GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-215C MFC-425CN
Als u de klantendienst moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-215C en MFC-425CN (Omcirkel uw modelnummer) Serienummer:* Aankoopdatum: Aankoopplaats: * Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze Gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS, ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
II
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd.
Veiligheidsmaatregelen Veilig gebruik van de machine Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten. WAARSCHUWING Binnen in de machine bevinden zich elektroden waar hoge spanning op staat. Controleer voordat u de machine reinigt of u de telefoonlijn eerst hebt ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact hebt verwijderd. Pak de stekker nooit met natte handen vast. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
WAARSCHUWING ■ Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandstekker nooit op een vochtige plaats. ■ Installeer dit product in de nabijheid van een goed bereikbaar stopcontact.
Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een vlakke, stabiele ondergrond die niet trilt en schokt, zoals een bureau. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10 °C en 35 °C blijft. Voorzichtig ■ Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. ■ Plaats de machine niet op het tapijt.
Beknopt overzicht Faxen in zwart-wit verzenden Automatisch verzenden via de ADF (automatische documentinvoer) (alleen MFC-425CN) 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Plaats uw document in de ADF. 3 Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de snelkiestoetsen gebruiken, u kunt het nummer zoeken of gewoon de kiestoetsen gebruiken. 4 Druk op Mono Start. Verzenden via de glasplaat 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Plaats uw document op de glasplaat.
Nummers kiezen Snelkiezen 1 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). 2 Het document laden. 3 Druk op Zoeken/Snelkiezen, daarna op # en voer het tweecijferige snelkiesnummer in. 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. VIII 1 2 3 4 5 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). Het document laden. Druk op Zoeken/Snelkiezen en toets de eerste letter in van de naam die u zoekt. Druk op of om in het geheugen te zoeken. Druk op Mono Start of Kleur Start.
De gebruikershandleiding openen Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner, PC Fax en het netwerk. Voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen verwijzen wij u naar de complete gebruikershandleiding op de cd-rom. PC-Fax Ontvangst en Netwerk zijn niet beschikbaar voor de MFC-215C.
5 Klik op de documentatie die u wilt lezen. ■ Installatiehandleiding Instructies voor de installatie en de software ■ Gebruikershandleiding (3 handboeken): Gebruikershandleiding voor stand-alone handelingen, software- en netwerkhandleiding (alleen voor MFC-425CN). ■ PaperPort® Gebruikershandleiding: Document Management Software Instructies voor het Scannen Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen.
De documentatie weergeven (voor Macintosh®) 1 Zet de Macintosh® aan. Plaats de Brother cd-rom met Macintosh® in het cd-romstation. Het volgende venster wordt weergegeven. (Mac OS® X) 2 3 4 Dubbelklik op het pictogram Documentation. Als het taalselectiescherm wordt weergegeven, dubbelklikt u op de gewenste taal. Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Inhoudsopgave 1 2 XII Inleiding ................................................................................ 1-1 Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1 Informatie opzoeken ................................................... 1-1 De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt................................................................... 1-1 Overzicht van het bedieningspaneel.................................
Zomertijd inschakelen................................................. 2-7 Het contrast van het LCD-scherm instellen ................ 2-7 3 Het verzenden instellen ....................................................... 3-1 De faxstand inschakelen .................................................. 3-1 Nummers kiezen............................................................... 3-1 Handmatig verzenden ................................................ 3-1 Snelkiezen .........................................
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen..... 3-17 Verzendslot inschakelen....................................... 3-17 Verzendslot uitschakelen...................................... 3-18 Documenten in formaat Letter verzenden via de glasplaat .......................................................... 3-18 4 5 6 XIV De ontvangststand instellen ............................................... 4-1 Basishandelingen bij het ontvangen ................................. 4-1 De ontvangststand kiezen ........
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 6-6 De toegangscode gebruiken....................................... 6-6 Opdrachten voor afstandsbediening........................... 6-7 Faxberichten opvragen............................................... 6-8 Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd ............................................. 6-8 7 8 9 Rapporten afdrukken ...........................................................
Afbeeldingen afdrukken .................................................... 9-6 DPOF-afdrukken......................................................... 9-8 De standaardinstellingen wijzigen ..............................9-9 Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen .................. 9-9 Papiertype en -formaat instellen............................. 9-9 Helderheid instellen .............................................. 9-10 Contrast instellen..................................................
De afdrukkwaliteit verbeteren ....................................... 12-15 De printkop reinigen ............................................... 12-15 De afdrukkwaliteit controleren ................................ 12-16 De uitlijning controleren .......................................... 12-18 Controleren hoeveel inkt er nog over is ........................ 12-19 De machine inpakken en vervoeren ............................. 12-20 Routineonderhoud ........................................................
S 13 14 XVIII Specificaties ........................................................................ S-1 Omschrijving van het product .......................................... S-1 Algemeen......................................................................... S-1 Afdrukmedia..................................................................... S-3 Kopiëren .......................................................................... S-4 PhotoCapture Center .................................................
1 Inleiding Gebruik van deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een multifunctionele centrale (MFC) van Brother. Deze machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de machine.
Overzicht van het bedieningspaneel 1 Herkies/Pauze 5 Modus-toetsen: Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer herhaald. Deze toets wordt tevens gebruikt voor het invoegen van een pauze in snelkiesnummers. PhotoCapture Hiermee krijgt u toegang tot de stand PhotoCapture Center™. Kopie 2 Telefoon/Intern Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de externe handset met het dubbele belsignaal is opgepakt.
Kleur Start Met deze toets start u het faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (kleur of mono, afhankelijk van de scaninstelling die u in ControlCenter2 hebt opgegeven). < Stop/Eindigen Met deze toets stopt u een bewerking of verlaat u het menu. A Navigatietoetsen: Menu/Instellen Dezelfde toets wordt voor het bedienen van het menu en de instellingen gebruikt.
De machine in de energiebesparende stand zetten Wanneer de machine inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de toets voor de Spaarstand te drukken. In de Energiebesparende stand ontvangt de machine gewoon telefoonoproepen. Voor verdere informatie over het ontvangen van faxen in de energiebesparende stand, raadpleegt u de tabel op pagina 1-5. De uitgestelde faxberichten die in de rij zijn gezet, worden nu verzonden (alleen MFC-425CN).
Energiebesparende stand U kunt de toets Spaarstand van de machine instellen. De standaardstand is Faxontv:Aan, zodat uw machine faxen of gesprekken kan ontvangen, zelfs als de machine in de energiebesparende stand staat. Wanneer u wilt dat de machine geen faxberichten of telefoongesprekken ontvangt, moet u deze instelling op Faxontv:Uit zetten. (Raadpleeg De machine in de energiebesparende stand zetten op pagina 1-4.) 1 2 3 4 Druk op Menu/Instellen, 1, 6. Druk op ▲ of ▼ om Uit (of Aan) te selecteren.
(Voor MFC-215C) AAN/UIT-instellingen Ontvangststand Beschikbare bewerkingen Faxontv:Aan (standaard) Alleen Fax Telefoon/Beantw. Faxontvangst, Faxen waarnemen: ■ U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start. Handmatig Fax/Telefoon* Fax waarnemen: ■ U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start. ■ *U kunt niet automatisch een fax ontvangen, ook als heeft u de ontvangstmodus ingesteld op Fax/Telefoon. — Er zijn geen bewerkingen mogelijk met de machine.
1 2 3 Blader de stapel goed door. Leg uw documenten met de bedrukte zijde naar beneden en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken. Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten. Vouw de ADF steunklep uit. ADF documentsteunklep Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift. Als u de ADF wilt gebruiken, moet de glasplaat leeg zijn.
De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten gebruiken van maximaal 216 mm breed en 297 mm lang. Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. 1 Til het documentdeksel op. Leg documenten document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Over papier De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het soort papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken. Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Brother-Papier Papiersoort Item A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend BP60GLA A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 x 15 cm Glanzend BP60GLP Speciaal papier gebruiken ■ Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht, en warmte. ■ De gecoate zijde van glanzend papier glimt. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde niet aanraakt. Plaats glanzend papier met de glimmende zijde naar beneden toe.
INLEIDING 1 - 11 Transparanten Enveloppen Kaarten 105 x 235 mm (4,1" x 9,3") JE4-envelop 216 x 279 mm (8 1/2" x 11") 98 x 191 mm (3 7/8" x 7 1/2") Monarch 210 x 297 mm (8,3" x 11,7") 105 x 241 mm (4 1/8" x 9 1/2") COM-10 Letter 110 x 220 mm (4,3" x 8,7") DL-envelop A4 162 x 229 mm (6,4" x 9") 148 x 200 mm (5,8" x 7,9") Briefkaart 2 (Dubbel) C5-envelop 127 x 203 mm (5" x 8") 100 x 148 mm (3,9" x 5,8") Briefkaart 1 127 x 178 mm (5" x 7") Foto 2L Indexkaart 89 x 127 mm (3 1/2" x 5")
Gewicht, dikte en capaciteit van het papier Type papier Losse vellen Gewicht 2 Dikte Aantal vellen 0,08 tot 0,15 mm (0,003" tot 0,006") 100* Normaal papier 64 tot 120 g/m (17 tot 32 lb) Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 (17 tot 53 lb) 0,08 tot 0,25 mm (0.003" tot 0,01") 20 Glanzend papier Maximaal 220 g/m2 (Max. 58 lb) Maximaal 0,25 mm (Max. 0,01") 20 Fotopapier Maximaal 240 g/m2 (Max. 64 lb) Maximaal 0,28 mm (Max. 0,01") 20 Indexkaart Maximaal 120 g/m2 (Max. 32 lb) Maximaal 0,15 mm (Max.
Bedrukbaar gedeelte Hoe groot het bedrukbare gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen.
Papier, enveloppen en briefkaarten laden Papier of ander materiaal plaatsen 1 Trek de papierlade volledig uit de machine en verwijder het deksel. Uitvoerpapierlade 2 Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van het gebruikte papier. Papiergeleider 3 Trek de papiersteun er uit en vouw de papiersteunklep uit. Uitvoerpapierlade Papiersteunklep Gebruik de papiersteunklep voor Letter, Legal of A4.
4 Blader de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. 5 Steek het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand (bovenkant van het papier) eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en of het papier niet boven de maximale papierhoogte komt. Maximum papierhoogte ■ Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
Enveloppen plaatsen ■ Gebruik enveloppen van 75-95 g/m2. ■ Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Zorg ervoor dat u eerst een testafdruk maakt. Om te voorkomen dat het invoermechanisme wordt beschadigd, dient het gebruik van onderstaande soorten enveloppen te worden vermeden.
2 Leg de enveloppen in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Verschuif de papiergeleider zodanig dat de envelopbreedte erin past. Als u problemen hebt bij het afdrukken op enveloppen, volg dan de volgende suggesties op: 1 Open de omslag van de envelop. 2 Zorg ervoor dat de open omslag zich aan de zijkant of aan de achterkant van de envelop bevindt tijdens het afdrukken. 3 Stel de maat en marge bij in uw toepassing.
Over faxapparaten Faxtonen en aansluitbevestiging Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw machine (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort ze als u na het kiezen op Mono Start of Kleur Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging of verbinding met het ontvangende apparaat.
ECM-modus (foutencorrectie) In deze modus controleert de machine de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de machine tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de machine.
2 Aan de slag Eerste instellingen De datum en tijd instellen Als de machine niet in gebruik is, wordt de datum en tijd weergegeven. Als u het stationsnummer instelt, wordt de datum en tijd die door uw machine wordt weergegeven op elke verzonden fax afgedrukt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard. 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu/Instellen, 0, 2. Toets de twee cijfers van het jaartal in. Druk op Menu/Instellen.
Kiesmodus Toon of Puls instellen Uw machine is bij levering ingesteld voor toon-kiezen (multifrequentie). Wanneer u een pulskiezer hebt (kiesschijf), moet u de kiesmodus wijzigen. 1 Druk op Menu/Instellen, 0, 4. 2 Druk op ▲ of ▼ om Puls (of Toon) te selecteren. Druk op Menu/Instellen. 3 Druk op Stop/Eindigen. Het stationsnummer instellen U zou uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer moeten opslaan, zodat deze worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verzendt.
3 4 Toets met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 letters). (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina B-11.) Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Het LCD-scherm gaat automatisch weer naar de modus Stand-by. Als het stationsnummer al was ingevoerd, wordt u gevraagd om op 1 te drukken om deze identificatie te wijzigen of op 2 te drukken om af te sluiten zonder deze te wijzigen.
Algemene instellingen De Mode Timer instellen De machine heeft vier tijdelijke toetsen op het bedieningspaneel: PhotoCapture, Copy, Fax en Scan. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarna de machine na de laatste kopie, scan of PhotoCapture-bewerking terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus. 1 2 3 4 Druk op Menu/Instellen, 1, 1. Druk op ▲ of ▼ om 0 Sec., 30 Sec., 1 Min., 2 Min., 5 Min. of Uit te selecteren. Druk op Menu/Instellen.
Het papierformaat instellen U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: Letter, Legal, A4, A5 en 10 x 15 cm en drie formaten voor het afdrukken van faxen: letter, legal en A4. Wanneer u het papierformaat verandert in de machine, moet u ook de instelling voor het Papierformaat veranderen, zodat uw machine een binnenkomende fax op het blad kan instellen. 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 1, 3. Druk op ▲ of ▼ om Letter, Legal, A4, A5 of 10x15cm te selecteren. Druk op Menu/Instellen.
Het volume van de waarschuwingstoon instellen U kunt het volume van de waarschuwingstoon wijzigen. De standaardinstelling (fabrieksinstelling) is Laag. Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat zal de machine een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt. 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 1, 4, 2. Druk op ▲ of ▼ om te optie te selecteren. (Laag, Half, Hoog of Uit) Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
Zomertijd inschakelen U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine zal automatisch in de lente een uur naar voren worden gezet en een uur terug in de herfst. Zorg daarbij wel dat de juiste datum en tijd in de instelling Datum/Tijd is ingesteld. 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 1, 5. Druk op ▲ of ▼ om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
3 Het verzenden instellen De faxstand inschakelen Voordat u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of groen is. Wanneer dit niet zo is, drukt u op (Fax) (Fax) om de faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax. Nummers kiezen U kunt op alle volgende manieren nummers kiezen. Handmatig verzenden Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
Snelkiezen Druk op Zoeken/Snelkiezen, # en toets vervolgens de twee cijfers van het snelkiesnummer in. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 5-1.) tweecijferig nummer Wanneer het LCD-scherm Niet toegewezen weergeeft wanneer u het snelkiesnummer invoert, is er geen telefoonnummer opgeslagen onder dit nummer. Zoeken U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op Zoeken/Snelkiezen en de navigatietoetsen om te zoeken.
Faxen versturen Een fax in kleur verzenden De machine kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen. Faxen in kleur kunnen echter niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verstuurt de machine de fax direct (zelfs wanneer Direct Verzend is ingesteld op Uit). (MFC-425CN) De functies Uitgestelde fax en Verzend Pollen zijn niet beschikbaar in kleur.
Faxen via de glasplaat U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten van max. A4-formaat gebruiken. 1 2 3 4 5 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Leg uw document op de glasplaat. Kies het faxnummer. Druk op Mono Start of Kleur Start. ■ Als u drukt op Mono Start, begint de machine de eerste pagina te scannen. ■ Als u drukt op Kleur Start, begint de machine met verzenden.
Automatisch verzenden Dit is de eenvoudigste methode om een fax te verzenden. 1 2 3 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Uw document laden. Kies het faxnummer dat u wilt bereiken. (Raadpleeg Nummers kiezen op pagina 3-1.) 4 Druk op Mono Start of Kleur Start. Ga voor MFC-215C naar stap 4 op pagina 3-4. Handmatig verzenden Als u documenten handmatig gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
Basishandelingen bij het verzenden Faxen met meer instellingen verzenden Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen (alleen MFC-425CN), pollen (alleen MFC-425CN) of directe verzendingen. 1 2 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax).
Faxresolutie U kunt de toets Fax Resolutie gebruiken om de instelling tijdelijk te veranderen (uitsluitend voor deze fax). Druk in de faxstand (Fax) op Fax Resolutie en ▲ of ▼ om de door u gewenste instelling te selecteren, en vervolgens drukken op Menu/Instellen. —OF— U kunt de standaardinstelling wijzigen: 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax). Het document laden. Druk op Menu/Instellen, 2, 2, 2. Druk op ▲ of ▼ om de gewenste resolutie te selecteren. Druk op Menu/Instellen.
Tweevoudige werking (Alleen zwart-wit) U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen, zelfs wanneer de machine een fax uit het geheugen verstuurt of faxen ontvangt. Het LCD-venster toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen. De machine maakt meestal gebruik van de tweevoudige werking. Als u echter een kleurenfax verzendt, zal de machine het document direct verzenden (zelfs wanneer Direct Verzend op Uit staat).
Direct verzenden Als u een fax gaat verzenden, zal de machine de documenten eerst in het geheugen scannen alvorens deze te verzenden. Vervolgens, zodra de telefoonlijn vrij is, begint de machine met kiezen en verzenden. Als het geheugen vol is, zal de machine het document direct verzenden (zelfs als Direct Verzend is ingesteld op Uit). Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden.
De status van taken controleren U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten. (Als er geen taken op verzending wachten, wordt de melding Geen opdrachten weergegeven.) 1 2 3 Druk voor MFC-215C op Menu/Instellen, 2, 5. Druk voor MFC-425CN op Menu/Instellen, 2, 6. Als er meer dan een taak in de wachtrij staat, drukt u op ▲ of ▼ om door de lijst te bladeren. Druk op Stop/Eindigen.
Geavanceerde verzendopties Groepsverzenden (Alleen zwart-wit) Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar verscheidene faxnummers. U kunt een fax naar Groepen, Snelkiesnummer en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen Druk tussen de cijfers op Menu/Instellen. Met de toets Zoeken/Snelkiezen kunnen de gewenste nummers gemakkelijk worden gekozen. Als u groepsnummers wilt instellen, raadpleeg Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen op pagina 5-3.
■ Als u geen locaties voor groepsnummers, toegangscodes en creditcardnummers gebruikt, kunt u naar maximaal 70 (MFC-215C) of 130 (MFC-425CN) verschillende nummers faxen. ■ Hoeveel geheugen er beschikbaar is, hangt echter af van de opdrachten die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers probeert te sturen, kunt u de tweevoudige werking en uitgesteld verzenden (alleen MFC-425CN) niet gebruiken.
Internationale modus Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale stand te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op Het document laden. Druk voor MFC-215C op Menu/Instellen, 2, 2, 4. Druk voor MFC-425CN op Menu/Instellen, 2, 2, 7. Druk op ▲ of ▼ om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op Menu/Instellen.
Uitgesteld verzameld verzenden (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN) Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de machine alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Als u Verzamelen activeert (AAN), worden alle faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, als een enkele transmissie verzonden. Zo wint u transmissietijd. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax).
Verzend Pollen instellen met beveiligingscode (Alleen zwart-wit) (alleen MFC-425CN) Wanneer u Verzend Pollen:Beveilig kiest, moet iedereen die de machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren. 1 2 3 4 5 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op Het document laden. Druk op Menu/Instellen, 2, 2, 6. Druk op ▲ of ▼ om Beveilig te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Toets een viercijferige code in. Druk op Menu/Instellen. (Fax).
Verzendslot Met verzendslot voorkomt u dat onbevoegden toegang krijgen tot de machine.
Wachtwoord instellen Als u het wachtwoord bent vergeten waarmee u het verzenden hebt geblokkeerd, moet u contact opnemen met uw Brother-leverancier of met Brother. 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 2, 0, 1. Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op Menu/Instellen. Als het LCD-scherm Nogmaals: toont, voert u het wachtwoord opnieuw in. Druk op Menu/Instellen. Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen 1 2 3 4 5 Druk op Menu/Instellen, 2, 0, 1. Druk op ▲ of ▼ om Wachtwoord te selecteren.
Verzendslot uitschakelen 1 2 Druk op Menu/Instellen. Voer het wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op Menu/Instellen. Verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld. Wanneer u een verkeerd wachtwoord invoert, geeft het LCD-scherm Fout wachtwoord weer en blijft de machine offline. De machine blijft in de stand Verzendslot tot het correcte wachtwoord is ingevoerd.
4 De ontvangststand instellen Basishandelingen bij het ontvangen De ontvangststand kiezen Er zijn vier verschillende ontvangststanden voor deze machine. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet. LCD-scherm Hoe werkt het Wanneer gebruikt u het Alleen Fax (automatisch ontvangen) De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. Voor aparte faxlijnen. Fax/Telefoon (fax en telefoon) De machine beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep.
De ontvangststand selecteren of wijzigen 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Instellen, 0, 1. Druk op ▲ of ▼ op Alleen Fax, Fax/Telefoon, Telefoon/Beantw. of Handmatig te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Huidige ontvangststand Fax : Alleen Fax F/T : Fax/Tel Ant : Extern ANTW.APP.
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) Als u de ontvangststand instelt op Fax/Tel, moet u specificeren hoe lang de machine met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. (Als het een inkomend faxbericht is, zal de machine de fax afdrukken.) Dit dubbele belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de machine gaat over, de andere toestellen op deze lijn geven dit dubbele belsignaal niet.
Fax waarnemen Als u deze functie gebruikt, hoeft u niet op Mono Start, Kleur Start te drukken of de faxontvangstcode 51 in te voeren als u een faxbericht ontvangt. Als u Aan selecteert, kan de machine faxberichten automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen.
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining) Als u Aan kiest, verkleint de machine automatisch een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter of Legal past. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van het document en uw instelling voor papierformaat (Menu/Instellen, 1, 3). 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Instellen, 2, 1, 5. Ontvangstmenu 5.
Ontvangst in het geheugen (Alleen zwart-wit) Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm Papier nazien; plaats papier in de papierlade. (Raadpleeg Papier, enveloppen en briefkaarten laden op pagina 1-14.) Als de Geheugen ontv. nu Aan is... gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is).
Polling (alleen MFC-425CN) Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw machine gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw machine te pollen. Alle partijen moeten hun faxmachines zo instellen dat er gepolld kan worden. De partij die uw machine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij. 1 2 3 4 5 6 7 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Instellen, 2, 1, 7. Druk op ▲ of ▼ om Beveilig te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Toets een viercijferige beveiligingscode in. Dit nummer moet hetzelfde zijn als de beveiligingscode van de faxmachine die u gaat pollen. Druk op Menu/Instellen. Toets het te pollen faxnummer in.
Opeenvolgend Pollen De machine kan in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In stap 5 kunt u meerdere bestemmingen invoeren. Daarna wordt er een verslag afgedrukt. 1 2 3 4 5 6 Wanneer het lampje niet groen is, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Instellen, 2, 1, 7. Druk op ▲ of ▼ om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren. Druk op Menu/Instellen wanneer de gewenste instelling op het LCD-scherm wordt weergegeven. Als u Stand. hebt geselecteerd, gaat u naar stap 5.
5 Snelkiesnummers en kiesopties Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt de machine op twee manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers en met groepsnummers voor het groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCD-scherm de naam (indien u deze hebt opgeslagen) of het nummer weer. De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.
Snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar al een nummer is opgeslagen, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd een van de volgende opties te kiezen: 1 ▲ ▲ Druk op 1 om het opgeslagen nummer te wijzigen. —OF— Druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen. Opgeslagen nummer of naam wijzigen.
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen door op slechts een paar toetsen te drukken (Zoeken/Snelkiezen, #, het tweecijferige nummer van de snelkieslocatie en Mono Start). Eerst moet elk faxnummer als een snelkiesnummer worden opgeslagen. Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een snelkieslocatie.
5 6 7 Druk op Menu/Instellen om de snelkiesnummers voor deze groep te accepteren. Gebruik de kiestoetsen en het schema op pagina B-11 om een naam voor de groep in te voeren. Druk op Menu/Instellen. (Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.) Druk op Stop/Eindigen. U kunt een lijst van alle snelkiesnummers afdrukken. Groepsnummers staan in de kolom GROEP. (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 7-3.
Kiesopties Raadpleeg voor meer informatie over het kiezen van nummers, Nummers kiezen op pagina 3-1. Toegangscodes en creditcardnummers Soms is het voordeliger om een andere serviceprovider te gebruiken voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcard opslaan als snelkiesnummers.
6 Opties voor Uitgestelde Fax (alleen MFC-425CN) (Alleen zwart-wit) Fax Doorzenden instellen Als u Fax Doorzenden selecteert, slaat uw machine de ontvangen fax op in het geheugen. Vervolgens zal de machine het faxnummer dat u geprogrammeerd hebt kiezen en het faxbericht verzenden. 1 2 3 4 Druk op Menu/Instellen, 2, 5, 1. Druk op ▲ of ▼ om Fax Doorzenden te selecteren. Druk op Menu/Instellen. U wordt gevraagd om het nummer in te voeren waarnaar de faxberichten moeten worden doorgestuurd.
3 Druk op Stop/Eindigen. ■ Als u Fax Opslaan hebt ingesteld, wordt er automatisch een reservekopie van de ontvangen fax op de machine afgedrukt. ■ Als u een kleurenfax ontvangt terwijl Fax opslaan is ingeschakeld, wordt deze in zwart-wit in het geheugen opgeslagen. PC-Fax Ontvangen instellen (alleen MFC-425CN) Als u de functie PC-Fax Ontvangen inschakelt, worden binnenkomende faxen in het geheugen van de machine opgeslagen en automatisch doorgezonden naar uw pc.
4 5 Druk op ▲ of ▼ om Backup Print:Aan of Backup Print:Uit te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Ontvang PC Fax BackupPrint:Aan ■ Voordat u PC-Fax Ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw PC installeren. Controleer of uw pc is aangesloten en ingeschakeld. (Zie voor meer informatie Brother PC-FAX software op pagina 6-1 in de softwarehandleiding op de cd-rom.
Opties voor afstandsbediening uitschakelen 1 2 Druk op Menu/Instellen, 2, 5, 1. Druk op ▲ of ▼ om Uit te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Als u de opties voor afstandsbediening op Uit instelt en er ontvangen faxen in het geheugen van uw machine zijn opgeslagen, verschijnen er na stap 3 nog andere meldingen op het LCD-scherm. (Zie Opties voor afstandsbediening wijzigen op pagina 6-4.) 3 Druk op Stop/Eindigen.
■ Als u op 1 drukt en Backup Print is ingesteld op Aan, worden alle faxen in het geheugen gewist voordat de instelling wordt gewijzigd. Als u op 1 drukt en Backup Print is ingesteld op Uit, worden alle niet-afgedrukte faxen naar uw pc gestuurd voordat de instelling wordt gewijzigd. ■ Als u op 2 drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist of naar uw pc overgebracht en blijft de instelling ongewijzigd.
Opvragen vanaf een ander toestel U kunt uw machine van elk telefoontoestel of faxapparaat met aanraaktoetsen bellen en daarna uw toegangscode invoeren en een aantal andere toetsen indrukken om uw faxen op te vragen. De toegangscode gebruiken 1 2 3 4 5 6 Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ).
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten voor afstandsbediening 95 Wat u moet doen Wijzig de instellingen voor Fax Doorzenden of Fax Opslaan 1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of gewist.
Faxberichten opvragen 1 2 3 4 Kies het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u. Zodra u twee korte piepjes hoort, drukt u met het toetsenblok 962 in. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door ## (maximaal 20 cijfers).
7 Rapporten afdrukken Faxinstellingen en -activiteiten U dient het verzendrapport en periode voor het journaal in te stellen via het menu. Druk op Menu/Instellen, 2, 4, 1. —OF— Druk op Menu/Instellen, 2, 4, 2. Het verzendrapport aanpassen U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden en er wordt aangegeven of het verzenden gelukt is (OK).
De journaalperiode instellen U kunt de machine zo instellen dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op Uit zet, kunt u het rapport via de procedure op de volgende pagina afdrukken. De standaardinstelling is Na 50 faxen. 1 2 3 4 Druk op Menu/Instellen, 2, 4, 2. Kies rapport 2.Journaal tijd Druk op ▲ of ▼ om een interval te kiezen. Druk op Menu/Instellen.
Rapporten afdrukken De volgende rapporten zijn beschikbaar: 1.Verzendrapport Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie. 2.Help Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de machine kunt programmeren. 3.Snel Kiezen Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 4.Fax Journaal In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden.
8 Kopiëren De machine als een kopieerapparaat gebruiken U kunt de machine ook als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken. Kopieermodus instellen Voordat u kopieën gaat maken, moet u controleren of (Kopie) groen is. Als dit niet het geval is, drukt u op (Kopie) om naar de stand Kopiëren te gaan. De standaardinstelling is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten dat de machine in de kopieermodus staat wijzigen. (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 2-4.
Eén kopie maken 1 2 3 Druk op (Kopie) zodat deze groen wordt. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 1-6.) Druk op Mono Start of Kleur Start. Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen. Verscheidene kopieën maken 1 2 3 4 Druk op (Kopie) zodat deze groen wordt. Het document laden. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Mono Start of Kleur Start. (Alleen MFC-425CN) Om de kopieën te sorteren, drukt u op de toets Kopie Opties.
De toetsen Kopie Opties gebruiken Als u de instellingen voor het kopiëren tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen, kunt u de toets Kopie Opties gebruiken. U kunt verschillende combinaties gebruiken. De toets Kopie Opties Dit zijn tijdelijke instellingen en de machine schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen.
Tijdelijke kopieerinstellingen veranderen Gebruik de Kopie Opties-toets als u snel de volgende instellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt instellen. Druk op Kopie Opties Menuopties Opties selecteren Fabrieksinstelling Pagina selecteren Kwaliteit Snel/Normaal/Fijn Normaal 8-5 Vergr.
Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is Normaal. Normaal Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid. Snel Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën). Fijn Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s.
De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren. Met Custom(25-400%) kunt u een percentage tussen 25 % en 400 % instellen. Druk op Kopie Opties Custom(25-400%) 200% 198% 10x15cm→A4 186%10x15cm→LTR en of om Vergr./Verklein te selecteren 142% A5→A4 104% EXE→LTR 100% 97% LTR→A4 93% A4→LTR 83% LGL→A4 78% LGL→LTR 69% A4→A5 50% 1 2 3 4 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen is. Het document laden.
5 6 Druk op ▲ of ▼ om de gewenste vergrotings- of verkleiningsverhouding te selecteren. Druk op Menu/Instellen. —OF— U kunt Custom(25-400%) selecteren en op Menu/Instellen drukken. Gebruik de kiestoetsen om een vergrotings-/verkleiningspercentage tussen 25% en 400% in te toetsen. Druk op Menu/Instellen. (Druk bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te voeren.) Druk op Mono Start of Kleur Start. (Alleen MFC-425CN) De opties voor de paginalay-out zijn bij Vergroten/Verkleinen niet beschikbaar.
Papierformaat instellen U moet de instelling voor het papierformaat wijzigen indien u op een ander formaat dan A4 kopieert. U kunt uitsluitend kopiëren op de papierformaten Letter, Legal, A4, A5 of Photo Card (10 (B) cm x 15 (H) cm). 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze groen wordt. Het document laden. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Kopie Opties en ▲ of ▼ om Papierformaat te selecteren. Druk op Menu/Instellen.
Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF (alleen MFC-425CN) U kunt verscheidene kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 321, 321, 321, etc. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Uw document laden. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (max. 99). Druk op Kopie Opties en ▲ of ▼ om Stapel/Sorteer te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op ▲ of ▼ om Sorteren te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Mono Start of Kleur Start.
N in 1 kopieën of een poster maken (Pagina Layout) (alleen MFC-425CN) U kunt het aantal pagina’s voor kopieën verlagen met de functie N in 1-kopie. U kunt zo twee of vier pagina’s op één vel kopiëren en daarmee papier besparen. U kunt ook een poster maken. Wanneer u de posteroptie gebruikt, verdeelt de machine uw document in delen en vergroot deze delen, zodat u ze kunt samenvoegen tot een poster. Als u een poster wilt maken, moet u de glasplaat gebruiken.
9 10 Leg het volgende document op de Set Volgende Pag Druk dan op Inst glasplaat. Druk op Menu/Instellen. Herhaal stap 8 en 9 voor elke pagina die u in deze indeling gebruikt. Druk op 2 wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand om te stoppen. Als Glossy is geselecteerd in de instelling Papiersoort voor N in 1-kopieën, zal de machine de afbeeldingen printen alsof er Normaal papier was geselecteerd. ■ Als u kopieën met meerdere kleuren maakt, is N in 1-kopie niet beschikbaar.
Plaats het document in de hieronder vermelde richting. 2 in 1 (P) 2 in 1 (L) 4 in 1 (P) 4 in 1 (L) Poster (3X3) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Kopieersnelheid of –kwaliteit verhogen 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 3, 1. Druk op ▲ of ▼ om Norm, Fijn of Snel te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Helderheid instellen 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 3, 2. Druk op ▲ om een lichtere kopie te maken.
Kleurverzadiging instellen U kunt de kleurverzadiging alleen wijzigen door de standaardinstelling aan te passen. 1 Druk op Menu/Instellen, 3, 4. 2 Druk op ▲ of ▼ om Rood, Groen of Blauw te selecteren. Druk op Menu/Instellen. 3 Druk op ▲ om de kleurverzadiging te verhogen. —OF— Druk op ▼ om de kleurverzadiging te verlagen. Druk op Menu/Instellen. 4 Herhaal stap 2 om de volgende kleur te selecteren. —OF— Druk op Stop/Eindigen.
Wettelijke beperkingen De kleurenreproductie van bepaalde documenten is verboden en kan strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg hebben. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Als u twijfelt, raden wij aan u de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
9 PhotoCapture Center™ Inleiding Ook wanneer de machine niet is aangesloten op de computer, kunt u foto’s rechtstreeks vanaf de media van de digitale camera afdrukken. Uw Brother-machine is voorzien van vijf sleuven (slots) voor opslagmedia, voor het gebruik van populaire digitale cameramedia: CompactFlash®, SmartMedia®, Memory Stick®, Memory Stick Pro™, SecureDigital™ (SD Card), MultiMediaCard™ en xD-Picture Card™.
Vereisten voor het PhotoCapture Center™ Uw machine is compatibel met beeldbestanden en mediakaarten van moderne digitale camera’s. Lees echter het onderstaande om fouten te voorkomen: ■ Het DPOF-bestand op de mediakaart moet een geldige bestandsindeling hebben. (Raadpleeg DPOF-afdrukken op pagina 9-8.) ■ De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF enz., worden niet herkend.
Aan de slag Steek de kaart goed in de daarvoor bestemde sleuf. SecureDigital™ CompactFlash® MultiMediaCard™ Memory Stick® xD-Picture Card™ Memory Stick Pro™ SmartMedia® PhotoCapture toetsindicaties: ■ PhotoCapture licht is AAN, de mediakaart is correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht is UIT, de mediakaart is niet correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht KNIPPERT, de mediakaart wordt gelezen of beschreven.
De onderstaande stappen geven een kort overzicht van de optie waarmee u rechtstreeks kunt afdrukken. Zie de rest van dit hoofdstuk voor uitgebreidere instructies. 1 Plaats de mediakaart goed in de sleuf. Als de mediakaart in de juiste sleuf is C.Flash aktief toets PhotoCapture... gestoken, wordt op het LCD-scherm het volgende weergegeven. De melding dat de kaart in gebruik is, wordt 60 seconden lang weergegeven en verdwijnt dan.
De index afdrukken (miniatuurbeelden) Het PhotoCapture Center™ geeft de beelden nummers (bijvoorbeeld nummer 1, nummer 2, nummer 3, enz.). Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of computer werden gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt een pagina met miniatuurbeelden afdrukken (indexpagina met 6 of 5 beelden per regel). Hierop staan alle beelden van de mediakaart. 1 2 3 4 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op (PhotoCapture).
Afbeeldingen afdrukken U moet eerst het nummer van een beeld weten voordat u het kunt afdrukken. 1 Druk eerst de index af. (Raadpleeg De index afdrukken (miniatuurbeelden) op pagina 9-5.) 2 3 Controleer of de mediakaart in de machine is geplaatst. Druk op (PhotoCapture). Druk op ▲ of ▼ om Print Images te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Wanneer de mediakaart DPOF-informatie bevat, toont de LCD DPOF Print:Ja, ga dan naar DPOF-afdrukken op pagina 9-8. 4 Toets met de kiestoetsen het Enter&druk Inst. No.
Type & formaat papier 6 Druk op ▲ of ▼ om het type papier te selecteren, Letter Glossy, 10x15cm Glossy, 13x18cm Glossy, A4 Glossy, Letter Gewoon, A4 Plain, Letter Inktjet, A4 Inktjet of 10x15cm Inktjet. Druk op Menu/Instellen. Als u Letter of A4 hebt geselecteerd, gaat u naar Stap 7. Als u een ander formaat hebt geselecteerd, gaat u naar stap 8. —OF— Druk op Kleur Start om af te drukken zonder instellingen te wijzigen.
DPOF-afdrukken DPOF betekent Digital Print Order Format. Grote producenten van digitale camera’s (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd. en Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. en Sony Corporation.) hebben deze standaard gecreëerd om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen. Als uw digitale camera het DPOF-afdrukken ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u kunt afdrukken op de display van de digitale camera selecteren.
6 7 Druk op ▲ of ▼ om Letter Glossy, 10x15cm Glossy, 13x18cm Glossy, A4 Glossy, Letter Gewoon, A4 Plain, Letter Inktjet, A4 Inktjet of 10x15cm Inktjet te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Als u Letter of A4 geselecteerd hebt, drukt u op ▲ of ▼ om het afdrukformaat te selecteren (10x8cm, 13x9cm, 15x10cm, 18x13cm, 20x15cm of Max. afmetingen). Druk op Menu/Instellen. Druk op Kleur Start om af te drukken.
Helderheid instellen 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 4, 3. Druk op ▲ om een lichtere afdruk te maken. —OF— Druk op ▼ om een donkerdere afdruk te maken. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Contrast instellen U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit. 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 4, 4. Druk op ▲ om het contrast te verhogen. —OF— Druk op ▼ om het contrast te verlagen. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
3 4 5 Druk op ▲ of ▼ om 1.Wit Balans, 2.Scherpte of 3.Kleurdensiteit te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op ▲ of ▼ om de instellingsbalans aan te passen. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. ■ Witbalans Deze instelling regelt de tint van de witte vlakken in een afbeelding. Verlichting, de instellingen van de camera en andere invloeden bepalen de tint wit. De witte vlakken van een afbeelding kunnen er een beetje roze of geelachtig uitzien of naar een andere kleur neigen.
Trimmen Wanneer een foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd, wordt er automatisch een gedeelte van de afbeelding afgesneden. De standaardinstelling is Aan. Wanneer u de hele afbeelding wilt afdrukken, plaatst u deze instelling op Uit. 1 2 3 Druk voor MFC-215C op Menu/Instellen, 4, 5. Druk voor MFC-425CN op Menu/Instellen, 4, 6. Druk op ▲ of ▼ om Uit (of Aan) te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
Naar een kaart scannen (alleen MFC-425CN) U kunt documenten in zwart-wit of kleur naar een mediakaart scannen. Documenten in zwart-wit worden in het bestandsformaat PDF (*.PDF) of TIFF opgeslagen (*.TIF). Documenten in kleur kunnen in één van de volgende bestandsformaten worden opgeslagen: PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG). De standaardinstelling is 150dpi 16kl en het standaard bestandsformaat is PDF. Als bestandsnaam wordt standaard de huidige datum gebruikt.
4 Druk op ▲ of ▼ om Scan n. kaart te selecteren. Druk nogmaals op Menu/Instellen en ga naar stap 5 om de kwaliteit te veranderen. —OF— Druk op Mono Start of Kleur Start om met scannen te beginnen zonder instellingen te veranderen. 5 Druk op ▲ of ▼ om de gewenste kwaliteit te selecteren. Druk op Menu/Instellen en ga naar stap 6 om het bestandstype te veranderen. —OF— Druk op Mono Start of Kleur Start om te beginnen met scannen. Druk op ▲ of ▼ om het gewenste bestandstype te selecteren.
Het standaardformaat voor zwart-witbestanden wijzigen 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 4, 8, 2. Druk op ▲ of ▼ om TIFF of PDF te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen. Het standaardformaat voor Kleurenbestanden wijzigen 1 2 3 Druk op Menu/Instellen, 4, 8, 3. Druk op ▲ of ▼ om PDF of JPEG te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken U kunt vanaf de pc toegang krijgen tot de mediakaart die in de mediasleuf van de machine is geplaatst. (Raadpleeg PhotoCapture Center™ op pagina 7-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM of PhotoCapture Center™ op pagina 12-3 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.
10 Software- en netwerkfuncties De gebruikershandleiding op de cd-rom bevat de softwarehandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld printen en scannen). ■ Afdrukken (Zie voor Windows® hoofdstuk 1 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) (Zie voor Macintosh® hoofdstuk 8 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) ■ Scannen (Zie voor Windows® hoofdstuk 2 in de softwarehandleiding op de cd-rom.
■ Faxen vanaf uw computer (Zie voor Windows® hoofdstuk 6 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) (Zie voor Macintosh® hoofdstuk 8 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) ■ PhotoCapture Center™ (Zie voor Windows® hoofdstuk 7 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) (Zie voor Macintosh® hoofdstuk 12 in de softwarehandleiding op de cd-rom.) ■ Afdrukken in een netwerk (alleen MFC-425CN) (Zie voor Windows® hoofdstuk 4 in de netwerkhandleiding op de cd-rom.
11 Belangrijke informatie Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel over de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 (Alleen voor landen van de Europese Unie) Deze machine is voorzien van het bovenstaande symbool. Dit symbool geeft aan dat u het apparaat aan het einde van de levensduur moet afleveren bij een daartoe aangewezen verzamelpunt en niet bij het normale huishoudelijke afval moet voegen. Dit komt het milieu ten goede.
Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Lees alle instructies door. Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven. Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u het gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of spuitbussen. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van water.
11 12 13 14 Zorg dat de opening voor ontvangen faxberichten van de machine nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten. Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen voordat u ze eruit pakt. Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem contact op met een bevoegde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet: ■ Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is. ■ Wanneer er vloeistof in het apparaat is gemorst.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2005 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen.
oplossen en 12 Problemen routine onderhoud Problemen oplossen Foutmeldingen Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er zich storingen voordoen. Wanneer dat het geval is, identificeert de machine het probleem en wordt er een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. De meeste problemen kunt u zelf oplossen.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. (Fax bezig met verzenden of kopiëren) Druk op Stop/Exit en wacht tot de andere processen zijn afgewerkt en probeer opnieuw. —OF— (Alleen MFC-425CN) Verwijder de gegevens uit het geheugen. Als u meer geheugen wilt vrijmaken, kunt u Fax Opslaan uitschakelen. (Raadpleeg Fax Opslaan instellen op pagina 6-1.) —OF— (Alleen MFC-425CN) U kunt de in het geheugen opgeslagen faxberichten afdrukken.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Veranderen onmog De machine heeft een mechanisch probleem. —OF— Er bevindt zich een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier, in de machine. Open het scannerdeksel en verwijder het voorwerp uit de machine. Indien de foutmeldingen niet verdwijnen, volg a.u.b. onderstaande stappen voordat u de machine ontkoppelt, zodat u geen belangrijke berichten kwijt raakt.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Temperatuur hoog De printkoppen zijn te warm. Laat de machine afkoelen. Temperatuur laag De printkoppen zijn te koud. Laat de machine opwarmen. bijna op Een of meer inktpatronen zijn bijna leeg. Als er een kleurenfax binnenkomt, zal de machine de verzendende machine tijdens de "aansluitbevestiging" vragen om de fax in zwart-wit te versturen. Als de verzendende machine de fax kan converteren, wordt hij als een zwart-witfax in het geheugen opgeslagen.
Vastgelopen papier (alleen MFC-425CN) Volg onderstaande stappen, als het papier is vastgelopen. Het document is bovenaan de ADF vastgelopen 1 2 3 Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Open het ADF-deksel. Trek het vastgelopen document er naar rechts of links uit. 4 Sluit het ADF-deksel. Druk op Stop/Eindigen. Het document is in de ADF vastgelopen 1 2 3 Verwijder al het papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Til het documentdeksel op.
Papier vastgelopen in de machine Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Papier is vastgelopen binnen de papierlade 1 Trek de papierlade uit de machine. Papierlade 2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de machine.
Papier is vastgelopen binnen in de machine 1 Verwijder de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier. Trek het vastgelopen papier uit de machine. Jam Clear Cover 2 3 4 Zet de Klep ter Verwijdering van Vastgelopen Papier weer op zijn plaats. Als u het vastgelopen papier er niet uit kunt trekken, til dan het scannerdeksel aan de rechterkant van de machine op, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Verwijder het vastgelopen papier.
5 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig omhoog en sluit het scannerdeksel.
Als u problemen met de machine hebt Als u denkt dat er een probleem is met de machine, kijk dan in de onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. In het Brother Solutions Center vindt u de nieuwste veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com. PROBLEEM SUGGESTIES Afdrukken Geen print Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en de computer.
PROBLEEM SUGGESTIES Afdrukken (Vervolg) Er zit een vlek in het midden aan de bovenkant van de afgedrukte pagina. Controleer of het papier dat u gebruikt niet te dik is en niet krult. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-9.) Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt. Zorg dat u het juiste type papier gebruikt. (Raadpleeg Over papier op pagina 1-9.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is. Er staan vlekken op de achterkant of onder aan de pagina.
PROBLEEM SUGGESTIES Telefoonlijn of verbindingen Het apparaat kan geen nummer kiezen (Geen kiestoon) Controleer of de stekker van de machine in het contact zit. Controleer of u een kiestoon hoort. Bel indien mogelijk uw eigen machine om te zien wat er gebeurt. Als er nog steeds geen antwoord is, controleert u de aansluiting van de telefoonlijn en controleert u of alle telefoonverbindingen in orde zijn.
PROBLEEM SUGGESTIES Faxen versturen (Vervolg) Verticale zwarte lijnen bij het verzenden. Als de kopie die u hebt gemaakt hetzelfde probleem vertoont, is de scanner verontreinigd. (Raadpleeg De scanner reinigen op pagina 12-23.) Inkomende gesprekken Machine registreert een spraakverbinding als faxtonen. Als de functie Fax Waarnemen is geactiveerd, is de machine gevoeliger voor geluiden.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met PhotoCapture Center™ Verwisselbare schijf werkt niet naar behoren. a) Hebt u de update voor Windows® 2000 geïnstalleerd? Indien niet, doe dan het volgende. 1. Koppel de USB-kabel los. 2. Installeer de update voor Windows® 2000. Raadpleeg de installatiehandleiding. Nadat de installatie is voltooid, wordt de PC automatisch opnieuw gestart. 3. Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart en sluit daarna de USB-kabel aan.
Kiestoondetectie instellen Als u automatisch een fax verzendt, wacht de machine standaard een bepaalde tijd alvorens het faxnummer te kiezen. Als u de kiestoon instelt op Detectie begint de machine het nummer te kiezen zodra een kiestoon wordt gedetecteerd. Deze instelling levert u een kleine tijdsbesparing op als u faxen naar een groot aantal verschillende nummers wilt verzenden.
De afdrukkwaliteit verbeteren De printkop reinigen Om een goede afdrukkwaliteit te garanderen, zal de machine de printkop regelmatig reinigen. U kunt het reinigingsproces handmatig opstarten indien noodzakelijk. Als er op de afgedrukte pagina’s een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, moet u de printkop en de inktpatronen reinigen. U kunt alleen zwart of 3 kleuren tegelijk (cyaan/geel/magenta) of alle vier kleuren tegelijk reinigen. Bij het reinigen van de printkop wordt wat inkt verbruikt.
De afdrukkwaliteit controleren Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de Testpagina Printkwaliteit te printen en naar het patroon van de spuitmondjes te kijken. 1 2 3 4 5 Druk op Inkt. Druk op ▲ of ▼ om Testafdruk te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op ▲ of ▼ om Printkwaliteit te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Kleur Start. De machine begint de testpagina af te drukken.
8 Druk op 2 (Nee) voor zwart of elke kleur met een probleem. Reinigen starten Op het LCD-scherm wordt het 1.Ja 2.Nee volgende weergegeven. Druk op 1 (Ja). De machine begint de printkop te reinigen. 9 Druk op Kleur Start wanneer het reinigen is voltooid. De machine zal nu de testpagina nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap 5. 10 Druk op Stop/Eindigen. Als er op de testpagina nog steeds inkt ontbreekt, moet u de reinigings- en testafdrukprocedures minimaal vijf keer herhalen.
De uitlijning controleren Het is zelden nodig de uitlijning af te stellen, maar als na het transport van de machine de afgedrukte tekst vlekkerig is of afbeeldingen flets zijn, kan het zijn dat uitlijning nodig is. 1 2 3 4 5 6 7 8 Druk op Inkt. Druk op ▲ of ▼ om Testafdruk te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op ▲ of ▼ om Instel kantlijn te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op Mono Start of Kleur Start. De machine begint de uitlijningcontrolepagina af te drukken.
Controleren hoeveel inkt er nog over is U kunt controleren hoeveel inkt er nog in de patroon zit. 1 2 3 4 Druk op Inkt. Druk op ▲ of ▼ om Inktvolume te selecteren. Druk op Menu/Instellen. Druk op ▲ of ▼ om de kleur die u wilt Inktvolume Bk:controleren te selecteren. Op het LCD-scherm wordt aangegeven hoeveel inkt er nog in de patroon zit. Druk op Stop/Eindigen. + U kunt het inktniveau van de computer controleren.
De machine inpakken en vervoeren Als u de machine gaat transporteren, gebruik dan de oorspronkelijke verpakkingsmaterialen van de machine. Als u de machine niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. Voorzichtig Het is belangrijk dat u de machine de printkop laat ‘parkeren’ na een afdrukopdracht. Luister goed naar de machine voordat u het apparaat uitschakelt om te controleren of alle mechanische geluiden zijn gestopt.
3 Til het scannerdeksel op om de vergrendeling los te halen. Druk de steun van het scannerdeksel voorzichtig in en sluit het scannerdeksel. 4 Haal de stekker van de machine uit het telefooncontact en verwijder de telefoonlijn uit de machine. Haal het netsnoer van de machine uit het stopcontact. Koppel de interfacekabel los van de machine (indien aangesloten). Verpak de machine in de zak en plaats deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal.
8 Verpak de afgedrukte materialen in de originele doos zoals hieronder aangegeven. Plaats de gebruikte inktpatronen niet in de doos. 9 Sluit de doos.
Routineonderhoud De scanner reinigen Til het documentdeksel op. Reinig de glasplaat met isopropylalcohol op een zachte, pluisvrije doek. Documentdeksel Reinig de glazen strook onder de plaat met behulp van een pluisvrije doek met isopropylalcohol.
De geleiderol van de machine reinigen ■ Zorg ervoor dat u de sterwielen voor papierdoorvoer of de codeerfilm niet aanraakt. ■ Haal de machine uit het stopcontact voordat u de printerplaten reinigt. ■ Als er inkt is gemorst op of rondom de geleiderol, zorg er dan voor deze te verwijderen met een zachte, droge, pluisvrije doek.
De papierinvoerrol reinigen 1 Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder de klep verwijdering vastgelopen papier. 2 Reinig de papierinvoerrol met behulp van een wattenstaafje met isopropylalcohol. 3 Zet de klep verwijdering vastgelopen papier weer op zijn plaats.
De inktpatronen vervangen Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de machine u waarschuwen door middel van een melding op het LCD-scherm. Het LCD-scherm informeert u welke inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet worden. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
4 Verwijder de gele beschermkapjes. Geel beschermkapje NIET AANRAKEN Raak het gebied dat in de bovenstaande afbeelding wordt aangegeven niet aan. Als het gele beschermkapje loskomt terwijl u de zak opent, raakt de cartridge niet beschadigd. 5 Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie. Houd de inktpatroon rechtop wanneer u deze in de sleuf plaatst. Duw op de inktpatroon totdat de haak eroverheen klikt.
7 Als u een inktpatroon hebt vervangen terwijl de melding Zwart bijna op op het LCD-scherm werd weergegeven, wordt u gevraagd te bevestigen dat dit een gloednieuwe patroon is. Bijvoorbeeld: Veranderd? Zwart? 1.Ja 2.Nee. Druk voor iedere nieuwe patroon die u installeert op 1 op het toetsenbord zodat de inktstippenteller voor die kleur automatisch op nul wordt gezet. Als de inktpatroon die u hebt geïnstalleerd niet nieuw is, moet u 2 (Nee) selecteren.
Voorzichtig ■ Verwijder GEEN inktpatronen als deze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit toch doet, kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de patroon zit. ■ Raak de sleuven voor de patronen NIET aan. Als u dat doet, kan de toner vlekken op uw huid achterlaten. ■ Als de toner vlekken op uw huid of kleding achterlaat, was deze dan onmiddellijk met zeep of een wasmiddel.
A Bijlage A Geavanceerde ontvangsthandelingen Werken met een tweede toestel Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een extern toestel dat is aangesloten op de betreffende ingang op de machine, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door de faxontvangstcode in te toetsen. Als u de faxontvangstcode 51 intoetst, zal het faxbericht op uw machine worden ontvangen. (Raadpleeg Fax waarnemen op pagina 4-4.
Fax/Tel-modus in de energiebesparende stand Fax/Tel-modus werkt niet in de energiebesparende stand. De machine zal geen telefoontjes of faxen beantwoorden en blijven rinkelen. Als u zich op een extern of tweede toestel bevindt, neem dan de hoorn van het tweede toestel van de haak om te praten. Als u faxtonen hoort, houd dan de hoorn vast totdat Fax Waarnemen uw machine activeert. Als de andere partij zegt u een fax te willen versturen, activeer dan de machine door te drukken op 51.
4 5 6 Voer de nieuwe Faxontvangstcode in. Druk op Menu/Instellen. Voer de nieuwe Code voor aannemen van de telefoon in. Druk op Menu/Instellen. Druk op Stop/Eindigen.
Een extern apparaat aansluiten op uw machine Een extern toestel aansluiten U kunt een aparte telefoon aansluiten, zie de onderstaande afbeelding. Tweede toestel Extern toestel Als u een externe telefoon of tweede toestel gebruikt, wordt op het LCD-scherm weergegeven Ext.tel in gebr..
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten Volgorde van aansluiting U wilt misschien een extra antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat en “luistert” de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen.
U mag een antwoordapparaat niet op een andere plaats op dezelfde lijn aansluiten. ANTW.APP. ANTW.APP. Als u een ANTW.APP. hebt aangesloten, wordt op het LCD-scherm weergegeven Ext.tel in gebr..
Aansluitingen Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals boven aangegeven 1 2 3 4 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat er na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing.) Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op. Activeer het antwoordapparaat. Stel de ontvangstmodus in op Telefoon/Beantw.. (Raadpleeg De ontvangststand kiezen op pagina 4-1.
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem (PBX). Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de machine aan te sluiten op een PBX-systeem (Private Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de machine voor u aan te sluiten. We adviseren u de machine op een aparte lijn aan te sluiten.
B Bijlage B Programmeren op het scherm De machine is zodanig ontworpen, dat zij eenvoudig is te gebruiken en met behulp van de navigatietoetsen en het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd. Met het gebruiksvriendelijks programmeren kunt u alle menuselecties van de machine optimaal benutten. Tijdens het programmeren van uw machine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap aanwijzingen die u door de programmeerprocedure leiden.
Navigatietoetsen Het menu openen Naar volgende menuniveau Optie accepteren Door huidige menuniveau bladeren Terug naar het vorige menuniveau Menu afsluiten .... U opent de menumodus door op Menu/Instellen te drukken. Als u het menu hebt geopend, schuift het door het LCD-scherm. Druk op 1 voor het algemene Kies ▲▼ & Instel 1.Standaardinst. instellingenmenu —OF— Druk op 2 voor het faxmenu Kies ▲▼ & Instel 2.
Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 5 Min. 2 Min. 1 Min. 30 Sec. 0 Sec. Uit Hiermee stelt u de tijd in waarna wordt teruggekeerd naar de faxstand. 2-4 2.Papiersoort — Normaal Inkjet Glossy Transparanten Hiermee kunt u instellen welk type papier er in de papierlade wordt gebruikt. 2-4 3.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax 1.Ontvangstmenu (Uitsluitend in faxmodus) 1.Bel Vertraging 02-06(02) Hiermee wordt ingesteld hoe vaak de machine overgaat voordat er wordt beantwoord in de stand Alleen Fax of Fax/Tel-modus. 4-2 2.F/T Beltijd 70 40 30 20 Met deze functie bepaalt u hoe lang de telefoon in de stand Fax/Tel met een dubbele bel overgaat om u te waarschuwen dat het een normaal telefoontje is. 4-3 3.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax (Vervolg) 2.Verzendmenu (Uitsluitend in faxmodus) (Vervolg) 4.Verzamelen (alleen MFC-425CN) Aan Uit Met deze functie verzendt u alle uitgestelde faxen in één transmissie naar hetzelfde faxnummer. 3-14 3.Direct Verzend (alleen MFC-215C) 5.Direct Verzend (alleen MFC-425CN) Uit Aan Alleen volg.fax Met deze functie kunt u faxberichten verzenden zonder het geheugen te gebruiken. 3-9 6.Verzend Pollen (alleen MFC-425CN) Stand.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax (Vervolg) 5.Afstandsopties (alleen MFC-425CN) 1.Drzenden/Opsln Uit Fax Doorzenden Fax Opslaan Ontvang PC Fax Hiermee kunt u de machine instellen om faxberichten door te zenden, binnenkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u ze op kunt opvragen wanneer u niet bij uw machine bent) of faxen naar uw pc te sturen. 6-1 2.Afst.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 3.Kopie (Vervolg) 4.Kleuren aanp. 1.Rood R:R:R:R:R:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Rood in kopieën in. 8-14 2.Groen G:G:G:G:G:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Groen in kopieën in. 3.Blauw B:B:B:B:B:- + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Blauw in kopieën in. 1.Printkwaliteit — Norm Foto Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in. 9-9 2.Papier&Afmet.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 4.Fotocapture (Vervolg) 5.Kleur aanp. (Alleen MFC-425CN) Kleur aanp.:Aan Kleur aanp.:Uit 1.Wit Balans + + + + + Hiermee kunt u de tint van de witte vlakken instellen. 9-10 2.Scherpte + + + + + Hiermee verbetert u het detail van het beeld. 3.Kleurdensiteit + + + + + Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in het beeld instellen. 5.Bijsnijd(crop) (alleen MFC-215C) 6.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen 5.LAN (alleen MFC-425CN) 1.Setup TCP/IP 1.BOOT Method Autom. Statisch Rarp BOOTP DHCP Kies de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het Subnet-masker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het adres van de Gateway in. 5.
Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijvingen Pagina 5.LAN (Alleen MFC-425CN) (Vervolg) 2.Setup Misc. 1.Ethernet Automatisch 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD Hier selecteert u de modus Ethernet link. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom 2.Time Zone GMT+1:00 Hier wordt de tijdzone voor uw land ingesteld. — — Stel alle netwerkinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen. 1.Verzendrapport — — — — U kunt de volgende lijsten en rapporten afdrukken. 7-3 2.Help 3.
Tekst invoeren Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals het stationsnummer, moet tekst in de machine worden ingevoerd. Boven de meeste cijfertoetsen staan drie of vier letters. Boven de toetsen 0, # en staan geen letters omdat deze toetsen een speciale functie hebben. U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te drukken.
Speciale tekens en symbolen Druk op , # of 0, en druk vervolgens op ▲ ▲ of om de cursor onder het gewenste teken of symbool te zetten. Druk vervolgens op Menu/Instellen om het te selecteren. Druk op voor (spatie)! " # $ % & ’ ( ) Druk op # voor :;<=>?@[]^_ Druk op 0 voor ÄËÖÜÀÇÈÉ0 B - 12 BIJLAGE B +,-.
V Verklarende woordenlijst ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Antwoordapparaat U kunt een extern antwoordapparaat op uw machine aansluiten. Autom. verkleinen Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt. Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van een externe telefoon op te nemen.
Compatibiliteitsgroep De mogelijkheid van een faxapparaat om met een ander faxapparaat te communiceren. Tussen de ITU-T-groepen is compatibiliteit verzekerd. Contrast Instelling om voor donkere of lichte documenten te compenseren. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd. Direct verzenden Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten onmiddellijk verzenden.
Fijne resolutie Resolutie is 203 x 196 dpi. Wordt gebruikt voor faxberichten met kleine lettertjes en afbeeldingen. Fotoresolutie Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt, zodat foto’s optimaal worden gereproduceerd. Gebruikersinstellingen (alleen MFC-425CN) Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine. Grijstinten De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto's worden gebruikt.
OCR (Optical Character Recognition) De meegeleverde software ScanSoft® OmniPage® zet een beeld van tekst om in tekst met een bewerkbaar formaat. Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst) Faxen worden in het geheugen van de machine opgeslagen als de machine geen papier meer heeft. Opvragen Vanaf Een Ander Toestel (alleen MFC-425CN) Via een toetstelefoon toegang krijgen tot de machine. Pauze Hiermee kunt u een pauze van 3,5 seconde in een snelkiesnummer invoeren.
Resterende taken U kunt controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren. Scannen Dit betekent dat een elektronisch beeld van een papieren document in uw computer wordt ingelezen. Snelkieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. Snelkiezen Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt kiezen.
Uitgestelde Fax (alleen MFC-425CN) Een faxbericht dat op een gespecificeerd later tijdstip van die dag wordt verzonden. Verzendrapport Dit is een lijst met een overzicht van alle uitgaand faxverkeer. In deze lijst staan gegevens zoals het nummer van de beller en de datum en tijd. Volume van waarschuwingstoon Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u telkens hoort wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt. Zoeken Een elektronische lijst van snelkiesnummers en groepsnummers.
S Specificaties Omschrijving van het product Algemeen Geheugencapaciteit 8 MB (MFC-215C) 16 MB (MFC-425CN) ADF (automatische documentinvoer) Max.
Afmetingen (MFC-215C) (MFC-425C) 375 mm 165 mm 135 mm 174 mm 361 mm 373 mm 361 mm 373 mm 402 mm 347 mm 322 mm 345 mm 400 mm 453 mm 322 mm 345 mm 455 mm Gewicht 5,5 kg (MFC-215C) 6,0 kg (MFC-425CN) Geluidsemissie In bedrijf: 42.
Afdrukmedia Papierinvoer Papierlade ■ Type papier: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier*2, transparanten*1*2 en enveloppen ■ Papierformaat: Letter, Legal*3, Executive, A4, A5, A6, JIS_B5, enveloppen (commercial No.10, DL, C5, Monarch, JE4), Photo card, indexkaart en briefkaart. Voor meer informatie, raadpleeg Gewicht, dikte en capaciteit van het papier op pagina 1-12. ■ Maximale capaciteit van papierlade: circa 100 vel van 80 g/m2 normaal papier.
Kopiëren Kleur/zwart Kleur/zwart Documentformaat (Alleen MFC-215C) Breedte glasplaat: Max. 216 mm Hoogte glasplaat: Max. 297 mm Documentformaat (MFC-425CN) ADF-breedte:147 mm tot 216 mm ADF-Hoogte:147 mm tot 356 mm Breedte glasplaat: Max. 216 mm Hoogte glasplaat: Max. 297 mm Kopieersnelheid Zwart Max. 17 pagina’s per minuut (A4-papier)* Kleur Max. 11 pagina’s per minuut (A4-papier)* * Exclusief de tijd die het duurt om het papier in te voeren. Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
PhotoCapture Center Beschikbare media CompactFlash® (Alleen type I) (Microdrive™ is niet uitwisselbaar) (Compact I/O-kaart zoals Compact LAN-kaart en Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.) SmartMedia® (3,3 V) (Niet beschikbaar voor gebruik met ID) Memory Stick® Memory Stick Pro™ (Niet beschikbaar voor muziekgegevens met MagicGate™) SecureDigital™ MultiMediaCard™ xD-Picture Card™* * xD-Picture Card™ , type M ondersteund Bestandsextensie (Mediaformaat) (Beeldformaat) DPOF, EXIF, DCF, EXIF 2.
Fax Uitwisselbaarheid ITU-T Groep 3 Coderingssysteem MH / MR / MMR / JPEG Modemsnelheid Automatische fallback 14400 bps Documentformaat (Alleen MFC-215C) Breedte glasplaat: Max. 216 mm Hoogte glasplaat: Max. 297 mm. Documentformaat (MFC-425CN) ADF-breedte:147 mm tot 216 mm ADF-Hoogte:147 mm tot 356 mm Breedte glasplaat: Max. 216 mm Hoogte glasplaat: Max.
Bron van communicatie Openbaar telefoonnetwerk en PBX. Verzenden vanuit het geheugen Maximaal 200*1/170*2 pagina’s (MFC-215C) Maximaal 480*1/400*2 pagina’s (alleen MFC-425CN) Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst) Maximaal 200*1/170*2 pagina’s (MFC-215C) Maximaal 480*1/400*2 pagina’s (alleen MFC-425CN) *1 “Pagina’s” verwijst naar de “Brother Standard Chart No.
Printer Printerstuurprogramma Stuurprogramma voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en XP, dat Brother Native Compression ondersteunt en bi-directioneel is Brother-inktdriver Voor Mac OS® 9.1-9.2/Mac OS® X 10.2.
Vereisten voor de computer Minimale systeemvereisten Computerplatform en versie van besturingssysteem Windows®besturingssysteem 98, 98SE Me Minimum snelheid van processor Minimum hoeveelheid RAM Aanbevolen hoeveelheid RAM Beschikbare ruimte op de harde schijf voor Drivers voor Programma’s Pentium® II of gelijkwaardig 32 MB 64 MB 90 MB 130 MB 64 MB 128 MB 128 MB 256 MB 150 MB 220 MB 256 MB 512 MB 150 MB 220 MB 64 MB 80 MB 200 MB 2000 Professional XP Besturingssysteem voor Apple® Ma
Verbruiksartikelen Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset. Gebruiksduur van tonercartridge Zwart - Circa 500 pagina’s bij een bladvulling van 5% Geel, Cyaan en Magenta - Circa 400 pagina’s bij een bladvulling van 5%. • De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op continu afdrukken met een resolutie van 600 x 600 dpi in normaalstand na het installeren van een nieuwe tonercartridge.
Netwerk (LAN) (alleen MFC-425CN) LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten ten behoeve van afdrukken, scannen, PC-Fax Verzenden en PC-Fax Ontvangen via het netwerk (alleen Windows®). Tevens is de software Brother BRAdmin Professional Network Management opgenomen. Ondersteuning van Windows® 98/98SE/Me/2000/XP Mac OS® 9.1 - 9.2, Mac OS® X 10.2.
Index A C Aansluiten extern ANTW.APP. .......... A-5 extern toestel ................... A-4 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ....................... A-8 ADF (automatische documentinvoer) ........ 1-6, 3-3 ADF-deksel ....................... 12-5 Afdrukken fax uit geheugen .............. 4-5 gebied ............................ 1-13 kwaliteit verbeteren ...... 12-15 problemen ........... 12-9, 12-10 rapport ............................. 7-3 resolutie ........................... S-8 specificaties ........
problemen ........12-9, 12-10 van een tweede telefoontoestel .............A-1 verkleinen om op papier te passen ..................... 4-5 verzenden ........................ 3-1 annuleren uit het geheugen ................... 3-10 automatisch ................... 3-5 compatibiliteit ............. 12-14 contrast .......................... 3-6 Direct verzenden ........... 3-9 faxmodus instellen ......... 3-1 Groepsverzenden ........ 3-11 handmatig ...................... 3-5 internationaal ...............
Inktstippenteller .............. 12-26 Instellen Datum en tijd ................... 2-1 Stationsnummer (kopregel van fax) tekst invoeren ............... 2-2 K Kieslijst Groepskiezen Groepen voor groepsverzenden instellen ....................... 5-3 wijzigen ......................... 5-2 Groepsverzenden .......... 3-11 Groepen gebruiken ..... 3-11 Snelkiezen met behulp van ............. 3-2 Toegangscodes en creditcardnummers instellen ......................... 5-5 Zoeken .............................
P Papier .......................... 1-9, S-3 documentformaat ............. 3-3 Formaat ............................ 2-5 Type ................................. 2-4 papier en grootte ................. 9-9 PhotoCapture Center™ Afbeeldingen afdrukken ... 9-6 CompactFlash® ................ 9-1 DPOF-afdrukken .............. 9-8 Index afdrukken ................ 9-5 Kleurverbetering ............. 9-10 Memory Stick Pro™ .......... 9-1 Memory Stick® .................. 9-1 MultiMediaCard™ .............
kopiëren ........................... S-4 scannen ........................... S-7 S Scannen Macintosh® Scantoets .................... 9-15 SecureDigital™ ................... 9-1 Snelkiezen kiezen .............................. 3-2 opslaan ............................ 5-1 wijzigen ............................ 5-2 Speciale telefoonfuncties op een enkele telefoonlijn ............. 12-12, A-8 Stekkers EXT extern toestel ................ A-5 TAD (antwoordapparaat) ..... A-5 Stroomstoring .....................
Druk op 9 0. AFSTANDSBEDIENING AFSLUITEN Druk op 9 8 dan voor Telefoon/Beantw., druk op 1. Fax/Tel, druk op 2. Alleen Fax, druk op 3. DE ONTVANGSTSTAND WIJZIGEN een lange toon: faxberichten drie korte tonen: geen faxberichten Druk op 9 7 1 CONTROLEER DE ONTVANGSTSTATUS 4 1 De toegangscode voor afstandsbediening gebruiken 1 Kies op een toetstelefoon of op een faxmachine het nummer van uw faxmachine.
of . 2 De toegangscode voor afstandsbediening veranderen Toets een driecijferig nummer in (000-999). 1 Druk op Menu/Instellen, 2, 5, 2. 2 Voer een driecijferige code in met de cijfers 0-9, 3 Druk op Menu/Instellen. 4 Druk op Stop/Eindigen. Opdrachten voor afstandsbediening INSTELLING VOOR FAX DOORZENDEN VERANDEREN Druk op 9 5. en vervolgens op Zet functie UIT, druk op 1. ”Fax doorzenden” selecteren, druk op 2. Programma Fax doorzenden nummer, druk op 4.
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.