Installation Instructions

28
Het stuurprogramma en de software installeren
Zorg dat u de instructies in stap 1 “De machine installeren” op pagina’s 4 - 11
hebt voltooid.
1
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en uit de Macintosh
®
, als u
reeds een interfacekabel hebt aangesloten.
2
Zet de Macintosh
®
aan.
3
Plaats de meegeleverde cd-rom in het
cd-romstation.
4
Dubbelklik op het pictogram Start Here om
de stuurprogramma’s voor de printer en
scanner te installeren. Selecteer uw taal
wanneer u het talenscherm ziet.
5
Klik op MFL-Pro Suite om deze te
installeren.
6
Volg de instructies op het scherm en start
de Macintosh
®
opnieuw.
7
Sluit de netwerkinterfacekabel aan op de
machine en sluit de kabel daarna aan op
een vrije poort op de hub.
Om de netwerkinterfacekabel aan te sluiten
op de machine:
1. Zet de afdekkap van de scanner in de
open stand.
2. Sluit de netwerkkabel aan op de LAN-
contactdoos, gemarkeerd met een
symbool. U vindt de LAN-contactdoos
boven, links van de sleuf voor de
tonercartridge, zoals hieronder
aangegeven.
3. Leid de netwerkkabel voorzichtig in de
goot zoals hieronder aangegeven, door
de goot te volgen om de machine heen
en naar de achterkant ervan.
Waarschuwing
Controleer of de kabel het sluiten van de afdekkap
niet beperkt, anders zou er een fout kunnen optreden.
Voor gebruikers van netwerkinterfacekabels (alleen MFC-410CN, MFC-620CN)
Voor Mac OS
®
8.6 tot 9.2
U kunt een USB- en een LAN-kabel op
hetzelfde moment aansluiten, mits uw USB-
kabel niet voorzien is van een RF-ferrietring.
Stap 2