Network User's Guide

Table Of Contents
10
2
2
Overzicht 2
Voordat u de machine van Brother in uw netwerkomgeving gaat gebruiken, moet u eerst de software van
Brother installeren en de TCP/IP-netwerkinstellingen op de machine zelf configureren. Dit hoofdstuk bevat
de basisstappen die nodig zijn om af te drukken via het netwerk met TCP/IP.
We raden u aan gebruik te maken van het installatieprogramma op de cd-rom van Brother om de software
van Brother te installeren omdat u hiermee door de installatie van de software en het netwerk wordt geleid.
Volg de instructies in de meegeleverde Installatiehandleiding.
Opmerking
Als u het automatische installatieprogramma niet wilt of kunt gebruiken, dan kunt u de netwerkinstellingen
ook via het bedieningspaneel van de machine wijzigen. Zie Configuratie van het bedieningspaneel
op pagina 95 voor meer informatie hierover.
IP-adressen, subnetmaskers en gateways 2
Als u de machine in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het
subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische
netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gateway-
adres worden geconfigureerd.
IP-adres 2
Een IP-adres is een reeks cijfers die elk apparaat identificeert dat op het netwerk is aangesloten. Een IP-
adres bestaat uit vier nummers die door punten van elkaar worden gescheiden. Elk nummer ligt tussen de
0en255.
Voorbeeld: in een klein netwerk zou u normaal gesproken het laatste cijfer wijzigen.
192.168.1.1
192.168.1.2
192.168.1.3
De machine configureren voor een
netwerk met een Ethernet-kabelverbinding
(Niet beschikbaar voor MFC-253CW,
MFC-255CW en MFC-257CW)
2