Operation Manual

DE STEKEN NAAIEN
58
Overhands naaien
Te gebruiken aan het begin en eind van naden van rokken of broeken en het begin en eind van alle geknipte
stukken. Naar gelang de gekozen steek gebruikt u persvoet “G” of “J” of de zijsnijder.
Overhands naaien met persvoet “G”
a
Selecteer een steek en bevestig persvoet “G”.
b
Zet de persvoet zo omlaag dat de
persvoetgeleider precies tegen de rand van de
stof komt.
c
Naai langs de persvoetgeleider.
a Persvoetgeleider
Steek-
toets
Steeknaam Persvoet Toepassingen
Steekbreedte
[mm (inch)]
Steeklengte*
[mm (inch)]
Tweeling-
naald
Autom.
Handmatig
Autom.
Handmatig
Overhandse steek
Versteviging van lichte en
middelmatig dikke stof
3,5
(1/8)
2,5 – 5,0
(3/32 - 3/16)
2,0
(1/16)
1,0 – 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Overhandse steek
Versteviging van zware stof
5,0
(3/16)
2,5 – 5,0
(3/32 - 3/16)
2,5
(3/32)
1,0 – 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
Overhandse steek
Verstevigd naaien van
middelmatig dikke en zware stof
en stof die snel rafelt of
decoratief naaiwerk.
5,0
(3/16)
3,5 – 5,0
(1/8 - 3/16)
2,5
(3/32)
1,0 – 4,0
(1/16 - 3/16)
NEE
a
VOORZICHTIG
Na het instellen van de steekbreedte draait u het
handwiel handmatig naar u toe om te controleren of
de naald de persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald breken en letsel
veroorzaken.
a De naald mag de persvoet niet raken.
Als de persvoet in de hoogste stand staat, raakt de
naald de persvoet mogelijk.
G
a