdrukmedia Invoer via de papiercassette Handinvoer 3-4 3-4 3-12 3-13 HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL BEDIENINGSPANEEL 4-1 TOETSEN De toets Go De toets Job Cancel De toets Secure Print De toets Reprint De toetsen + en – De toets Set De toets Back 4-2 4-3 4-3 4-4 4-5 4-13 4-13 4-14 Lampjes 4-15 LCD-scherm Meldingen op LCD-scherm 4-16 4-17 GEBRUIK VaN
INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DE VERBRUIKSARTIKELEN VERVANGEN De tonercartridges De oliefles De fuserreiniger De doos voor afgewerkte toner De cassette met de OPC-riem Het ozonfilter De fuser 120K Kit 5-1 5-5 5-9 5-13 5-16 5-18 5-22 5-23 5-27 DE PRINTER REINIGEN 5-35 DE PRINTER OPNIEUW INPAKKEN EN VERPLAATSEN 5-43 TOEBEHOREN Onderste papierbak (LT-26CL) Duplexbak (DX-2600) CompactFlash-kaart / HDD-kaart (HD-6G/HD-EX) RAM uitbreiden 5-45 5-45 5-50 5-56 5-63 HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN PROBL
INHOUDSOPGAVE APPENDIX PRINTERSPECIFICATIES Afdrukken Functies Elektrische en mechanische specificaties A-1 A-1 A-2 A-3 PAPIERSPECIFICATIES A-4 SYMBOLEN/TEKENSETS A-9 OCR-symbolensets A-9 HP PCL-emulatie A-10 EPSON-emulatie A-12 IBM-emulatie A-13 HP-GL-emulatie A-14 Symbolensets die worden ondersteund door de Intellifont-compatibele lettertypen van de printer A-15 Symbolensets die worden ondersteund door de met TrueType™ en Type 1 Font compatibele lettertypen van de printer, en originele lettertypen A-
REGULERINGEN BELANGRIJKE INFORMATIE: REGULERINGEN OPPM ME ER RK KIIN NG GE EN N IIN NZZA AK KE EE ELLE EK KTTR RO ON NIIS SC CH HE EE EM MIIS SS SIIE E Federal Communications Commission(FCC) Compliance Notice (alleen voor de VS) Responsible Party : Brother International Corporation 100 Somerset Corporate Boulevard Bridgewater, NJ 08807-0911, USA TEL : (908) 704-1700 declares, that the products Product Name : Model Number: Product Options : Brother Laser Printer HL-2600CN HL-2600CN ALL complies with Part
REGULERINGEN Industry Canada Compliance Statement (alleen voor Canada) This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. Conformiteitsverklaring (voor Europa) Wij, Brother Industries Ltd.
REGULERINGEN Opmerkingen over laserstraling Laser Safety (alleen voor modellen van 120 volt) This printer is certified as a Class I laser product under the U.S. Department of Health and Human Services (DHHS) Radiation Performance Standard according to the Radiation Control for Health and Safety Act of 1968. This means that the printer does not produce hazardous laser radiation.
REGULERINGEN IEC 60825 specificatie (alleen voor modellen van 220-240 volt) Deze printer is een Klasse 1 laserproduct zoals gedefinieerd in de IEC 60825 specificaties. De printer is in de landen waar dit vereist is, voorzien van onderstaand etiket. CLASS 1LASER PRODUCT APPAREIL Å LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT Deze printer is uitgerust met een Klasse 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling afgeeft in de scanner. De scanner mag onder geen beding worden geopend.
REGULERINGEN Veiligheidsinformatie BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Gebruik met dit apparaat nooit een verlengsnoer. Als het gebruik van een verlengsnoer onvermijdelijk is, mag u alleen een daarvoor geschikt verlengsnoer met de juiste bedrading en een geschikte stekker gebruiken, zodat een goede aarding verzekerd is.
REGULERINGEN Wiring Information (alleen voor het V.K.) Belangrijk If the mains plug supplied with this printer is not suitable for your socket outlet, remove the plug from the mains cord and fit an appropriate three pin plug. If the replacement plug is intended to take a fuse then fit the same rating fuse as the original. If a moulded plug is severed from the mains cord then it should be destroyed because a plug with cut wires is dangerous if engaged in a live socket outlet.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING HOOFDSTUK 1 INLEIDING
HOOFDSTUK 1 INLEIDING OVER DEZE GEBRUIKERSHANDLEIDING Deze handleiding helpt u bij het aansluiten en optimaal gebruiken van uw printer. Onderstaande onderwerpen worden in deze handleiding besproken: HOOFDSTUK 1 INLEIDING In dit hoofdstuk worden de kenmerken van deze printer in het kort beschreven. Wij raden u aan dit hoofdstuk te lezen om vertrouwd te raken met uw printer. HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Dit hoofdstuk geeft algemene informatie over de printer driver en de software.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Opmerking Let bij het lezen van deze handleiding op het onderstaande: • De aanwijzingen en stapsgewijze instructies in deze handleiding leren u met deze printer om te gaan. De instructies, vooral die in hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3, gaan uit van de fabrieksinstellingen. Wanneer u de fabrieksinstellingen - zoals de emulatiestand - wijzigt, zullen de meldingen op het LCD-scherm overeenkomstig worden aangepast.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING OVER DEZE PRINTER ! Waarschuwing Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Teneinde letsel tijdens het verplaatsen of optillen van de printer te voorkomen, dient hij altijd door ten minste twee personen te worden opgetild. CO ON NTTR RO OLLE ER RE EN NW WA ATT E ER R IIN ND DE ED DO OO OS S ZZIITT Controleer nadat u de printer hebt uitgepakt eerst of u alle onderdelen hebt.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Opmerking Het is mogelijk dat er in de doos nog andere voorwerpen zitten die hier niet vermeld zijn; dit is afhankelijk van het land waar de printer is gekocht. ! Let op De tonercartridges, cassette met OPC-riem, oliefles en fuserreiniger zijn als meegeleverd eerste pakket in een afzonderlijke doos verpakt. Maak dit pakket nu nog NIET open. Maak het pas open als u het gaat gebruiken.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING ALLG GE EM ME EE EN NO OV VE ER RZZIIC CH HTT Bovenklep Bedieningspaneel Voorklep Stroomschakelaar Papiercassette Afb. 1-2 Controllerkaart Achterklep Hoekpaneeltje aan de achterkant Afb.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING KEENNM ME ER RK KE EN N Deze printer beschikt standaard over onderstaande mogelijkheden. Resolutie - 2400 dpi klasse De printer drukt standaard af met een resolutie van 600 dpi (dots per inch = punten per inch). Als u de volgende Brother-technologieën gebruikt, krijgt u een afdrukkwaliteit die overeenkomt met een resolutie van 2400 dpi klasse: High Resolution Control (HRC) en Color Advanced Photoscale Technology (CAPT).
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Onderhoudsvrije en economische tonercartridge De onderhoudsvrije tonercartridge kan maximaal 12.000 enkelzijdige bladzijden (zwart) afdrukken, en 7200 bladzijden in kleur (cyaan, magenta en geel) bij een bladvulling van 5%. Deze printer gebruikt makkelijk vervangbare cartridges die uit slechts één deel bestaan. Universele papiercassette Deze printer voert papier automatisch vanuit de papiercassette in.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Vijf emulatiestanden Deze printer beschikt over de printeremulatie Hewlett-Packard® Color PCL® 5C language (PCL6® bij monochrome afdrukken), de printeremulatie PostScript® 3 language (Brother BR-Script 3), de industrie-standaard plotteremulatie HP-GL™ , evenals de printeremulatie EPSON® FX-850™ en IBM® Proprinter XL® (alleen voor monochrome afdrukken). U kunt alle software gebruiken die minstens één van deze emulaties ondersteunt.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Lettertypen Deze printer beschikt over de 66 schaalbare en 12 bitmap fonts. Welke lettertypen u kunt gebruiken hangt af van de gebruikte emulatie. In de PCL-emulatie kunt u de 13 hieronder vermelde streepjescodes afdrukken. In de BR-Script-emulatie beschikt de printer over 165 schaalbare fonts.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Stroombespaarstand Deze printer heeft een stroombespaarstand. Omdat laserprinters stroom verbruiken voor het op hoge temperatuur houden van de fixeerinrichting, zijn ze voorzien van een ingebouwde stroombespaarstand waarin deze printers in rust veel minder stroom gebruiken. In de fabriek wordt deze stand standaard op AAN ingesteld, zodat de printer voldoet aan de nieuwe EPA Energy Star-norm. Tonerbespaarstand Deze printer beschikt over een stand voor tonerbesparing.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING PANTONE ® gekalibreerd Bij de reproductie van kleuren die door de HL-2600CN gegenereerd worden, kunnen vele variabelen de kwaliteit van de PANTONE kleurensimulatie beïnvloeden. Dergelijke variabelen zijn onder meer: 1. 2. 3. 4.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING TO OE EB BE EH HO OR RE EN N Voor deze printer zijn de volgende extra toebehoren verkrijgbaar: Onderste papierbak (LT-26CL) Met een onderste papierbak hebt u een grotere papiercapaciteit. Deze bak kan bijvoorbeeld worden gevuld met extra papier of met andere papierformaten. Hierin kunt u Letter-, A4-, B5- (JIS en ISO) of Executivepapier gebruiken (176 x 250 tot 215,9 x 297 mm). Legal-cassette (LC-26LG) Als u op Legal-papier wilt afdrukken, dient u deze cassette te gebruiken.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING RAM Extra RAM Met los verkrijgbare geheugenmodules kan het geheugen worden uitgebreid tot 384 Mbytes. Opmerking De instructies voor het installeren worden samen met de toebehoren geleverd. GEEBBRRUUIIKK EENN O OP PS SLLA AG G Lees voordat u de printer in gebruik neemt eerst de volgende informatie door. Voeding Gebruik de printer met de gespecificeerde netspanning.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Omgeving Gebruik de printer alleen binnen de volgende minimum- en maximumwaarden: Omgevingstemperatuur: 20° C tot 32,5° C Vochtigheid van omgeving: 20% tot 80% (zonder condensvorming) Plaats de printer zo, dat de ventilatieopeningen boven aan de printer niet worden geblokkeerd. Leg nooit voorwerpen boven op de printer, vooral niet op de ventilatieopeningen. Het ozonfilter van de printer dient te allen tijde geïnstalleerd te zijn.
HOOFDSTUK 1 INLEIDING Plaats de printer op een vlak en horizontaal oppervlak. Houd de printer schoon. Plaats het apparaat niet in een stoffige ruimte. Plaats de printer niet in de nabijheid van een airconditioner. Onderstaande afbeelding toont hoeveel ruimte er rondom de printer moet worden vrijgehouden, zodat hij probleemloos kan werken en u er makkelijk bij kunt. 20cm(8") Achter 50cm(20") 50cm(20") 70cm(28") Voor Afb.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE PRINTER DRIVER Een printer driver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit formaat is meestal een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). Op de meegeleverde cd-rom staan printer drivers voor de volgende besturingssystemen. Updates voor de printer driver kunt u downloaden vanaf het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE FUUNNCCTTIIEESS IINN DDEE PCL-DDRRIIVVEERR (AALLLLEEEENN BBIIJJ G GE EB BR RU UIIK KV VA AN N WIIN ND DO OW WS S 9 5 /9 8 /M E E) Raadpleeg de on line helpfunctie in de printer driver voor meer informatie hierover. U kunt instellingen ook wijzigen door te klikken op de afbeelding aan de linkerkant van het tabblad. Het tabblad Normaal 1 2 3 1. Selecteer het papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, afdrukstand enz. 2. Selecteer de kleurenmodus. 3.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Geavanceerd 1 1. Klik op een pictogram om de desbetreffende functie in te stellen.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE AFDRUKKWALITEIT Selecteer de instellingen voor kwaliteit, kleuraanpassing en kalibratie. • Voor de kwaliteit zijn de volgende instellingen mogelijk: Normaal 600 dpi Fijn 2400 dpi klasse met CAPT* *CAPT (Color Advanced PhotoScale Technology) = de fijnste afdrukstand. Gebruik deze stand als u precieze beelden of foto’s wilt afdrukken.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE DUPLEX Als u het papier aan beide zijden wilt bedrukken, dient u de duplexbak op de printer te installeren. Als u de knop Duplex selecteert, wordt een dialoogvenster geopend waar u de benodigde instellingen voor tweezijdig afdrukken kunt maken. Voor elke afdrukstand zijn er zes manieren waarop tweezijdig kan worden afgedrukt. WATERMERK U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten afdrukken.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE OPTIES APPARAAT 1 1.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Taak spoolen Als u aangeeft dat de afdruktaak moet kunnen worden herhaald, zal de printer de gegevens bewaren. U kunt een document dan opnieuw afdrukken zonder dat de gegevens wederom vanaf de computer hoeven worden doorgegeven (dit geldt niet voor beveiligde afdrukken).
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Accessoires Als u een of meerdere toebehoren installeert, kunt ze aan het tabblad Accessoires toevoegen en daar de volgende instellingen maken. 1 2 3 1. U kunt alle toebehoren van de printer handmatig toevoegen of verwijderen. De instellingen voor de papierladen komen overeen met de geplaatste toebehoren. 2.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Ondersteuning • U kunt de meest recente driver downloaden vanaf de website Brother Solutions Center. • U kunt de versie van de driver controleren. • U kunt de huidige instellingen van de driver controleren. • U kunt de configuratiepagina en de testpagina afdrukken.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE FUUNNCCTTIIEESS IINN DDEE PS-DDRRIIVVEERR (AALLLLEEEENN BBIIJJ G GE EB BR RU UIIK KV VA AN N WIIN ND DO OW WS S 9 5 /9 8 /M E E) Raadpleeg de on line helpfunctie in de printer driver voor meer informatie hierover. Het tabblad Details Selecteer de poort waarop uw printer is aangesloten, of het pad naar de netwerkprinter die u gebruikt. Selecteer de printer driver die u hebt geïnstalleerd.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Papier 1 2 30 1. Selecteer het papierformaat, de lay-out en de afdrukstand. 2. Selecteer de papierbron. 3. Als de duplexbak op de printer is geïnstalleerd, moet u de duplexbak eerst als een van de geïnstalleerde toebehoren toevoegen (zie Het tabblad Opties Apparaat, Installeerbare toebehoren). Klik vervolgens op Meer opties om voor het tweezijdig afdrukken te kiezen tussen Aan lange zijde omslaan, Aan korte zijde omslaan, of Geen.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Afbeeldingen 1. Stel de afdrukkwaliteit enz. in.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE Het tabblad Opties apparaat 1 2 1. U kunt instellingen wijzigen door in de lijst met printerkenmerken op een instelling te klikken en voor de betreffende instelling een nieuwe waarde in te voeren in de keuzelijst Instellingen wijzigen voor: xxxxx.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE 2. Selecteer de toebehoren die op de printer zijn geïnstalleerd in de keuzelijst Installeerbare toebehoren. U kunt instellingen wijzigen door te klikken op een instelling in de lijst van installeerbare toebehoren, waarna u voor de betreffende instelling een nieuwe waarde selecteert in de keuzelijst Instellingen wijzigen voor: xxxxx. TAAK SPOOLEN Als u aangeeft dat de afdruktaak moet kunnen worden herhaald, zal de printer de gegevens bewaren.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE SO OFFTTW WA AR RE EV VO OO OR RN NE ETTW WE ER RK KE EN N BRAdmin Professional BRAdmin Professional is een hulpprogramma waarmee u Brothernetwerkprinters kunt beheren onder Windows(r) 95/98/Me, Windows(r) 2000 en Windows NT(r) 4.0. Hiermee kunt u de printer op het netwerk configureren en zijn status op het netwerk controleren. Storage Manager Met Brother Storage Manager kunt u printerformulieren manipuleren die zijn opgeslagen in een Compact Flash of een 2.5” HDD.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE De wizard Driver Installeren Brother's wizard Driver Installeren bespaart u tijd en moeite omdat hij de installatie en configuratie van genetwerkte Brother-printers in een TCP/IPomgeving automatisch laat verlopen. Gebruik de wizard voor het configureren van de TCP/IP-instellingen van de printer en om aan te geven welke printer driver moet worden gebruikt. De wizard kan dan een automatisch uitvoerbaar bestand maken, dat u aan andere netwerkgebruikers kunt e-mailen.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE SO OFFTTW WA AR RE EV VO OO OR R WIIN ND DO OW WS S U kunt de software op de meegeleverde cd-rom als volgt installeren: 1. Plaats de cd-rom in uw cd-rom-station. Het eerste scherm verschijnt automatisch. Volg de instructies op uw scherm. 2. Klik in het scherm met het menu op het pictogram Software installeren. 3. Klik op “Printer Driver” en volg de instructies op uw scherm. De printer driver zal de installatie voltooien.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE SO OFFTTW WA AR RE EV VO OO OR R MA AC CIIN NTTO OS SH H (AALLLLEEEENN VVIIAA EEEENN NNEETTW WE ER RK K) Deze printer ondersteunt Macintosh® OS 8.6, 9.0, 9,04, 9.1, 9.2 en X. Driver voor Apple LaserWriter 8 De driver voor de Apple LaserWriter is mogelijk al in uw systeem geïnstalleerd. U kunt deze driver echter ook downloaden van http://www.apple.com. LaserWriter 8 versie 8.6.5 en 8.7 zijn getest voor gebruik met de Brother HL-2600CN.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE De printer driver voor Macintosh installeren BIJ GEBRUIK VAN EEN NETWERK* Bij gebruik van Mac OS 8.6 t/m 9.2 1. Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom in uw cd-rom-station. Het volgende venster wordt automatisch geopend. Dubbelklik op het pictogram Hier beginnen! Volg de instructies op uw scherm. 2. Klik in het scherm met het menu op het pictogram Software installeren om het BR-Script PPD-bestand te installeren. 3.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE 4. Zet de printer AAN. 5. Plaats de cd-rom in het cd-rom-station. Open de map Mac OS X. 6. Open de map met uw taal. 7. Dubbelklik op het installatiepictogram. Volg de instructies op uw scherm. 8. Open het pictogram Macintosh HD. 9. Open de map met applicaties. Open de map met hulpprogramma’s. 10. Open het pictogram met het afdrukcentrum. 11. Klik op de knop waarmee u een printer kunt toevoegen. 12.
HOOFDSTUK 2 DRIVER EN SOFTWARE PRINTERINSTELLINGEN FAABBRRIIEEKKSSIINNSSTTEELLLLIINNG GE EN N De instellingen van deze printer zijn vóór verzending in de fabriek geselecteerd. Dit noemen we de fabrieksinstellingen. U kunt de printer bedienen door deze fabrieksinstellingen te handhaven, maar u heb ook de mogelijkheid om de instellingen aan te passen en gebruikersinstellingen in het geheugen van de printer op te slaan. Raadpleeg de lijst van fabrieksinstellingen in hoofdstuk 4.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN AUTOMATISCHE EMULATIESELECTIE Deze printer heeft een functie voor automatische emulatieselectie. Wanneer de printer gegevens van de computer ontvangt, kiest hij automatisch de juiste emulatie. Deze functie is in de fabriek ingesteld op AAN.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Als u de emulatiestand handmatig wilt selecteren, doet u dit via het bedieningspaneel in het menu EMULATIE van de modus SETUP. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor meer informatie hierover. Opmerking Let bij gebruik van de automatische emulatieselectie op het volgende: • Of de EPSON- of IBM-emulatiestand voorrang heeft, moet u zelf selecteren. De printer maakt hiertussen geen onderscheid.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN AUTOMATISCHE INTERFACESELECTIE Deze printer heeft een functie voor automatische interfaceselectie. Zodra de printer gegevens van de computer ontvangt, selecteert hij automatisch de juiste interface: de IEEE 1284 parallelle interface of de USB-interface. Bij gebruik van de parallelle interface kan de snelle en bi-directionele parallelle communicatie worden aan- of uitgezet.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN OMGAAN MET PAPIER AFFDDRRUUKKM ME ED DIIA A Papierafmetingen DE STANDAARD PAPIERCASSETTE Aangezien de papiercassette universeel is, kan hij voor alle soorten papier uit onderstaande lijst worden gebruikt. Deze cassette kan maximaal 250 vel papier (75 g/m2) of maximaal 15 enveloppen bevatten (papier mag niet boven de bovenste streep op de verschuifbare geleider uitsteken). • Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive • Transparanten (max.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN DE LOS VERKRIJGBARE ONDERSTE PAPIERCASSETTE (LT-26CL) Deze cassette kan maximaal 500 vel papier (75 g/m2) bevatten. De stapel papier mag maximaal 52 mm hoog zijn. • Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive • Van 176 mm x 250 mm tot 215,9 mm x 297 mm [Gewicht = 64 tot 105 g/m2] • Dik karton [Gewicht = 90 tot 105 g/ m2], en de stapel mag maximaal 52 mm hoog zijn.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN DE LOS VERKRIJGBARE DUPLEXBAK (DX-2600) • Normaal papier: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal • Afwijkend formaat: 104,8 mm - 215,9 mm breed, 220 mm - 355,6 mm lang [Gewicht = 64 tot 105 g/m2] PAPIERSPECIFICATIES Met deze printer kunnen onderstaande papiersoorten worden gebruikt.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Papierbron Standaard papiercassette Los verkrijgbare onderste papiercassette (LT-26CL) Los verkrijgbare Legal-cassette (LC-26LG) Los verkrijgbare duplexbak (DX-2600) Geschikte papierafmetingen en -soorten Losse vellen: Letter, A4, B5(JIS/ISO), Executive, Enveloppen: COM 10, DL Transparanten: Letter, A4 Afwijkend formaat: 104,8-215,9 mm breed 220-297 mm lang Losse vellen: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive Capaciteit Losse vellen: Legal, Letter, A4, B5(JIS/ISO), Executi
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Aanbevolen papiersoorten Voor gebruik met deze printer worden onderstaande papiersoorten aanbevolen: Xerox 4024, Hammermill Laserprint, NEUSIEDLER voor kleurenkopieën, 90 gram, of soortgelijk Opmerking ! Voor optimale resultaten en om beschadigingen te voorkomen, moet glad wit papier worden gebruikt. ! Test het papier, vooral de soort en het formaat, voordat u grote hoeveelheden papier aanschaft.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Bedrukbaar gedeelte Hoe groot het bedrukbare gedeelte is, is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte software. Onderstaande afbeelding toont het fysiek bedrukbaar gedeelte en het niet-gegarandeerd bedrukbaar gedeelte van de diverse soorten papier die met deze printer kunnen worden gebruikt. Losse vellen Enveloppen Niet-bedrukbaar gedeelte Niet-gegarandeerd bedrukbaar gedeelte Afb.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Enveloppen Gebruik geen enveloppen met: • Een glanzend of glimmend oppervlak • Een beschermstrook op de lijmlaag • Flappen die bij aankoop niet omgevouwen waren • Flappen zoals rechts staan afgebeeld • Drie of meer lagen papier in het aangegeven gebied • Elke zijde gevouwen zoals rechts staat afgebeeld Afb.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN Controleer voordat u enveloppen in de papiercassette plaatst of: • de flap van de envelop in de lengte is gevouwen; • de flappen netjes en niet gekreukt zijn gevouwen (niet goed gevouwen enveloppen kunnen een papierdoorvoerstoring veroorzaken); • Afb. 3-3 Invoerrichting het hiernaast aangegeven gebied twee lagen papier heeft; • Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN INNVVO OE ER RV VIIA AD DE EP PA AP PIIE ER RC CA AS SS SE ETTTTE E Papier kan worden ingevoerd via de papiercassette, de los verkrijgbare onderste papiercassette of de los verkrijgbare Legal-cassette. Opmerking Als u papier in de papiercassette plaatst, dient u met het volgende rekening te houden: • Als de door u gebruikte software een afdrukmenu heeft waarin papierafmetingen kunnen worden ingesteld, gebruikt u uw software om de gewenste papierafmeting in te stellen.
HOOFDSTUK 3 BEDRIJFSKLAAR MAKEN HAANNDDIINNVVO OE ER R Deze printer heeft geen handinvoer, noch een multifunctionele papierbak. Ongebruikelijke soorten papier kunnen derhalve niet met de hand worden ingevoerd. De printer is echter uitgerust met een speciale stand voor handinvoer waarbij Lade 1 (de bovenste lade) wordt gebruikt. U kunt deze stand in de printer driver of via het bedieningspaneel selecteren. Raadpleeg “Papier” in hoofdstuk 4 voor nadere informatie hierover. 1.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL BEDIENING SPANEEL Op het bedieningspaneel van deze printer bevinden zich een Liquid Crystal Display (LCD), acht toetsen en vier lampjes. Op dit LCD-scherm kunnen diverse meldingen worden weergegeven in twee regels, met een maximum van 16 tekens per regel. Door het oplichten van de lampjes wordt de status van de printer aangegeven. Afb.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL TOETSEN Met de 8 toetsen op het bedieningspaneel van de printer (Go, Job Cancel, Secure Print, Reprint, +, -, Set, Back) kunt u de meeste bewerkingen uitvoeren en diverse printerinstellingen wijzigen. TTooeettss Go FFuunnccttiiee Voor het afsluiten van het bedieningspaneelmenu en de instellingen voor het herhalen van een afdruk, en voor het wissen van foutmeldingen. Afdrukken pauzeren/hervatten. Job Cancel De huidige printerbewerking stoppen en annuleren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL DEE TTO OE ETTS S GO O Door eenmaal op de toets Go te drukken, kunt u van de huidige weergave (het menu, de reprint-instellingen, of een foutmelding) overschakelen naar een ander menu. Foutmeldingen kunnen alleen worden gewist nadat de fout is verholpen. U kunt het afdrukken onderbreken door op de toets Go te drukken. Als u nogmaals op Go drukt, wordt de melding PAUZE gewist en het afdrukken hervat. Tijdens deze pauze is de printer off line.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL DEE TTO OE ETTS S SE EC CU UR RE E PR RIIN NTT Hiermee kunt u een afdruktaak aan de printer doorgeven en deze alleen laten afdrukken wanneer u de printer via het bedieningspaneel of een webbrowser daar opdracht toe geeft. Zo kunt u beveiligde gegevens dus alleen afdrukken als u bij de printer bent. De functie voor het beveiligd afdrukken kan worden gebruikt wanneer de printer klaar voor gebruik is (status GEREED). 1. Druk op Secure Print. 2.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL DEE TTO OE ETTS S RE EP PR RIIN NTT Als u een document dat net is afgedrukt nogmaals wilt afdrukken, kunt u de afdruktaak herhalen door op de toets Reprint te drukken. En als u een document hebt gemaakt dat u met collega’s wilt delen, kunt u dit document eenvoudigweg opslaan in een niet-beveiligd gedeelte van het printergeheugen. Dit document kan dan worden afgedrukt door iedereen die op het netwerk is aangesloten, of door iemand die bij de printer staat.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL De laatste taak opnieuw afdrukken U kunt de laatst afgedrukte taak meerdere malen afdrukken zonder de gegevens opnieuw vanuit de computer te sturen. Opmerkingen • Als u REPRINT via het bedieningspaneel hebt uitgeschakeld en u op de toets Reprint drukt, wordt op het LCD-scherm even de melding “NIETS OPGESLAGEN” weergegeven. • Als u het opnieuw afdrukken van de taak wilt annuleren, drukt u op de toets Job Cancel.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL De laatste taak 3 keer opnieuw afdrukken 1. U kunt de functie voor het herhalen van een afdruk via het bedieningspaneel in de modus SETUP activeren. Opmerkingen Als u de driver van deze printer gebruikt, genieten de instellingen voor taak spoolen in de driver de voorkeur over de instellingen die u met het bedieningspaneel hebt gemaakt. Raadpleeg het onderdeel “Taak spoolen” in hoofdstuk 2 voor meer informatie hierover. 2. Druk op Reprint.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Conceptgegevens afdrukken Als er onbeveiligde conceptgegevens zijn afgedrukt, kunt u ze met deze functie opnieuw afdrukken. Documenten in het geheugen voor conceptgegevens zijn voor iedereen beschikbaar. Deze functie kan ook worden gebruikt voor een document dat op een later tijdstip naar een algemeen toegankelijk gedeelte moet worden verplaatst. Als het geheugen voor gespoolde gegevens vol raakt, worden automatisch eerst de oudste gegevens gewist.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Openbare gegevens afdrukken Gebruik deze functie als u openbare documenten opnieuw wilt afdrukken; dit zijn documenten die zijn opgeslagen in het algemeen toegankelijke geheugen van de printer. Documenten die in dit deel van het geheugen zijn opgeslagen, zijn niet met een wachtwoord beveiligd en kunnen door iedereen worden afgedrukt. Een dergelijk document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de printer stuurt.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Gegevens veilig afdrukken Veilige documenten zijn documenten die met een wachtwoord zijn beveiligd en die alleen kunnen worden afgedrukt door mensen die het wachtwoord kennen. Het document wordt niet meteen afgedrukt wanneer u dit naar de printer stuurt. Als u het document wilt afdrukken, moet u het bedieningspaneel van de printer gebruiken (met wachtwoord), of de printer via een webbrowser kunnen bedienen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Handelingen bij het afdrukken van beveiligde gegevens NIETS OPGESLAGEN Druk op Reprint. Als er geen gegevens zijn. --REPRINT-LAATSTE TAAK Druk op + of -. --REPRINT-VEILIG BESTAND Druk op Set. VEILIG BESTAND GEBRUIKER XXXXXX Druk op + of – om een gebruikersnaam te selecteren. Druk op Set om de gebruikersnaam vast te leggen. GEBRUIKER XXXXXX TAAK XXXXXX Druk op + of – om de taak te selecteren. Druk op Set om de taak in te stellen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Als er geen gegevens in het geheugen zitten die opnieuw kunnen worden afgedrukt Als er geen reprint-gegevens in het buffergeheugen zitten en u op de toets Reprint drukt, wordt op het LCD-scherm de melding "NIETS OPGESLAGEN" weergegeven. De taak annuleren Selecteer via het bedieningspaneel in het menu SETUP de optie "GEGEVENS WISSEN".
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL DEE TTO OE ETTS SE EN N+ E EN N– Als u op de toets + of – drukt wanneer de printer on line staat (GEREED), dan gaat hij off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm weergegeven. De menu’s in de huidige modus weergeven Als u op de toets + of – drukt wanneer de printer on line staat, dan gaat deze off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de toets + of – om in de huidige modus over te schakelen naar andere menu’s.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL DEE TTO OE ETTS S BA AC CK K Als u op de toets Back drukt wanneer de printer on line staat (GEREED), dan gaat hij off line en wordt de huidige modus op het LCD-scherm weergegeven. Druk op Back om vanuit het huidige menuniveau naar het vorige menuniveau te gaan. Tijdens het invoeren van nummers kunt u de toets Back ook gebruiken voor het selecteren van het vorige cijfer.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL LAMPJES De huidige printerstatus wordt aangegeven door oplichtende of knipperende lampjes. Het lampje READY LLaam mppjjee B Beetteekkeenniiss Aan Klaar om af te drukken. Bezig met afdrukken. Knippert Bezig met opwarmen. Uit Off line. Het lampje POWER LLaam mppjjee B Beetteekkeenniiss Aan De printer staat aan. Uit De printer staat uit. Het lampje ALARM LLaam mppjjee B Beetteekkeenniiss Aan Er is iets niet in orde in de printer.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL LCD-SCHE RM Op het LCD-scherm wordt de huidige printerstatus weergegeven. Als u de toetsen op het bedieningspaneel gebruikt, wordt de weergave op het LCDscherm gewijzigd. Als u de printer off line zet, wordt op het LCD-scherm de huidige emulatie weergegeven. Wanneer iets niet in orde is, verschijnt op het LCD-scherm een foutmelding, een onderhoudsmelding of een storingsmelding.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL MEELLDDIINNG GE EN NO OP P LCD-S SC CH HE ER RM M De melding op het LCD-scherm geeft tijdens normaal gebruik de huidige printerstatus aan, zoals hieronder afgebeeld: GEREED ! ! " ! K C M Y De markering ! geeft de status van de toner in de tonercartridges aan (K: Zwart, C: Cyaan, M: Magenta, Y: Geel). Wanneer de indicatie ! knippert ("), is de betreffende kleur toner bijna op. Als de toner helemaal op is, verdwijnt de indicatie !.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Printerstatusmeldingen In onderstaand schema staan de meldingen die betrekking hebben op de printerstatus en die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm worden weergegeven: P Prriinntteerrssttaattuussm meellddiinngg GEREED B Beetteekkeenniiss Klaar om af te drukken BEZIG: VERWERKEN Bezig met het verwerken van gegevens. SLAAP De printer staat in de slaapstand. BEZIG: AFDRUKKEN Bezig met afdrukken.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIK VAN HET BEDIENINGSPANEEL Houd bij het gebruik van de Menu-toetsen (+ en -, Set en Back) rekening met het volgende: • Als u 30 seconden lang niet op een toets op het bedieningspaneel drukt, schakelt de printer automatisch over naar de status GEREED. • Op het moment dat u Set indrukt om een nieuwe instelling vast te leggen, verschijnt rechts op het LCD-scherm even een sterretje (*). Daarna wordt op het LCD-scherm weer het vorige menuniveau weergegeven.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Bijvoorbeeld: als u lade 1 als de "BRON" wilt gebruiken, selecteert u de instelling "LADE1". Het papier wordt dan altijd uit Lade 1 ingevoerd. GEREED Druk op het bedieningspaneel op een van de Menutoetsen (+, -, Set of Back) om de printer off line te zetten. --MENU-INFORMATIE Druk op + of – om vooruit of achteruit door deze menu’s te bladeren. --MENU-PAPIER Druk op de toets Set om naar het volgende menuniveau te gaan. PAPIER BRON Druk op Set.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLIN GEN VIA BEDIENINGSPANEELMENU Opmerkingen Op het LCD-scherm worden voor de verschillende papierladen de volgende namen gebruikt: • Bovenste papierlade: Lade 1 • Los verkrijgbare onderste lade: Lade 2 • Los verkrijgbare duplexbak: DX Er zijn 8 modi. Raadpleeg de hieronder vermelde pagina’s voor nadere informatie over de instellingen die u voor elke modus kunt maken. INFORMATIE Raadpleeg 4-22 voor meer informatie hierover.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL INFORMATIE O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg PRINT SETTINGS De configuratiepagina afdrukken. PRINT TEST PRINT DEMO Een testpagina afdrukken. PRINT FILE LIST De demonstratiepagina afdrukken. De lijst met de inhoud van de kaart afdrukken. PRINT FONTS De lijst van lettertypen en voorbeelden afdrukken. VERSIE Submenu Beschrijving SER.NR=######### Serienummer van de printer.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PAPIER O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg BRON =AUTO/LADE 1/LADE 2 HANDINVOER LADE1 KLEIN =UIT/AAN LADE2 KLEIN =B5/EXEC/JISB5 DUPLEX =UIT/AAN(LANG BIND)/AAN(KORT BIND) =B5/JIS B5/COM-10/DL/EXECUTIVE KWALITEIT O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg HRC =NORMAAL/DONKER/UIT/LICHT HRC: HRC (High Resolution Control) is een speciale functie die de afdrukkwaliteit van tekens en grafische beelden verbetert.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL SETUP O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg TAAL = ENGLISH /NEDERLANDS /… STROOM BESPAREN STROOMBESP. NA =AAN/UIT AUTO CONTINUE =1 MIN:99 MIN =UIT/AAN PANEELSLOT =UIT/AAN Zet het paneelslot AAN/UIT PINCODE=### REPRINT =AAN/UIT PAG.BESCHERMING =AUTO/OFF/LETTER/LEGAL/A4 EMULATIE =AUTO(EPSON)/AUTO(IBM)/HP LASER JET/… .
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL SETUP (vervolg) O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg GEGEVENS WISSEN Wis de gegevens in de CompactFlash-kaart of HDD. Submenu Beschrijving VEILIG BESTAND Selecteer de naam van de gebruiker en van de taak, en selecteer een wachtwoord. Selecteer de naam van de gebruiker en van de taak. PUBLIEK BESTAND STIJL TIJD DATUM & TIJD PROEF BESTAND Selecteer de naam van de gebruiker en van de taak.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PRINT MENU O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg PAPIERSOORT =NORMAAL PAPIER/DIK PAPIER/TRANSPARANTEN KLEUR =AAN/UIT PAPIER Stel het formaat voor losse vellen in op A4, EXECUTIVE, COM-10, DL, B5, JIS B5, LETTER, LEGAL U kunt controleren hoeveel pagina’s er zijn afgedrukt. KOPIEEN Geef aan hoeveel pagina’s worden afgedrukt. (1:999) AFDRUKSTAND Deze printer kan pagina’s staand of liggend afdrukken.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PRINT MENU (vervolg) O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg HP LASERJET AUTO CR =UIT/AAN AAN: LF!LF+CR, FF+CR, of VT!VT+CR UIT: LF!LF, FF!FF, of VT!VT AUTO WRAP AUTO SKIP LINKERMARGE =UIT/AAN Bij het bereiken van de rechterkantlijn gaat de printer automatisch naar het begin van de volgende regel. =AAN/UIT Bij het bereiken van de ondermarge gaat de printer automatisch naar het begin van de volgende regel.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PRINT MENU (vervolg) O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg EPSON FX-850 FONT NR. =I0000:##### FONT HOOGTE =###.## KIES TEKENSET PC-8/… Stel de symboolset of de tekenset in. PRINT TABEL Druk de tabel met codes af. AUTO LF =UIT/AAN AAN: CR!CR+LF UIT: CR!CR AUTO MASK =UIT/AAN LINKERMARGE Stel de linkermarge in van 0 t/m 126 kolommen bij 10 cpi. RECHTERMARGE Stel de rechtermarge in van 10 t/m 136 kolommen bij 10 cpi.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PRINT MENU (vervolg) O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg IBM PROPRINTER FONT NR. =I0000:##### FONT HOOGTE =###.## KIES TEKENSET PC-8/… Stel de symboolset en de tekenset in. PRINT TABEL Druk de tabel met codes af. AUTO LF =UIT/AAN AAN: CR!CR+LF, UIT: CR!CR AUTO CR =UIT/AAN AUTO MASK =UIT/AAN LINKERMARGE Stel de linkermarge in van 0 t/m 126 kolommen bij 10 cpi.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL PRINT MENU (vervolg) O Opp LLC CD D ssttaaaatt HP-GL B Beesscchhrriijjvviinngg TEKENSET(STD) =#### TEKENSET(ALT) =#### PEN = MAAT PEN 1 t/m 6 (Grootte plus grijs-percentage voor de geselecteerde pen instellen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL NETWERK (alleen bij gebruik van een netwerk) O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg TCP/IP Submenu Beschrijving TCP/IP ENABLE =AAN/UIT IP-ADRES= ###.###.###.### SUBNET MASK= ###.###.###.### GATEWAY= ###.###.###.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL INTERFACE O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg SELECTEREN =AUTO/USB/PARALLEL/NETWERK AUTO IF TIME = 1:99 (sec) U moet de time-out voor de automatische interfaceselectie instellen. INPUT BUFFER = Niveau1:15 HERSTART PRINTER Maak de input buffer groter of kleiner. PARALLEL Bij gebruik van de parallelle interface. Submenu Beschrijving HOGE SNELHEID =AAN/UIT BI-DIR Zet de snelle parallelle communicatie AAN/UIT.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL RESET MENU O Opp LLC CD D ssttaaaatt B Beesscchhrriijjvviinngg RESET PRINTER De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de instellingen die m.b.v. commando’s zijn gemaakt, worden teruggesteld op de eerder met het bedieningspaneel gemaakte instellingen. De printer wordt teruggesteld. Alle printerinstellingen, inclusief de instellingen die m.b.v. commando’s zijn gemaakt, worden teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Datum en tijd instellen --MENU-INFORMATIE Druk op de toets + of – totdat de modus “SETUP” wordt weergegeven. --MENU-SETUP Druk op Set. SETUP DATUM & TIJD Druk op Set. DATUM & TIJD JAAR Druk op Set. JAAR =1999 * Druk op +. JAAR =2000 Druk op Set. JAAR =2000 * Na een korte tijd wordt de volgende melding weergegeven. DATUM & TIJD JAAR Druk op Set.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL IP-adres instellen --MENU-INFORMATIE Druk op +. --MENU-NETWERK Druk op Set. NETWERK TCP/IP Druk op Set. TCP/IP TCP/IP ENABLE Druk op +. TCP/IP IP-ADRES= Druk op Set. IP-ADRES= 192.0.0.192 * Het laatste cijfer van het eerste deel van het nummer knippert. Druk op de toets + of – om een hoger of lager cijfer te selecteren. Druk op de toets Set om naar het volgende cijfer te gaan. IP-ADRES= 123.0.0.192 Herhaal dit totdat u het juiste IP-adres hebt ingesteld.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Omtrent de emulatiestanden Deze printer heeft onderstaande emulatiestanden: HP LaserJet-emulatie De HP LaserJet-emulatie (of HP-emulatie) is de emulatie waar deze printer de Hewlett-Packard LaserJet laserprinter emuleert. Dit type laserprinter wordt door een groot aantal softwaretoepassingen ondersteund. Als u deze emulatie selecteert, zal de printer in al deze toepassingen optimaal presteren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL HP-GL-emulatie De HP-GL-emulatie is de emulatie waarin deze printer de Hewlett-Packard plotter model HP-7475A emuleert. Veel grafische en CAD-software ondersteunt dit type plotter. Als u deze emulatie selecteert, zal de printer in dergelijke toepassingen optimaal presteren.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL Lijst van fabrieksinstellingen In de volgende tabel staat een lijst van de standaardinstellingen die in de fabriek zijn gemaakt. Opmerkingen • De instellingen zijn afhankelijk van de gekozen emulatie. De actieve emulaties staan in onderstaande tabel tussen haakjes. • De volgende instellingen kunnen in het menu RESET FABR.INST.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL M MO OD DU US S M ME EN NU U FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinngg PAPIER BRON =AUTO HANDINVOER =UIT DUPLEX =UIT HRC =NORMAAL TONER BESPAREN =UIT TAAL =ENGLISH STROOMBESP. NA =30MIN AUTO CONTINUE =UIT PANEELSLOT =UIT REPRINT =AAN PAG.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL M MO OD DU US S PRINT MENU (vervolg) M ME EN NU U FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinngg FONT NR.=59 FONT HOOGTE/PUNTS=10,00/12,00 SYMBOOL/TEKENSET=PC8 AUTO LF=UIT HP LASERJET AUTO CR=UIT AUTO WRAP=UIT AUTO SKIP=AAN LINKERMARGE=#### RECHTERMARGE=#### BOVENMARGE=#### ONDERMARGE=#### REGELS=#### FONT NR.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL M MO OD DU US S PRINT MENU (vervolg) M ME EN NU U IBM PROPRINTER FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinngg FONT NR.=59 FONT HOOGTE/PUNTS=10,00/12,00 SYMBOOL/TEKENSET=PC8 AUTO LF=UIT AUTO CR=UIT LINKERMARGE=#### RECHTERMARGE=#### BOVENMARGE=#### ONDERMARGE=#### REGELS=#### TEKENSET(STD)=### HP-GL TEKENSET(ALT)=### PEN = MAAT PEN # GRIJS FOUTLIJST=UIT BR-SCRIPT CAPT=UIT NETWERK TCP/IP ENABLE=AAN TCP/IP IP-METHODE=AUTO IP-ADRES=192.0.0.192 SUBNET MASK=0.0.0.
HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL M MO OD DU US S NETWERK (vervolg) M ME EN NU U FFaabbrriieekkssiinnsstteelllliinngg NETWARE NETWARE ENABLE=AAN NET FRAME=AUTO INTERFACE APPLETALK =AAN NETBEUI =AAN DLC/LLC =AAN BANYAN =AAN LAT =AAN NETBIOS/IP =AAN ENET =AUTO SELECTEREN =AUTO AUTO IF TIME =5 INPUT BUFFER =NIVEAU 3 PARALLEL HOGE SNELH=AAN BI-DIR=AAN 4-42
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DE VERBRU IKSARTIKELEN VERVANGEN Onderstaande verbruiksartikelen moeten periodiek worden vervangen. Wanneer een van deze onderdelen aan vervanging toe is, wordt op het LCD-scherm een waarschuwingsmelding weergegeven. De printer stopt met afdrukken wanneer de volgende meldingen verschijnen: Waarschuwingsmelding op LCD-scherm Te vervangen artikel Vervangen na ongeveer Hoe gaat u te werk Bestelnr . TONER OP X Tonercartridge C = Cyaan, M = Magenta, Y = Geel, K = Zwart 12.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD In onderstaande tabel staan de onderhoudsmeldingen, die op het LCDscherm worden weergegeven als de printer in de status GEREED staat. Deze meldingen waarschuwen u dat u de verbruiksartikelen moet vervangen voordat ze helemaal op zijn. Voorkom onnodig ongemak, zorg ervoor dat u reserveartikelen bij de hand hebt voordat de printer stopt met afdrukken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD In onderstaande tabel staan de onderhoudsmeldingen, die afwisselend met de melding “GEREED” op de bovenste regel van het LCD-scherm worden weergegeven als de printer in de status GEREED staat. Deze meldingen waarschuwen u dat u het artikel in kwestie zo spoedig mogelijk dient te vervangen, omdat het bijna helemaal verbruikt is. De printer kan nog steeds afdrukken wanneer een van deze meldingen op het LCD-scherm staat.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Opmerking De tonercartridges die met de nieuwe printer worden geleverd, bevatten slechts half zoveel toner als normale tonercartridges (6000 pagina's (Zwart) en 3600 pagina's (Cyaan, Magenta en Geel). *2 - Als de Cyaan en Magenta tonercartridges bijvoorbeeld bijna leeg zijn, is de indicatie “" ! ! "” (! = knippert ") K C M Y Als de Cyaan en de Magenta tonercartridges helemaal leeg zijn, verdwijnt de indicatie ".
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE TTO ON NE ER RC CA AR RTTR RIID DG GE ES S ! Let op Wij raden u met klem aan om alleen originele tonercartridges van Brother te gebruiken. Gebruik van andere of opnieuw gevulde tonercartridges kan de garantie op deze printer doen vervallen. Wanneer de toner bijna op is Controleer de afgedrukte pagina’s regelmatig, en ook de paginateller en de meldingen op het LCD-scherm.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De tonercartridges vervangen ! Waarschuwing Gooi de tonercartridge nooit in het vuur. Dit kan namelijk een ontploffing veroorzaken. ! Let op • Ga voorzichtig met de tonercartridges om wanneer u ze gaat vervangen, er kan toner uit knoeien. • Wij raden u met klem aan om alleen originele tonercartridges van Brother te gebruiken. Gebruik van andere of opnieuw gevulde tonercartridges kan de garantie op deze printer doen vervallen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Schud elke nieuwe tonercartridge enkele malen heen en weer, en verwijder het label met het opschrift REMOVE en de oranje bescherming. Afb. 5-2 5. Plaats de nieuwe tonercartridge(s). Let erop dat u de juiste cartridge op de juiste plaats installeert. Schuif de cartridges voorzichtig in de printer. Probeer de nieuwe tonercartridges niet met kracht in de printer te duwen. Ze behoren losjes op de geleiders te rusten en worden op hun plaats gedrukt wanneer de voorklep wordt gesloten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD ! Let op • Plaats de tonercartridge(s) voorzichtig in de printer. Probeer ze niet met kracht in de printer te duwen. Ze behoren losjes op de geleiders te rusten en worden op hun plaats gedrukt wanneer de voorklep wordt gesloten. • De printer kan worden beschadigd als u verbruiksartikelen gebruikt van een ander merk dan Brother, of als u opnieuw gevulde cartridges gebruikt. Bovendien kan hierdoor uw garantie vervallen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE O OLLIIE EFFLLE ES S Wanneer de olie bijna op is Als de oliefles bijna leeg is, verschijnt onderstaande melding op het LCDscherm. Zorg dat u een nieuwe fles olie bij de hand hebt. Wanneer deze melding verschijnt kunt u nog ongeveer 30 pagina’s afdrukken. OLIE BIJNA OP !" GEREED Wanneer de olie op is Als de oliefles helemaal leeg is, verschijnt onderstaande melding op het LCD-scherm en stopt de printer met afdrukken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD ! Waarschuwing De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Wacht met het vervangen van de oliefles totdat de fuser voldoende is afgekoeld. U kunt uzelf aan de HETE onderdelen (in onderstaande afbeelding gearceerd weergegeven) verwonden. ! Let op • Let erop dat u geen olie in de printer knoeit. Dit kan aanzienlijke schade veroorzaken en de garantie doen vervallen. Knoeit u toch olie, raadpleeg dan uw dealer of een door Brother erkend servicemonteur.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De oliefles vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten en wacht totdat hij voldoende is afgekoeld. 2. Maak de bovenklep open. 3. Maak de sluithendels van de oliefles los. Zie afbeelding. Afb. 5-5 4. Neem de lege oliefles uit de fuser. Houd een vel papier onder de oliefles zodat er geen olie in de printer kan worden geknoeid en til de oliefles uit de fuser. Beweeg de oliefles naar rechts uit de printer. Let erop dat u geen olie in de printer knoeit.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Plaats de nieuwe oliefles met het etiket naar u toe in de fuser. Om installatie op de onjuiste plaats te voorkomen is de oliefles makkelijk herkenbaar gemaakt. Afb. 5-7 6. Zet de oliefles met de hendel stevig vast. 7. Sluit de bovenklep. 8. Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE FFUUSSEERRRREEIINNIIG GE ER R Wanneer de fuserreiniger bijna aan vervanging toe is Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, is de fuserreiniger bijna aan vervanging toe. Zorg dat u een nieuwe bij de hand hebt. FRR VERVANGEN !" GEREED Wanneer de fuserreiniger moet worden vervangen Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt en de printer stopt met afdrukken, moet de fuserreiniger worden vervangen. FFR VERVANGEN Vervang de fuserreiniger.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De fuserreiniger vervangen ! Waarschuwing De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET! Wacht met het vervangen van de fuserreiniger totdat de fuser voldoende is afgekoeld. U kunt uzelf aan de HETE onderdelen verwonden. 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten en wacht totdat hij voldoende is afgekoeld. 2. Maak de bovenklep open. 3. Maak de sluithendels van de oliefles aan weerskanten los. Zie afbeelding. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Houd de hendel van de fuserreiniger vast en neem de fuserreiniger uit de fuser. Zie afbeelding. Afb. 5-9 5. Installeer de nieuwe fuserreiniger in de geleider, met de zijde met de rol naar u toe gericht. Afb. 5-10 6. Zet de fuserreiniger met de sluithendels van de oliefles vast. 7. Sluit de bovenklep. 8. Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten. 9.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE DDO OO OS SV VO OO OR RA AFFG GE EW WE ER RK KTTE E TTO ON NE ER R Nadat er ongeveer 18.000 pagina’s zijn afgedrukt met een bladvulling van 5%, moet de doos voor afgewerkte toner worden vervangen. T.DOOS BIJNA VOL !" GEREED Wanneer de tonerdoos vol is Als de doos voor afgewerkte toner vol is, verschijnt onderstaande melding op het LCD-scherm en stopt de printer met afdrukken. Dit betekent dat u de doos moet vervangen. TONERDOOS VOL Vervang de doos voor afgewerkte toner.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 1. Maak de voorklep open. 2. Neem de doos met afgewerkte toner uit zijn houder. Deze houder bevindt zich rechtsonder in de printer. Let erop dat u geen toner knoeit. Afb. 5-11 3. Haal het sluitzegel van de linkerkant van de tonerdoos af. Sluit de opening van de tonerdoos met dit zegel af. Zie afb. 5-12; deze afbeelding illustreert waar het zegel geplakt moet worden. Doe de doos met afgewerkte toner in de meegeleverde plastic zak, sluit deze zak goed af en gooi de doos weg.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE CCAASSSSEETTTTEE M RIIE EM M ME ETT D DE E OPC-R Wanneer de cassette met de OPC-riem moet worden vervangen Als de cassette met de OPC-riem aan vervanging toe is, verschijnt onderstaande melding op het LCD-scherm. Dit betekent dat u de cassette met de OPC-riem moet vervangen. VERVANG OPC RIEM !" GEREED ! Let op • Raak het oppervlak van de cassette met de OPC-riem niet aan. Doet u dit toch, dan kan de afdrukkwaliteit te wensen overlaten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De cassette met de OPC-riem vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. 2. Maak de voorklep en vervolgens de bovenklep open. 3. Trek de groene sluithendels aan weerskanten van de cassette naar u toe. Afb. 5-13 4. Neem de cassette met de OPCriem uit de printer. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Verwijder de spanningspennen aan weerskanten van de nieuwe cassette. Afb. 5-15 Verwijder het beschermende vel van de nieuwe cassette met OPC-riem. Zorg ervoor dat u het groene gedeelte van de cassette niet aanraakt. Afb. 5-16 6. Plaats de nieuwe cassette met de platte kant naar u toe in de geleiders. Afb. 5-17 7. Duw de sluithendels aan weerskanten van de cassette naar achteren om de cassette in de printer vast te zetten. 8. Sluit de voorklep en de bovenklep. 9.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 10. Druk op het bedieningspaneel op een van de Menu-toetsen (+, -, Set of Back) om de printer off line te zetten. 11. Druk op + of – totdat “RESET MENU” wordt weergegeven. 12. Druk op Set om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk vervolgens op + of – totdat “TELLER” wordt weergegeven. 13. Druk op Set en vervolgens op + of – totdat "OPC RIEM" wordt weergegeven. 14. Druk op Set en druk vervolgens op Go. De printer staat nu in de status GEREED.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD HEETT O OZZO ON NFFIILLTTE ER R Het ozonfilter Het ozonfilter moet eenmaal per jaar worden vervangen. Dit om te voorkomen dat er ozon uit de printer komt. ! Let op Het ozonfilter dient eenmaal per jaar te worden vervangen. Doet u dit niet, dan zal de printer een merkbare ozongeur afgeven. Het ozonfilter vervangen 1. Verschuif het hoekpaneeltje aan de achterkant en verwijder dit. Afb. 5-18 2. Haal de ozonfilterhouder uit het hoekpaneeltje aan de achterkant. Afb. 5-19 3.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DEE FFUUSSEERR De fuser Wanneer onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, moet de fuser worden vervangen. FUSER VERVANGEN !" GEREED ! Waarschuwing De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Wacht met het vervangen van de fuser totdat de fuser voldoende is afgekoeld. U kunt uzelf aan de HETE onderdelen verwonden.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De fuser vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. Haal de stekker uit het stopcontact. Wacht met het vervangen van de fuser totdat de printer voldoende is afgekoeld; dit om verwondingen te voorkomen. 2. Maak de bovenklep open. 3. Draai de twee lange schroeven los, zodat u de fuser uit de printer kunt nemen (zie afbeelding). Afb. 5-20 Opmerking Als u een nieuwe fuser meteen in gebruik neemt, kan dit de afdrukkwaliteit nadelig beïnvloeden.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD ! Let op Als u de fuser uit de printer haalt, dient u hem horizontaal te houden, zodat er geen olie kan worden geknoeid. Als er olie in de printer wordt geknoeid, kan dit aanzienlijke schade veroorzaken. 5. Haal de oliefles en de fuserreiniger uit de fuser. 6. Plaats de nieuwe fuser in de printer. Zorg ervoor dat de fuser zo ver mogelijk in de printer wordt gedrukt, zodat hij goed op zijn plaats zit. Afb. 5-22 7. Zet de fuser met de twee lange schroeven vast. Afb. 5-23 8.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Opmerking Als de fuserreiniger er niet goed meer uitziet, is het raadzaam om de fuserreiniger samen met de fuser te vervangen. De teller voor de fuserreiniger moet dan ook worden teruggesteld. Raadpleeg pagina 5-15 voor instructies hierover. Het is mogelijk om met een nieuwe fuser een gedeeltelijk gebruikte oliefles te gebruiken. Nadat de fuser is vervangen, moet u ongeveer 30 minuten wachten, pas dan mag u gaan afdrukken; dit om de olie door de verwarmingsrol te laten circuleren.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 120K KIITT 120K Kit Als onderstaande melding op het LCD-scherm verschijnt, moet u de items in de 120k kit vervangen. Dit pakket bevat de drumreiniger, papierontlader, transferrol, pick-up rol, het scheidingskussentje en de transferdrum. Opmerking • Het door de gebruiker zelf vervangen van bepaalde items in het 120K pakket wordt afgeraden. • Raadpleeg onderstaande instructies voor het vervangen van de drumreiniger, papierontlader en transferrol.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De drumreiniger ! Let op Beide uiteinden van de drumreiniger bevatten metalen lagers die het biaselement met de elektrische voeding verbinden. Deze dienen tijdens het installeren van de drumreiniger op juiste wijze te worden aangesloten. Controleer de aansluiting op de oude drumreiniger voordat u de drumreiniger gaat vervangen. De drumreiniger vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. 2. Maak de bovenklep open. 3. Haal de kap van de drumreiniger af.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Reinig het gedeelte waar de nieuwe drumreiniger moet worden geïnstalleerd met een katoenen doek. Afb. 5-26 6. Installeer de nieuwe drumreiniger in de printer. Hiertoe plaatst u de koperen lagers voorzichtig in de geleiders en drukt u de hendel naar beneden tot de lagers op hun plaats klikken. Controleer nadat u de drumreiniger hebt geïnstalleerd dat deze in de behuizing een stukje omhoog kan bewegen (lichtjes rond de lagers roterend). Afb. 5-27 7.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De papierontlader ! Let op Raak de spanningvoerende draad NIET aan! Afb. 5-28 De papierontlader vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. 2. Maak de achterklep van de printer open. 3. Neem de papierontlader uit de transfereenheid door er voorzichtig op te drukken en de ontlader vervolgens naar rechts te schuiven, totdat hij vrijkomt. Houd de rechterkant van de papierontlader vast en trek hem naar boven uit de eenheid. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Reinig het gedeelte waar de nieuwe papierontlader moet worden geïnstalleerd met een katoenen doek. Afb. 5-30 5. Installeer de nieuwe papierontlader in de transfereenheid. Hiervoor voert u de procedure voor het verwijderen in omgekeerde volgorde uit. Afb. 5-31 6. Steek de stekker in het stopcontact. 7. Druk op de stroomschakelaar om de printer aan te zetten. 8. Druk op het bedieningspaneel op een van de Menu-toetsen (+, -, Set of Back) om de printer off line te zetten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De transferrol vervangen 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. 2. Maak de achterklep van de printer open. 3. Maak de sluithendels aan weerskanten van de transferrol los en til deze hendels op om de transferrol vrij te geven. Afb. 5-32 4. Neem de transferrol uit de printer door de rechterkant van de transferrol voorzichtig omhoog te tillen. Schuif de rol naar rechts om hem uit de printer te halen. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Installeer de nieuwe transferrol als volgt: houd de sluithendels van transferrol vast en zet de pennen op de hendels (aan weerskanten) schuin, zodat ze in de groeven van de transferdrum passen. Zet de transferrol op de pennen en druk de rol op de veren, zoals hieronder afgebeeld. Afb. 5-34 Sluithendels As van transferrol Veer Afb. 5-36 Afb. 5-35 6. Duw de sluithendels naar beneden om de transferrol op zijn plaats vast te zetten. 7. Sluit de achterklep van de printer. 8.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Opmerking • Het door de gebruiker vervangen van bepaalde onderdelen wordt afgeraden. • Raadpleeg uw plaatselijke dealer/wederverkoper voor informatie over het vervangen van de pick-up rol, het scheidingskussentje en de transferdrum. • Nadat uw dealer of een door Brother erkend onderhoudsmonteur de pick-up rol, het scheidingskussentje en de transferdrum heeft vervangen, dient hij stap 10 t/m 14 uit te voeren.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DE PRINTE R REINIGEN De binnen- en buitenkant van de printer moeten regelmatig met een droge, zachte doek worden gereinigd. Als er tonervlekken op een pagina staan, moet het inwendige van de printer met een droge, zachte doek worden gereinigd. Wij raden u aan om de papiergeleider, de registreringsrol en de uitvoerrol na elke 20.000 pagina's of elke 12 maanden te vervangen. De buitenkant van de printer reinigen De buitenkant van de printer wordt als volgt gereinigd: 1.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Reinig de papiergeleider met een droge, zachte doek. Als er papier of iets anders in de papiercassette vastzit, moet dit worden verwijderd. Afb. 5-38 5. Installeer de papiercassette in de printer. 6. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De binnenkant van de printer wordt als volgt gereinigd: 1. Zet de printer uit en haal de stekker uit het stopcontact. 2. Maak de achterklep van de printer open. 3. Reinig de registratierol en de pick-up rol met een droge, zachte doek; dit om te voorkomen dat het papier vastloopt. Afb. 5-39 ! Let op Let erop dat de papiersensor tijdens het reinigen van de pick-up rol niet breekt. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Neem de papierontlader uit de duplexbak. Afb. 5-41 5. Reinig de papierontlader met een droge katoenen doek. Reinig de coronadraad en de binnenkant van de behuizing van de papierontlader met een droog wattenstaafje. Afb. 5-42 6. Plaats de papierontlader weer in de transfereenheid. ! Let op • Let erop dat de vinyl draad boven op de papierontlader tijdens het reinigen niet breekt. • Zorg dat de coronadraad niet breekt. 7. Sluit de achterklep van de printer.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 8. Maak de bovenklep een stukje open, zodat u de uitvoerrol kunt zien. Zo voorkomt u dat het papier bij de papieruitvoer vastloopt of dat het bedrukte papier bevlekt wordt. Afb. 5-43 9. Maak de voorklep en vervolgens de bovenklep open. 10. Trek de groene sluithendels aan weerskanten van de cassette met de OPC-riem naar u toe. Afb. 5-44 11. Neem de cassette met de OPC-riem uit de printer. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD ! Let op • Het oppervlak van de OPC-riem niet aanraken, niet met blote handen en ook niet als u handschoenen draagt. • Als de riem langer dan twee minuten aan een lichtbron van meer dan 800 lux wordt blootgesteld, kan de riem worden beschadigd. 12. Reinig de cassette met de OPC-riem en de behuizing ervan met een droge katoenen doek. Afb. 5-46 13. Reinig de coronadraad.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 14. Neem alle tonercartridges uit de printer. 15. Houd de twee knoppen op het stofvrije glasplaatje met de vingers van beide handen vast en til het voorzichtig omhoog uit de lasereenheid. Afb. 5-48 16. Reinig het oppervlak van het stofvrije glasplaatje met een droog wattenstaafje. Afb. 5-49 17. Zet het stofvrije glasplaatje weer op zijn plaats door de twee markeringen op de lasereenheid en het stofvrije glas op één lijn te zetten.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 18. Zet alle tonercartridges en de cassette met de OPC-riem weer op hun plaats. 19. Sluit de voorklep en de bovenklep. ! Let op • Gebruik NOOIT alcohol of soortgelijke oplosmiddelen om het stofvrije glasplaatje te reinigen, daar dit de beeldkwaliteit nadelig kan beïnvloeden.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DE PRINTE R OPNIEUW INPAKKEN EN VERPLAATSEN ! Waarschuwing • Moet de printer worden vervoerd, gebruik dan ALTIJD het originele verpakkingsmateriaal waarin de printer werd geleverd. Volg voor het opnieuw inpakken onderstaande stappen, anders kan de printer worden beschadigd. Dit kan de garantie van de printer doen vervallen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD De printer opnieuw inpakken 1. Druk op de stroomschakelaar om de printer uit te zetten. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Neem de doos voor afgewerkte toner, de tonercartridges, de fuser en de cassette met de OPC-riem uit de printer. Stop ze in de oorspronkelijke verpakking. Stop ze niet samen met de printer in de doos. 3. Plaats de printer in het originele verpakkingsmateriaal en in de originele kartonnen doos. 4. Maak de doos dicht en sluit hem met stevig plakband goed af.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD TOEBEHOR EN ONNDDEERRSSTTEE PPAAPPIIEERRBBAAKK (LT-26CL) Papier vanuit de onderste papiercassette invoeren De onderste papierbak is een tweede papierbron. Deze bak kan maximaal 500 vel papier bevatten (75 g/m2). Voor deze papierbak kunt u zich wenden tot de dealer waar u de printer hebt gekocht. Het plaatsen van papier in de onderste papierbak gebeurt op dezelfde wijze als het plaatsen van papier in de bovenste papiercassette.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Zet de onderste papierbak op een platte tafel en verwijder de beschermende onderdelen. Afb. 5-52 3. Trek de papiercassette uit de onderste papierbak en verwijder de tape en de beschermende onderdelen uit de cassette. Installeer de papiercassette in de onderste papierbak. Afb. 5-53 4. Trek de aansluitkabel uit de achterkant van de onderste papierbak (links). Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Controleer de twee uitlijnpennen van de onderste papierbak. Til de printer met twee personen op en zet hem op de onderste papierbak. Til de printer altijd op aan de handgrepen die op de vier hoeken van de printer zijn aangebracht. Controleer dat de uitlijnpennen goed in de printer passen. Afb. 5-55 6. Haal de dekplaat van het aansluitingspunt linksonder op de printer. Afb. 5-56 7.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 8. Steek de aansluitkabel in de ingang van de printer. Afb. 5-58 9. Trek de bovenste papiercassette uit en sluit de onderste papierbak op de printer aan door de borgklem boven op de onderste papierbak naar rechts te schuiven. Afb. 5-59 10. Bevestig de haak aan de voorkant van de rechterdekplaat en schuif deze plaat in de rechterkant van de onderste papierbak. Plaats het gat aan de achterkant van de zijdekplaat op de pin van de onderste papierbak en installeer de linkerdekplaat.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 11. Stel de ankervoetjes rechtsvoor en -achter van de onderste papierbak af, zodat de bak waterpas staat. Draai aan de ankervoetjes om ze op en neer te bewegen. De voetjes zijn juist afgesteld en de bak staat waterpas wanneer ze het oppervlak raken waar de eenheid op staat. Draai de borgschroef aan om de ankervoetjes vast te zetten. Afb. 5-61 Opmerking Plaats geen transparanten, etiketten en enveloppen in de cassette van de onderste papierbak.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD DUUPPLLEEXXBBAAKK (DX-2600) In de duplexbak kan het volgende papier gebruikt worden: A4, Letter, B5 (JIS/ISO), Legal, Executive De duplexbak installeren ! Waarschuwing • Deze printer is zwaar en weegt ongeveer 39 kg. Teneinde letsel tijdens het verplaatsen of optillen van de printer te voorkomen, dient hij altijd door ten minste twee personen te worden opgetild. • Til de printer altijd op aan de handgrepen die op de vier onderhoeken van de printer zijn aangebracht.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder het fuserdeksel; dit bevindt zich boven achter in de printer. Verwijder de achterste kappen (2 stuks) van de fuser. Gebruik een munt of een schroevendraaier om deze te verwijderen. Afb. 5-62 3. Neem het linkerzijpaneel van de onderste papierbak. Afb. 5-63 4. Verwijder de achterste kappen (2 stuks) van de onderste papierbak. Druk er voorzichtig op en schuif ze naar achteren van de printer af. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Verwijder de beschermende onderdelen zoals afgebeeld (verwijder nu nog niet ALLE beschermende onderdelen van de duplexbak). Afb. 5-65 6. Trek de aansluitkabel uit de achterkant van de onderste papierbak (links). Afb. 5-66 7. Til de duplexbak aan zijn handgrepen op. Afb. 5-67 Opmerking Zorg dat de bovenkap van de duplexbak op één lijn staat met het onderste deel van de bak en dat deze kap goed aan het onderste deel is bevestigd.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Steek de bevestigingspennen aan weerskanten van de duplexbak in de groeven in de onderste papierbak. 8. Afb. 5-68 Opmerking Zorg dat de achterklep van de onderste papierbak gesloten is. 9. Steek de pal van de duplexbak in het rechthoekige gat aan de achterkant van de printer. Afb. 5-69 10. Maak de onderkap van de duplexbak open en verwijder de beschermende onderdelen. Sluit de onderkap van de duplexbak. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 11. Maak het binnenste gedeelte open, verwijder de beschermende onderdelen en sluit dit gedeelte weer. Afb. 5-71 12. Maak het deksel van de duplexbak open en verwijder de beschermende onderdelen uit het bovenste gedeelte van de duplexbak. Afb. 5-72 13. Zet de duplexbak en de printer met de duimschroeven (2 stuks) aan elkaar vast. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 14. Sluit de verbindingskabel aan op de bovenste ingang van de printer. Afb. 5-74 15. Plaats het linkerzijpaneel op de onderste papierbak. Afb. 5-75 16. Steek de stekker van de printer in het stopcontact en zet hem aan. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD CO OM KA KA MP AS AA AA PA SH AR AR AC H-K RTT / HDD-K RTT (HD-6G/HD-EX) CTTFLLA Deze printer heeft een sleuf voor een los verkrijgbare CompactFlash-kaart. Als u een los verkrijgbare CompactFlash-kaart of HDD installeert, kunt u daar macro's, een printlog en fonts op opslaan, en kunt u tevens via het netwerk een afdruktaak selecteren en deze opnieuw afdrukken.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Opmerking Wanneer u de fonts selecteert via uw software of met een commando, moet u rekening houden met het volgende: • De fontinstelling die u via het bedieningspaneel hebt gemaakt, is niet belangrijk. De software-instelling of het commando heeft voorrang boven de instellingen van het bedieningspaneel. • Zorg ervoor dat u de fontkaart installeert waarop de gewenste fonts staan.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Fontnummer Afb. 5-77 6. Gebruik + of – op het bedieningspaneel om “PRINT MENU" te selecteren. 7. Druk op Set om naar het volgende menuniveau te gaan, en druk vervolgens op + of – om “HP LASERJET”, “EPSON FX-850” of “IBM PROPRINTER” te selecteren. 8. Druk op Set om de emulatie voor de gewenste fonts te selecteren: “HP LASERJET”, “EPSON FX-850” of “IBM PROPRINTER”. 9. Gebruik + of – om "FONT NR." te selecteren, en selecteer het gewenste fontnummer.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD CompactFlash-kaart installeren 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Koppel de interfacekabel los van de printer. 2. Steek de CompactFlash-kaart met het etiket naar u toe in de sleuf. Zorg ervoor dat de kaart goed vastzit. Afb. 5-78 3. Als u de kaart wilt verwijderen, zet u eerst de printer uit, pas dan mag u de kaart uit de sleuf halen.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Een HDD (Hard Disk Drive) installeren 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact. Koppel de interfacekabel los van de printer. 2. Draai de twee schroefjes op de achterplaat van de hoofdbesturingskaart los en trek deze kaart uit de printer. Afb. 5-79 3. Steek de 4 borstbouten die met de HD-6G/HD-EX werden geleverd in de onderkant van de HD-6G/HD-EX. Afb. 5-80 4.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 5. Steek de 4 borstbouten van de HD-6G/HD-EX in de 4 gaten op de hoofdbesturingskaart, en zet de bouten in de schroefjes op de achterkant van de printkaart vast. Afb. 5-82 6. Sluit de platte kabel aan op de hoofdbesturingskaart. Afb. 5-83 7. Schuif de hoofdbesturingskaart in de geleiderails en installeer hem weer in de printer. Afb.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 8. Zet de hoofdbesturingskaart met de twee schroefjes vast. 9. Sluit de interfacekabel weer op de printer aan. Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan. 10. Formatteer de HD-6G/HD-EX via het bedieningspaneel. Raadpleeg hoofdstuk 4 voor gedetailleerde informatie.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD RAM UUIITTBBRREEIIDDEENN Deze printer heeft standaard 64 Mbytes geheugen en drie sleuven voor geheugenuitbreiding. Het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal 384 Mbytes. Hiertoe plaatst u los verkrijgbare Dual In-line Memory Modules (DIMM's). (Hoeveel geheugen standaard is geplaatst, is afhankelijk van het model en het land waar de printer werd geleverd.) Onderstaande DIMM’s kunnen worden geïnstalleerd: 100 pins, geen pariteit, SDRAM met 64 Mbit of meer.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD Opmerking • Het is mogelijk dat sommige DIMM's niet met deze printer werken. • Voor nadere informatie hierover kunt u zich wenden tot de dealer waar u de printer hebt gekocht. • Voor de meest recente informatie: http://solutions.brother.com Voor het installeren van de DIMM's handelt u als volgt: 1. Zet de printer uit en trek de stekker uit het stopcontact.
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD 4. Houd de DIMM met uw vingers aan de randen en met uw duim tegen de achterkant vast. Zorg ervoor dat de inkepingen op de DIMM op één lijn staan met de DIMM-sleuf. (Controleer dat de vergrendelingen aan weerskanten van de DIMM open of naar buiten gericht staan). Afb. 5-86 5. Plaats de DIMM recht in de sleuf (stevig aandrukken). Controleer dat de vergrendelingen aan weerskanten van de DIMM naar binnen toe op hun plaats klikken.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN PROBLEME N OPLOSSEN Wanneer er iets niet in orde is, stopt de printer met afdrukken, bepaalt hij waar de storing is opgetreden en verschijnt op het LCD-scherm de betreffende storingsmelding om u te waarschuwen. In onderstaande tabellen wordt aangegeven wat u moet doen om een storing te verhelpen. Kunt u de storing niet zelf verhelpen, raadpleeg dan uw leverancier. Geef het nummer van de storingsmelding door voor een snelle diagnose.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Foutmelding Opmerkingen FFR VERVANGEN Vervang de fuserreiniger. GEEN OPC RIEM Installeer de OPC-riem. GEEN FR ROL Installeer de fuserreiniger. GEEN 2DE BAK Als de duplexbak is geïnstalleerd. Installeer de onderste papierbak. GEEN TR-ROL Installeer de transferrol. TONER FOUT Gebruik alleen Brother-tonercartridges. GEEN LADE 1/2 De aangegeven papierlade wordt niet waargenomen. Plaats deze lade goed in de printer.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Foutmelding Opmerkingen FOUT IN HDD Fout bij openen van HDD. Zet de printer uit en weer aan en controleer dat de HDD is geformatteerd. FOUT IN DIMM Controleer dat de DIMM goed is geïnstalleerd. KAART WEG De Flash-kaart is verwijderd terwijl de printer aanstond. Zet de printer uit en weer aan. BUFFER FOUT Controleer de kabelaansluiting tussen printer en pc. OPSLAG VOL Er is niet voldoende ruimte op de harde schijf.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN ONNDDEERRHHO OU UD DS SM ME ELLD DIIN NG GE EN N (O OP PD DE EO ON ND DE ER RS STTE ER RE EG GE ELL) Foutmelding ! ! " ! (K C M Y) OLIE BIJNA OP FRR VERVANGEN VERVANG OPC RIEM FUSER VERVANGEN VERVANG 120K KIT VERVANG PI KIT1 Betekenis Wanneer de indicatie ! knippert ("), is de betreffende kleur toner bijna op. K: Zwart, C: Cyaan, M: Magenta, Y: Geel. Als de toner helemaal op is, verdwijnt de indicatie !. De oliefles is bijna leeg.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN SEERRVVIICCEEM ME ELLD DIIN NG GE EN N Als een van de volgende meldingen op het LCD-scherm wordt weergegeven, dient u de printer uit te zetten. Wacht een paar seconden en zet hem weer aan. Is het probleem nu niet verholpen, raadpleeg dan uw dealer of een bevoegd onderhoudsmonteur.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Servicemelding Betekenis Wat te doen FOUT EE4 WAARSCHUWING FOUT EE5 WAARSCHUWING FOUT EE6 WAARSCHUWING FOUT EE7 WAARSCHUWING FOUT EE8 WAARSCHUWING FOUT EE9 WAARSCHUWING FOUT EEL WAARSCHUWING FOUT EF0 WAARSCHUWING FOUT EF2 WAARSCHUWING FOUT EF4 WAARSCHUWING FOUT EF5 WAARSCHUWING FOUT EH0 WAARSCHUWING FOUT EH2 WAARSCHUWING Fout in sensor voor Toner op. Fout in solenoïde van transferrol. Zet de printer uit. Wacht een paar seconden en zet hem weer aan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Servicemelding FOUT EH4 WAARSCHUWING FOUT EL1 WAARSCHUWING FOUT EL2 WAARSCHUWING FOUT ELL WAARSCHUWING FOUT EP1 WAARSCHUWING FOUT EP3 WAARSCHUWING FOUT EP4 WAARSCHUWING FOUT EP5 WAARSCHUWING FOUT EP6 WAARSCHUWING Betekenis Fout in fusertemperatuur 4 Fout in straaldetector. Wat te doen Fout in scannermotor. Zet de printer uit. Wacht een paar seconden en zet hem weer aan. Fout in laservoeding. Fout in hardware van duplexcontroller. Fout in solenoïde invoerkiezer.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN PAAPPIIEERRDDO OO OR RV VO OE ER RS STTO OR RIIN NG GE EN N Deze printer is zodanig ontwikkeld dat hij zonder problemen moet kunnen afdrukken. Mocht er echter toch iets niet in orde zijn, noteer dan de melding op het LCD-scherm en tref de juiste maatregelen. Hieronder wordt beschreven hoe u papierdoorvoerstoringen en andere printproblemen kunt verhelpen. Papierdoorvoerstoring Als het papier in de printer vastloopt, stopt hij met afdrukken en verschijnt onderstaande melding.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Opmerking Gebruik nooit papier dat: • verkreukeld is • vochtig is • niet overeenkomt met de specificaties Het papier kan vastlopen in de papiercassette, in het inwendige van de printer, bij de achterklep of bij de papieruitvoer. Controleer waar het papier is vastgelopen en volg onderstaande instructies om het papier te verwijderen. De printer hervat het afdrukken automatisch nadat de instructies zijn opgevolgd.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vastgelopen papier uit de printer verwijderen PAPIER LOOPT VAST BIJ PAPIERUITVOER VAST E1 Wanneer het papier de toegangsklep aan de achterkant is gepasseerd en vast komt te zitten bij de papieruitvoer, volgt u onderstaande stappen: 1. Maak de bovenklep open en maak de hendels van de fuser los. Afb. 6-1 2. Maak de achterklep open en trek het vastgelopen papier er langzaam en voorzichtig uit. Afb. 6-2 3. Sluit de achterklep van de printer. 4.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Opmerking Als het papier steeds vaker bij de achterklep vastloopt, moet de papierontlader worden vervangen. PAPIER LOOPT VAST BIJ FUSERROL BINNEN IN DE PRINTER VAST D of VAST E2 Als het papier vastloopt bij de transferrol of de fuserrol, verwijdert u dat papier op dezelfde wijze als papier dat is vastgelopen bij de papieruitvoer. U kunt ook onderstaande stappen volgen: ! Waarschuwing De fuserrol wordt tijdens gebruik zeer heet.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN 1. Maak de achterklep van de printer open. 2. Houd het vastgelopen papier met beide handen vast en trek het voorzichtig naar u toe. Afb. 6-3 3. Als het papier in de registreringsrol bekneld is, moet u het papier met beide handen voorzichtig naar u toe trekken. Afb.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Als het papier in de fuserrol bekneld zit, volgt u onderstaande stappen: 1) Maak de bovenklep open. 2) Maak de hendels aan weerskanten van de fuser los. Afb. 6-5 3) Houd het vastgelopen papier met beide handen vast en trek het voorzichtig naar u toe. 4) Zet de hendels van de fuser weer in de oorspronkelijke stand en sluit de bovenklep. Afb. 6-6 4. Sluit de achterklep van de printer. ! Let op • Raak de zijde met toner van het vastgelopen papier niet aan.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN PAPIER LOOPT VAST IN DE PAPIERCASSETTE VAST A 1/2 Als het papier in de papiercassette vastloopt, volgt u onderstaande procedure: 1. Trek de papiercassette uit de printer. 2. Verwijder het vastgelopen papier. Afb. 6-7 3. Zet de papiercassette weer op zijn plaats. 4. Maak de achterklep van de printer open. Verwijder papier dat bij de uitvoer is vastgelopen. 5. Sluit de achterklep van de printer.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vastgelopen papier uit de duplexbak verwijderen PAPIER LOOPT VAST IN HET BOVENSTE DEEL VAN DE DUPLEXBAK VAST B Als het papier in het bovenste deel van de duplexbak vastloopt, volgt u onderstaande stappen: 1. Maak de bovenkap van de duplexbak open. Afb. 6-8 2. Als het papier bij de uitvoer van het bovenste deel van de duplexbak vastzit, moet u het er voorzichtig uit trekken. Afb.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN 3. Als het papier in het bovenste deel van de duplexbak is vastgelopen, moet u de groene knijprol naar beneden draaien om het papier uit te voeren. Afb. 6-10 4. Als het papier in het bovenste deel van de duplexbak bekneld is, moet u de papiergeleider openmaken en het papier verwijderen. Sluit de papiergeleider. Afb. 6-11 5. Sluit de bovenkap van de duplexbak.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN PAPIER LOOPT VAST IN HET ONDERSTE DEEL VAN DE DUPLEXBAK VAST C Als het papier in het onderste deel van de duplexbak vastloopt, volgt u onderstaande procedure: 1. Maak de onderkap van de duplexbak open. Trek enig vastgelopen papier dat u ziet voorzichtig naar u toe. 2. Als u geen vastgelopen papier kunt zien, maakt u de eenheid binnen in de bak open door hem aan de handgrepen vast te houden en naar achteren te trekken. Verwijder enig vastgelopen papier dat u ziet. Afb.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN VRAGEN & ANTWOORDEN Het kan gebeuren dat er zich problemen met de HL-2600CN printer voordoen. Hieronder staan veelgehoorde vragen en de antwoorden daarop. Zoek uw vraag in onderstaande tabel op en volg de instructies. U zult de meeste problemen zelf kunnen verhelpen. DEE HHAARRDDW WA AR RE E IIN NS STTE ELLLLE EN N Vraag De printer werkt niet. De printer drukt niet af Oplossing Controleer of: De stekker van de printer goed in het stopcontact zit. De voeding aanstaat.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN DEE PPRRIINNTTEERR IINNSSTTAALLLLEERREENN Vraag Ik kan niet afdrukken vanuit mijn software Ik kan geen hele pagina afdrukken. Computer geeft een time-out melding Computer meldt dat het papier op is Computer geeft een off line melding Computer meldt dat de printer uitstaat. Computer geeft een foutmelding die hier niet beschreven is.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN OM MG GA AA AN NM ME ETT P PA AP PIIE ER R Vraag De printer voert geen papier in. Hoe moet ik enveloppen plaatsen? Wat voor papier kan ik gebruiken? Hoe kan ik vastgelopen papier verwijderen? De printer voert meer dan een vel tegelijk in Papier wordt scheef ingevoerd Soms doen er zich problemen voor bij het oppikken van het papier in de papierbak of wordt het papier niet goed uitgevoerd. Oplossing • Controleer of het Alarm-lampje brandt.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN AFFDDRRUUKKKKEENN Vraag De printer drukt onverwachts af, of drukt wartaal af De computer blijft ‘hangen’ zodra de printer begint af te drukken, of er wordt een software-fout gemeld. De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm, maar wordt niet afgedrukt. Het afdrukken duurt te lang Oplossing • Annuleer de printopdracht vanaf uw computer. Zet de printer uit, wacht een paar seconden en zet hem weer aan, of stel de printer terug.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN AFFDDRRUUKKKKW WA ALLIITTE EIITT Opmerking Als op het LCD-scherm de melding “Toner bijna op” of “Toner op” staat, kunt u problemen met de afdrukkwaliteit vaak verhelpen door een nieuwe tonercartridge te plaatsen. Vraag Witte horizontale strepen of lijnen, of vlekken op de afdruk ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vraag Zwarte verticale strepen of lijnen op de afdruk ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vraag Hier en daar wordt toner geknoeid, of tonervlekken op de afdruk Oplossing 1) Bepaal welke kleur het probleem veroozaakt en vervang de tonercartridge in kwestie. 2) Vervang de cassette met de OPC-riem. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vraag Soms is de printdichtheid horizontaal niet gelijkmatig Oplossing 1) Controleer of de tonercartridges goed zijn geplaatst. 2) Controleer dat de cassette met de OPC-riem goed is geplaatst. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
HOOFDSTUK 6 PROBLEMEN OPLOSSEN Vraag Verschoven beeld. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789.
APPENDIX APPENDIX
APPENDIX PRINTERSPECIFICATIES AFFDDRRUUKKKKEENN Printmethode Elektrofotografisch met behulp van halfgeleider laserstraalaftasting Laser Golflengte: 780 nm Vermogen: 5 mW max. Resolutie 600x600 dots per inch (Normaal) 2400 dots per inch met CAPT en HRC (De resolutie kan m.b.v.
APPENDIX FUUNNCCTTIIEESS CPU MIPS TMPR4955 (266MHz) Emulatie Automatische emulatieselectie • HP Color Printer (PCL5C ) inclusief HP LaserJet 4+ (PCL 5e) en HP LaserJet5 (PCL 6) monochrome stand • BR-Script Level 3 (compatibel met Adobe Postscript Level 3) • HP-GL • EPSON FX850 • IBM Proprinter XL Interface Automatische interfaceselectie tussen IEEE 1284 Parallel, 10/100BaseTX Ethernet, USB1.
APPENDIX ELLEEKKTTRRIISSCCHHEE EENN M ME EC CH HA AN NIIS SC CH HE ES SP PE EC CIIFFIIC CA ATTIIE ES S Spanning VS en Canada: Europa en Australië: 120 V wisselstroom, 50/60 Hz 220 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik Afdrukken (gemiddeld): 600 W of minder Stand-by: 260 W of minder Stand-by in slaapstand: 30 W of minder Lawaai Afdrukken : 55 dB A of minder Stand-by: 48 dB A of minder Temperatuur In bedrijf: Niet in bedrijf: Opslag: Vochtigheid In bedrijf: Opslag: 10 tot 32.
APPENDIX PAPIERSPECIFICATIES Papierinvoer Papierladen: • • • • Standaard bovenste lade (Lade 1) Los verkrijgbare onderste bak (Lade 2; LT-26CL) Los verkrijgbare Legal-cassette (Lade 1) Papierformaat LADE 1: Standaard bovenste lade: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, COM10, DL, 104,8 – 215,9 mm breed, 220 – 297 mm lang Los verkrijgbare Legal-cassette: Legal, 220 – 355,6mm lang LADE 2: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, Duplexbak: Papieruitvoer Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal • Max.
APPENDIX Los verkrijgbare Legal-cassette (Lade 1; LC-26LG): • Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, • • • Legal 104,8 x 220 mm tot 215,9 x 355,6 mm [64 tot 163 g/m2] Enveloppen: COM10 DL Transparanten Etiketten Los verkrijgbare Duplexbak (DX-2600): • Normaal papier: Letter, A4, B5 (JIS/ISO), Executive, Legal 104,8 x 220 mm tot 215,9 x 355,6 mm [64 tot 105 g/m2] Het is raadzaam om eerst een proefafdruk te maken, zeker als u enveloppen gaat bedrukken.
APPENDIX PAPIERSPECIFICATIES Deze printer is zodanig ontworpen dat hij met de meeste soorten xerografisch papier en briefpapier kan werken. Bij sommige papiersoorten kan de printkwaliteit echter wat minder zijn, of kan de printer minder betrouwbaar werken. Om u te verzekeren van een optimale afdruk is het raadzaam om altijd eerst een testafdruk te maken op het papier dat u wilt gebruiken. Hieronder staan een aantal punten die u helpen de juiste papiersoort te kiezen: 1.
APPENDIX SCHADE OF ANDERE DEFECTEN ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN BOVENSTAAND PAPIER WORDEN NIET DOOR GARANTIE OF ONDERHOUDSOVEREENKOMSTEN GEDEKT. ENVELOPPEN Uw printer kan met de meeste enveloppen werken. De manier waarop sommige enveloppen zijn gevouwen kan bij de doorvoer of bij het printen echter problemen opleveren. Geschikte enveloppen zijn recht en scherp gevouwen en hebben niet meer dan twee lagen papier.
APPENDIX ETIKETTEN EN TRANSPARANTEN De printer kan afdrukken op etiketten en transparanten die zijn ontworpen voor gebruik in een laserprinter. De lijm van etiketten moet gebaseerd zijn op acryl, daar dergelijke lijm bij de hoge temperaturen in de fixeerinrichting stabieler is. De lijm mag niet in aanraking komen met delen van de printer, aangezien de etiketten anders aan de drum of de rollen blijven plakken, wat papierdoorvoerstoringen en problemen met de printkwaliteit veroorzaakt.
APPENDIX SYMBOLEN/TEKENSETS U kunt symbolen- en tekensets met behulp van het bedieningspaneel via het printmenu selecteren in de emulaties HP LaserJet, EPSON FX-850, IBM Proprinter XL en and HP-GL. Raadpleeg “Print menu” in hoofdstuk 4.
APPENDIX HP PCL-EEM MU ULLA ATTIIE E Roman 8 (8U) ISO Latin1 (0N) ISO Latin2 (2N) ISO Latin5 (5N) PC-8 (10U) PC-8 D/N (11U) PC-850 (12U) PC-852 (17U) PC-8 Turkish (9T) Windows Latin1 (19U) Windows Latin2 (9E) Windows Latin5 (5T) Legal (1U) Ventura Math (6M) Ventura Intl (13J) Ventura US (14J) PS Math (5M) PS Text (10J) Math-8 (8M) Pi Font (15U) MS Publishing (6J) Windows 3.
APPENDIX ISO 2 IRV ISO 4 UK ISO 6 ASCII ISO10 SWE/FIN ISO11 Swedish ISO14 JISASCII ISO15 Italian ISO16 POR ISO17 Spanish ISO21 German ISO25 French ISO57 Chinese ISO60 NOR v1 ISO61 NOR v2 ISO69 French ISO84 POR ISO85 Spanish HP German HP Spanish A-11
APPENDIX EPSON-EEM MU ULLA ATTIIE E US ASCII German UK ASCII I French I Danish I Italy Spanish Swedish Japanese Norwegian Danish II UK ASCII II French II Dutch South African PC-8 PC-8 D/N PC-850 PC-852 PC-860 PC-863 PC-865 PC-8 Turkish A-12
APPENDIX IBM-EEM MU ULLA ATTIIE E PC-8 PC-8 D/N PC-850 PC-852 PC-860 PC-863 PC-865 PC-8 Turkish A-13
APPENDIX HP-GL-EEM MU ULLA ATTIIE E ANSI ASCII 9825 CHR. SET FRENCH/GERMAN SCANDINAVIAN SPANISH/LATIN JIS ASCII ROMAN8 EXT. ISO IRV ISO SWEDISH ISO SWEDISH:N ISO NORWAY 1 ISO GERMAN ISO FRENCH ISO U.K.
APPENDIX SYYM MB BO OLLE EN NS SE ETTS SD DIIE EW WO OR RD DE EN NO ON ND DE ER RS STTE EU UN ND DD DO OO OR RD DE E INNTTEELLLLIIFFO CO OM MP PA ATTIIB ON BE NTT-C ELLE E LLE ETTTTE ER RTTY YP PE EN NV VA AN ND DE EP PR RIIN NTTE ER R PCL-symbolenset Set-ID 8U 0N 2N 5N 6N 10U 11U 12U 17U 26U 9T 19U 9E 5T 7J 9J 10J 13J 14J 6J 8M 5M 6M 15U 1U 1E 0U 2U 0S 0I 1S 2S 3S 4S 5S 6S 0G 1G 0D 1D 0F 1F 0K 2K 9U 12J 19M 19L 579L Lettertype Alaska Antique Brougham Cleveland Connect-Guatemala Letter Symbolenset Oakland
APPENDIX PCL-symbolenset Set-ID 8U 0N 2N 5N 6N 10U 11U 12U 17U 26U 9T 19U 9E 5T 7J 9J 10J 13J 14J 6J 8M 5M 6M 15U 1U 1E 0U 2U 0S 0I 1S 2S 3S 4S 5S 6S 0G 1G 0D 1D 0F 1F 0K 2K 9U 12J 19M 19L 579L Lettertype(vervolg) LetterGothic Mary16.66** land • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • Symbolenset Roman-8 ISO 8859-1 Latin1 ISO 8859-2 Latin2 ISO 8859-9 Latin5 ISO 8859-10 Latin6 PC-8 PC-8 D/N PC-850 PC-852 PC-775 PC-Turk Windows 3.1 Latin1 Windows 3.1 Latin2 Windows 3.
APPENDIX SYYM MB BO OLLE EN NS SE ETTS SD DIIE EW WO OR RD DE EN NO ON ND DE ER RS STTE EU UN ND DD DO OO OR RD DE EM ME ETT TRRUUEETYYPPEE™ EENN TYYPPEE 1 FO ON NTT C CO OM MP PA ATTIIB BE ELLE E LLE ETTTTE ER RTTY YP PE EN N V EN NO OR RIIG GIIN NE ELLE E LLE ETTTTE ER RTTY YP PE EN N VA AN ND DE EP PR RIIN NTTE ER R, E PCL-symbolenset Set-ID 8U 0N 2N 5N 6N 10U 11U 12U 17U 26U 9T 19U 9E 5T 7J 9J 10J 13J 14J 6J 8M 5M 6M 15U 1U 1E 0U 2U 0S 0I 1S 2S 3S 4S 5S 6S 0G 1G 0D 1D 0F 1F 0K 2K 9U 12J 19M 19L 579L L
APPENDIX PCL-symbolenset Set-ID 8U 0N 2N 5N 6N 10U 11U 12U 17U 26U 9T 19U 9E 5T 7J 9J 10J 13J 14J 6J 8M 5M 6M 15U 1U 1E 0U 2U 0S 0I 1S 2S 3S 4S 5S 6S 0G 1G 0D 1D 0F 1F 0K 2K 9U 12J 19M 19L 579L Lettertype Bermuda Script Symbolenset Roman-8 ISO 8859-1 Latin1 ISO 8859-2 Latin2 ISO 8859-9 Latin5 ISO 8859-10 Latin6 PC-8 PC-8 D/N PC-850 PC-852 PC-775 PC-Turk Windows 3.1 Latin1 Windows 3.1 Latin2 Windows 3.
INDEX INDEX 1 120K Kit 5-27 Extra RAM 1-13 A Advanced Photoscale Technology afdrukkwaliteit Analysis Tool apparaat Apple LaserWriter automatische emulatieselectie Automatische emulatieselectie automatische interfaceselectie Automatische interfaceselectie F 1-6 2-4 2-15 2-6 2-18 3-1 1-8 1-7 3-3 fabrieksinstellingen Foutmeldingen Fuserreiniger G gegevens wissen Gegevenscompressie 4-25 1-8 H B bedrukbaar gedeelte Beschermende vel BRAdmin professional BR-SCRIPT BR-Script 3-emulatie 2-21, 4-38 6-1 5
INDEX Melding op LCD-scherm MIO-interface modus Informatie modus Interface modus Kwaliteit modus Papier modus Print menu modus Reset menu modus Setup reset fabr.inst.