Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De netwerkprinter configureren
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- 3 Instellen via het bedieningspaneel
- 4 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®)
- 5 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP
- 6 In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh®
- 7 Problemen oplossen
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS 1 gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver)
- Specificaties van multifunctionele afdrukserver
- Functietabel en standaardinstellingen
- Index
Problemen oplossen
39
7
Problemen met afdrukken 7
De taak wordt niet afgedrukt 7
Controleer de status en configuratie van de afdrukserver. Controleer het volgende:
a Controleer dat de machine aanstaat, on line is en klaar staat om af te drukken. Druk de
netwerkconfiguratielijst af en controleer dat instellingen als het IP-adres geschikt zijn voor uw netwerk.
Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 25 voor informatie over het op de
afdrukserver afdrukken van de netwerkconfiguratielijst.
b Het probleem wordt mogelijk veroorzaakt door verkeerde of dubbele IP-adressen. Controleer dat het IP-
adres op juiste wijze in de afdrukserver is geladen. Controleer tevens dat dit IP-adres niet door andere
knooppunten op het netwerk wordt gebruikt.
c Controleer als volgt of de afdrukserver op uw netwerk wordt herkend:
Voor Windows
®
1 Ping de afdrukserver via de opdrachtregel van het hostbesturingssysteem met de volgende
opdracht:
ping ipadres
waar ipadres het IP-adres van de afdrukserver is (nadat het IP-adres is ingesteld kan het soms
twee minuten duren voordat de afdrukserver zijn IP-adres heeft geladen).
Voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
1 Selecteer Programma’s in het menu Ga.
2 Open de map Utilities.
3 Dubbelklik op het pictogram van het hulpprogramma Printerconfiguratie. (Bij gebruik van Mac
OS
®
X 10.2.x klikt u op het Print Center.
4 Klik op Voeg toe.