GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-250C MFC-290C MFC-297C Versie 0 BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-250C, MFC-290C en MFC-297C (omcirkel uw modelnummer) Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
EG-conformiteitsverklaring ii
EG-conformiteitsverklaring Producent Brother Industries, Ltd.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 Gebruik van de documentatie................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 De softwarehandleiding openen ............................................................................3 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Brother-support oproepen (voor Windows®) ..
Paragraaf II 5 Fax Een fax verzenden 26 Faxmodus activeren ............................................................................................ 26 Faxen via de ADF verzenden (alleen bij MFC-290C en MFC-297C) ...........26 Faxen verzenden via de glasplaat.................................................................26 Documenten van Letter-formaat via de glasplaat faxen ................................27 Een fax in kleur verzenden ...............................................................
7 Telefoontoestellen en externe apparaten 36 Werking als telefoon ............................................................................................36 Fax/Telefoon-stand .......................................................................................36 Telefoondiensten .................................................................................................36 Het type telefoonlijn instellen .........................................................................
Paragraaf III Kopiëren 10 Kopiëren 50 Kopiëren ..............................................................................................................50 Kopieermodus activeren................................................................................50 Eén kopie maken...........................................................................................50 Meerdere kopieën maken..............................................................................50 Kopiëren onderbreken ...........
12 Foto's afdrukken vanaf een camera 69 Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera .........................................69 Vereisten voor PictBridge ..............................................................................69 Uw digitale camera instellen ..........................................................................69 Foto's afdrukken ............................................................................................70 Afdrukken in DPOF-formaat ......................
B Problemen oplossen en routineonderhoud 86 Problemen oplossen ............................................................................................ 86 Als u problemen met uw machine heeft ........................................................86 Kiestoondetectie ............................................................................................ 93 Storing op de telefoonlijn ...............................................................................93 Foutmeldingen ..................
x
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Papier en documenten laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 8 19 23
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar bepaalde knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Algemene informatie De softwarehandleiding openen c 1 Als het scherm met de taal verschijnt, klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. 1 Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de printer, de scanner en de PC-Fax. Raadpleeg de Softwarehandleiding op de cd-rom voor gedetailleerde informatie hierover.
Hoofdstuk 1 Instructies voor het scannen opzoeken Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: 1 Documentatie bekijken (voor Macintosh®) 1 a Zet uw Macintosh® aan. Plaats de Brother cd-rom in uw cd-rom-station. Het volgende venster wordt weergegeven. b Dubbelklik op het pictogram Documentation. c d Dubbelklik op uw taalmap. e Klik op de documentatie die u wilt lezen.
Algemene informatie Instructies voor het scannen opzoeken Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding Scannen (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) ControlCenter2 (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) 1 Brother-support oproepen (voor Windows®) 1 1 Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld websupport (Brother Solutions Center), staan tot uw beschikking. Klik op Brother-support in het hoofdmenu.
Hoofdstuk 1 Overzicht van het MFC-290C-bedieningspaneel De MFC-250C, MFC-290C en MFC-297C hebben dezelfde bedieningspaneeltoetsen. 10 9 8 12/10 11:53 1 2 Fax 3 Opmerking In de meeste illustraties in deze gebruikershandleiding wordt de MFC-290C weergegeven. 1 2 6 Fax- en telefoontoetsen: Redial/Pause Met deze toets kunt u het laatst gekozen nummer opnieuw bellen. U kunt hem ook gebruiken voor het invoegen van een pauze wanneer u snelkiesnummers programmeert.
Algemene informatie 1 8 7 12/10 11:53 6 Fax 3 4 Volumetoetsen 5 d c Wanneer de machine inactief is, kunt u het belvolume afstellen door op deze toetsen te drukken. d Druk hierop om terug door een menuoptie te bladeren. a of b Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren. Clear/Back Druk op deze toets om tekens te verwijderen of om naar het vorige menuniveau terug te gaan. OK Hiermee kiest u een instelling.
2 Papier en documenten laden Papier en andere afdrukmedia laden a Als de papiersteunklep open is, sluit u deze en sluit u vervolgens de papiersteun. Trek de papierlade volledig uit de machine. c 2 2 Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat.
Papier en documenten laden Opmerking e Wanneer u papier van Legal-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) terwijl u de voorzijde van de papierlade naar buiten trekt. Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt. 1 f d Blader de stapel papier goed door, om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Hoofdstuk 2 g h Sluit het deksel van de papierlade. i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt u de papiersteun (1) naar buiten trekken tot u een klik hoort en vouwt u de papiersteunklep (2) uit. VOORZICHTIG Duw de papierlade langzaam volledig in de machine. Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer: • Zakachtige enveloppen. • Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift). • Enveloppen met sluithaken of nietjes.
Papier en documenten laden b Leg enveloppen of briefkaarten in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant eerst, zoals afgebeeld. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel de geleiders af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
Hoofdstuk 2 Afdrukgebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten op losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar is en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in de softwarehandleiding op de cd-rom.
Papier en documenten laden Acceptabel papier en andere afdrukmedia De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Hoofdstuk 2 Omgaan met en gebruik van afdrukmedia Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden toe. Raak de voor- of achterkant van transparanten niet aan, daar deze gemakkelijk water en transpiratie absorberen, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit.
Papier en documenten laden De juiste afdrukmedia kiezen 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen Kaarten Enveloppen Transparanten Papierformaat 2 2 Gebruik Faxen Kopiëren Photo Capture Printer Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja – Ja Executive 184 × 267 mm – – – Ja JIS B5 182 × 257 mm – – – Ja A5 148 × 210 mm – Ja – Ja A6 105 × 148 mm – – – Ja Foto 10 × 15 cm – Ja J
Hoofdstuk 2 Gewicht, dikte en capaciteit papier Papiersoort 2 Gewicht Dikte Aantal vellen Normaal papier 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 100 1 Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 0,08 tot 0,25 mm 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Fotokaart Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 2 Indexkaart Max. 120 g/m2 Max. 0,15 mm 30 Briefkaart Max. 200 g/m2 Max. 0,25 mm 30 Enveloppen 75 tot 95 g/m2 Max. 0,52 mm 10 Transparanten – – 10 Losse vellen Kaarten 1 Max.
Papier en documenten laden Documenten laden 2 U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat. De ADF gebruiken (alleen bij MFC-290C en MFC-297C) a Vouw de ADF-documentsteunklep (1) uit. b c Blader de stapel goed door. d Stel de papiergeleiders (2) in op de breedte van uw documenten. 2 De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Hoofdstuk 2 Documenten laden Opmerking Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. a b Til het documentdeksel op. 2 Scangebied 2 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de gedeelten die u niet op Letter- en A4-papier kunt scannen. Gebruik de documentgeleiders aan de linker- en bovenkant om het document met de bedrukte zijde omlaag, in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen.
3 Algemene instellingen Tijdklokstand 3 Papierinstellingen De machine heeft op het bedieningspaneel vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan, Copy en Photo Capture. U kunt de tijdsduur wijzigen waarna de machine, na de laatste scan-, kopieer- of PhotoCapture-bewerking, terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit selecteert, blijft de machine in de laatstgebruikte modus. Papiersoort a b c c Druk op Menu, 1, 1. Druk op a of b om 0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te kiezen. Druk op OK.
Hoofdstuk 3 Papierformaat U kunt uit vijf papierformaten om te kopiëren: Letter, Legal, A4, A5 en 10 × 15 cm en uit drie formaten om faxen af te drukken: Letter, Legal en A4. Wanneer u een ander papierformaat in de machine laadt, moet u ook de instelling voor het papierformaat veranderen, zodat uw machine een binnenkomende fax op het blad kan inpassen. a b c Druk op Menu, 1, 3. Druk op a of b om Letter, Legal, A4, A5 of 10 × 15cm te kiezen. Druk op OK. Druk op Stop/Exit.
Algemene instellingen Volume waarschuwingstoon 3 Wanneer de waarschuwingstoon aanstaat, zal de machine een geluidssignaal geven wanneer u een toets indrukt, een vergissing maakt of een fax verzendt of ontvangt. c Druk op Menu, 1, 4, 2. Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of Uit te kiezen. Druk op OK. Druk op Stop/Exit. Luidsprekervolume U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus voor de luidspreker, van Hoog tot Uit. a b Druk op Menu, 1, 4, 3. c Druk op Stop/Exit.
Hoofdstuk 3 Slaapstand U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen 1 en 60 minuten) de machine in de slaapstand wordt gezet wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, wordt de tijdklok opnieuw gestart. a b Druk op Menu, 1, 7. c Druk op Stop/Exit. 22 Druk op a of b om op te geven na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand moet worden gezet: 1 Min, 2 Min., 3 Min., 5 Min., 10 Min., 30 Min. of 60 Min. Druk op OK.
4 Beveiligingsfuncties Verzendslot Met het verzendslot voorkomt u ongeautoriseerde toegang tot het gebruik van de machine.
Hoofdstuk 4 Verzendslot in-/uitschakelen Het verzendslot inschakelen 4 4 a b Druk op Menu, 2, 0, 1. c Voer het geregistreerde wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op OK. De machine gaat offline en op het LCDscherm wordt TX slot mode weergegeven. Druk op a of b om Stel TX-slot in te kiezen. Druk op OK. Het verzendslot uitschakelen a b Druk op Menu. Voer het geregistreerde wachtwoord van 4 cijfers in. Druk op OK. Het verzendslot wordt automatisch uitgeschakeld.
Paragraaf II Fax Een fax verzenden Een fax ontvangen Telefoontoestellen en externe apparaten Nummers kiezen en opslaan Rapporten afdrukken II 26 32 36 43 46
5 Een fax verzenden Faxmodus activeren 5 Om de faxmodus in te schakelen, drukt u op a Zorg dat de faxmodus actief is b Plaats het document in de ADF met de bedrukte zijde omlaag. (Zie De ADF gebruiken (alleen bij MFC-290C en MFC-297C) op pagina 17.) . c Voer het faxnummer in met de kiestoetsen, een snelkiesnummer, of via Zoeken. d Druk op Mono Start of Colour Start. De machine begint het document te scannen.
Een fax verzenden Documenten van Letterformaat via de glasplaat faxen 5 Wanneer documenten van het formaat Letter zijn, moet u het scanformaat op Letter instellen. Wanneer u dit niet doet, ontbreken de zijkanten van de fax. a b c d Zorg dat de faxmodus actief is Druk op Menu, 2, 2, 0. Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een verzendrapport afgedrukt. Druk op a of b om Letter te kiezen. Druk op OK. Druk op Stop/Exit.
Hoofdstuk 5 Een fax tijdens rondsturen annuleren a Druk op Menu, 2, 4. Op het LCD-scherm wordt het faxnummer weergegeven dat gebeld wordt. #001 XXXX b Druk op OK. Op het LCD-scherm wordt het taaknummer weergegeven: 1.Wis c 2.Stop Druk op 1 om te annuleren. Op het LCD-scherm verschijnt vervolgens het taaknummer en 1.Wis 2.Stop. d Om het rondsturen te annuleren, drukt u op 1. e Druk op Stop/Exit.
Een fax verzenden Contrast 5 Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de meeste documenten kan de standaardinstelling Auto worden gebruikt. Hiermee wordt automatisch het geschikte contrast voor uw document geselecteerd. Gebruik Licht wanneer u een licht document verzendt. Gebruik Donker wanneer u een donker document verzendt.
Hoofdstuk 5 Tweevoudige werking (alleen monochroom) Alle faxen direct verzenden 5 U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen inlezen––zelfs wanneer de machine een fax vanuit het geheugen verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit de pc afdrukt. Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen. Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden.
Een fax verzenden Internationale modus 5 Als u problemen heeft met het internationaal verzenden van een fax, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, raden wij u aan om de internationale modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus heeft verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld. a Zorg dat de faxmodus actief is b c d Laad uw document. Druk op Menu, 2, 2, 4. Druk op a of b om Aan (of Uit) te kiezen. Druk op OK.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangststanden 6 De ontvangststand kiezen 6 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen. Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 33 en Instellingen ontvangststand op pagina 34 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Een fax ontvangen Ontvangststanden gebruiken Handmatig 6 Sommige ontvangststanden antwoorden automatisch (Alleen fax en Fax/Telefoon). Misschien wilt u de belvertraging wijzigen alvorens deze standen te gebruiken. (Zie Belvertraging op pagina 34.) Alleen Fax 6 In de stand Alleen fax wordt elke oproep automatisch beantwoord. Als de oproep een fax is, ontvangt uw machine deze fax.
Hoofdstuk 6 Instellingen ontvangststand Belvertraging De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u externe of tweede toestellen op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 41 en Fax waarnemen op pagina 35.) a b c Druk op Menu, 2, 1, 1. Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de machine moet overgaan voordat wordt opgenomen.
Een fax ontvangen Fax waarnemen Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 6 6 De machine ontvangt faxberichten automatisch, ook al neemt u het telefoontje aan. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende' geluiden hoort via de hoorn die u gebruikt, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest. Als Fax waarnemen is ingesteld op Uit: 6 Als u de oproep hebt beantwoord vanaf een tweede toestel, drukt u op l 5 1. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 41.
7 Telefoontoestellen en externe apparaten Werking als telefoon 7 U kunt telefoneren met een tweede of externe telefoon door nummers handmatig te kiezen of door middel van snelkiesnummers. Fax/Telefoon-stand Als de machine in de modus Fax/Telefoon staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Als u zich bij een extern toestel bevindt, neemt u de hoorn van het externe toestel op, en drukt u op Tel/R om te antwoorden.
Telefoontoestellen en externe apparaten PBX en DOORVERBINDEN De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem oftewel een Private Branch Exchange (PBX). Uw machine kan op de meeste PBXtelefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall).
Hoofdstuk 7 Nummerweergave (Beller ID) inschakelen 7 Als u beschikt over Nummerweergave op uw lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan om het telefoonnummer van de beller op het LCD-scherm weer te geven terwijl de telefoon overgaat. a b Druk op Menu, 2, 0, 3. c Druk op Stop/Exit. a b Druk op Menu, 2, 0, 3. c d Druk op Mono Start of Colour Start. Druk op a of b om Aan (of Uit) te kiezen. Druk op OK.
Telefoontoestellen en externe apparaten Extern antwoordapparaat aansluiten U wilt misschien een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen.
Hoofdstuk 7 Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt. a Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. (Dit geeft uw machine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.) b Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Telefoontoestellen en externe apparaten Externe en tweede toestellen Als u een telefoontje aanneemt en er is niemand aan de lijn: 7 Een extern of tweede toestel aansluiten 7 U kunt een aparte telefoon aansluiten, zoals in de volgende afbeelding.
Hoofdstuk 7 Codes voor afstandsbediening gebruiken Code voor activeren op afstand De codes voor afstandsbediening wijzigen 7 Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel , kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand 5 1. Wacht op de tjirpende geluiden en leg vervolgens de hoorn op de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 35.
8 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen 8 8 Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in. 8 Zoeken 8 U kunt namen opzoeken die u in het snelkiesgeheugen opgeslagen hebt . a Druk op b Druk op a of b om Zoeken te kiezen. Druk op OK. c Ga op een van de volgende manieren te werk: (Snelkiesnummer). Zoek op nummer op door op a of b te drukken om het nummer te kiezen en druk dan op OK. Snelkiezen a b Druk op 8 (Snelkiesnummer).
Hoofdstuk 8 Nummers opslaan d 8 Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer de naam in met behulp van de kiestoetsen (max. 16 tekens). U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met snelkiesnummers en groepen voor het rondsturen van faxberichten. Wanneer u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCDscherm de naam (indien u deze heeft opgeslagen) of het nummer weergegeven. Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 121 voor informatie over het invoeren van letters.
Nummers kiezen en opslaan Groepen instellen voor rondsturen Met groepen, die kunnen worden opgeslagen op een snelkieslocatie, kunt u dezelfde fax naar veel verschillende faxnummers verzenden door slechts te drukken op (Snelkiesnummer), Zoeken, OK, #, de locatie van twee cijfers en Mono Start. Eerst moet u elk faxnummer opslaan in een snelkieslocatie. Vervolgens kunt u deze als nummers in de groep opnemen. Elke groep gebruikt een snelkieslocatie.
9 Rapporten afdrukken Faxrapporten 9 U dient het verzendrapport en de journaaltijd in te stellen met de toets Menu. Verzendrapport U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax heeft verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (OK). Als u Aan of Aan+Beeld kiest, wordt het rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Rapporten afdrukken Rapporten 9 De volgende rapporten zijn beschikbaar: 1.Verzendrapport Drukt een verzendrapport af van uw laatste transmissie. 2.Helplijst Een helplijst waarin wordt aangegeven hoe u de machine kunt programmeren. 3.Kieslijst Geeft een lijst in numerieke volgorde weer met namen en telefoonnummers die in het snelkiesgeheugen opgeslagen zijn. 4.Faxjournaal In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX: verzenden.) (RX: ontvangen.) 5.
Hoofdstuk 9 48
Paragraaf III Kopiëren Kopiëren III 50
10 Kopiëren Kopiëren 10 10 Kopieermodus activeren 10 Meerdere kopieën maken U kunt per afdruktaak maximaal 99 kopieën maken. a Druk op (Copy) om de kopieermodus te activeren. De standaardinstelling is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten dat de machine in de kopieermodus staat, wijzigen. (Zie Tijdklokstand op pagina 19.) 10 Zorg dat de kopieermodus actief is . b Laad uw document. (Zie Documenten laden op pagina 17.) c Voer het aantal kopieën in met de kiestoetsen (maximaal 99).
Kopiëren Kopieeropties Als u de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende meerdere kopieën wilt wijzigen, drukt u op de toets Copy Options. De machine keert 2 minuten na het kopiëren terug naar de standaardinstelling, of als de tijdklokstand ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar de faxmodus. Zie Tijdklokstand op pagina 19 voor meer informatie. Opmerking U kunt bepaalde kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen.
Hoofdstuk 10 Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen Volg onderstaande instructies om de standaardinstelling te wijzigen: 10 U kunt kiezen uit een reeks kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Normaal. a 1.Kwaliteit b Druk op a of b om kwaliteit Snel, Norm of Fijn te kiezen. Druk op OK. c Druk op Stop/Exit. Volg de onderstaande instructies om de kwaliteitsinstelling tijdelijk te wijzigen: Druk op Normaal Normaal is de aanbevolen stand voor gewone afdrukken.
Kopiëren Om de volgende kopie te vergroten of te verkleinen volgt u onderstaande instructies: a Zorg dat de kopieermodus actief is . b c Laad uw document. d Druk op Copy Options en a of b om Vergr./Verklein te kiezen. Druk op OK. e Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer het aantal kopieën in met de kiestoetsen (maximaal 99). Druk op a of b om het gewenste vergrotings-/verkleiningspercentage te kiezen. Druk op OK. Druk op a of b om Custom(25-400%) te kiezen. Druk op OK.
Hoofdstuk 10 f Druk op Mono Start om het document te scannen. U kunt ook op Colour Start drukken als u Poster layout gebruikt. Als u het document in de ADF hebt geplaatst (MFC-290C en MFC-297C) of een poster aan het maken bent, scant de machine de pagina's en start met printen. Plaats uw document met de bedrukte zijde omlaag in de hieronder weergegeven richting: 2 op 1 (P) 2 op 1 (L) Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar g.
Kopiëren Kopieën sorteren met de ADF (Alleen monochroom) (Alleen bij MFC-290C n MFC-297C) U kunt meerdere kopieën sorteren. Pagina's worden in deze volgorde gesorteerd: 3 2 1, 3 2 1, 3 2 1, enzovoort. a Zorg dat de kopieermodus actief is Helderheid en contrast instellen 10 Helderheid Laad uw document. d Druk op Copy Options en a of b om Stapel/Sorteer te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Sorteren te kiezen. Druk op OK. f Voer het aantal kopieën in met de kiestoetsen (maximaal 99).
Hoofdstuk 10 Papieropties Papiersoort Als u op speciaal papier kopieert, stel dan de machine in op het type papier dat u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen. a b c Laad uw document. d Druk op Copy Options en a of b om Papiersoort te kiezen. Druk op OK. f Voer het aantal kopieën in met de kiestoetsen (maximaal 99). Druk op a of b om de papiersoort te kiezen die u gebruikt Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71, Glossy anders of Transparanten. Druk op OK.
Paragraaf IV Direct foto's printen Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of 58 USB-flashstation Foto's afdrukken vanaf een camera 69 IV
11 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Een geheugenkaart of een USB-flashstation gebruiken Opmerking MFC-250C ondersteunt alleen USB-flashstations. Werken met PhotoCapture Center™ Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc 11 Memory Stick™ 11 U heeft vanaf uw pc toegang tot een geheugenkaart of USB-flashstation dat in de voorzijde van de machine is gestoken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Mapstructuur van geheugenkaarten (alleen bij MFC-290C en MFC-297C) of een USB-flashstation Let op het volgende: 11 Uw machine is ontworpen om compatibel te zijn met beeldbestanden van moderne digitale camera's, geheugenkaarten en USBflashstations; lees echter onderstaande punten om fouten te vermijden: De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn. (Andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend.
Hoofdstuk 11 Aan de slag Indicaties van de toets Photo Capture 11 Steek de kaart of het USB-flashstation correct in de juiste sleuf. 1 2 3 4 1 USB-flashstation 2 SD, SDHC 3 Memory Stick™, Memory Stick PRO™ 4 xD-Picture Card™ VOORZICHTIG De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een met PictBridge-compatibele camera of een digitale camera die gebruikmaakt van de standaard voor USB-massaopslag. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Afdrukken vanaf een geheugenkaart of een USB-flashstation Index afdrukken (miniaturen) 11 11 Het PhotoCapture Center™ wijst aan de afbeeldingen nummers toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3 enz.). Voordat u een foto afdrukt, drukt u eerst de miniaturen af om het nummer van de foto die u wilt afdrukken te kiezen.
Hoofdstuk 11 d Druk op a of b om de papiersoort die u gebruikt te kiezen, Normaal papier, Inkjet papier, Brother BP71 of Glossy anders. Druk op OK. Opmerking e Druk op a of b om het papierformaat dat u gebruikt te kiezen, A4 of Letter. Druk op OK. f Druk op Colour Start om te beginnen met afdrukken. Foto's afdrukken • U kunt maximaal 12 tekens (inclusief komma's) invoeren om op te geven welke foto's u wilt afdrukken. 11 U dient eerst het nummer van een beeld te weten, pas dan kunt u het afdrukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation i Ga op een van de volgende manieren te werk: Ga naar j om het aantal kopieën te kiezen. Als u klaar bent met het kiezen van instellingen, drukt u op Colour Start. j Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op OK. k Druk op Colour Start om te beginnen met afdrukken. De afdrukposities voor het afdrukken op A4 zijn hieronder weergegeven.
Hoofdstuk 11 f Druk op a of b om het papierformaat dat u gebruikt te kiezen, Letter, A4, 10x15cm of 13x18cm. Druk op OK. Als Letter of A4 gekozen hebt, gaat u naar g. Als u een ander formaat gekozen hebt, gaat u naar h. g h Afdrukinstellingen voor het PhotoCapture Center™ Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Afdruksnelheid en -kwaliteit Druk op a of b om het afdrukformaat te kiezen (8x10cm, 9x13cm, 10x15cm, 13x18cm, 15x20cm of Max. afmetingen). Druk op OK.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Afdrukformaat 11 Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer u Letter of A4 als papierformaatinstelling kiest. a b Druk op Menu, 4, 4. c Druk op Stop/Exit. Helderheid a b Druk op Menu, 4, 5. c Druk op Stop/Exit. 11 Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de ruimte die u hebt geselecteerd, wordt er automatisch een gedeelte van de afbeelding afgesneden.
Hoofdstuk 11 Afdrukken zonder rand 11 Met deze optie wordt het afdrukgebied uitgebreid naar de randen van het papier. Het afdrukken zal iets langer duren. a b Druk op Menu, 4, 8. c Druk op Stop/Exit. Druk op a of b om Uit (of Aan) te kiezen. Druk op OK. Datum afdrukken 11 U kunt de datum afdrukken als deze al in de fotogegevens is opgenomen. De datum wordt in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de datum niet in de gegevens is opgenomen, kunt u deze functie niet gebruiken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation c Druk op d Druk op a of b om Scan nr media te kiezen en voer een van de volgende stappen uit: Het bestandsformaat monochroom wijzigen (Scan). Druk op OK om de kwaliteit te wijzigen en ga naar e. Druk op Mono Start of Colour Start om het scannen te starten. e Druk op a of b om de kwaliteit te kiezen en druk dan op OK. a b Druk op Menu, 4, 0, 2. c Druk op Stop/Exit. Ga naar stap f als u het bestandstype wilt wijzigen.
Hoofdstuk 11 Uitleg bij de foutmeldingen 11 Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u met PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Hub onbruikbaar. Deze melding wordt weergegeven als een hub of een USB-flashstation met een hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
12 Foto's afdrukken vanaf een camera Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridgecamera Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde instellingen wellicht niet beschikbaar. 12 Uw Brother-machine ondersteunt de PictBridge-standaard. Dit betekent dat u hem kunt aansluiten op iedere camera die compatibel is met PictBridge en rechtstreeks vanaf die camera kunt afdrukken. U kunt foto's ook afdrukken vanaf een camera zonder PictBridge, mits deze compatibel is met de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag).
Hoofdstuk 12 Foto's afdrukken 12 Opmerking Verwijder geheugenkaarten of een USBflashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit. a Zorg dat uw camera uitstaat. Sluit uw camera aan op de USB Direct-interface (1) op de machine door middel van de USB-kabel. Afdrukken in DPOF-formaat 12 DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc.
Foto's afdrukken vanaf een camera Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) Foto's afdrukken 12 Opmerking 12 Als uw camera ondersteuning biedt voor de standaard USB Mass Storage (USBmassaopslag), kunt u uw camera verbinden in de opslagmodus. Vervolgens kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken. Verwijder geheugenkaarten of een USBflashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit. a Zorg dat uw camera uitstaat.
Hoofdstuk 12 Uitleg bij de foutmeldingen Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u vanaf een camera afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Geheugen vol Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine. Onbruikb. app. Deze melding wordt weergegeven als u een camera aansluit die niet compatibel is met de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag).
Paragraaf V Software Softwarefuncties V 74
13 Softwarefuncties De cd-rom bevat de softwarehandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld afdrukken en scannen). Deze handleiding bevat eenvoudig te gebruiken koppelingen, die u rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden als u erop klikt. c 13 Klik op de titel die u wilt bekijken in de lijst links van het venster.
Paragraaf VI Appendices Veiligheid en wetgeving Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst VI 76 86 113 122 135
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard , geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 35° C blijft. WAARSCHUWING Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten, medische apparatuur, chemicaliën of water.
Veiligheid en wetgeving De machine veilig gebruiken A Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u onderhoud wilt verrichten. WAARSCHUWING Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Controleer voordat u de binnenkant van de machine reinigt of u het telefoonsnoer eerst heeft ontkoppeld en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact heeft verwijderd. Zo kunt u een elektrische schok voorkomen. Raak de stekker NOOIT met natte handen aan.
Plaats uw handen NIET op de rand van de machine onder het documentdeksel of onder het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de lade. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Veiligheid en wetgeving Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier vast te houden.
Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother. Als er metalen voorwerpen, water of andere vloeistoffen in de machine terechtkomen, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Veiligheid en wetgeving Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen: 1 Gebruik dit product NOOIT in de buurt van water, bijvoorbeeld bij een badkuip, wasbak, aanrecht of wasmachine, in een vochtige kelder of in de buurt van een zwembad. 2 Gebruik dit product niet tijdens een storm. Bliksem kan mogelijk elektrische schokken veroorzaken.
12 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet: Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst. Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water. Als het product niet normaal werkt terwijl de bedieningsinstructies wel nageleefd zijn, past u alleen de bedieningsfuncties die in de bedieningsinstructies uitgelegd worden.
Veiligheid en wetgeving Radiostoring A Dit product voldoet aan EN55022 (CISPR Publication 22)/Klasse B. Gebruik een USB-kabel van maximaal 2 meter om de machine op een computer aan te sluiten. EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A Alleen voor de Europese Gemeenschap Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool.
Wettelijke beperkingen voor kopiëren Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
Veiligheid en wetgeving Handelsmerken A Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2008 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows Vista is een handelsmerk of wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
B Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen oplossen B B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Problemen oplossen en routineonderhoud Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Slechte afdrukkwaliteit. Gebruik alleen originele verbruiksartikelen van Brother: inkt van andere fabrikanten kan problemen met de afdrukkwaliteit geven. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 109.) Controleer of de Printerdriver of de instelling Papiertype in het menu overeenkomen met de papiersoort die u gebruikt.
Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en schakel Printkop heen en weer voor Windows® of Printkop heen en weer voor Macintosh® uit. Kan niet afdrukken met Pagina layout-opties. Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn. Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver.
Problemen oplossen en routineonderhoud Telefoonlijn of verbindingen Probleem Suggesties Kiezen functioneert niet. (Geen kiestoon) Controleer of de machine aangesloten en ingeschakeld is. Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten. Neem de hoorn van het externe toestel van de haak (of de hoorn van de machine of de draadloze telefoon, indien beschikbaar), en toets vervolgens het nummer in om handmatig een fax te versturen.
Faxen verzenden (Vervolg) Probleem Suggesties Slechte verzendkwaliteit faxen. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 106.) Verticale zwarte lijnen bij het verzenden. Als de afdrukte kopie hetzelfde probleem heeft, reinigt u de scanner. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 106.
Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen met kopiëren (Vervolg) Probleem Suggesties Slechte kopieerresultaten bij gebruik van de ADF (alleen bij MFC-290C en MFC-297C). Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 17.) Kopieën worden met een verticale streep afgedrukt (alleen bij MFC-290C en MFC-297C). Verticale zwarte strepen of vegen zijn doorgaans te wijten aan vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 106.
Problemen met PhotoCapture Center™ Probleem Suggesties Verwisselbare schijf werkt niet correct. 1 Hebt u de update voor Windows® 2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk als dat niet zo is: 1) Koppel de USB-kabel los. 2) Installeer de update voor Windows® 2000 op een van de volgende manieren. Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de Installatiehandleiding.) Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
Problemen oplossen en routineonderhoud Kiestoondetectie Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van het nummer. Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers.
Foutmeldingen B Zoals met alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten verbruiksartikelen van tijd tot tijd worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen. De meeste fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Alleen Z&W afdr. (Vervolg) Oorzaak Faxen Als de papiersoort ingesteld is op Normaal papier of Inkjet papier ontvangt de machine monochrome faxen en drukt deze ook zwart-wit af. Wat te doen Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 103.) Als een verzendende machine een kleurenfax heeft, zal de machine tijdens de aansluitbevestiging vragen om de fax monochroom te verzenden.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Geen patroon Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd. Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 103.) Het geheugen van de machine is vol. Tijdens het afdrukken, drukt u op Stop/Exit en wacht u tot andere taken zijn uitgevoerd en vervolgens probeert u het opnieuw.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Media is vol. De geheugenkaart of het USB-flashstation bevat al 999 bestanden. De machine kan alleen naar een geheugenkaart of USB-flashstation opslaan als zich hierop minder dan 999 bestanden bevinden. Verwijder bestanden die u niet gebruikt om ruimte vrij te maken en probeer het opnieuw. Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in het geheugen van de machine. Druk op Stop/Exit.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Scannen onm. XX. De machine heeft een mechanisch probleem. Open het scannerdeksel en controleer aan de linker- en rechterkant en in het midden onder de deksels of er zich geen vreemde voorwerpen in de machine bevinden. Als het probleem hiermee niet is verholpen, haalt u de stekker van de machine uit het stopcontact en steekt u deze na enkele minuten weer in het stopcontact.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxberichten of het faxjournaal overbrengen Op het LCD-scherm wordt weergegeven: Reinig. onm. XX Init. onmog. XX Afdruk onmog. XX Scannen onm. XX Wij raden u aan om uw faxen naar een andere faxmachine over te brengen. (Zie Faxen naar een andere faxmachine versturen op pagina 99.) Faxen naar een andere faxmachine versturen Als u uw stations-ID nog niet heeft ingesteld, kunt u de faxoverdrachtmodus niet gebruiken.
Vastgelopen document (Alleen bij MFC-290C en MFC-297C) Het document is in de ADF vastgelopen B Documenten kunnen vastlopen in de ADF als ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om vastgelopen papier te verwijderen. Het document is boven in de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Open het ADF-deksel. d e Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Til het documentdeksel op.
Problemen oplossen en routineonderhoud Papier vastgelopen in de machine d B Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Open en sluit het scannerdeksel om de fout te wissen. a Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterkant van de machine. Trek het vastgelopen papier uit de machine. Trek de papierlade (1) uit de machine. 1 1 b Trek het vastgelopen papier (1) eruit en druk op Stop/Exit.
f Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Zorg dat er geen vastgelopen papier in de machine achterblijft. Controleer beide uiteinden van de printwagen. 1 Opmerking • Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken, en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen.
Problemen oplossen en routineonderhoud g Til het scannerdeksel op om de vergrendeling op te heffen (1). Druk de steun van het scannerdeksel (2) voorzichtig naar beneden en sluit het scannerdeksel (3) met beide handen. 1 2 3 Routineonderhoud B De inktcartridges vervangen B Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de 4 cartridges.
a Open het deksel van de inktcartridge. Als een of meer inktcartridges verbruikt zijn, bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCD-scherm Kan niet afdr. en Verv. inkt XX weergegeven. b Druk op de ontgrendelingshendel zoals afgebeeld om de op het LCD-scherm aangegeven cartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine. d Draai de groene knop op het gele beschermkapje rechtsom tot u een klik hoort om de vacuümverpakking te openen en verwijder het kapje vervolgens (1).
Problemen oplossen en routineonderhoud f Duw de inktcartridge voorzichtig in de machine tot deze vastklikt en sluit het deksel van de inktcartridge. VOORZICHTIG Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit. Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten.
De buitenkant van de machine schoonmaken c Breng het deksel van de papierlade omhoog en verwijder hetgeen dat in de papierlade vastzit. d Reinig de binnen- en buitenkant van de papierlade met een zachte doek om stof te verwijderen. e Sluit het deksel van de papierlade en duw de papierlade stevig terug in de machine. B VOORZICHTIG Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals verdunner of benzine, beschadigt de buitenkant van de machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud b (Alleen bij MFC-290C en MFC-297C) Reinig de witte balk (1) en de glazen strook (2) van de ADF met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger. De geleiderol van de machine reinigen B WAARSCHUWING Haal de stekker van de machine uit het stopcontact voorat u de geleiderol reinigt. 1 a Breng het scannerdeksel omhoog tot het goed in de open stand vergrendeld is. b Maak de geleiderol (1) van de machine schoon.
De invoerrol voor papier reinigen a Trek de papierlade volledig uit de machine. b Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en haal dan de stekker van de machine uit het stopcontact en open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine. De printkop reinigen B De printkop wordt automatisch gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces handmatig starten.
Problemen oplossen en routineonderhoud De afdrukkwaliteit controleren B g Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de Testpagina afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon van de spuitmondjes te kijken. a b Druk op Menu, 7, 1. c Druk op Colour Start. De machine begint de Testpagina afdrukkwaliteit te printen. d Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het vel.
De uitlijning controleren Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen als na het transport van de machine de afgedrukte tekst vlekkerig is of de afbeeldingen flets zijn. a b c Druk op Menu, 7, 1. Druk op a of b om Uitlijning te kiezen. Druk op OK. Druk op Mono Start of Colour Start. De machine begint de Uitlijningscontrolepagina af te drukken. Uitlijning OK? 1.Ja 2.Nee d Controleer de testafdrukken voor 600 dpi en 1.200 dpi om te zien of nummer 5 het beste overeenkomt met nummer 0.
Problemen oplossen en routineonderhoud De machine inpakken en vervoeren Wanneer u de machine transporteert, gebruik dan het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine. Volg de onderstaande instructies op om uw machine goed te verpakken. Wanneer uw machine tijdens het transport beschadigd wordt, valt deze schade niet onder uw garantie. VOORZICHTIG B Controleer of de plastic lipjes aan beide zijden van de groene bescherming (1) goed op hun plaats zijn geklikt (2).
d Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en haal het telefoonsnoer uit de machine. e Trek de stekker van de machine uit het stopcontact. f Gebruik beide handen en de plastic lipjes aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel op te tillen, totdat deze in de open stand vergrendeld is. Koppel vervolgens de interfacekabel los van de machine (indien aangesloten). g Til het scannerdeksel (1) op om de vergrendeling los te maken.
C Menu en functies Programmeren op het scherm Menutoetsen Het menu openen. Op het LCD-scherm worden stapsgewijze aanwijzingen weergegeven om u te helpen uw machine te programmeren. U hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden. Naar volgend menuniveau. Optie accepteren. Terug naar het vorige menuniveau. C U kunt uw machine programmeren aan de hand van de menutabel die begint op pagina pagina 115.
De programmeermodus openen: a b Druk op Menu. Kies een optie. Druk op 1 voor het algemeen instelmenu. Druk op 2 voor het faxmenu. Druk op 3 voor het kopieermenu. Druk op 0 voor de begininstellingen. U kunt sneller door elk menuniveau bladeren wanneer u op a of b drukt voor de gewenste richting. c Druk op OK wanneer die optie op het LCD-scherm weergegeven wordt. Op het LCD-scherm wordt vervolgens het volgende menuniveau weergegeven. d Druk op a of b om naar uw volgende menukeuze te bladeren.
Menu en functies Menutabel C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Kiezen & OK Kiezen & OK om te accepteren om te verlaten Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 0 Sec. Hiermee kunt u de tijd 19 instellen om terug te keren naar de faxmodus. 30 Sec. 1 Min Pagina 2 Min.* 5 Min. Uit 2.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties 1.Standaardinst. 5.Aut. zomertijd — (Vervolg) Opties Omschrijvingen Pagina Aan* De zomertijd wordt automatisch ingesteld. 21 Uit 6.LCD Contrast — Licht Donker* 7.Slaapstand — 1 Min 2 Min. 3 Min. Hiermee stelt u het contrast 21 van het LCD-scherm af. Hiermee kunt u opgeven na 22 hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand wordt gezet. 5 Min. 10 Min.* 30 Min. 60 Min. 2.Fax 1.Ontvangstmenu 1.
Menu en functies Opties Omschrijvingen Pagina 2.Verzendmenu 1.Contrast Auto* 29 (Alleen in faxmodus) Licht Hiermee kunt u de faxen die u verzendt, lichter of donkerder maken. Hiermee stelt u de standaard resolutie voor uitgaande faxen in. 29 Hoofdmenu Submenu 2.Fax (Vervolg) Menuselecties C Donker 2.Faxresolutie Standaard* Fijn Superfijn Foto 3.Direct verzend Alleen deze fax Aan Fax verzenden zonder het 30 geheugen te gebruiken. Uit* 4.Internationaal Aan Uit* 0.Scanform.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 2.Fax 0.Diversen 1.TX-slot — Voorkomt dat niet bevoegde gebruikers de huidige machineinstellingen kunnen wijzigen. 23 2.Compatibel Normaal* Hiermee stelt u de compatibiliteit af wanneer er problemen met het verzenden zijn. 93 De opgeslagen gegevens van de laatste 30 bellers bekijken of afdrukken. 37 (Vervolg) Basic(voorVoIP) 3.Beller ID Aan* Uit Toon telefoonnrs Print rapport 3.Kopie 1.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu 4.Fotocapture 5.Helderheid Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina — -nnnno+ Hiermee kunt u de helderheid instellen. 65 -nnnon+ (Vervolg) C -nnonn+* -nonnn+ -onnnn+ 6.Contrast — -nnnno+ -nnnon+ Hiermee kunt u het contrast 65 instellen. -nnonn+* -nonnn+ -onnnn+ 7.Bijsnijd(crop) — Aan* Uit 8.Zonder rand — Aan* Uit 9.Datum afdr. — Aan Uit* 0.Scan nr media 1.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 5.Print lijsten 3.Kieslijst — — Geeft een lijst in numerieke 47 volgorde weer met namen en telefoonnummers die in het snelkiesgeheugen opgeslagen zijn. 4.Faxjournaal — — Geeft een overzicht met informatie over de laatste inkomende en uitgaande faxen weer. (TX betekent Transmit. (verzenden)) (RX betekent Receive (ontvangen)) 47 — — Drukt een lijst met uw instellingen af. 47 6.Machine-info 1.
Menu en functies Tekst invoeren C Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, zoals de Stations-ID, moet u wellicht tekst in de machine invoeren. Op de meeste nummertoetsen staan drie of vier letters. Op de toetsen 0, # en l staan geen letters, omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt. U krijgt het gewenste teken door meermaals op de betreffende nummertoets te drukken.
D Specificaties D Algemeen D Printertype Inkjet Afdrukmethode Mono: Piëzo met 94 × 1 spuitmondje Kleur: Piëzo met 94 × 3 spuitmondjes Geheugencapaciteit 32 MB LCD (liquid crystal display) 16 tekens × 1 regel Stroombron Stroomverbruik AC 220 tot 240 V 50/60Hz (MFC-250C) Uit: Slaapstand: Gemiddeld 0,6 W Gemiddeld 3 W Stand-by: In bedrijf: Gemiddeld 4,5 W Gemiddeld 22 W (MFC-290C en MFC-297C) Uit: Gemiddeld 0,7 W Slaapstand: Stand-by: Gemiddeld 3 W Gemiddeld 4,5 W In bedrijf: Gemiddeld 24 W
Specificaties Gewicht Geluid Geluidsemissie conform ISO 9296 7,2 kg (MFC-250C) 7,8 kg (MFC-290C en MFC-297C) In bedrijf: LPAm = 50 dB of minder 1 In bedrijf: (MFC-250C) D LWAd = 63,6 dB (A) (Mono) LWAd = 55,8 dB (A) (Kleur) (MFC-290C en MFC-297C) Temperatuur LWAd = 63,8 dB (A) (Mono) LWAd = 56,2 dB (A) (Kleur) Kantoorapparatuur met LWAd boven 63,0 dB (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimten waar mensen voornamelijk denkwerk verrichten.
Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 2, transparanten 1 2 en enveloppen Papierformaat: Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B5, enveloppen (commercieel Nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto kaart, Indexkaart en Briefkaart 3. Breedte: 98 mm - 215,9 mm Lengte: 148 mm - 355,6 mm Zie Gewicht, dikte en capaciteit papier op pagina 16 voor meer informatie.
Specificaties Fax D Compatibiliteit ITU-T groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG Modemsnelheid Automatische terugval D 14.400 bps Documentgrootte ADF-breedte: (MFC-290C en MFC-297C) 148 mm tot 216 mm ADF-lengte: (MFC-290C en MFC-297C) 148 mm tot 355,6 mm Breedte glasplaat: max. 216 mm Hoogte glasplaat: max.
Rondsturen 1 90 stations Automatisch opnieuw kiezen 3 keer met tussenpozen van 5 minuten Belvertraging 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 belsignalen Bron van communicatie Openbaar telefoonnetwerk. Verzenden vanuit het geheugen Max. 200 2/170 3 pagina's Ontvangst zonder papier (Geheugen ontv.) Max. 200 2/170 3 pagina's 1 Alleen monochroom 2 'pagina's' verwijst naar de 'Brother Standard Chart No. 1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties Kopiëren D Kleur/Monochroom Ja/Ja Documentgrootte ADF-breedte: (MFC-290C en MFC-297C) 148 mm tot 216 mm ADF-lengte: (MFC-290C en MFC-297C) 148 mm tot 355,6 mm D Breedte glasplaat: max. 215,9 mm Lengte glasplaat: max. 297 mm Meerdere kopieën Stapelt maximaal 99 pagina's Sorteert maximaal 99 pagina's (alleen monochroom) (alleen bij MFC-290C en MFC-297C) Vergroten/Verkleinen 25% tot 400% (in stappen van 1%) Resolutie (Monochroom) Kan max. 1.200 × 1.200 dpi scannen Kan max. 1.
PhotoCapture Center™ Opmerking MFC-250C ondersteunt alleen USB-flashstations. Beschikbare media 1 Memory Stick™ Memory Stick PRO™ Memory Stick Duo™ met adapter Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter SD 2 SDHC 3 miniSD™ met adapter microSD met adapter xD-Picture Card™ 4 USB-flashstation 5 Resolutie Maximaal 1.200 × 2.
Specificaties PictBridge Compatibiliteit D Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de Camera & Imaging Products Association. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge voor meer informatie.
Scanner D Kleur/Monochroom Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/XP/ XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) Mac OS® X 10.2.4 of recenter WIA-compatibel Ja (Windows® XP 1/Windows Vista®) Kleurintensiteit 36-bits kleurverwerking (invoer) 24-bits kleurverwerking (uitvoer) (Werkelijke invoer: 30-bits kleur/Werkelijke uitvoer: 24-bits kleur) Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 2 Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) Scansnelheid Monochroom: maximaal 3,44 sec.
Specificaties Printer Printerdriver D Windows® 2000 Professional/XP/ XP Professional x64 Edition/Windows Vista®-driver met ondersteuning voor Brother Native Compression-modus D Mac OS® X 10.2.4 of recenter: Brother-inktdriver Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi 1.200 × 2.400 dpi 1.200 × 1.200 dpi 600 × 1.200 dpi 600 × 600 dpi 600 × 300 dpi 600 × 150 dpi (Kleur) 450 × 150 dpi (Zwart-wit) Afdruksnelheid (MFC-250C) Mono: max. 27 pagina's/minuut 1 Kleur: max.
Interfaces USB 1 2 D Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2,0 m. 1 Uw machine beschikt over een full-speed USB 2.0-interfacekabel. Deze interface is compatibel met Hi-Speed USB 2.0; de maximale dataoverdrachtsnelheid is echter 12 Mbits/s. De machine kan ook worden verbonden met een computer die een USB 1.1-interface heeft. 2 USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund voor Macintosh®.
Specificaties Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Aanbevo- Hardeschijfruimte voor Onderinstallatie Minimale proces- Minimum- len hoeComputerplatform & bestu- steunde pcPc-interface veelheid sorsnelheid RAM softwareringssysteemversie ToepassinDrivers RAM functies gen ® ® ® 2000 Afdrukken, USB Windows Intel Pentium II of 64 MB 256 MB 110 MB 340 MB 5 PC-Fax besturings- Professional gelijkwaardig 4 1 verzenden , 2 5 systeem 128 MB 110 MB 340 MB XP Home Scannen, XP
Verbruiksartikelen Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Met alle daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal pagina’s afdrukken.
E Verklarende woordenlijst E Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Antwoordapparaat (automatische telefoonbeantwoorder) U kunt een extern antwoordapparaat op uw machine aansluiten.
Contrast Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd. Direct verzenden Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten onmiddellijk verzenden. ECM (Error Correction Mode) Deze functie controleert tijdens een faxtransmissie of er fouten optreden en verzendt de pagina's met fouten opnieuw. Fotoresolutie (Alleen monochroom) Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt, zodat foto's optimaal worden gereproduceerd.
Verklarende woordenlijst Journaaltijd De vooraf geprogrammeerde regelmaat waarmee het faxjournaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip printen, zonder deze instelling op te heffen. LCD-scherm (liquid crystal display) Het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, worden op dit schermpje de datum en de tijd aangegeven.
Snelkiesnummer Een voorgeprogrammeerd nummer dat u snel kunt kiezen. U moet op (Snelkiesnummer), # drukken en de code van twee cijfers intoetsen en op Mono Start of Colour Start drukken om het kiezen te starten. Standaard, resolutie 203 × 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst van normaal formaat en biedt de snelste transmissie. Stations-ID De opgeslagen informatie die boven aan gefaxte pagina's verschijnt. Het bevat de naam en het faxnummer van de verzender.
F Index A C Aansluiten extern antwoordapparaat ......................39 extern toestel ........................................41 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......40 Aansluitingen EXT antwoordapparaat ..............................39 externe telefoon .................................39 ADF (automatische documentinvoer) ........ 17, 26 Afdrukken drivers .................................................131 foto's .....................................................62 gebied ....................
Fax/Telefoon, stand belvertraging .........................................34 Code telefoon opnemen ................. 41, 42 Code voor fax ontvangen ............... 41, 42 op tweede toestel opnemen ........... 41, 42 Faxcodes Code voor activeren op afstand ..... 35, 41 Code voor deactiveren op afstand ........................................... 41, 42 wijzigen .................................................42 Faxen, vanaf de pc Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. .....................................
N Onderhoud, routine ................................103 inktcartridges vervangen .....................103 Ontvangststand ........................................32 alleen Fax .............................................32 Fax/Telefoon .........................................32 handmatig .............................................32 Telefoon/Beantw. ..................................32 Opslag in geheugen ...............................113 als u problemen heeft met afdrukken ...........................
Resolutie afdrukken ............................................131 faxen ...................................................125 instellen voor volgende fax ...................29 kopiëren ..............................................127 scannen ..............................................130 Rondsturen ..............................................27 groepen instellen voor ...........................45 S Scannen Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. ...................................................
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn aangekocht.