Operation Manual

PROBLEEM OPLOSSEN
180
PROBLEEM OPLOSSEN
Als u een probleem hebt met uw naaimachine, kunt u de volgende oplossingen raadplegen. Zijn de voorgestelde
oplossingen niet toereikend voor uw probleem, neem dan contact op met uw erkende dealer.
Memo
Deze machine is uitgerust met een eenvoudige probleemoplossingfunctie die u kunt gebruiken voor kleine problemen
tijdens het naaien. Druk op en druk vervolgens op om een lijst van problemen weer te
geven. Druk op de toets voor het betreffende probleem. Controleer de aangegeven oorzaken.
Probleem Oorzaak Oplossing Pagina
Bovendraad breekt De machine was onjuist ingeregen (klos onjuist
geïnstalleerd, onjuiste kloskap gebruikt, de
draadgeleider op de naaldstang heeft de draad
niet gepakt, enz.).
Rijg de naaimachine nu juist in. 28
Draad is geknoopt of verstrikt geraakt. Verwijder de knopen en klitten.
Draad is te dik voor de naald. Controleer het overzichtsschema van stoffen/
draad/naald. Kies de juiste combinatie.
36
Spanning bovendraad is te hoog. Pas de draadspanning aan. 43
De draad is verstrikt geraakt. Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
draad af en haal deze uit de grijper enz.
Naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. 34
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. 34
Er zitten krassen rondom de opening in de
steekplaat.
Vervang de steekplaat of neem contact op met
uw erkende dealer.
Er zitten krassen bij de opening in de persvoet. Vervang de persvoet of neem contact op met uw
erkende dealer.
Er zitten krassen op de grijper. Vervang de grijper of neem contact op met uw
erkende dealer.
Onderdraad breekt Spoel is niet juist geplaatst. Plaats de spoel op de juiste manier. 27
Er zitten krassen op de spoel of de spoel draait
niet goed.
Vervang de spoel.
De draad is verstrikt geraakt. Knip bijvoorbeeld met een schaar de verstrikte
draad af en haal deze uit de grijper enz.
Steken overgeslagen De machine is niet juist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
naaimachine en rijg de machine nu juist in.
28
De draad of naald is niet geschikt voor het soort
stof waarmee u werkt.
Controleer het overzichtsschema van stoffen/
draad/naald. Kies de juiste combinatie.
36
Naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. 34
Naald is niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw op de juiste wijze. 34
Naald is defect. Vervang de naald. 34
Stof of pluisjes onder de steekplaat. Verwijder stof of pluisjes met het
schoonmaakborsteltje.
176
Stof rimpelt De boven- of onderdraad is onjuist ingeregen. Raadpleeg de stappen voor het inrijgen van de
naaimachine en rijg de machine nu juist in.
27, 28
Klos is niet juist geplaatst. Plaats de klos opnieuw op de juiste wijze. 28
De draad of naald is niet geschikt voor het soort
stof waarmee u werkt.
Controleer het overzichtsschema van stoffen/
draad/naald. Kies de juiste combinatie.
36
Naald is verbogen of stomp. Vervang de naald door een nieuwe. 34
De steken zijn te lang om lichte stoffen te naaien. Verkort de steeklengte. 42
Draadspanning is niet juist ingesteld. Pas de draadspanning aan. 43
U hebt niet de juiste persvoet gebruikt. Bevestig de juiste persvoet. 191