Operation Manual

HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-4
D
D
D
E
E
E
T
T
T
O
O
O
E
E
E
T
T
T
S
S
S
S
S
S
E
E
E
C
C
C
U
U
U
R
R
R
E
E
E
P
P
P
R
R
R
I
I
I
N
N
N
T
T
T
Hiermee kunt u een afdruktaak aan de printer doorgeven en deze alleen
laten afdrukken wanneer u de printer via het bedieningspaneel of een
webbrowser daar opdracht toe geeft. Zo kunt u beveiligde gegevens dus
alleen afdrukken als u bij de printer bent.
De functie voor het beveiligd afdrukken kan worden gebruikt wanneer de
printer klaar voor gebruik is (status
GEREED
).
1.
Druk op
Secure Print
.
2.
Selecteer de gebruikersnaam, de taak, het wachtwoord en het aantal
exemplaren dat u wilt afdrukken.
3.
Druk op
Set
of
Secure Print
om af te drukken.
Opmerkingen
De functie voor het beveiligd afdrukken kan niet worden gebruikt als de
printer off line staat of als een afdruktaak is onderbroken.
Als er geen beveiligde gegevens zijn en u op
Secure Print
drukt, wordt op
LCD-scherm even de melding “
NIETS OPGESLAGEN
” weergegeven.
Raadpleeg “Handelingen bij het afdrukken van beveiligde gegevens” elders
in dit hoofdstuk voor nadere informatie hierover.