User's Guide

Table Of Contents
Routineonderhoud
148
5
De machine reinigen en controleren 5
Reinig de buiten- en de binnenkant van de machine regelmatig met een droge, zachte en pluisvrije doek.
Wanneer u de tonercartridge of drumeenheid vervangt, dient u ook de binnenkant van de machine te
reinigen. Als er tonervlekken op een pagina staan, moet u de binnenkant van de machine met een droge,
zachte en pluisvrije doek reinigen.
WAARSCHUWING
Een tonercartridge NIET verbranden. Hij kan dan namelijk ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Gebruik GEEN brandbare substanties, spuitbussen of een organisch oplosmiddel/vloeistof met alcohol of
ammoniak om de binnen- of buitenkant van het apparaat schoon te maken. U kunt dan namelijk brand
veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een droge, zachte en pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veiligheid.)
BELANGRIJK
Gebruik neutrale reinigingsmiddelen. Vluchtige middelen zoals verdunner of benzine beschadigen de
behuizing van de machine.
De buitenzijde van de machine schoonmaken 5
a Houd ingedrukt om de machine uit te schakelen.
b Stof de buitenkant van de machine met een droge, zachte en pluisvrije doek af.