Operation Manual

HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD
5-36
4.
Reinig de papiergeleider met een droge, zachte doek. Als er papier of iets
anders in de papiercassette vastzit, moet dit worden verwijderd.
Afb. 5-38
5.
Installeer de papiercassette in de printer.
6.
Steek de stekker in het stopcontact en zet de printer aan.
De printer periodiek reinigen
Opmerking
Als u de binnenkant van de printer reinigt, dient u rekening te houden met
het volgende:
Als er toner op uw kleding komt, veegt u ze dan met een droge doek
schoon en was ze onmiddellijk in koud water; dit om vlekken te
voorkomen.
De fuser en de omliggende onderdelen zijn HEET. Zorg dat u de in
onderstaande afbeelding gearceerde onderdelen nooit aanraakt.
De transferrol mag nooit worden aangeraakt of gereinigd, daar dit de
afdrukkwaliteit nadelig zou beïnvloeden.
Let erop dat u geen toner inademt.