Operation Manual

HOOFDSTUK 4 WERKING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
4-18
Printerstatusmeldingen
In onderstaand schema staan de meldingen die betrekking hebben op de
printerstatus en die tijdens normaal gebruik op het LCD-scherm worden
weergegeven:
P
P
P
r
r
r
i
i
i
n
n
n
t
t
t
e
e
e
r
r
r
s
s
s
t
t
t
a
a
a
t
t
t
u
u
u
s
s
s
m
m
m
e
e
e
l
l
l
d
d
d
i
i
i
n
n
n
g
g
g
B
B
B
e
e
e
t
t
t
e
e
e
k
k
k
e
e
e
n
n
n
i
i
i
s
s
s
GEREED
Klaar om af te drukken
BEZIG: VERWERKEN
Bezig met het verwerken van gegevens.
SLAAP
De printer staat in de slaapstand.
BEZIG: AFDRUKKEN
Bezig met afdrukken.
PROGRAMMERING!
Bezig met het openen van
CompactFlash of HDD.
ZELFTEST
De printer voert een zelfdiagnose uit.
PAUZE
Pauze in de papiertoevoerfunctie. Druk
op
Go
om de formfeed te hervatten.
INITIALISEREN
De printer is aan het initialiseren.
BEZIG: OPWARMEN
De printer is aan het opwarmen.
RAM =xxMB
Deze printer heeft XX MB geheugen.
BEZIG: ANNULEREN
De printer annuleert de afdruktaak.
RES.AANGEPAST
Er wordt met een lagere resolutie
afgedrukt.
SET = AFDRUKKEN
Druk op
Set
om af te drukken.
RESET NAAR
FABR.INSTELLING
De printerinstellingen worden
teruggesteld op de fabrieksinstellingen.