Operation Manual

HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-7
4.
Schud elke nieuwe tonercartridge enkele malen heen en weer, en
verwijder het label met het opschrift REMOVE en de oranje bescherming.
Afb. 5
-
2
5.
Plaats de nieuwe tonercartridge(s). Let erop dat u de juiste cartridge op de
juiste plaats installeert. Schuif de cartridges voorzichtig in de printer.
Probeer de nieuwe tonercartridges niet met kracht in de printer te duwen.
Ze behoren losjes op de geleiders te rusten en worden op hun plaats
gedrukt wanneer de voorklep wordt gesloten. Om te voorkomen dat u de
verkeerde kleur op de verkeerde plaats installeert, zijn de cartridges
makkelijk van elkaar te onderscheiden. Let erop dat u de juiste kleur toner
op de juiste plaats installeert, zoals aangegeven op het etiket.
C
M
Y
K
K
Y
M
C
Afb. 5
-
3
6.
Sluit de voorklep.