User's Guide
Table Of Contents
- Gebruikershandleiding HL-L9200CDWT/HL-L9300CDWTT
- Voor gebruikers van de HL-L9300CDWTT
- Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze vinden?
- Gebruik van de documentatie
- Toegang tot “Brother Utilities” (Windows®)
- Inhoudsopgave
- 1 Afdrukmethoden
- Over deze machine
- Acceptabel papier en andere afdrukmedia
- Papier plaatsen
- Tweezijdig afdrukken
- Data afdrukken van een USB-flashstation of een digitale camera die massaopslag ondersteunt
- 2 Driver en software
- Printerdriver
- Windows®
- Macintosh
- Software
- 3 Algemene informatie
- 4 Toebehoren
- 5 Routineonderhoud
- 6 Problemen oplossen
- A Appendix
- Index
Driver en software
60
2
c Wijzig de instellingen door een instelling in de lijst Printerfuncties te selecteren (3):
Afdrukkwaliteit
Kies een van de volgende instellingen voor de afdrukkwaliteit:
• Normaal (600 x 600 dpi)
600 dpi-klasse. Aanbevolen voor normale afdrukken. Gebruik deze modus voor een goede
afdrukkwaliteit met redelijke afdruksnelheid.
• Fijn (2400 dpi klasse)
2400 dpi-klasse. De allerfijnste afdrukmodus. Gebruik deze stand als u precieze beelden zoals
foto's wilt afdrukken. In deze stand zijn er aanzienlijk meer afdrukgegevens, waardoor het
verwerken, overdragen en afdrukken van de gegevens meer tijd in beslag neemt.
Soort papier
U kunt in uw machine de volgende soorten papier gebruiken. Voor een optimale afdrukkwaliteit
selecteert u de papiersoort die u gebruikt.
• Normaal papier
• Dun papier
• Dik papier
• Dikker papier
• Briefpapier
• Enveloppen
• Env. Dik
• Env. Dun
• Kringlooppapier
• Label
• Glanzend papier
3