GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-3420C MFC-3820CN
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
II
EG conformiteitverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd.
Veiligheidsmaatregelen De machine veilig gebruiken Bewaar deze voorschriften zodat u ze later kunt naslaan. Raadpleeg ze altijd voordat u probeert enig onderhoud te verrichten. WAARSCHUWING Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Zorg ervoor dat u eerst de telefoonsnoer hebt verwijderd en daarna de stekker uit het stopcontact hebt gehaald alvorens de machine te reinigen of vastgelopen papier te verwijderen. Hanteer de stekker nooit met natte handen.
Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het scannerdeksel, teneinde letsel te voorkomen. Plaats uw vingers niet in het in de afbeelding aangegeven gedeelte, teneinde letsel te voorkomen. Raak het grijze gedeelte in de afbeelding niet aan, teneinde letsel te voorkomen. Raak de rand van het metalen onderdeel dat in de afbeelding is aangegeven niet aan, teneinde letsel te voorkomen. Plaats uw vingers niet in het in de afbeelding aangegeven gedeelte, teneinde letsel te voorkomen.
WAARSCHUWING ■ Wanneer u de machine verplaatst, neemt u deze vast aan de handgrepen zoals boven weergegeven. Draag de machine NOOIT aan de onderkant. ■ Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoon-wandstekker nooit op een vochtige plaats.
Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een aansluiting en een standaard geaard wisselstroom-stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 35° C blijft. Voorzichtig ■ Zet de machine niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. ■ Plaats de machine niet op het tapijt.
Beknopt overzicht Faxen verzenden Nummers opslaan Automatisch verzenden Snelkiesnummers opslaan 1 Druk op Menu/Set, 2, 3, 1. 2 Voer met behulp van de kiestoetsen een tweecijferige locatie voor het snelkiesnummer in, en druk op Menu/Set. 3 Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op Menu/Set. 4 Toets een naam in van maximaal 15 tekens (of laat deze ingang leeg) en druk op Menu/Set. 5 Druk op Stop/Eindigen. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
Nummers kiezen Kopiëren Snelkiezen Enkele kopie 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op 1 (Fax). 2 3 4 Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Druk op Zoeken/Snelkiezen, en op #, en toets vervolgens het tweecijferige snelkiesnummer in. Druk op Mono Start of Kleur Start. Search gebruiken 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op 2 3 3 4 1 2 3 4 5 6 7 IX (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden.
Inhoudsopgave 1 2 Inleiding ................................................................................ 1-1 Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1 Informatie opzoeken ................................................... 1-1 De symbolen die in deze handleiding worden gebruikt................................................................... 1-1 Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-2 De machine in de energiebesparende stand zetten ..
3 4 5 XI Programmeren op het scherm ............................................ 3-1 Gebruikersvriendelijk programmeren................................ 3-1 Tabel met overzicht van functies ................................ 3-1 Opslag in geheugen ................................................... 3-1 Navigatietoetsen ............................................................... 3-2 Aan de slag ........................................................................... 4-1 Eerste instellingen ..........
De codes voor afstandsbediening wijzigen ................ 5-8 Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor het ontvangen van kleurenfaxen) ........................... 5-9 Pollen........................................................................ 5-10 Beveiligd Pollen .................................................... 5-10 Ontvang Pollen instellen (standaard) ................... 5-10 Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen .... 5-11 Uitgesteld Ontvangen Pollen instellen..................
Verzamelen (van uitgestelde batch-transmissies) (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ................... 6-15 Verzend Pollen instellen (standaard) (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ................... 6-15 Verzend Pollen instellen met beveiligingscode (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) ................... 6-16 Verzendslot...............................................................6-17 Verzendslot gebruiken ..............................................
10 11 Kopiëren ............................................................................. 10-1 De machine als een kopieerapparaat gebruiken ............ 10-1 Kopieermodus instellen ............................................ 10-1 Één kopie maken...................................................... 10-2 Verscheidene kopieën sorteren................................ 10-2 De melding Geheugen vol ........................................ 10-3 De kopieertoetsen gebruiken (Tijdelijke instellingen) .....
PhotoCapture Center™ gebruiken voor het scannen van documenten ........................................................ 11-14 12 13 V S XV Belangrijke informatie ....................................................... 12-1 Voor uw veiligheid..................................................... 12-1 LAN-aansluiting ........................................................12-1 Naleving van de International ENEGY STAR® normen .................................................................
Printer ...............................................................................S-6 Interfaces..........................................................................S-6 Vereisten voor de computer .............................................S-7 Verbruiksartikelen .............................................................S-8 Netwerk (LAN) (uitsluitend MFC-3820CN) .......................S-8 14 15 Index ......................................................................................
1 Inleiding Gebruik van deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een Mutifunctionele centrale (MFC) van Brother. Deze machine is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop aanwijzingen verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de machine.
Overzicht van het bedieningspaneel MFC-3820CN 1 - 2 INLEIDING 6 4 1 11 1 10 2 2 10 3 3 9 9 4 5 5 8 8 6 7 7 MFC-3420C
1 Kopieertoetsen 4 Modus-toetsen (tijdelijke instellingen): Fax Opties U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke instellingen selecteren voor het kopiëren. 2 Voor het faxen van documenten. Kopie Kwaliteit Gebruik deze toets om de kwaliteit voor het kopiëren tijdelijk te wijzigen. Voor het kopiëren van documenten. Vergroot/Verklein Hiermee kunt u kopieën vergroten of verkleinen, afhankelijk van het door u geselecteerde percentage. Voor het scannen van documenten.
8 Navigatietoetsen Menu/Set Met deze toets krijgt u toegang tot de menu's en de programmeermodus, en kunt u instellingen opslaan. Met deze toets kunt u ook het volume van de luidspreker of het belvolume in de faxmodus instellen. Zoeken/Snelkiezen Met deze toets kunt u nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Hiermee kunt u tevens opgeslagen nummers kiezen door op # te drukken en vervolgens een tweecijferig nummer in te voeren. Druk op deze toets om achteruit door de menuopties te bladeren.
De machine in de energiebesparende stand zetten Wanneer de machine inactief is, kunt u hem in de energiebesparende stand zetten door op de Spaarstand-toets te drukken. In de energiebesparende stand ontvangt de machine telefoonoproepen, en ook faxen in de modi Alleen Fax, Fax/Telefoon of Telefoon/Beantw.. De uitgestelde faxberichten worden nu verzonden. Als u zich niet bij de machine bevindt, kunt u uw faxen ook vanaf een externe locatie opvragen.
Energiebesparende Ontvangststand Beschikbare bewerkingen stand Faxontv:Aan (standaard) Faxontv:Uit 1 - 6 INLEIDING Alleen Fax Faxen ontvangen, Faxen waarnemen, Fax/Telefoon Uitgestelde fax, Afstandsbediening, Telefoon/Beantw. Externe toegang: ■ U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start. ■ De opties Uitgestelde fax en Afstandsbediening moeten zijn ingesteld voordat u de machine uitzet. Handmatig Uitgestelde fax, Faxen waarnemen: ■ U kunt geen fax ontvangen met Mono Start of Kleur Start.
Over faxmachines Faxtonen en aansluitbevestiging Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw apparaat (de zogenaamde CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Mono Start of Kleur Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden moet de verzendende machine de aansluitbevestiging of aansluiting met het ontvangende apparaat beginnen.
ECM-modus (foutencorrectie) In deze modus controleert de machine de faxtransmissie om na te gaan of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de machine tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd en in geval van ruis op de lijn gecorrigeerd.
De machine aansluiten Een extern toestel aansluiten U kunt een afzonderlijke telefoon (of antwoordapparaat) aansluiten zoals weergegeven in het onderstaande schema. Tweede toestel Extern toestel Wanneer een tweede toestel (of antwoordapparaat) in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding Telefoon weergegeven.
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten Volgorde van aansluiting U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en "luistert" de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen.
Als niet al uw faxen worden ontvangen, dient u uw antwoordapparaat zodanig in te stellen, dat het de telefoon sneller aanneemt. Wanneer u Tweede nummer gebruikt, mag u geen antwoordapparaat op een andere plaats op dezelfde lijn aansluiten. ANTW.APP. ANTW.APP. Wanneer het antwoordapparaat in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding Telefoon weergegeven.
Aansluitingen Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals boven aangegeven 1 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat er na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de machine is niet van toepassing.) 2 Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op. 3 Activeer het antwoordapparaat. 4 Stel de ontvangstmodus in op Telefoon/Beantw.. (Raadpleeg De ontvangststand kiezen op pagina 5-1.
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem (PBX). Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de machine aan te sluiten op een PBX-systeem (Private Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de machine voor u aan te sluiten. We adviseren u de machine op een aparte lijn aan te sluiten.
2 Documenten en papier laden Documenten laden U kunt kopiëren, scannen of een fax verzenden vanuit de ADF (automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat. De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van maximaal 20 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier (80 g/m2) en blader de stapel altijd door alvorens het papier in de automatische documentinvoer te plaatsen.
1 Vouw de steun van de automatische documentinvoer uit. Lade voor de automatische documentinvoer (ADF-lade) 2 3 Blader de pagina’s en schuif ze onderling in lengterichting verschoven in de lade. Leg uw documenten met de bedrukte kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken. Stel de papiergeleiders in op de breedte van de documenten. Circa 10 mm diepte Trek NIET aan het document wanneer het doorschuift.
De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. Documenten moeten A4-formaat (21,6 tot 29,7 cm) zijn. Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de automatische documentinvoer leeg zijn. 1 Til het documentdeksel op. Documenten met bedrukte zijde naar beneden op glasplaat 2 3 Gebruik de documentgeleiders aan de linkerkant om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.
Over papier De afdrukkwaliteit van uw document kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u hebt gekozen, dient u de papiersoort altijd in te stellen op het soort papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken. Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Papiercapaciteit in de papierlades Papiersoort Papierformaat Aantal vellen Normaal papier (Losse vellen) Letter, Executive, A4, A5, A6, B5 (JIS) 100 vel van 80 g/m2 maximaal 10 mm Legal 50 of 80 g/m2 Inkjetpapier Letter, A4 20 Glanzend papier Letter, A4 20 Transparanten Letter, A4 10 Enveloppen DL, COM-10, C5, Monarch, JE4 10 Fotopapier 102 mm x 152 mm, 30 L (89 mm x 127 mm), 2L (127 mm x 178 mm) Indexkaart 127 mm x 203 mm 30 * U kunt uitsluitend kopiëren op de volgende papierformat
Papiercapaciteit van de uitvoerlade Uitvoerlade Maximaal 50 vel van 80 g/m2 (A4) ■ Om vlekken te voorkomen, moeten transparanten en glanzend papier vel voor vel van de uitvoerlade worden genomen. ■ “Legal” kan niet in de uitvoerlade worden gestapeld. Gebruik de volgende enveloppen en papiersoorten niet.
Bedrukbaar gedeelte Hoe groot het bedrukbaar gedeelte van uw papier is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen het niet-bedrukbare gedeelte op losse vellen papier en enveloppen.
, Het bedrukbare gedeelte is afhankelijk van de instellingen in het stuurprogramma van de printer. De hierboven genoemde cijfers zijn een benadering en het bedrukbare gedeelte kan variëren, afhankelijk van het soort papier dat u gebruikt. Papier en enveloppen plaatsen Papier of ander materiaal plaatsen 1 Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
3 Plaats het papier voorzichtig in de invoer. Zorg ervoor dat de bedrukte zijde naar u toe is gericht en dat het papier niet boven de markering uitsteekt. Maximum papierhoogte Te bedrukken zijde Papier Glanzend papier plaatsen 1 2 Blader de stapel glanzend papier door om de vellen van elkaar te scheiden. Plaats eerst een vel normaal papier in de papierlade en leg de stapel glanzend papier daar bovenop.
Enveloppen plaatsen 1 Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen plat alvorens deze te plaatsen. Als meer enveloppen tegelijk worden ingevoerd, dient u ze stuk voor stuk in de papierlade te plaatsen. 2 Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze papiergeleider af op de breedte van de gebruikte enveloppen. Plaats ze met de adreszijde naar u toe en in de hieronder aangegeven richting in de papierlade.
3 Programmeren op het scherm Gebruikersvriendelijk programmeren Uw machine is zodanig ontworpen, dat zij eenvoudig te gebruiken is en met behulp van de navigatietoetsen en het LCD-scherm geprogrammeerd kan worden. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringprocedure leiden.
Navigatietoetsen * Menu openen * Naar volgende menuniveau * Optie accepteren * Door huidige menuniveau bladeren * Terug naar vorige menuniveau * Menu afsluiten .... U opent de menumodus door op Menu/Set te drukken. Het menu bladert door wanneer u het hebt geopend. Druk op 1 voor het algemene instelmenu 1.Standaardinst. —OF— Druk op 2 voor het faxmenu 2.Fax —OF— Druk op 3 voor het kopieermenu 3.Kopie Druk op 0 voor de voorbereidende instelling 0.Stand.instel.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 5 Min. 2 Min. 1 Min 30 Sec. 0 Sec. Uit Stelt de tijd in om terug te keren naar de faxstand. 4-6 2.Papiersoort — Normaal Inkjet Glossy (4-kleur of 3-kleur) Transp. Hiermee kunt u instellen welke soort papier er in de papierlade wordt gebruikt.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax 1.Ontvangstmenu (Uitsluitend in faxmodus) 1.Bel Vertraging 02-06 (02) De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de stand Fax of Fax/Tel. 5-3 2.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (Vervolg) 2.Verzendmenu (Uitsluitend in faxmodus) 1.Contrast Auto Licht Donker Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. 6-6 2.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (vervolg) 4.Kies rapport 1.Verzendrapp. Aan Aan+Beeld Uit Uit+Beeld Hier stelt u in wanneer het verzendrapport en het journaal worden afgedrukt. 9-1 2.Journaal tijd Elke 7 dagen Elke 2 dagen Elke 24 uur Elke 12 uur Elke 6 uur Na 50 faxen Journaal:Uit 1.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Hoofdmenu Submenu 3.Kopie 1.Kwaliteit Menuopties Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Opties Omschrijving Pagina Fijn Norm Snel Selecteert de kopieerresolutie voor uw document. 10-15 2.Helderheid — - + + + + + Met deze functie kunt u de helderheid instellen. 10-15 3.Contrast — - + + + + + Stelt het contrast voor de kopieën in. 10-15 4.Kleuren aanp. 1.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 4.Fotocapture (Uitsluitend MFC-3820CN) 1.Printkwaliteit — Norm Fijn Foto Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in. 11-9 2.Papier&Afmet. — 10x15cm Glossy 13x18cm Glossy A4 Glossy A4 Plain 10x15cm Inktjet A4 Inktjet Hiermee selecteert u het papier- en afdrukformaat. 11-9 3.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Hoofdmenu Submenu 4.Fotocapture (Uitsluitend MFC-3820CN) (vervolg) 6.Bijsnijd(crop) 7.Scan n. kaart Kiezen & instellen Menuopties om te om accepteren af te sluiten Opties Omschrijving Pagina Bijsnijden:Aan Bijsnijden:Uit Trim de afbeelding rond de marge opdat deze is aangepast aan het papierformaat of het afdrukformaat.
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving 5.LAN (Uitsluitend MFC-3820CN) 1.Setup TCP/IP 1.BOOT Method Auto Statisch RARP BOOTP DHCP Kies de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255].
Druk op de nummers van het menu. (Bijvoorbeeld: druk op 1, 2 voor het papiertype) —OF— Kiezen & instellen Kiezen & instellen om te om accepteren af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 5.LAN (Uitsluitend MFC-3820CN) (vervolg) 2.Setup Misc. 1.Ethernet Automatisch 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD Selecteert de Ethernet link modus. Raadpleeg de netwerkhandleiding op de CD-ROM 2.Time Zone GMT-XX:XX Stelt de tijdzone voor uw land in. 1.Help — — 9-3 2.
4 Aan de slag Eerste instellingen De datum en tijd instellen De machine geeft de datum en tijd weer, en als u het stationsnummer instelt, worden deze gegevens afgedrukt op elke fax die u verzendt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard. 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu/Set, 0, 2. 2.Datum/Tijd Toets de twee cijfers van het jaartal Jaar:20XX in. Druk op Menu/Set. Toets de twee cijfers van de maand Maand:XX in. Druk op Menu/Set.
Het stationnummer instellen U kunt uw naam of de naam van uw bedrijf en het faxnummer opslaan, zodat deze gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verstuurt. Het is uiterst belangrijk dat het faxnummer in internationaal standaardformaat worden ingevoerd; met andere woorden: precies in onderstaande volgorde. ■ Het “+” (plus) teken (druk op ) ■ Uw landnummer (bijvoorbeeld 31 voor Nederland of 32 voor België) ■ Uw netnummer zonder de eerste “0” (in Spanje is dit een “9”).
Tekst invoeren Bij het instellen van bepaalde menufuncties, zoals het stationsnummer, moet tekst worden ingevoerd. Boven de meeste cijfertoetsen staan drie of vier letters. Boven de toetsen 0, # en staan geen letters omdat deze toetsen een speciale functie hebben. U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te drukken.
Speciale tekens en symbolen Druk op , # of 0, en druk vervolgens op of om de cursor onder het gewenste teken of symbool te zetten. Druk vervolgens op Menu/Set om het te selecteren. Druk op voor (spatie)! " # $ % & ’ ( ) Druk op # voor :;<=>?@[]^_ Druk op 0 voor ÄËÖÜÀÇÈÉ0 +,-./ Toon of Puls kiesmodus instellen Uw machine is bij levering ingesteld voor toon-kiezen (multifrequentie). Wanneer u een pulskiezer hebt (kiesschijf), moet u de kiesmodus wijzigen. 1 Druk op Menu/Set, 0, 4. 4.
Het type telefoonlijn instellen (uitsluitend MFC-3820CN) Wanneer u deze machine aansluit op een antwoordapparaat (PBX of PABX), moet u het type telefoonlijn instellen op PBX door de volgende stappen te verrichten. Wanneer u deze machine aansluit op een telefoonlijn die ook een ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line) gebruikt om faxberichten te verzenden en te ontvangen, is het ook nodig het type telefoonlijn te veranderen in ADSL door de volgende stappen te verrichten. 1 Druk op Menu/Set, 0, 5. 5.
Standaardinstellingen De Mode Timer instellen De machine heeft op het bedieningspaneel drie tijdelijke modustoetsen: Fax, Copy en Scan. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarbij de machine na de laatste kopie of scan terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 1, 1. 1.Tijdklokstand Druk op of om 0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen.
Het type papier instellen Stel voor optimale afdrukkwaliteit de machine in op het type papier dat u gebruikt. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 1, 2. 2.Papiersoort Druk op of om Normaal, Inkjet, Glossy of Transp. te selecteren. Druk op Menu/Set. Wanneer u Glossy selecteerde, druk dan op of om Glossy:4-kleur of Glossy:3-kleur te selecteren. Druk op Menu/Set. De afdrukkwaliteit van zwarte inkt varieert, afhankelijk van het soort glanzend papier dat u gebruikt.
Het volume van de bel instellen U kunt het volume van de bel instellen wanneer de machine inactief is (niet wordt gebruikt). U kunt de bel Uit zetten, of selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. 1 2 Druk op Menu/Set, 1, 3, 1. 1.Belvolume Druk op of om (Laag, Half, Hoog of Uit) te selecteren. Druk op Menu/Set. 3 Druk op Stop/Eindigen. —OF— In de faxmodus drukt u op of om het volume in te stellen.
Het volume van de luidspreker instellen U kunt het volume van de eenrichtingsluidspreker van de machine instellen. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 1, 3, 3. 3.Luidspreker Druk op of om (Laag, Half, Hoog of Uit) te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. Zomer-/wintertijd instellen Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug. 1 Druk op Menu/Set, 1, 4. 4.Wijzig klok 2 Druk op of om In zomertijd te selecteren (of In wintertijd). 3 Druk op Menu/Set.
Energiebesparende stand U kunt de toets Power Save van de machine instellen. De standaardinstelling is Aan. De machine kan ook faxberichten of telefoongesprekken ontvangen wanneer deze in de energiebesparende modus staat. Wanneer u wilt dat de machine geen faxberichten of telefoongesprekken ontvangt, moet u deze instelling op Faxontv:Uit zetten. (Raadpleeg De machine in de energiebesparende stand zetten op pagina 1-5.) 1 Druk op Menu/Set, 1, 5. 5.P.Bewaar inst. 2 Druk op of om Uit te selecteren (of Aan).
5 De ontvangststand instellen Basishandelingen bij het ontvangen De ontvangststand kiezen Er zijn vier verschillende ontvangststanden voor deze machine. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet. LCD-scherm Hoe dit werkt Wanneer te gebruiken Alleen Fax (automatisch ontvangen) De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. Voor aparte faxlijnen. Fax/Telefoon* (fax en telefoon) De machine beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep.
De ontvangststand kiezen of wijzigen 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Set, 0, 1. 1.Ontvangstmodus Druk op of om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Telefoon/Beantw. of Handmatig te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. Als u de ontvangststand wijzigt terwijl er een andere bewerking wordt uitgevoerd, zal het LCD-scherm overschakelen naar de bewerking in kwestie.
De belvertraging instellen Deze functie bepaalt hoe vaak de bel van de machine overgaat voordat de oproep wordt beantwoord in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon. Wanneer u een tweede toestel hebt aangesloten op dezelfde lijn als de machine of bent geabonneerd op de Aparte Beltoon service van het telefoonbedrijf, stelt u de belvertraging in op 4. (Raadpleeg Fax waarnemen op pagina 5-5 en Werken met een tweede toestel op pagina 5-7.) 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) Als u de ontvangststand instelt op Fax/Tel, dient u te specificeren hoe lang de machine met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. (Als het een inkomend faxbericht is, drukt de machine de fax af.) Dit dubbel belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de bel van de machine gaat over, de andere toestellen op deze lijn geven dit belsignaal niet.
Fax waarnemen Als u deze functie gebruikt, is het niet nodig de Mono Start, Kleur Start, of de ontvangstcode 51 in te toetsen wanneer u de telefoon aanneemt en faxtonen hoort. Als u Aan selecteert, kan de machine faxberichten automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra op het LCD-scherm van de faxmachine de melding Ontvangst verschijnt, of zodra u via de hoorn van het andere toestel het tjirpende geluid hoort, legt u de hoorn op de haak.
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining) Als u Aan selecteert, zal de machine een inkomende fax automatisch verkleinen, zodat deze op een vel A4-papier past, ongeacht het papierformaat van het origineel. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Druk op Menu/Set, 2, 1, 5. 5.Auto reductie Druk op of om Aan te selecteren (of Uit). Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen.
Geavanceerde ontvangsthandelingen Werken met een tweede toestel Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door de faxontvangstcode in te toetsen. Als u de faxontvangstcode 51 intoetst, zal het faxbericht op uw machine worden ontvangen. (Raadpleeg Fax waarnemen op pagina 5-5.
Een draadloze externe telefoon gebruiken Als uw draadloze telefoon is aangesloten op de telefoon-stekkerbus en u de draadloze hoorn van het toestel meestal bij u hebt, is het eenvoudiger om de oproepen tijdens de belvertraging te beantwoorden. Als u de machine eerst laat aannemen, moet u naar de machine lopen en op Telefoon/Intern drukken om het telefoontje op het draadloze toestel aan te nemen.
Ontvangst in het geheugen (niet beschikbaar voor het ontvangen van kleurenfaxen) Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm Papier nazien; plaats papier in de papierlade. (Raadpleeg Papier en enveloppen plaatsen op pagina 2-8.) Wanneer de Geheugen ontv. op dit moment Aan is ... gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen (als er genoeg geheugen beschikbaar is).
Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen, of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Alle partijen moeten hun faxmachines zo in te stellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu/Set, 2, 1, 7. 7.Ontvang Pollen 3 Druk op of om Beveilig te selecteren. Druk op Menu/Set. 4 Toets een viercijferige beveiligingscode in. Dit nummer moet hetzelfde zijn als de beveiligingscode van de faxmachine die u gaat pollen. 5 Druk op Menu/Set. 6 Toets het te pollen faxnummer in.
Opeenvolgend Pollen De machine ka in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In stap 5 specificeert u van welke nummers er documenten moeten worden opgevraagd. Na het pollen wordt een rapport afgedrukt. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu/Set, 2, 1, 7. 7.Ontvang Pollen 3 Druk op of om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren. Druk op Menu/Set wanneer de gewenste instelling op het LCD-scherm wordt weergegeven. 4 Als u Stand.
6 Het verzenden instellen Faxen U kunt faxen verzenden vanuit de ADF (Automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat. Faxmodus instellen (Fax) Voordat u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of groen oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax. (Fax) om de Nummers kiezen U kunt op drie manieren kiezen. Handmatig verzenden Toets alle nummers van het telefoon- of faxnummer in.
Snelkiezen Druk op Zoeken/Snelkiezen, #, en toets vervolgens de twee cijfers van het snelkiesnummer in. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-1.) tweecijferig nummer Wanneer het LCD-scherm Niet toegewezen weergeeft wanneer u het snelkiesnummer invoert, is er geen telefoonnummer opgeslagen onder dit nummer. Zoeken U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor snelkiesnummers zijn opgeslagen. Druk op Zoeken/Snelkiezen en de navigatietoetsen om te zoeken.
Faxen via de glasplaat U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. U kunt documenten van maximaal A4-formaat gebruiken. Druk op Stop/Eindigen om het opnemen te annuleren. 1 2 3 4 5 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Leg het document op de glasplaat. (Raadpleeg De glasplaat gebruiken op pagina 2-3.) Kies het faxnummer. Druk op Mono Start of Kleur Start. De machine begint de eerste pagina te scannen.
De melding Geheugen vol Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding Geheugen vol ziet, moet u op Stop/Eindigen drukken om de scan te stoppen. Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven tijdens het scannen van een volgende pagina, kunt u ofwel op Mono Start drukken om de gescande pagina's te zenden, of op Stop/Eindigen drukken om de handeling te annuleren. Als het geheugen vol is en u slechts één pagina verzendt, wordt deze direct verzonden.
Handmatig verzenden Als u handmatig documenten gaat verzenden, hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen. 1 2 3 4 5 6 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en wacht totdat u de kiestoon hoort. Kies op het externe toestel het faxnummer dat u wilt bellen. Wanneer u de faxtonen hoort, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Basishandelingen bij het verzenden Faxen met verscheidene instellingen verzenden Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen, pollen of directe verzendingen. 1 2 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax) en vervolgens op Menu/Set.
Faxresolutie U kunt de toets Fax Resolutie gebruiken om de instelling tijdelijk te veranderen (uitsluitend voor deze fax). Druk in de fax-modus op Fax Resolutie en of om de gewenste instelling te selecteren, en druk op Menu/Set. —OF— U kunt de standaard instelling wijzigen: 1 2 3 4 5 6 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Druk op Menu/Set, 2, 2, 2. 2.Faxresolutie Druk op of om de gewenste resolutie te selecteren.
Faxnummers automatisch of met de hand opnieuw kiezen Als u handmatig een fax verzendt en het nummer is in gesprek, kunt u op Herkies/Pauze drukken en vervolgens op Mono Start or Kleur Start om het nummer nogmaals te kiezen. Als u het laatst gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u tijd besparen door op Herkies/Pauze en Mono Start of Kleur Start te drukken. Herkies/Pauze werkt uitsluitend wanneer u vanaf het bedieningspaneel kiest.
Tweevoudige werking (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen inlezen, zelfs wanneer de machine een fax ontvangt, of vanuit het geheugen verzendt. Het LCD-venster toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen. De machine maakt doorgaans gebruik van de tweevoudige werking. Als u echter een kleurenfax verzendt, zal de machine het document direct verzenden (zelfs wanneer Direct Verzend op Uit staat).
4 5 6 7 Als u de standaardinstelling wilt wijzigen, drukt u op of om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op Menu/Set. Ga door naar stap 6. —OF— Als de instelling alleen geldt voor de volgende fax, drukt u op of om Alleen volg.fax te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op of om Volgende Fax:Aan te selecteren (of Volgende Fax:Uit). Druk op Menu/Set. Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het Verzendmenu weergegeven.
Een taak annuleren tijdens het scannen van het document of tijdens het kiezen of verzenden Als u een taak wilt annuleren terwijl deze in het geheugen wordt ingelezen, drukt u op Stop/Eindigen. Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine een nummer kiest of het document verzendt om de huidige taak te annuleren. Een taak in de wachtrij annuleren U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht, annuleren. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 2, 6. 6.Rest.
Geavanceerde verzendopties Groepsverzenden (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar verscheidene faxnummers. Met gebruik van de toets Menu/Set kunt u een fax naar groepsnummers, snelkiesnummers en maximaal 50 handmatig ingevoerde nummers sturen.
3 4 5 6 7 8 Voer het gewenste nummer in. U kunt een snelkiesnummer of een groepsnummer gebruiken, of u kunt het nummer zoeken of met de hand invoeren. (Bijvoorbeeld: groepsnummer) Wanneer de LCD het faxnummer of naam van de tegenpartij weergeeft, drukt u op Menu/Set. U wordt gevraagd het volgende nummer in te toetsen. Toets het volgende nummer in. (Bijvoorbeeld: snelkiesnummer) Wanneer de LCD het faxnummer of naam van de tegenpartij weergeeft, drukt u op Menu/Set. Toets nog een faxnummer in.
Uitgestelde verzendingen (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) U kunt 50 faxberichten maximaal 24 uur in het geheugen opslaan om deze later te verzenden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u in stap 4 specificeert. Druk op Menu/Set om deze instelling te accepteren, of toets een ander tijdstip in waarop de faxen moeten worden verzonden. 1 2 3 4 5 6 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.
Verzamelen (van uitgestelde batch-transmissies) (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de machine alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Als u Verzamelen activeert (AAN), worden alle faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, als een enkele transmissie verzonden. Zo wint u transmissietijd. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
Verzend Pollen instellen met beveiligingscode (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) Wanneer u Polling:Beveilig kiest, moet iedereen die de machine wenst te pollen, de beveiligingscode invoeren. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) 3 Druk op Menu/Set, 2, 2, 6. 4 Druk op of om Beveilig te selecteren. Druk op Menu/Set. 5 Toets een viercijferige code in. Druk op Menu/Set.
Verzendslot Met deze functie kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw faxmachine. Als het verzendslot is geactiveerd, zijn de meeste functies geblokkeerd. De volgende functies blijven echter wel beschikbaar. ■ Faxen ontvangen ■ De telefoon via een extern toestel aannemen en telefoongesprekken voeren ■ Uitgestelde verzendingen die reeds zijn geprogrammeerd* ■ Pollen* ■ Fax Doorzenden* ■ Opvragen vanaf een ander toestel * Mits ingesteld voordat het verzendslot werd geactiveerd.
Verzendslot gebruiken Voor het activeren en uitschakelen van het verzendslot is een wachtwoord nodig. Het verzendslot voor de eerste keer instellen 1 Druk op Menu/Set, 2, 0, 1. 1.Verzendslot 2 Toets een nieuw wachtwoord van Nieuw w.w.:XXXX vier cijfers in. 3 Druk op Menu/Set. Nogmaals:XXXX U wordt gevraagd het wachtwoord opnieuw in te voeren. 4 Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Menu/Set. 5 Druk op of om Verzendslot Aan te selecteren. 6 Druk op Menu/Set.
Het wachtwoord voor het verzendslot wijzigen 1 Druk op Menu/Set, 2, 0, 1. 1.Verzendslot 2 3 4 5 6 7 8 9 Druk op of om Wachtwoord te selecteren. Druk op Menu/Set. Huidig w.w.:XXXX U wordt gevraagd het oude wachtwoord in te voeren. Toets het huidige wachtwoord in. Druk op Menu/Set. Nieuw w.w.:XXXX Toets een nieuw wachtwoord van vier cijfers in. Druk op Menu/Set. Nogmaals:XXXX U wordt gevraagd het nieuwe wachtwoord nogmaals in te voeren. Toets het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op Menu/Set.
Het verzendslot uitschakelen 1 2 Als het verzendslot is geactiveerd, Wachtwoord:XXXX drukt u op Menu/Set. Voer een viercijferig wachtwoord in en druk op Menu/Set. Op het LCD-scherm wordt twee seconden lang de melding Geaccepteerd weergegeven. Na twee seconden verschijnt op het LCD-scherm weer de normale weergave. Het verzendslot is nu uitgeschakeld. Als u in stap 2 een verkeerd wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm de melding Fout wachtwoord weergegeven.
7 Snelkiesnummers en kiesopties Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt de machine op twee manieren laten snelkiezen: met snelkiesnummers en met groepsnummers voor het groepsverzenden van faxberichten. De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt. Snelkiesnummers opslaan U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts een paar toetsen kunnen worden gekozen (Zoeken/Snelkiezen, #, het tweecijferig nummer, en Mono Start of Kleur Start).
Snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd of u deze wilt wijzigen of de handeling wilt afsluiten. 1 Druk op 1 om het opgeslagen 1.Wijzig 2.Stop nummer te wijzigen. —OF— Druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen. Een opgeslagen nummer wijzigen.
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen door op slechts een paar toetsen te drukken (Zoeken/Snelkiezen, #, het tweecijferige nummer van de snelkieslocatie en Mono Start). Eerst moet elk faxnummer als een snelkiesnummer worden opgeslagen. Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een snelkieslocatie.
5 6 7 Druk op Menu/Set om de snelkiesnummers voor deze groep te accepteren. Gebruik de kiestoetsen en het Naam: schema op pagina 4-3 om een naam voor de groep in te voeren. Druk op Menu/Set. (Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.) Druk op Stop/Eindigen. U kunt een lijst van alle snelkiesnummers afdrukken. Groepsnummers staan in de kolom “GROEP”. (Raadpleeg Rapporten afdrukken op pagina 9-3.
Kiesopties U kunt op drie manieren kiezen. (Raadpleeg Nummers kiezen op pagina 6-1.) Toegangscodes en creditcardnummers Soms is het voordeliger om een andere serviceprovider te gebruiken voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcard opslaan als snelkiesnummers.
Pauze Druk op Herkies/Pauze om een pauze van 3,5 seconden tussen de cijfers van een nummer in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als nodig op Herkies/Pauze drukken om de pauze langer te maken. Faxnummer opnieuw kiezen Als u een fax verzendt en het nummer is in gesprek, kunt u op Herkies/Pauze drukken om het nummer nogmaals te kiezen. Wanneer u het laatst gekozen nummer opnieuw wilt bellen, kunt u om tijd te besparen op Herkies/Pauze drukken.
8 Opties voor afstandsbediening (niet beschikbaar voor kleurenfaxen) Fax Doorzenden Wanneer u Fax Doorzenden hebt gekozen, wordt Fax Opslaan automatisch ingesteld op Aan. Wanneer u Fax Doorzenden terugstelt op Uit, blijft Fax Opslaan op aan. Een nummer programmeren waarnaar faxberichten worden doorgestuurd Wanneer de functie Fax Doorzenden is ingesteld op Aan, worden inkomende faxberichten in het geheugen van de machine opgeslagen.
Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN als u uw faxberichten vanaf een ander toestel wilt opvragen met de functie Fax Doorzenden of met een van de functies voor het vanaf een ander toestel opvragen van uw faxberichten. (Raadpleeg Opdrachten voor afstandsbediening op pagina 8-5.) Wanneer er papier in de machine is geplaatst, wordt een reservekopie van iedere fax afgedrukt. Wanneer er een fax in het geheugen is opgeslagen, wordt dit op het LCD-scherm aangegeven. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 5, 2. 2.
De toegangscode instellen De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor het op een ander toestel opvragen van uw berichten, die u kunt gebruiken wanneer u zich niet bij de machine bevindt. U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een ander toestel toegang tot uw machine krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ). 1 2 Druk op Menu/Set, 2, 5, 3. 3.Afst.bediening Voer een code van 3 cijfers in met 0-9, of #. Druk op Menu/Set.
Opvragen vanaf een ander toestel Om uw faxen vanaf een andere plaats op te vragen, moet u de machine vanaf een toetstelefoon bellen, waarna u uw toegangscode moet invoeren en een aantal andere toetsen moet indrukken om uw faxen op te vragen. U kunt de de code voor activeren (zie laatste pagina) het best uitknippen en altijd bij u houden. De toegangscode gebruiken 1 2 3 4 5 6 Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het nummer van uw faxmachine.
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw faxmachine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Faxberichten opvragen 1 2 3 4 Kies het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u. Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 962 in. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door ## (maximaal 20 cijfers).
9 Rapporten afdrukken Instellingen en activiteiten U dient het verzendrapport en periode voor het journaal in te stellen via het menu. Druk op Menu/Set, 2, 4, 1. —OF— Druk op Menu/Set, 2, 4, 2. 1.Verzendrapp. 2.Journaal tijd Het verzendrapport aanpassen U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (OK).
De journaalperiode instellen U kunt de machine zodanig instellen, dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). Als u het interval op Uit zet, kunt u het rapport afdrukken via de procedure die op de volgende pagina wordt beschreven. De standaardinstelling is Na 50 faxen. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 2, 4, 2. 2.Journaal tijd Druk op of om een interval te selecteren. Druk op Menu/Set.
Rapporten afdrukken 1.Help Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de machine kunt programmeren. 2.Snel Kiezen Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 3.Fax Journaal In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzenden.) (RX betekent ontvangen.) 4.Verzendrapport Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie. 5.
10 Kopiëren De machine als een kopieerapparaat gebruiken U kunt de machine ook als kopieerapparaat gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken. Kopieermodus instellen (Kopie) groen Vóór u kopieën gaat maken, moet u nagaan of oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op (Kopie) om de Kopie-modus te selecteren. De standaardinstelling is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten wijzigen waarin de machine in de kopieermodus staat. (Raadpleeg De Mode Timer instellen op pagina 4-6.
Één kopie maken 1 2 3 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Druk op Mono Start of Kleur Start. Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen. Verscheidene kopieën sorteren 1 2 3 4 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Mono Start of Kleur Start.
De melding Geheugen vol Wanneer het geheugen tijdens het Geheugen vol kopiëren vol geraakt, vermeldt het LCD-display wat u moet doen. Wanneer het bericht Geheugen vol wordt weergegeven, drukt u op Stop/Eindigen om de handeling te annuleren of op Mono Start of Kleur Start om de gescande pagina’s te kopiëren. Voordat u verdergaat, moet u geheugen vrijmaken door een aantal in het geheugen opgeslagen taken te wissen. Als u meer geheugen wilt vrijmaken, kunt u Fax Opslaan uitschakelen.
De kopieertoetsen gebruiken (Tijdelijke instellingen) Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u de instellingen alleen voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken. Dit zijn tijdelijke instellingen en de machine schakelt 60 seconden na het kopiëren weer over naar de standaardinstellingen. Wanneer u deze tijdelijke instellingen opnieuw wilt gebruiken, plaatst u het volgende document binnen deze tijd in de automatische documentinvoer.
Vergroten/Verkleinen U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren. Automatisch stelt de machine zo in dat de afdruk altijd is aangepast aan het papierformaat. Met behulp van Custom kunt u een percentage tussen 25 % en 400 % selecteren. Druk op 100% Vergroot/Verklein 142%:A5→A4 198%:10x15 cm→A4 200% Custom(25-400%) 97%:LTR→A4 83%:LGL→A4 69%:A4→A5 50% 1 2 3 4 5 6 (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Druk op Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.
Kwaliteit Hiermee stelt u de kopieerkwaliteit in. De standaardinstelling is Normaal. Druk op Normaal Aanbevolen voor normale afdrukken. Goede kopieerkwaliteit met adequate kopieersnelheid. Snel Hoge kopieersnelheid en laagste inktverbruik. Gebruik FAST om tijd te besparen (documenten die u wilt proeflezen, grote documenten of een groot aantal kopieën). Fijn Gebruik deze stand voor het kopiëren van precieze beelden, zoals foto’s. BEST gebruikt de hoogste resolutie en de laagste snelheid. Kwaliteit.
Opties Gebruik de toets Opties als u de volgende instellingen uitsluitend voor de volgende kopie wilt wijzigen.
Type papier De instelling van de papiersoort kan desgewenst voor alleen de volgende kopie worden gewijzigd. Selecteer het type papier dat u gebruikt, teneinde de beste afdrukkwaliteit te realiseren. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Papiersoort te selecteren. Druk op Menu/Set.
Papierformaat De instelling van het papierformaat kan desgewenst voor alleen de volgende kopie worden gewijzigd. U kunt uitsluitend kopiëren op de volgende papierformaten: A4, A5 en Photo Card (10 (B) x 15 (H) cm). 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Papierformaat te selecteren. Druk op Menu/Set.
Helderheid U kunt de helderheid instellen om kopieën donkerder of lichter te maken. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Helderheid te selecteren. Druk op Menu/Set. + Druk op om een kopie lichter te maken. —OF— Druk op om een meer donkere kopie te maken. Druk op Menu/Set. Druk op Mono Start of Kleur Start.
Contrast U kunt het contrast wijzigen om een beeld er scherper en levendiger uit te laten zien. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Contrast te selecteren. Druk op Menu/Set. + Druk op om het contrast te verhogen. —OF— Druk op om het contrast te verlagen. Druk op Menu/Set. Druk op Mono Start of Kleur Start.
Kopieën sorteren bij gebruik van de automatische documentinvoer U kunt verscheidene kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 123, 123, 123, et cetera. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Stapel/Sorteer te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op of om Sorteren te selecteren. Druk op Menu/Set.
N op 1 kopie (pagina-indeling) U kunt papier besparen door twee of vier pagina's op één vel te kopiëren. Als u een poster wilt afdrukken, moet u de glasplaat gebruiken. 1 2 3 4 5 6 Druk op (Kopie) zodat deze toets groen oplicht. Het document laden. (Raadpleeg Documenten laden op pagina 2-1.) Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Opties en of om Pagina layout te selecteren. Druk op Menu/Set.
2 op 1 4 op 1 (P) (P) 4 op 1 (L) (L) Poster (3X3) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. Bij poster-kopieën kunt u niet meer dan één kopie te maken.
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen U kunt de standaard kopieerinstellingen wijzigen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Kopieerkwaliteit 1 2 3 Druk op Menu/Set, 3, 1. Druk op of om Norm, Fijn of Snel te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. 1.Kwaliteit Helderheid 1 2 3 Druk op Menu/Set, 3, 2. 2.Helderheid Druk op om een kopie lichter te maken. —OF— Druk op om een meer donkere kopie te maken. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen.
Kleur afstellen 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 3, 4. 4.Kleuren aanp. Druk op of om Rood, Groen of Blauw te selecteren. Druk op Menu/Set. Druk op om de kleurverzadiging te verhogen. —OF— Druk op om de kleurverzadiging te verlagen. Druk op Menu/Set. Herhaal stap 2 om de volgende kleur te selecteren. —OF— Druk op Stop/Eindigen.
Wettelijke beperkingen De kleurenreproductie van bepaalde documenten is verboden en kan ofwel strafrechtelijke of civielrechtelijke aansprakelijkheid als gevolg hebben. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij aan dat u de betreffende instanties in uw eigen land raadpleegt met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
11 Walk-Up PhotoCapture Center™ (uitsluitend MFC-3820CN) Inleiding Uw Brother-machine is voorzien van vier sleuven (slots) voor opslagmedia, in verband met gebruik van populaire digitale cameramedia: CompactFlash®, SmartMedia®, Memory Stick® en de SD (Secure Digital)-geheugenkaart.
Algemene procedure Ook wanneer de machine niet is aangesloten op de computer, kunt u een foto rechtstreeks afdrukken vanaf de media van de digitale camera. Dit is de algemene werkwijze van het rechtstreeks afdrukken. Lees dit hoofdstuk vanaf de volgende pagina voor nadere informatie. 1 Plaats de mediakaart goed in de sleuf. PhotoCapture verlichte toetsen. (Raadpleeg Aan de slag op pagina 11-3.) 2 Druk op PhotoCapture.
Aan de slag De machine heeft verschillende sleuven, voor een CompactFlash®-kaart, een SmartMedia®-kaart, Memory Stick® en SD-kaart. Gebruik uitsluitend Smart-mediakaarten met een spanning van 3,3 Volt. Steek de kaart goed in de daarvoor bestemde sleuf. SmartMedia® MemoryStick® SD-kaart CompactFlash® PhotoCapture verlichte toetsen: ■ PhotoCapture licht is AAN, de mediakaart is correct geplaatst. ■ PhotoCapture licht is UIT, de mediakaart is niet correct geplaatst.
Wanneer de machine de kaart leest of daarnaar schrijft (de PhotoCapture-toets knippert), mag u nooit de stekker uit het stopcontact halen of de mediakaart uit de sleuf verwijderen. Doet u dit toch, dan gaan de gegevens op de kaart verloren. De machine kan slechts één mediakaart tegelijk lezen, plaats daarom nooit meer dan één kaart. De instellingen die u met de kaart wilt gebruiken, worden bewaard totdat u de kaart uit de sleuf haalt, afbeeldingen afdrukt of op Stop/Eindigen drukt.
De index afdrukken (miniatuurbeelden) Het PhotoCapture Center™ wijst nummers aan de beelden toe (bijvoorbeeld nr.1, nr. 2, nr. 3, enz.). Het herkent geen andere nummers of bestandsnamen die door uw digitale camera of pc werden gebruikt om de beelden te identificeren. U kunt een pagina met miniatuurbeelden afdrukken (indexpagina met 6 of 4 beelden per regel). Hierop staan alle beelden van de mediakaart. 1 2 3 4 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op PhotoCapture. (Raadpleeg pagina 11-3.
Afbeeldingen afdrukken U dient eerst het nummer van een beeld te weten, pas dan kunt u het afdrukken. Druk eerst de index af. (Raadpleeg De index afdrukken (miniatuurbeelden) op pagina 11-5.) 1 2 3 Controleer of de mediakaart is geplaatst. Druk op PhotoCapture. (Raadpleeg pagina 11-3.) Druk op of om Print Images Print Images te selecteren. Druk op Menu/Set. Wanneer de mediakaart DPOF-informatie heeft, toont de LCD DPOF Print: Ja, ga naar DPOF-afdrukken op pagina 11-8. Toets met de kiestoetsen het No.
Type & formaat papier 5 Druk op of om het type papier te selecteren dat u gebruikt, (10x15cm Glossy, 13x18cm Glossy, A4 Glossy, A4 Plain, 10x15cm Inktjet of A4 Inktjet). Druk op Menu/Set. Als u A4 hebt geselecteerd, gaat u naar stap 6. Als u een ander formaat hebt geselecteerd, gaat u naar stap 7. —OF— Druk op Kleur Start om af te drukken zonder instellingen te wijzigen.
DPOF-afdrukken DPOF betekent Digital Print Order Format. Grote producenten van digitale camera’s (Canon Inc., Eastman Kodak Company, Fuji Photo Film Co. Ltd., Matsushita Electric Industrial Co. Ltd. en Sony Corporation.) hebben deze standaard gecreëerd om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen. Als uw digitale camera het DPOF afdrukken ondersteunt, kunt u de beelden en het aantal exemplaren dat u kunt afdrukken op het display van de digitale camera selecteren.
De standaardinstellingen wijzigen U kunt de instellingen voor de afdrukkwaliteit, het papier- en afdrukformaat, de helderheid, het contrast, de kleurverbetering en de triminstellingen instellen, zoals weergegeven in het onderstaande schema. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Druk op Menu/Set, 4, gevolgd door het nummer van de instelling die u wilt wijzigen. (Raadpleeg de informatie op de volgende pagina’s.) Afdrukkwaliteit 1 2 3 Druk op Menu/Set, 4, 1.
Helderheid 1 2 3 Druk op Menu/Set, 4, 3. 3.Helderheid Druk op om een lichtere afdruk te maken. —OF— Druk op om een meer donkere afdruk te maken. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. Contrast U kunt de contrastinstelling wijzigen. Met meer contrast ziet een beeld er scherper en levendiger uit. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 4, 4. 4.Contrast Druk op om het contrast te verhogen. —OF— Druk op om het contrast te verlagen. Druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen.
Kleurverbetering U kunt de functie voor kleurverbetering inschakelen om meer levendige afdrukken te maken. 1 2 Druk op Menu/Set, 4, 5. Druk op of om Aan te selecteren (of Uit). Druk op Menu/Set. 5.Kleur aanp. Als u Aan selecteert, kunt u de witbalans, scherpte en kleurdichtheid aanpassen. 3 4 5 Wanneer u Aan selecteerde, druk dan op of om Wit Balans te selecteren. Druk op Menu/Set. —OF— Om de witbalans over te slaan. Druk op of om Scherpte of Kleurdensiteit te selecteren.
■ Witbalans Deze instelling regelt de tint van de witte vlakken in een beeld. Verlichting, de instellingen van de camera en andere zaken bepalen de tint wit. De witte vlakken van een afbeelding kunnen er een beetje roze of geelachtig uitzien, of naar een andere kleur neigen. Met deze instelling kunt u dergelijke afwijkingen corrigeren en de witte vlakken weer zuiver wit maken. ■ Scherpte Deze instelling verbetert het detail van een beeld. Het lijkt op het scherp stellen van een camera.
Bijsnijden:Aan Bijsnijden:Uit Uitleg bij de foutmeldingen Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende fouten die kunnen optreden wanneer u met het PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Als er een foutmelding op het LCD-scherm wordt weergegeven, geeft de machine een piepje om u daarop te attenderen. Media fout—Deze melding verschijnt als u een mediakaart plaatst die defect of niet geformatteerd is, of als er iets niet in orde is met de mediasleuf.
PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken U kunt vanaf de pc toegang krijgen tot de mediakaart die in de mediasleuf van de machine is geplaatst. Raadpleeg PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken. (Raadpleeg PhotoCapture Center™ op uw PC gebruiken op pagina 7-1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM of PhotoCapture Center™ op een Macintosh® gebruiken (uitsluitend MFC-3320CN en MFC-3820CN) op pagina 9-24 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.
12 Belangrijke informatie Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Lees alle instructies door. Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven. Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens u het gaat reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van water.
11 12 13 14 Zorg dat de opening voor ontvangen faxberichten van de machine nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten. Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken. Trek de stekker uit de wandcontactdoos en raadpleeg een geautoriseerde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet. ■ Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is. ■ Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © Copyright 2003 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen. Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Computer Inc.
oplossen en 13 Problemen routineonderhoud Problemen oplossen Foutmeldingen Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kan het gebeuren dat u problemen krijgt met deze machine. In dergelijke gevallen kan de machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Cartridge nazien Een van de inktpatronen is niet goed geïnstalleerd.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Geheugen vol (Kan gebeuren wanneer de machine wordt gebruikt als een printer) U kunt geen gegevens in het geheugen opslaan. (Fax bezig met verzenden of kopiëren) Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de andere processen zijn afgewerkt en probeer opnieuw. —OF— Verwijder de gegevens in het geheugen. (Raadpleeg De melding Geheugen vol op pagina 10-3.) (Bezig met afdrukken) Verminder de printresolutie. Kap open Het scannerdeksel is niet goed gesloten.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN XXXX bijna op Een of meerdere inktpatronen zijn bijna leeg. Als er een kleurenfax binnenkomt, zal de machine de verzendende machine tijdens de "aansluitbevestiging" vragen om de fax in zwart-wit te versturen. Als de verzendende machine de fax kan converteren, wordt hij als een zwart-witfax in het geheugen opgeslagen. Bestel een nieuwe inktpatroon. XXXX inkt op Een of meer inktpatronen zijn leeg. De machine stopt alle afdrukbewerkingen.
Vastgelopen papier Verricht de volgende stappen wanneer het papier is vastgelopen in de machine. Het document is bovenaan de ADF vastgelopen. 1 2 3 Verwijder alle papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Open het ADF deksel. Trek het vastgelopen document er rechts uit. 4 5 Sluit het ADF-deksel. Druk op Stop/Exit. Het document is in de ADF vastgelopen. 1 2 3 Verwijder alle papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Til het documentdeksel op. Trek het vastgelopen document er rechts uit.
Papier vastgelopen in de machine Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. Het papier is in de voorzijde van de machine vastgelopen. Trek het vastgelopen papier naar u toe. Papier is vastgelopen in de papierlade. 1 Haal het papier dat niet is vastgelopen uit de papierlade.
2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de machine. Wanneer het vastgelopen papier zich moeilijk laat verwijderen, probeer het er dan uit te trekken met de papier-vrijgavehendel naar beneden. Papier-vrijgavehendel Papier is vastgelopen binnen de papierlade 1 Trek de papierlade uit de machine.
2 Trek het vastgelopen papier naar boven uit de machine. Vastgelopen papier Papier is vastgelopen binnen de machine. 1 2 Til het scannerdeksel op. Verwijder het vastgelopen papier. Scannerdeksel Wanneer het vastgelopen papier zich onder de printkop bevindt, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact halen, en vervolgens kunt u de printkop bewegen om het papier te verwijderen. 3 Sluit het scannerdeksel.
Als u problemen met de machine hebt Als u denkt dat uw faxen er niet goed uitzien of dat er problemen zijn met de faxmachine, raden wij u aan om eerst een kopie te maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de machine te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies. PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met het afdrukken of ontvangen van faxen Tekst staat te dicht op elkaar, en witte strepen op de pagina, of de boven- en onderkant van tekst ontbreekt.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de telefoonlijn of verbinding De machine neemt niet op wanneer ze gebeld wordt. Controleer of de machine in de juiste ontvangststand staat. (Raadpleeg Basishandelingen bij het ontvangen op pagina 5-1.) Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel indien mogelijk uw eigen machine om te zien wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de printer Er lopen horizontale strepen door de tekst of de grafische afbeeldingen. Reinig de printkop. (Raadpleeg De printkop reinigen op pagina 13-12.) Als u de printkoppen vijf keer hebt gereinigd en de kwaliteit niet is verbeterd, dient u contact op te nemen met Brother of met uw leverancier om een afspraak voor een servicebeurt te maken. Problemen met het scannen Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met het PhotoCapture Center™ (uitsluitend MFC-3820CN) Verwisselbare schijf werkt niet naar behoren. a) Hebt u de update voor Windows® 2000 geïnstalleerd? Indien niet, doe dan het volgende. 1. Koppel de USB-kabel los. 2. Installeer de update voor Windows® 2000. Raadpleeg de installatiehandleiding. Nadat de installatie is voltooid, wordt de PC automatisch opnieuw opgestart. 3. Wacht ongeveer 1 minuut nadat de PC opnieuw is gestart, en sluit daarna de USB-kabel aan.
De afdrukkwaliteit verbeteren De printkop reinigen Om een goede afdrukkwaliteit te garanderen, reinigt de machine regelmatig de printkop. U kunt het reinigingsproces wanneer nodig handmatig starten. Als er op de afgedrukte pagina’s een horizontale streep door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop en de inktpatronen te reinigen. U kunt twee kleuren tegelijk reinigen (zwart/cyaan, geel/magenta), of alle kleuren tegelijk. Bij het reinigen van de printkop wordt wat inkt verbruikt.
STAP A: kleur kwaliteit van kleurenblokken controleren Op het LCD-scherm wordt het volgende Is stap "A" OK? weergegeven. 1.Ja 2.Nee 4 5 6 7 8 Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op de testpagina. (zwart / cyaan / magenta / geel) Als alle lijnen duidelijk en zichtbaar zijn, drukt u op 1 (Ja) om naar STAP B te gaan —OF— Wanneer u ziet dat er korte strepen ontbreken (zoals hieronder weergegeven), drukt u op 2 (Nee).
STAP B: uitlijning controleren Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven. 9 10 11 12 13 Is stap "B" OK? 1.Ja 2.Nee Controleer de testafdrukken voor 600 dpi en 1200 dpi om te zien of nummer 5 het beste overeenkomt met nummer 0. Als nummer 5 voor zowel 600 dpi als 1200 dpi het beste overeenkomt met nummer 0, drukt u op 1 (Ja) om STAP B te voltooien. —OF— Wanneer een ander testafdruknummer beter overeenkomt met hetzij 600 dpi of 1200 dpi, drukt u op 2 (Nee) om het te selecteren.
Als er op de testpagina nog steeds inkt ontbreekt, moet u de reinigings- en testafdrukprocedures ten minste vijf keer herhalen. Als er na de vijfde keer nog steeds inkt ontbreekt, moet u de inktpatroon met de verstopte kleur vervangen. (Misschien heeft de inktpatroon meer dan zes maanden in de machine gezeten of is de uiterste gebruiksdatum die op de verpakking staat vermeld, verstreken. Het kan ook zijn dat de inkt vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
De machine inpakken en vervoeren Als u de machine gaat transporteren, moet u de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de machine niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. Voorzichtig Haal de stekker van het netsnoer van de machine pas uit het stopcontact nadat de afdruktaak is voltooid. 1 Verwijder om te beginnen alle inktpatronen en bevestig het witte transportdeksel. (Raadpleeg De inktpatronen vervangen op pagina 13-21.) Druk nu alle inktpatroondeksels naar beneden.
5 Bevestig de gele beschermbalk. Gele beschermbalk 6 7 Verwijder de papier- en de uitvoerlade. Verpak de machine in de plastic tas en doe deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal.
8 Verpak de afgedrukte materialen in de originele doos zoals hieronder aangegeven. Pak de gebruikte inktpatronen niet in de doos. 9 Sluit de doos.
Routineonderhoud De scanner reinigen Trek de stekker van de machine uit de wandcontactdoos, en open het documentdeksel. Reinig de glasplaat en de witte plaat met schoonmaakalcohol en een zachte, pluisvrije doek. Witte plaat Documentdeksel Open het documentdeksel. Reinig de witte plaat en de glazen strook onder de plaat met behulp van een pluisvrije doek met isopropylalcohol.
De machine-geleiderol reinigen Zorg er voor dat u de sterwielen voor papierdoorvoer, de platte kabel en de codeerfilm niet aanraakt. Haal het netsnoer van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol reinigt. Wanneer u de geleiderol van de machine wilt reinigen, veegt u deze af met een zachte, droge, pluisvrije doek.
De inktpatronen vervangen De machine is voorzien van een inktstippenteller die het inktpeil in elke patroon automatisch bewaakt. Als deze teller waarneemt dat een inktpatroon bijna leeg is, wordt de volgende melding op het LCD-scherm van de machine weergegeven. Het LCD-scherm geeft aan welke patronen (bijna) leeg zijn. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm, zodat u de patronen in de juiste volgorde vervangt.
5 6 Open de zak met de nieuwe inktpatroon voor de kleur die op het LCD-scherm wordt aangegeven, en haal de inktpatroon uit de zak. Houd de inktpatroon zoals weergegeven in de afbeelding, en trek vervolgens de afdichttape van de zijkant van de inktpatroon. Trek het tape voorzichtig van u vandaan. Trek het tape van u vandaan! Openmaken Verwijder de afdichttape voorzichtig om te voorkomen dat inkt wordt gemorst en uw handen en kleding vuil worden. 7 8 9 Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
10 Als de inktpatroon die u hebt geïnstalleerd niet nieuw was, moet u 2 selecteren. —OF— Druk voor elke nieuwe patroon op 1 op de kiestoetsen om de inktstippenteller voor de betreffende kleur automatisch terug te stellen. (De inktstippenteller zorgt ervoor dat de machine u waarschuwt wanneer een kleur op begint te raken.) De machine gaat nu reinigen en deze cyclus duurt ongeveer drie minuten voor iedere vervangen patroon. Het LCD-scherm afwisselend Reinigen en Wachten a.u.b..
■ De multifunctionele machines van Brother zijn ontworpen om te werken met inkt van een bepaalde specificatie en leveren optimale prestaties indien gebruikt met originele inktpatronen van Brother. Brother kan deze optimale prestaties niet garanderen indien inkt of inktpatronen van andere specificaties worden gebruikt. Het gebruik van patronen anders dan originele patronen van Brother en van patronen die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden.
V Verklarende woordenlijst ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Activeren via een ander toestel Hiermee kunt u een faxoproep die u op een extern of tweede toestel hebt aangenomen, overzetten naar de machine. Antwoordapparaat U kunt een extern toestel of een extern antwoordapparaat aansluiten op de afzonderlijke wandstekkerbus. Autom.
Communicatiefout (of COMM. FOUT) Een fout tijdens het verzenden of ontvangen van een faxbericht, doorgaans veroorzaakt door ruis of statische elektriciteit op de lijn. Compatibiliteitsgroep De mogelijkheid van een faxmachine om te communiceren met een andere faxmachine. Tussen de ITU-T groepen is compatibiliteit verzekerd. Contrast Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd.
Faxjournaal In het journaal staat informatie over de laatste 200 faxberichten die zijn ontvangen en verzonden. TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen. Faxtonen De tonen die tijdens faxtransmissies door de faxmachines worden uitgezonden. Fijne resolutie Dit is een resolutie van 203 x 196 dpi. Wordt gebruikt voor faxberichten met kleine lettertjes en afbeeldingen. Fotoresolutie Een resolutie die verschillende grijstinten gebruikt, zodat foto's optimaal worden gereproduceerd.
MFL-Pro Suite (uitsluitend MFC-3420C) Met deze software kun u de machine als een printer en een scanner gebruiken, en hij maakt PC fax (verzenden) mogelijk met behulp van de machine. MFL-Pro Suite (uitsluitend MFC-3820CN) Met deze software kun u de machine als een printer en een scanner gebruiken, en de machine gebruiken om te faxen via de PC. Naar een kaart scannen (uitsluitend MFC-3820CN) U kunt een document in zwart-wit of in kleur naar een mediakaart scannen. Zwart-witte beelden krijgen het .
Reserveafdruk De machine drukt een afschrift af van alle faxen die in het geheugen werden ontvangen. Dit is voor alle zekerheid, zodat u geen berichten verliest als de stroom zou uitvallen. Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Zie ook: Standaard, Fijn, Superfijn en Foto. Resterende taken U kunt controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren.
Tweede nummer Een betaald abonnement bij het telecommunicatiebedrijf dat u een ander telefoonnummer op een bestaande telefoonlijn geeft. De Brother machine gebruikt het nieuwe nummer om een specifieke faxlijn te simuleren. Tweede telefoontoestel Een telefoontoestel op dezelfde lijn en met hetzelfde telefoonnummer als deze machine, maar dat op een afzonderlijk contact is aangesloten.
S Specificaties Omschrijving van het product Algemeen 320 mm 8 MB (MFC-3420C) 16 MB (MFC-3820CN) Automatische Maximaal 20 pagina’s documentinvoer (ADF) Temperatuur: 20°C - 30°C Vochtigheid: 50% - 70% Papier: 80 g/m2 A4 formaat Papierlade 100 vel van 80 g/m2 Printertype InkJet Afdrukmethode Piëzo met 75 × 4 spuitmondjes LCD (Liquid Crystal 16 tekens × 1 regel Display) Stroombron 220-240 Volt 50/60 Hz Stroomverbruik (MFC-3420C) Minder dan 3,5 Watt Minimum 7 Wh of minder (25°C) Stand-by: Piekwaarde: 22 Wh
Gewicht Geluidsemissie Temperatuur: Vochtigheid 10 kg (MFC-3420C) 11 kg (MFC-3820CN) In bedrijf: 48 dB A of minder Stand-by: 35 dB A of minder In bedrijf: 10 - 35°C Beste afdrukkwaliteit: 20 - 33°C In bedrijf: 20 tot 80 % (niet condenserend) Beste afdrukkwaliteit: 20 tot 80% (niet condenserend) Afdrukmedia Papierinvoer Papierlade ■ Papiersoort: Normaal papier, gerecycled papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten* en enveloppen ■ Papierformaat: Letter, Legal, Executive, A4, A5,
Kopiëren Kleur/zwart Kleur/zwart Kopieersnelheid Mono Maximaal 12 pagina's per minuut (A4-papier) Kleur Maximaal 10 pagina's per minuut (A4-papier) Exclusief de tijd die het duurt om het papier in te voeren. Gebaseerd op het standaardpatroon van Brother.
Fax Compatibiliteit ITU-T Groep 3 Coderingsysteem MH/MR/MMR/JPEG Modemsnelheid Automatische fallback 14.400 bps: (MFC-3420C) 33.
Verzenden vanuit het geheugen Maximaal 200*1/170*2 pagina’s (MFC-3420C) Maximaal 480*1/400*2 pagina’s (MFC-3820CN) Ontvangst zonder papier (Geh.ontvangst) Maximaal 200*1/170*2 pagina’s (MFC-3420C) Maximaal 480*1/400*2 pagina’s (MFC-3820CN) *1 “Pagina’s” verwijst naar de “Brother Standard Chart No. 1” (een standaard zakelijke brief, standaardresolutie, MMR-code) Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Printer Printer-stuurprogramma (driver) Stuurprogramma voor Windows® 98 / 98SE / Me / 2000 Professional en XP, dat Brother Native Compression ondersteunt en bi-directioneel is Apple® Mac® QuickDraw® stuurprogramma Voor Mac OS® 8.6-9.2/Mac OS® X 10.1/10.2.
Vereisten voor de computer Minimale systeemvereisten Processor Minimum snelheid Minimum hoeveelheid RAM Aanbevolen hoeveelheid RAM Beschikbare ruimte op de harde schijf Stuurprogramma Toepassingssoftware*1 98, 98SE Pentium 75 MHz 24 MB 32 MB 100 MB Me Pentium 150 MHz 32 MB 64 MB 80 MB (MFC-3420C) 160 MB (MFC-3820CN) 2000 Professional Pentium 133 MHz 64 MB 128 MB XP*3 Pentium 233 MHz Mac OS® 8.6 - 9.
Verbruiksartikelen Inkt Zwarte en drie aparte kleureninktpatronen, los van de printkoppen. Gebruiksduur van inktpatroon Circa 500 pagina’s/zwarte patroon bij een bladvulling van 5 % en een resolutie 600 x 150 dpi (Snel). Circa 400 pagina’s/kleurenpatroon bij een bladvulling van 5 % en een resolutie 600 x 150 dpi (Snel).
Index A C Aansluiten extern ANTW.APP. ........ 1-10 extern toestel .................... 1-9 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ..................... 1-13 ADF (automatische documentinvoer) ........2-1, 6-2 ADF deksel ....................... 13-4 Afdrukken fax uit geheugen ...............5-6 gebied ..............................2-7 kwaliteit verbeteren ...... 13-12 problemen ...................... 13-8 rapport ..............................9-3 resolutie ............................S-6 specificaties ......
problemen ................... 13-8 van een tweede telefoontoestel ............. 5-7 verkleinen om op papier te passen .................... 5-6 verzenden ........................ 6-1 annuleren vanuit geheugen .................. 6-11 automatisch .................. 6-4 contrast ......................... 6-6 Direct verzenden ........... 6-9 faxmodus instellen ........ 6-1 Groepsverzenden ....... 6-12 handmatig ..................... 6-5 internationaal .............. 6-13 kleurenfax .....................
K M Kiezen automatisch verzenden ....6-4 een pauze ........................ 7-6 faxnummer automatisch opnieuw kiezen ...............6-8 Groepen ......................... 6-12 handmatig ........................ 6-1 Snelkiezen ........................ 6-2 toegangscodes en creditcardnummers ......... 7-5 Zoeken ............................. 6-2 Kleur verbeteren PhotoCapture Center™ ....11-11 Kopiëren contrast ........................ 10-15 één kopie ........................10-2 Geheugen vol .................
als u problemen hebt faxen afdrukken of ontvangen ................. 13-8 faxen verzenden ......... 13-9 inkomende telefoontjes ................ 13-9 problemen met de printer ...................... 13-10 problemen met de telefoonlijn ................. 13-9 foutmeldingen op het LCD-scherm ................. 13-1 inktvolume controleren ................. 13-15 vastgelopen origineel ..... 13-4 vastgelopen papier ........ 13-5 R Rapporten ........................... 9-1 afdrukken .........................
U Uitgestelde fax .................. 6-14 V Vastlopen origineel .......................... 13-4 papier ............................. 13-4 Veiligheidsmaatregelen ....IV, 12-2 Verbruiksartikelen ...............S-8 Verkleinen kopieën ........................... 10-5 verkleinen lange faxen ....................... 5-6 Verzamelen (van uitgestelde batchtransmissies) .......... 6-15 Verzendslot ..............6-17, 6-18 Volume, instellen ................. 4-8 bel ....................................
Druk op 9 0. AFSTANDSBEDIENING AFSLUITEN Druk op 9 8 dan voor Telefoon/Beantw., druk op 1. Fax/Tel, druk op 2. Alleen Fax, druk op 3. DE ONTVANGSTSTAND WIJZIGEN een lange toon: faxberichten drie korte tonen: geen faxberichten Druk op 9 7 1 CONTROLEER DE ONTVANGSTSTATUS 4 1 De toegangscode voor afstandsbediening gebruiken 1 Kies op een toetstelefoon of op een faxmachine het nummer van uw faxmachine.
De toegangscode voor afstandsbediening veranderen Wanneer u de machine gebruikt: Toets een driecijferig nummer in (000-999). 1 druk op Menu/Set, 2, 5, 3. 2 Het kan niet worden gewijzigd. 3 Druk op Menu/Set. 4 Druk op Stop/Eindigen. Opdrachten voor afstandsbediening INSTELLING VOOR FAX DOORZENDEN VERANDEREN Druk op 9 5. en vervolgens op Zet functie UIT, druk op 1. ”Fax doorzenden” selecteren, druk op 2. 2 Programma Fax doorzenden nummer, druk op 4.
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.