Operation Manual

Problemen oplossen en routineonderhoud
91
B
De machine voert meerdere
pagina’s in.
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en
andere afdrukmedia laden op pagina 9.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn
geplaatst.
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het papierformaat.
Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt.
(Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 104.)
Afgedrukte pagina’s worden niet
juist afgelegd.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 9.)
De machine print niet vanuit
Adobe
®
Illustrator
®
.
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen
voor Macintosh in de Softwarehandleiding op de cd-rom.)
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Gecomprimeerde afdruk en witte
strepen over de pagina of de
boven- of onderkant van zinnen
worden niet afgedrukt.
Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met atmosferische storing
of een andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de
fax opnieuw te verzenden.
Ontvangen faxen hebben zwarte
verticale lijnen.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender om een kopie te
maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van
de verzender. Probeer om de faxen via een andere faxmachine te ontvangen.
Ontvangen kleurenfaxen worden in
zwart-wit afgedrukt.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en
vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden. (Zie De
inktcartridges vervangen op pagina 106.)
De linker- en rechtermarges
ontbreken of een enkele pagina
wordt op twee pagina's afgedrukt.
Schakel Auto reductie in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomende fax
maken op pagina 39.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet.
(Geen kiestoon)
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine
is ingeschakeld.
Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten.
Wijzig de instelling Toon/Puls. (Raadpleeg de Installatiehandleiding.)
Haal de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon
hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te
controleren als u geen kiestoon hoort.
De machine neemt niet op als er
wordt gebeld.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat.
(Zie Ontvangstmodi op pagina 36.) Luister of u een kiestoon hoort. Bel indien
mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als de
machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting van het
telefoonsnoer. Vraag aan uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de
machine niet overgaat als u deze belt.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties