MFC-590 GEBRUIKERSHANDLEIDING
DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
II
EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Industries (Johor) Sdn. Bhd., IT Factory No.
Over deze handleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van een Multi-Function Center (MFC) van Brother. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat. Het apparaat is tevens voorzien van een Rapport toets.
Gebruikersvriendelijk programmeren We hebben in uw Multi-Function Center een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. (Zie Over deze handleiding, pagina IV.) Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden.
Inhoudsopgave Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren Inhoudsopgave ...............................................................................VI VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing....... 5 Overzicht van het bedieningspaneel .............................................. 10 Menumodus & Menuselectietabel .................................................
GEAVANCEERD GEBRUIK Hoofdstuk 6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik......................................................................37 Hoofdstuk 7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel ................................42 Hoofdstuk 8 Pollen Ontvang Pollen...............................................................................44 Verzend Pollen (Niet beschikbaar voor kleurenfax)................................................
Hoofdstuk 13 Het Brother Control Center voor Windows® gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Brother Control Center .................................................................. 74 De scantoets gebruiken met een Windows-pc ............................... 75 Kenmerken van Brother Control Center ........................................ 77 Naar bestand scannen..................................................................... 80 Naar E-mail scannen ..................................................
BELANGRIJKE INFORMATIE Hoofdstuk 18 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies ................................................140 BELANGRIJK VOOR UW VEILIGHEID .................................141 APPENDIX Hoofdstuk 19 Specificaties Faxspecificaties ............................................................................142 Printerspecificaties .......................................................................143 Samenstelling en publicatie..............................
Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine. Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie (pagina 140), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 5). Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
3 4 Schud de stapel papier los en klop hem op het bureau tot dit een gelijkmatige stapel is geworden. Plaats de documenten met de bedrukte zijde naar boven en de bovenste rand eerst, in de automatische documenteninvoer tot ze licht de invoerrol raken. Stel de papiergeleiders Documenten liggen met de bedrukte zijde naar boven in de automatische af op de breedte van de documenteninvoer documenten.
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om per keer een pagina of de bladzijden van een boek te faxen. De documenten kunnen van A4- of letter-formaat zijn (21.6 cm t/m 29.6 cm). Als u documenten wilt scannen via de glasplaat, moet de automatische documenteninvoer leeg zijn. Documenten liggen met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat 1 Til het documentdeksel op.
4 Faxen verzenden via de glasplaat 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Voer het faxnummer in en druk op Mono Fax Start. De machine begint de eerste pagina te scannen. 3 Als u slechts één pagina verzendt, gaat u naar stap 5 —of—ga naar stap 4 als u meerdere pagina’s verzendt. GEHEUG. #001 99% VOLGEND:DRUK SET KIES:DRUK START 4 Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk op Menu/Set. De machine begint de pagina te scannen.
Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10°C en 35°C (50° – 95°F). Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten. Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
■ Als u een inktcartridge op de verkeerde plaats installeert, dient u de printkoppen diverse keren te reinigen nadat u de cartridge op de juiste plaats hebt gezet en voordat u gaat afdrukken, anders worden de kleuren gemengd. ■ Zodra een inktcartridge geopend is, moet hij in de machine geïnstalleerd worden en binnen zes maanden na de installatie worden opgebruikt. Gebruik ongeopende inktcartridges voor de vervaldatum die op de doos is vermeld.
Aansluiting van een extern antwoordapparaat (TAD) Als u een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat. De machine “luistert” naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine het gesprek over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine het gesprek over aan het antwoordapparaat en kan er op normale wijze een bericht worden ingesproken.
Aansluitingen 1 Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. 2 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De machine’s Ring Delay instelling is niet van toepassing). 3 4 5 Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina). Activeer het antwoordapparaat. Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP..
3 Een extern of tweede toestel aansluiten U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld. Extern toestel Tweede toestel Extern toestel Extern toestel Tweede toestel Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
Overzicht van het bedieningspaneel 1 2 3 4 5 6 7 1 Fax- en telefoontoetsen: Fax Resolutie (alleen voor de volgende fax) Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen. Telefoon/Intern Als u in de stand F/T het dubbele belsignaal hoort en u het telefoontje op een extern toestel hebt aangenomen, kunt u na een druk op deze toets met de persoon aan de andere kant van de lijn spreken.
8 Navigatietoetsen: 0 Scan naar of Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren. U kunt deze toets tevens gebruiken om op alfabetische volgorde te bladeren door de namen die bij de nummers in het geheugen zijn opgeslagen. of Druk op deze toets om door de menu’s en opties te bladeren. Druk op deze toets om het volume van de bel of de luidspreker af te stellen. 9 Indicatielampjes voor kwaliteit van kopieën Deze lampjes tonen de kwaliteit van de kopieën die u heeft gekozen.
Menumodus & Menuselectietabel - Menu openen - Naar volgende menuniveau - Optie accepteren - Door huidige menuniveau bladeren - Terug naar vorige menuniveau - Verder naar volgende menuniveau - Menu afsluiten U opent de programmeerstand door te drukken op Menu/Set. Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft het LCDKIES & SET scherm in eerste instantie het volgende weer: Druk op 1 voor het algemene instelmenu 1.STAND.INSTELL. —of— 2.FAX Druk op 2 voor het faxmenu 3.KOPIE —of— 4.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 1. STAND.INSTELL. 1. PAPIER SOORT NORMAAL INKJET GLOSSY (4-KLEUR/ 3-KLEUR) TRANSP. — 2. DATUM/TIJD — 4. VOLUME 1. BELVOLUME 2. WAARSCH. TOON 5. PBX — 18 — Voer de naam en het faxnummer in die boven aan elke faxpagina moeten worden afgedrukt. 19 UIT HOOG LAAG Hiermee stelt u het volume van de bel af. UIT HOOG LAAG Hiermee stelt u het volume van de waarschuwingstoon af.
Om een menu te openen drukt u op Om een menu af te sluiten drukt u op Hoofdmenu Submenu Menu/Set. Stop/Eindigen. Opties Menuopties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX 1. ONTVANGST MENU 1. BEL VERTRAGING 06 05 04 03 02 Aantal keren dat de bel van de machine in de stand Fax/Tel of Fax overgaat voordat wordt opgenomen. ALLEEN FAX FAX/TEL ANT:ANTWOORDAPP. HANDMATIG Kies de stand die het beste aan uw behoeften voldoet. 3.
Om een menu te openen drukt u op Hoofdmenu Submenu Stop/Eindigen. Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX (vervolg) 2. VERZEND MENU 1. CONTRAST 2. FAX RESOLUTIE AUTO LICHT DONKER Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. STAND. FIJN S.FIJN FOTO Hiermee wijzigt u de standaardinstelling van de faxresolutie. 3. TIJDKLOK — 4. VERZAMELEN 3.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Stop/Eindigen. Om een menu af te sluiten drukt u op Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX (vervolg) 4. RAPPORT INST. 5. AFSTAND OPTIES 1. VERZ. RAPPORT AAN AAN+BEELD UIT UIT+BEELD 2. JOURNAAL PER. UIT 7/4/2 dagen 24/12/6/3/1 uur 1. FAX DOORZEND AAN UIT Hiermee stelt u de machine in op het naar een ander nummer doorsturen van faxen. 47 2.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Hoofdmenu Submenu Opties Menuopties Omschrijving Pagina om te accepteren 3. KOPIE 1. KWALITEIT — 2. KLEUREN AANP. 1. ROOD 2. GROEN 3. BLAUW 3. CONTRAST — NORM FIJN SNEL Hiermee stelt u de kwaliteit van de kopie af. R:– R:– R:– R:– R:– + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Rood in kopieën af. 59 G:– G:– G:– G:– G:– + + + + + Hiermee stelt u de hoeveelheid Groen in kopieën af.
1 Installatie Eerste instellingen Papiersoort instellen Voor de beste resultaten moet u dezelfde papiersoort selecteren als u gebruikt. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 1, 1. Druk op of om NORMAAL, INKJET, GLOSSY of TRANSP. (TRANSPARENTEN) te kiezen en en vervolgens op Menu/Set. Wanneer u GLOSSY, druk op of om GLANZEND:4-KLEUR of GLANZEND:3-KLEUR en druk vervolgens op Menu/Set. De afdrukkwaliteit van zwarte inkt varieert afhankelijk van het soort glanzend papier dat u gebruikt.
De stations-ID instellen 1 2 3 Druk op Menu/Set, 1, 3. 4 5 Druk op Menu/Set. Voer uw faxnummer in (maximaal 20 cijfers) en druk op Menu/Set. Raadpleeg het schema voor het invoeren van tekst en voer met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 tekens). Als u een spatie wilt invoeren, drukt u tweemaal op . Druk op Stop/Eindigen. ■ Voor nadere informatie over het invoeren van uw naam, zie Tekst invoeren, pagina 149. ■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden ingevoerd.
Aangepaste instellingen Volume-instellingen Volume van bel U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst zelfs worden uitgezet. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 1, 4, 1. Druk op of om UIT, LAAG of HOOG te selecteren. Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Eindigen. —of— U kunt het volume van de bel van de faxmachine instellen wanneer de machine inactief is. De bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld (UIT).
PBX instellen Als uw faxmachine is aangesloten op een centrale, moet PBX:AAN worden geselecteerd. Is dit niet het geval, dan moet deze functie uitstaan (UIT). 1 2 3 Druk op Menu/Set, 1, 5. Druk op of om AAN of UIT te selecteren en druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Eindigen. Zomertijd/wintertijd instellen Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug. 1 Druk op Menu/Set, 1, 6. Het LCD-scherm geeft het volgende weer.
Stroombespaarstand Als u de stroombespaarstand activeert, wordt energie bespaard doordat de CPU binnen in de machine wordt uitgeschakeld. Als u deze stand activeert (AAN), schakelt de machine als zij een tijd lang niet gebruikt is en de scannerlamp is gedoofd, automatisch over naar de energiebesparende stroombespaarstand. In deze stand kunt u de functie Fax Waarnemen echter niet gebruiken en kan de machine evenmin vanaf een andere locatie worden geactiveerd.
5 Druk op Menu/Set. Ga terug naar stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan —of—druk op Stop/Eindigen. Als u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die u bij dat nummer hebt opgeslagen. Als u geen naam hebt opgeslagen, wordt het nummer dat u hebt opgeslagen weergegeven. Snelkiesnummers wijzigen 1 Druk op Menu/Set, 2, 3, 1. U wordt gevraagd een locatie in te voeren.
2 Een fax verzenden Het scannen afstellen Contrast Als uw document erg licht of donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Gebruik LICHT voor het verzenden van een erg licht document. Gebruik DONKER voor een erg donker document. Dit is een tijdelijke instelling die alleen voor het huidige document geldt., nadat de fax is verzonden wordt het contrast automatisch teruggesteld op AUTO (geschikt voor de meeste documenten).
Een nummer kiezen Snelkiezen Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Druk op Zoeken/Snelkiezen en vervolgens op # gevolgd door de tweecijferige code van het gewenste snelkiesnummer. 3 Druk op Mono Fax Start. Telefoonindex U kunt zoeken naar namen die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. (Zie Snelkiesnummers opslaan, pagina 22.
Faxnummers met de hand of automatisch opnieuw kiezen Als u handmatig een fax verzendt (met een extern toestel) en de lijn bezet is, kunt u op Herkies/Pauze en vervolgens op Mono Fax Start drukken om opnieuw te proberen. Telkens als u het laatst gekozen nummer opnieuw wilt kiezen, druk u op Herkies/Pauze en vervolgens op Mono Fax Start.
Kleurenfax verzenden Met uw Multi-Function Center kunt u een kleurenfax verzenden. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Voer het faxnummer in met gebruik van de kiestoetsen, Snelkiezen of Zoeken. Druk op Kleuren Fax Start.
Direct (ofwel real-time) verzenden Wanneer u een fax verstuurt zal de machine de documenten in het geheugen scannen voordat ze verstuurd worden. De machine zal, zodra de telefoonlijn vrij is, het nummer kiezen en de fax verzenden. Wanneer het geheugen vol raakt, zal de machine het document direct (ofwel in real time) verzenden (zelfs wanneer DIRECT VERZ. op UIT is ingesteld). Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden.
3 Faxen ontvangen Ontvangststand: instellingen De ontvangststand selecteren Wanneer moet u deze stand gebruiken 1. ALLEEN FAX Gebruik deze functie als u alleen faxberichten wilt ontvangen (geen telefoontjes). De machine moet op een aparte lijn zijn aangesloten. De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. U kunt geen normale telefoontjes ontvangen, maar u kunt wel opbellen. (Deze stand wordt aangeraden als uw faxmachine op een aparte lijn is aangesloten.) 2.
De ontvangststand kiezen en wijzigen 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 1, 2. Druk op of om ALLEEN FAX, FAX/TEL, ANT:ANTWOORDAPP. of HANDMATIG te selecteren en druk vervolgens op Menu/Set. ALLEEN FAX Druk op Stop/Eindigen. Het LCD-scherm toont weer de datum en de tijd, samen met de nieuwe instelling voor de ontvangststand. ANT:ANTWOORDAPP.
Fax Waarnemen (met een extern of een tweede toestel) 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 1, 4. Druk op of om AAN (of UIT) te selecteren en druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. Faxen ontvangen Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining) Als u AAN selecteert, zal de machine het inkomende document automatisch verkleinen tot het op een A4-vel past, ongeacht de grootte van het originele document. 1 Druk op Menu/Set, 2, 1, 6. Het LCD-scherm geeft het volgende weer.
Ontvangen in het geheugen (Niet beschikbaar voor het ontvangen van kleurenfaxen) Als het papier in de multifunctionele papierinvoer op raakt tijdens het ontvangen van een faxbericht, dan wordt op het LCD-scherm de melding “KIJK PAPIER NA” weergegeven en moet u meer papier in de multifunctionele papierinvoer plaatsen. (Zie INSTALLATIEHANDLEIDING.) Als de GEH.
4 Gebruik als telefoon Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon Als u een extern toestel op de machine aansluit, kunt u de normale kiestoetsen en de snelkiestoetsen van de machine gebruiken om een telefoonnummer te kiezen. NORMAAL GEBRUIK U kunt ook combinatienummers of de pauzefunctie gebruiken. (Zie Combinatienummers, pagina 25 en Pauze, pagina 26.) Met de hand kiezen Om een nummer met de hand te kiezen, toetst u gewoon het telefoonnummer in. 1 2 Neem de hoorn van de externe telefoon op.
Toon/Puls Als u uw faxmachine hebt ingesteld op het kiezen m.b.v. pulsen maar u toonsignalen moet uitzenden (bijv. voor telefonisch bankieren), volgt u onderstaande procedure. Als u de normale toetswerking gebruikt, worden er altijd toonsignalen uitgezonden en kunt u deze instructies negeren. 1 2 3 Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en kies het nummer. Druk op het bedieningspaneel van de machine op # als u wordt gevraagd een nummer in te voeren.
5 Rapporten afdrukken Het verzendrapport en het journaal instellen Het verzendrapport aanpassen Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden en of de transmissie foutloos is verlopen. Als deze functie UIT staat, wordt het rapport alleen automatisch afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie.
De toets Rapport Er zijn zes rapporten beschikbaar. 1.HELP Een lijst van de belangrijkste handelingen en functies. 2.KIESLIJST Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 3.JOURNAAL In deze lijst staat informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. TX betekent verzonden; RX betekent ontvangen. 4.VERZENDRAPPORT Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie. 5.SYSTEEM INST.
6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik Internationale gesprekken Soms kunnen er problemen optreden bij het verzenden van faxberichten naar het buitenland. Deze functie levert een oplossing voor dit probleem. De functie wordt automatisch afgesloten nadat het faxbericht is verzonden. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 2, 7.
Groepsverzenden (Niet beschikbaar voor kleurenfax) Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar meerdere faxnummers. Met gebruik van de toets Menu/Set kan een faxbericht worden gestuurd aan maximaal 100 snelkiesnummers en aan maximaal 50 handmatig ingevoerde nummers (dus maximaal 150 locaties, mits er geen locaties zijn gebruikt voor groepsnummers, toegangscodes of creditcard nummers).
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen door op vijf toetsen te drukken (Zoeken/Snelkiezen, #, plus de tweecijferige locatie van het snelkiesnummer gevolgd door Mono Fax Start). Eerst, moet elk faxnummer als een snelkiesnummer worden opgeslagen. (Zie Snelkiesnummers opslaan, pagina 22.) Daarna, combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een snelkieslocatie.
Beveiligd Geheugen Met deze functie kunt u voorkomen dat onbevoegden toegang krijgen tot uw faxmachine. Als deze functie is geactiveerd, zijn de meeste functies geblokkeerd. De volgende functies blijven echter wel beschikbaar. ■ Ontvangen van faxen ■ Beantwoorden & telefoongesprekken maken met een externe telefoon ■ Uitgestelde verzendingen die reeds zijn geprogrammeerd* ■ Pollen* ■ Fax Doorzenden* ■ Opvragen Op Afstand * Mits ingesteld voordat Beveiligd Geheugen werd geactiveerd.
Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen wijzigen 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 0, 1. 4 5 6 7 Voer het huidige wachtwoord in. of om WACHTWOORD te selecteren. Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het oude wachtwoord in te voeren. Druk op Menu/Set. HUIDIG W.W.:XXXX NIEUW W.W.:XXXX Voer een nieuw wachtwoord van vier cijfers in. Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het nieuwe wachtwoord nogmaals in te voeren. NOGMAALS:XXXX Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Menu/Set.
7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel Een extern toestel is een telefoon die op uw faxmachine is aangesloten (op de EXT-ingang van de faxmachine of op de stekker in het telefoonstopcontact). Een tweede toestel is een telefoon die op hetzelfde nummer is aangesloten als uw faxmachine, maar de stekker ervan is in een ander telefoonstopcontact gestoken.
De code voor het op afstand activeren inschakelen en de codes voor afstandsbediening wijzingen Het is mogelijk dat de codes voor het op afstand activeren en/of uitschakelen op bepaalde telefoonsystemen niet werken. De code voor het activeren is in de fabriek ingesteld op 5 1 en die voor het op afstand uitschakelen op # 5 1.
8 Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Allereerst moeten beide partijen hun faxmachines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen U kunt uw machine zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 2, 1, 8. 5 Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het faxnummer dat u wilt pollen in te voeren en dan om Mono Fax Start in te drukken. 6 Voer het gewenste faxnummer in en druk op Mono Fax Start. De faxmachine begint op het door u gespecificeerde tijdstip met het pollen. Druk op of om TIJDKLOK te selecteren en druk op Menu/Set.
Verzend Pollen (Niet beschikbaar voor kleurenfax) Verzend Pollen betekent dat uw faxmachine met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen. Het document wordt opgeslagen en kan vanaf een andere faxmachine worden opgevraagd totdat u het met de functie voor het annuleren van een taak uit het geheugen wist. (Zie Een taak in de wachtrij controleren en annuleren, pagina 39.
9 Opties voor afstandsbediening (Niet beschikbaar voor kleurenfax) Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN, als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken. Het LCD-scherm zal aangegeven wanneer een fax in het geheugen is opgeslagen. Fax opslaan werkt uitsluitend met een faxbericht in zwart-wit. U kunt geen kleurenfaxen ontvangen met de functie Fax Opslaan AAN. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 5, 2.
U kunt uw machine ook vanaf een externe locatie bellen om deze functie te activeren of om het nummer te wijzigen waarnaar faxen worden doorgestuurd. (Zie Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd, pagina 50.) De code voor toegang op afstand wijzigen Zodra de faxmachine opneemt, voert u uw code voor toegang op afstand in. U kunt uw machine dan op afstand bedienen. Deze code voor toegang op afstand is in de fabriek ingesteld op 1 5 9 , maar indien gewenst kunt u deze code wijzigen.
Afstandsbedieningsopdrachten U kunt uw faxmachine bedienen met behulp van onderstaande opdrachten voor afstandsbediening. Wanneer u uw faxmachine opbelt en de code voor toegang op afstand (1 5 9 ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Faxberichten opvragen 1 2 Kies het nummer van uw faxmachine. 3 4 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 2 in. Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is 1 5 9 ). Toets met de kiestoetsen het nummer in van de externe faxmachine waarnaar de faxberichten moeten worden afgedrukt (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
10 Kopiëren Basisbewerkingen Met het Multi-Function Center kunt u kopieën en transparanten van hoge kwaliteit maken. Kopieën kunnen in zwart-wit of in full colour worden geproduceerd. Controleer voordat u gaat kopiëren dat er papier in de multifunctionele papierinvoer zit. Kopieertoetsen Het papier mag tijdens het kopiëren nooit uit de machine worden getrokken. ■ Als de machine bezig is met kopiëren kunnen er geen inkomende faxen op papier of in het geheugen worden ontvangen.
Meerdere kopieën maken (via de glasplaat) Als u meerdere kopieën wilt sorteren, gebruik dan de automatische documenteninvoer. 1 Til het documentdeksel op. Documentdeksel Witte plaat Scannerglasplaat 2 Gebruik de documentgeleiders links op de glasplaat om het document gecentreerd en met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat te plaatsen. 3 4 Sluit het documentdeksel. 5 6 Druk op Mono Kopie of Kleuren Kopie. De machine begint nu het document te scannen.
Geheugen vol Als het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, verschijnt op het LCD-scherm de volgende melding: GEHEUGEN VOL Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de eerste pagina die u wilt kopiëren, drukt u op Stop/Eindigen om de handeling te annuleren.
Gebruik van de Kwaliteits-toets De Kwaliteit toets verandert de instellingen voor de kopiekwaliteit (NORM, FIJN of SNEL). Druk continu op Kwaliteit of druk op ziet veranderen. Druk op Kwaliteit en of nadat Kwaliteit is ingedrukt tot u de lampjes NORM Aanbevolen modus voor gewone afdrukken. Goede kopiekwaliteit met adequate kopiesnelheid. FIJN Gebruik deze modus om precisiebeelden zoals foto’s te kopiëren. FIJN gebruikt de hoogste resolutie en de langzaamste snelheid.
4 Druk op of om een vergrotings- of verkleiningsprecentage te kiezen. U kunt verkleinen tot 94%, 78%, 50% of 25% van de originele afmeting. —of— U kunt vergroten tot 104%, 150%, 200% of 400%. —of— U kunt HANDM. selecteren en op Menu/Set, waarna u met de kiestoetsen een vergrotings- of verkleiningspercentage invoert tussen 25% en 400%. Druk bijvoorbeeld op 5, 3 om 53% in te voeren. 5 6 Druk op Menu/Set. Druk op Mono Kopie of Kleuren Kopie—of—Druk op instellingen wilt maken.
5 Wanneer u GLOSSY, druk op Menu/Set. of om 4-KLEUR of 3-KLEUR en druk vervolgens op De afdrukkwaliteit van zwarte inkt varieert afhankelijk van het soort glanzend papier dat u gebruikt. Er wordt zwarte inkt gebruikt wanneer u 4-KLEUR. Wanneer het glanzend papier dat u gebruikt de zwarte inkt afstoot, kies dan 3-KLEUR, wat zwarte inkt simuleert door de drie inktkleuren te combineren. 6 Druk op Mono Kopie of Kleuren Kopie—of—Druk op instellingen wilt maken.
Speciale kopieeropties (via de glasplaat) U kunt papier besparen door twee of vier pagina’s op één vel te kopiëren. Het is ook mogelijk om een kopie van posterformaat te maken. 1 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 3 Druk op Druk op Opties en Menu/Set. of of om SPECIALE OPTIE te selecteren en druk vervolgens op om 2IN1, 4IN1, POSTER of UIT te selecteren en druk op Menu/Set.
Poster U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. ■ Het posterformaat kan alleen worden gebruikt als u via de glasplaat kopieert. Dit is niet mogelijk met de automatische documenteninvoer. ■ Poster is niet beschikbaar voor meerdere kopieën. ■ Speciale kopieeropties (2in1, 4in1 of Poster) zijn niet beschikbaar voor Vergroot/Verklein. ■ 2in1 of 4in1 kopieën in kleur zijn niet beschikbaar voor meerdere kopieën.
Veranderen van standaardinstelling van kopieën Druk op Menu/Set 3 om de standaardinstellingen voor de Kopiemodus te veranderen. Deze instellingen zullen ingesteld blijven tot u ze weer verandert door op Menu/Set. Stel de kleuren af met gebruik van de instellingen Kwaliteit, Kleurenaanpassing en Helderheid. In onderstaand schema wordt geïllustreerd hoe u op een cijfer kunt drukken om kopieerinstellingen te wijzigen. Druk op of om door de opties voor de verschillende instellingen te bladeren.
De helderheid van de kopie instellen U kunt het contrast van een kopie instellen. Met meer contrast kan een beeld er scherper en levendiger uitzien. Deze functie als uitsluitend beschikbaar voor kleurkopiëren. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 3, 3. Druk op om de kopie lichter te maken—of—Druk op om de kopie donkerder te maken. Druk op Menu/Set zodra op het LCD-scherm de optie your setting staat. Druk op Stop/Eindigen.
11 De machine als een printer gebruiken Functies Het Multi-Function Center biedt u functies gelijk aan die van een hoogwaardige inkjetprinter. Snelle printfuncties—Met de Bespaarstand kunt u tot 8 pagina’s per minuut in kleur afdrukken en tot 10 pagina’s per minuut in zwart. Briljante hoogwaardige afdrukken—Afdrukken met een 2400 x 1200 dpi resolutie op glanzend papier garandeert afdrukken met de hoogste resolutie.
Multifunctionele papierinvoer De machine heeft een multifunctionele sheetfeeder (papierinvoer) waarmee normaal papier, inkjetpapier, glanzend papier, transparanten en enveloppen kan worden ingevoerd. Zodra de machine gegevens ontvangt van uw computer, wordt het afdrukken gestart door papier vanuit de multifunctionele papierinvoer in te voeren. 1 2 Selecteer de afdrukopdracht op uw pc. 3 4 Als het document meerdere pagina’s bevat, wordt automatisch de volgende pagina afgedrukt.
12 Instellingen van de printerdriver (alleen bij gebruik van Windows®) Brother’s printerdriver voor de MFC-590 gebruiken De printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat, omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit gebeurt met behulp van een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom.
Papierformaat U kunt een groot aantal papierformaten selecteren en zelfs afwijkende formaten opgeven, variërend van 3,5 x 5 inch tot 8,5 x 14 inch. Klik op het pictogram om het gewenste papierformaat te selecteren. Afdrukstand De optie Afdrukstand bepaalt in welke stand uw document wordt afgedrukt (Staand of Liggend). Kopiëren/Paginavolgorde Aantal Aantal geeft aan hoeveel kopieën zullen worden afgedrukt.
Papier dikte Afhankelijk van de dikte van het papier dat u gebruikt kunt u de kwaliteit van uw afdrukken verbeteren door de juiste dikte te kiezen. Deze instelling geeft de best mogelijke positionering van het papier voor afdrukken. Wanneer u bijvoorbeeld op dun papier aan het afdrukken was, dan zou u Dun selecteren in de optie Papier dikte om de beste papierverwerking en betere afdrukken voor dat soort papier te bereiken.
Het tabblad Kwaliteit/Kleur Het tabblad Kwaliteit/Kleur geeft de instellingen Kwaliteit, Papiersoorten type, Document type, Kleur/Mono, Printkop heen en weer en de stand Snelle concept mode. Al deze opties geven afdrukken van de beste kwaliteit voor uw documenttoepassingen. Selecteer de toets Toepassen om uw gekozen instellingen toe te passen. Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de toets Standaard en vervolgens op de toets Toepassen.
Papiersoorten Om de beste afdrukresultaten te bereiken, dient het papier waarop wordt afgedrukt in de driver te worden geselecteerd. Afhankelijk van het gekozen papiersoort verandert de machine de manier waarop zij stippen plaatst.
Kleuren aanpassen U kunt de kleuraanpassingsmethode handmatig kiezen. Selecteer de beste voor uw document. ■ Op beeldscherm afstemmen Geschikt voor fotografische beelden. De kleur wordt aangepast, zodat u de kleur die het beste bij het PC-scherm past krijgt. ■ Heldere kleuren Geschikt voor zakelijke grafieken zoals diagrammen, grafieken en tekst. De kleur wordt aangepast zodat u een levendigere kleur krijgt. (Voor gebruikers van 95/98/98SE/Me) (Voor gebruikers van Windows® 2000 Professional/Windows NT® 4.
Kleurverbetering Kleur/Mono Met deze optie kunt u een kleurendocument in mono afdrukken. Instellingen van de printerdriver (alleen bij gebruik van Windows®) 69 PRINTER/SCANNER Als u bij de kleurverbetering AAN selecteert, wordt de kleurverbeteringsfunctie geactiveerd. Deze functie analyseert uw beeld en verbetert de scherpte, wit-balans en kleurdichtheid. Dit kan enkele minuten duren, afhankelijk van de grootte van het beeld en de snelheid en hoeveelheid RAMgeheugen in uw computer.
Printkop heen en weer Als u aangeeft dat de printkop tijdens het afdrukken heen en weer moet bewegen, wordt er sneller afgedrukt. Als deze optie niet is geselecteerd, beweegt de printkop tijdens het printen in slechts één richting en krijgt u een betere afdrukkwaliteit. Snelle concept mode Als u veel sneller wilt afdrukken dan in de conceptstand met één kleur, moet u alleen zwarte en cyaan inkt te gebruiken. Het tabblad Geavanceerd Selecteer de toets Toepassen om uw gekozen instellingen toe te passen.
Op de achtergrond Als Op de achtergrond is geselecteerd, wordt het watermerk achter de tekst of het beeld op uw document afgedrukt. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt het watermerk over de tekst of het beeld op uw document afgedrukt. Stijl van watermerk U kunt de grootte van het watermerk en de Positie op de pagina wijzigen door het watermerk te selecteren en te klikken op de knop Bewerken.
Opties apparaat Stel de Datum & Tijd van het afdrukken in als de Printer Functie: Datum & tijd afdrukken Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op uw document afgedrukt. Klik op de knop Instelling om de Datum van de Tijd, de Formaat en het Lettertype te wijzigen. Als u voor de datum en tijd ook een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opaak.
Het tabblad Ondersteuning Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de website Brother Solution Center en driver-updates. Klik op het tabblad Ondersteuning om het volgende scherm weer te geven: Kies de toets Toepassen om uw gekozen instelingen toe te passen. Web-Update Web Update controleert Brother’s website op nieuwe drivers, downloadt deze en zal de driver op uw computer automatisch updaten.
13 Het Brother Control Center voor Windows gebruiken ® (alleen bij gebruik van Windows®) Brother Control Center Het Brother Control Center is een softwaretoepassing die op het scherm van uw pc verschijnt wanneer u papier in de automatische documenteninvoer plaatst. Deze software geeft u met een paar muisklikken toegang tot de meest frequent gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten.
Het automatisch laden uitschakelen 1 2 Klik met de linkermuisknop op het pictogram Control Center en klik op Tonen. Als het hoofdscherm van het Control Center wordt weergegeven, klikt u met de linkermuisknop op de knop Configuratie Control Center. Er wordt dan een dialoogvenster geopend met het selectievakje “Popup automatisch laden”: 3 Klik op het selectievakje Popup automatisch laden om het vinkje weg te halen.
Scan naar Beeld U kunt een plaatje in zwart-wit of in kleur in een grafische toepassing scannen en dit vervolgens bekijken en bewerken. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Druk op Scan naar. Druk op of om SCAN NAAR BEELD te selecteren en druk op Menu/Set. De machine zal het document nu scannen en het beeld in kleur naar uw grafische toepassing sturen.
Kenmerken van Brother Control Center Automatische configuratie Tijdens de installatie controleert het Control Center welke e-mailtoepassingen, tekstverwerkers en grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren.
Kopiëren Kopiëren—Met deze functie kunt u via uw pc en een willekeurige Windows ®-printerdriver geavanceerde kopieerfuncties gebruiken. U kunt een pagina op een Brother MFC scannen en de kopieën afdrukken met gebruikmaking van een van de functies van de Brother MFC-printerdriver. Het is echter ook mogelijk om de kopie rechtstreeks naar een op de pc geïnstalleerde Windows ®printerdriver te sturen.
Elke modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen. U kunt deze fabrieksinstellingen gebruiken of uw eigen instellingen maken: Resolutie—Selecteer de resolutie waarmee u meestal scant. Kleurmodus—Selecteer een kleurenmodus in de lijst. Scangrootte—Selecteer een kleurenmodus in de lijst. Helderheid—Stel de helderheid af van 0% tot 100%. Contrast—Stel de helderheid af van 0% tot 100%. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Naar bestand scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Bestemmingsmap PaperPort-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map PaperPort wilt scannen.
Naar E-mail scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. E-mail applicatie Email-applicatie—Selecteer uw e-mailtoepassing in de lijst.
Bestandsbijlagen Bestanden niet converteren—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van bijlagen niet wilt wijzigen. De opties voor het converteren van bestanden zijn dan niet beschikbaar (in grijs weergegeven). Alleen MAX-bestanden converteren—Klik op dit selectievakje als u bijlagen alleen wilt converteren als het PaperPort-bestanden zijn. Alle bestanden converteren indien mogelijk—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van alle bijlagen wilt wijzigen.
Naar een tekstverwerker scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Tekstverwerker Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken.
OCR-pakket—Selecteer in de keuzelijst TextBridge Classic OCR als u de OCR-toepassing wilt gebruiken die met de Brother MFC Software Suite werd geïnstalleerd. Klik op de knop OCR-instellingen… om te kiezen op welke wijze de OCR-toepassing de pagina’s leest die u in uw tekstverwerker scant. Het venster Voorkeuren wordt weergegeven: Selecteer een instelling en klik op OK. ◆ Auto-oriëntatie—Selecteer dit selectievakje als u wilt dat uw tekstverwerker de pagina leest zoals deze was opgesteld.
Kopiëren Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Kopieerinstellingen Aantal exemplaren—Geef aan hoeveel kopieën u wilt maken.
Fax verzenden Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Fax-instellingen Brother PC-Fax Fax-resolutie—Fijn (200 x 200) 1 Klik op de knop FAX-opties… om de instellingen te wijzigen.
14 ScanSoft PaperPort voor Brother en ScanSoft TextBridge gebruiken ™ ® ™ ® ScanSoft™ Paper Port® voor Brother is een toepassing waarmee u documenten kunt beheren. U gebruikt PaperPort ® om de gescande documenten te bekijken. PaperPort® heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren van documenten, zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met verschillende bestandsformaten combineren of ‘stapelen’, waarna u ze kunt afdrukken of archiveren.
Items in ScanSoft™ PaperPort® voor Brother bekijken In PaperPort® kunt u items op diverse manieren bekijken: Bureaublad-beeld toont een miniatuurweergave van elk item op een bureaublad of in een map. Items in de geselecteerde map worden weergegeven op het bureaublad van PaperPort®. Er worden PaperPort® items (MAX-bestanden) weergegeven maar ook andere items (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt).
Koppelingen naar andere toepassingen PaperPort® zal de meeste andere toepassingen op uw computer automatisch herkennen en daar een koppeling voor maken. Op de balk met koppelingen onder aan de Bureaublad-beeld staan pictogrammen van de toepassingen waarnaar een koppeling is gemaakt. Als u een koppeling wilt gebruiken, sleept u een item naar de koppeling in kwestie. De desbetreffende toepassing wordt dan opgestart.
Items in andere bestandsformaten exporteren U kunt PaperPort®-bestanden in diverse populaire bestandsformaten opslaan of exporteren. U kunt de volgende bestandsformaten exporteren: BMP,PCX, DCX, JPG, TIF, PDF, PNG, FPX, HFX en zichzelf uitpakkende bestanden. U kunt bijvoorbeeld een bestand voor een Internet website maken en dit als een JPEG-bestand exporteren. Websites gebruiken voor het weergeven van beelden vaak JPEG-bestanden.
De scanner selecteren Als u TWAIN_32 Brother MFL Pro kleur als uw scannerdriver wilt gebruiken, selecteert u deze onder “Bron selecteren”—of—“Select source” in uw software. Selecteer in the keuzemenu Bestand van het venster PaperPort® de optie Verkrijgen of selecteer de knop TWAIN of Scan.
Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Selecteer in de keuzelijst een resolutie waarmee moet worden gescand. Bij hogere resoluties wordt meer geheugen gebruikt en duurt het scannen langer, maar het beeld is met hoge resoluties duidelijker. ◆ 100 x 100 dpi ◆ 150 x 150 dpi ◆ 200 x 200 dpi ◆ 300 x 300 dpi ◆ 400 x 400 dpi ◆ 600 x 600 dpi ◆ 1200 x 1200 dpi (Zwartwit, Grijs (Foutdiffusie). Ware grijstinten en 24-bit Kleur) ◆ 2400 x 2400 dpi (Zwartwit, Grijs (Foutdiffusie).
Afwijkend Afmetingen Selecteer voor Afmetingen een van de volgende instellingen: ◆ Letter (8 1/2 x 11 in.) ◆ A4 (210 x 297 mm.) ◆ Legal (8 1/2 x 14 in.) ◆ A5 (148 x 210 mm.) ◆ B5 (182 x 257 mm.) ◆ Executive (7 1/4 x 10 1/2 in.) ◆ Afmeting Business Card (60 x 90 mm.) ◆ Aangepast (door gebruiker ingesteld van 0,35 x 0,35 inch tot 8,5 x 14 in.
Een beeld snel scannen met de functie Vooraf scannen Met de functie Vooraf Scannen kunt u een beeld snel met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, selecteert u de knop Starten om het beeld te scannen.
15 PC FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Inleiding In dit hoofdstuk worden de belangrijkste functies van de Brother-software besproken, zodat u snel aan de slag kunt met de MFC Software Suite. Gedetailleerde instructies voor het installeren en instellen staan in het gedeelte met de handleidingen op de cd-rom die met deze Brother-machine wordt geleverd. De MFC Software Suite voor deze machine bevat ook ScanSoft ™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge®.
Toepassen Als u op deze knop klikt, worden de nieuwe instellingen aan de machine doorgegeven zonder dat de toepassing Afstand opties wordt afgesloten. Afdrukken Met deze opdracht kunnen geselecteerde items op de machine worden afgedrukt. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen aan de machine zijn doorgegeven. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken.
Het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup wordt geopend. 2 Voer de benodigde Gebruikersinformatie in. Deze informatie is vereist voor de koptekst van de fax en voor het voorblad. 3 Klik op Gebruikersinformatie om de OK op te slaan. Het verzenden instellen Klik in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup op het tabblad Verzenden om dit tabblad te openen. PRINTER/SCANNER Buitenlijn toegang Voer het nummer in waarmee toegang wordt verkregen tot een buitenlijn.
Adresboek bestand U kunt diverse databasebestanden selecteren die u met uw adresboek kunt gebruiken. Voer het pad en de naam van het gewenste databasebestand in of klik op Bladeren om het bestand te selecteren. Gebruikers interface Selecteer de gebruikersinterface in het tabblad Verzenden. U kunt kiezen tussen E-mailstijl en Faxstijl. E-mailstijl Faxstijl Snelkiesnummers instellen U opent het tabblad Snelkies door in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup te klikken op het tabblad Snelkies.
Een snelkieslocatie wissen: 1 2 Klik op de snelkieslocatie die u wilt wissen. Klik op de knop Wissen. Het adresboek Selecteer in het Startmenu de optie Programs, Brother, MFC Software Suite en klik vervolgens op Adresboek. Het dialoogvenster Brother Adresboek wordt geopend. Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunnen gegevens over afzonderlijke personen of groepen worden opgenomen en kunnen bestaande gegevens worden bewerkt en/of gewist.
Een groep voor het groepsverzenden instellen Als u via de pc regelmatig een fax naar meerdere mensen verstuurt, kunt u hun gegevens in een groep opnemen. 1 Klik in het dialoogvenster Brother Adresboek op het pictogram om een groep te maken. Het dialoogvenster Brother Adresboek Groepen Setup wordt geopend. 2 3 Typ de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam. 4 Selecteer in het vak Beschikbare Namen de leden die in de groep moeten worden opgenomen en klik op Toevoegen>>.
Het adresboek exporteren U kunt het adresboek als een ASCII-tekstbestand (*.csv) exporteren. Als u wilt kunt u een Vcard maken voor bepaalde leden, die bij alle uitgaande post van de verzender zal worden bijgevoegd; een Vcard is een elektronisch visitekaartje waarop de contactinformatie van de verzender staat. Het huidige telefoonboek exporteren: Als u een Vcard maakt, moet u eerst een lid selecteren.
5 Typ de naam van het bestand en klik op Opslaan. Als u in Stap 1 een Vcard heeft geselecteerd, dan voert u bij Opslaan als type Visitekaartje. In het adresboek importeren U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of Vcards in uw adresboek importeren. Een ASCII-tekstbestand importeren: 1 Selecteer in uw adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Importeren en klik op Tekst —of—klik op Visitekaartje en ga door naar stap 5.
5 Typ de naam van het bestand en klik op Openen. Als u in Stap 1 een tekstbestand heeft geselecteerd, dan voert u bij Bestandstypen Tekstbestanden. Een voorblad instellen U opent het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup vanuit het dialoogvenster FAX Sending door te klikken op . (Zie Gebruikers interface, pagina 98.) Het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup wordt geopend: PRINTER/SCANNER Aan U kunt in elk vak gegevens invoeren.
Formulier U kunt in elk vak gegevens invoeren. Opmerking Typ de opmerking die op het voorblad moet worden afgedrukt. Selecteer Voorblad Selecteer het gewenste voorbladtype. Importeer BMP bestand U kunt een bitmap-bestand invoegen, zoals uw bedrijfslogo, dat op het voorblad wordt afgedrukt. Selecteer het BMP-bestand met behulp van de knop Bladeren en selecteer de gewenste uitlijning. Voorblad meetellen Als dit vakje is geselecteerd, wordt het voorblad in de paginanummering opgenomen.
4 Typ in het veld Aan: het faxnummer van de geadresseerde. U kunt de faxnummers ook in het adresboek selecteren door te klikken op de knop Aan:. Als u een vergissing maakt, klikt u op de knop Verwijderen om alle gegevens te wissen. 5 Als u een voorblad met een opmerking wilt verzenden, selecteert u het vak Voorblad Aan. U kunt echter ook op klikken om een voorblad te maken of om een bestaand voorblad te bewerken. 6 7 Klik op het pictogram als de fax klaar is voor verzending.
4 Voer een telefoonnummer in. U kunt dit op verschillende manieren doen: A. Voer het nummer met de kiestoetsen in. B. Klik op een van de 10 Snelkies toetsen. C. Klik op de knop Adresboek en selecteer een naam of een groep in het adresboek. Als u een vergissing maakt, klikt u op de knop Wissen om alle gegevens te wissen. 5 Als u een voorblad wilt verzenden, klikt u op de knop Voorblad Aan. U kunt ook op het pictogram klikken om een voorblad te maken of om een bestaand voorblad te bewerken.
16 De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of iMac /iBook ® ™ ™ Een Apple® Macintosh® G3, G4 of iMac™ met USB en Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 instellen Voor aansluiting op een Macintosh® hebt u een USB-kabel nodig die niet langer is dan 1,8 meter. Uw USB Apple® Macintosh® werkt alleen met deze machine als het Mac OS 8.5/8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 is geïnstalleerd. (De Brother scannerdriver werkt alleen met Mac OS 8.6/9.0/9.0.4/9.1.
Om het document af te drukken: 3 Klik in uw Macintosh-toepassing op het menu Bestand en selecteer Page Setup. Wijzig de instellingen voor Papierformaat, Papier dikte, Papiertoevoer, Oriëntatie en Scaling en klik op OK. 4 Klik in uw toepassing op het menu Bestand en selecteer Print. Klik op Print om af te drukken. Als u de instellingen voor Kopieën, Pagina’s, Kwaliteit, Soort papier en Kleur/Mono wilt wijzigen, moet u dat doen voordat u op Print klikt.
Faxen via de Macintosh Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: 1 2 Maak een document in een van de Macintosh-toepassingen. Selecteer in het menu Print de optie Bestand om de fax te verzenden Het dialoogvenster Printer wordt geopend. Als Printer is geselecteerd, staat op de bovenste knop Print en is de knop Adres niet beschikbaar (in grijs weergegeven). 3 Selecteer in het menu Uitvoer pull-down de optie Fax.
4 Klik op Verzenden. Het dialoogvenster Fax verzenden wordt geopend. In het dialoogvenster Fax verzenden staan twee vakken. In het linkervak Opgeslagen Faxnummers staan alle reeds opgeslagen faxnummers; in het rechtervak Bestemming Faxnummers worden de faxnummers die u selecteert weergegeven. 5 Adresseer de fax door het faxnummer in het vak Invoer Faxnummer te typen. —of— Selecteer een naam/nummer in het vak Opgeslagen Faxnummers en klik op >>.
Het adresboek instellen U kunt nieuwe namen en groepen aan het adresboek toevoegen, zelfs op het moment dat u de fax adresseert. Een nieuwe naam toevoegen Als u een nieuwe naam aan het adresboek wilt toevoegen, klikt u in het dialoogvenster Facsimile op Adres. Het dialoogvenster Adresboek wordt geopend. 2 Klik op Nieuw. Het dialoogvenster following wordt geopend. 3 4 5 Voer de naam en het faxnummer in. PRINTER/SCANNER 1 In het veld Memo kunt u desgewenst een opmerking invoeren (maximaal 15 tekens).
Een nieuwe groep toevoegen U kunt een groep van diverse personen opstellen. 1 Klik op Groep. Het dialoogvenster Groepsinstelling wordt geopend. 2 3 Typ in het veld Groepsnaam een naam voor de groep. 4 Klik op OK. Het Adresboek verschijnt weer. 5 Klik op OK. Het Print/Fax verschijnt weer. 6 Klik op Verzenden als u de fax nu wilt verzenden. (Volg de stappen op pagina 109 voor het verzenden van een fax.
De Brother TWAIN scannerdriver gebruiken met uw Apple® Macintosh® De Brother MFC Software Suite bevat ook een TWAIN scannerdriver voor Macintosh ®. De Macintosh® TWAIN scannerdriver kan worden gebruikt met programma’s die TWAIN ondersteunen. De scanner selecteren Start uw Macintosh TWAIN-compliant toepassing. De eerste keer dat u de Brother TWAIN driver gebruikt, moet u deze toepassing als standaard instellen door de optie Select Source te selecteren.
Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Kies de scanresolutie in het pop-up menu Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in en vergen meer transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld. Type scan Zwartwit—Selecteer Zwartwit voor tekst of lijntekeningen. Voor fotografische beelden selecteert u het beeldtype Grijs (Foutdiffusie) of Ware grijstinten. Grijs (Foutdiffusie)—wordt gebruikt voor documenten die fotografische beelden of afbeeldingen bevatten.
Te scannen gedeelte Selecteer voor Afmetingen een van de volgende instellingen: ◆ Letter (8,5 x 11 in) ◆ A4 (210 x 297 mm) ◆ Legal (8,5 x 14 in) ◆ A5 (148 x 210 mm) ◆ B5 (182 x 257 mm) ◆ Executive (7,25 x 10,5 in) ◆ Business Card (90 x 60 mm) ◆ Custom (door gebruiker ingesteld van 0,35 x 0,35 inch tot 8,5 x 14 inch) Als u een aangepast formaat (Custom) hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijstellen. Klik en sleep met ingedrukte muisknop om het beeld te selecteren.
beeld aanpassen Helderheid Regel de instellingen voor helderheid tot u het beste resultaat krijgt. De Brother TWAIN scannerdriver biedt 100 instellingsmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een “gemiddelde” instelling wordt beschouwd. U kunt de helderheid instellen door de knop naar rechts te slepen voor een lichter beeld of naar links voor een donkerder beeld. U kunt ook een waarde typen in het invoerveld en vervolgens op OK klikken.
Verzadigingsovereenkomst Matching—De relatieve verzadiging van kleuren wordt van gamma tot gamma behouden. De kleuren worden in feite naar de rand van het gamma verplaatst, zodat een zo verzadigd mogelijke kleur wordt verkregen. Deze beeldconversie geeft de sterkste kleuren en is de beste keuze voor staafdiagrammen en cirkeldiagrammen, waarin de eigenlijke kleur die wordt weergegeven minder belangrijk is dan de helderheid ervan.
Een beeld snel scannen met de functie Vooraf Scannen Met de functie PreScan kunt u een beeld snel en met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld in het te scannen gedeelte eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen.
17 Problemen oplossen en Onderhoud Foutmeldingen Het kan gebeuren dat u problemen krijgt met uw faxmachine of met uw telefoonlijn. In dergelijke gevallen kan de machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. Onderstaande lijst geeft in alfabetische volgorde een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. FOUTMELDING COMMUN. FOUT OORZAAK ACTIE Er is een communicatiefout opgetreden doordat de telefoonverbinding slecht is. Probeer opnieuw te bellen.
FOUTMELDING OORZAAK ACTIE NIET OPGESLAGEN U hebt geprobeerd een Stel de snelkiesnummers in. (Zie snelkiesnummer te gebruiken dat niet Snelkiesnummers opslaan, is opgeslagen. pagina 22.) OPGEHANGEN De faxmachine van de andere partij heeft het gesprek beëindigd. U kunt proberen contact op te nemen met de andere partij om uit te vinden waarom zij hebben opgehangen. PAPIER VAST Het papier is vastgelopen in de machine. Zie Document en papier vastgelopen, pagina 122.
FOUTMELDING XXXX INKT LEEG OORZAAK ACTIE Een of meerdere inktcartridges zijn Vervang de inktcartridges. (Zie leeg. De machine stopt alle Vervangen van de inktcartridges, afdrukbewerkingen (zoals kopiëren, pagina 137.) faxen en taken die via de pc zijn ontvangen). Zo lang er geheugen beschikbaar is, worden zwart-witte faxen in het geheugen opgeslagen.
Document en papier vastgelopen Volg de instructies die betrekking hebben op de plaats waar het originele document of het afgedrukte vel is vastgelopen en verwijder het papier. Papier is vastgelopen boven in de automatische documenteninvoer 1 Maak het deksel van de documenteninvoer open. 2 3 Til het deksel van de invoer op. 4 5 Sluit het deksel van de invoer. Trek het vastgelopen document naar rechts uit de invoer. Druk op Stop/Eindigen. Deksel van autom.
Printer vastgelopen of Papier vastgelopen Verwijder het vastgelopen papier afhankelijk van waar het in de machine is vastgelopen. Papier is vastgelopen in de multifunctionele papierinvoer. 1 Verwijder niet-vastgelopen papier uit de multifunctionele papierinvoer. 2 Trek het vastgelopen papier naar boven en verwijder het. Als het moeilijk is om het vastgelopen papier te verwijderen, moet u de papierhendel naar beneden duwen en het vastgelopen papier naar boven uit de lade trekken.
Papier is binnen in machine vastgelopen. Scannerdeksel Hendel voor vrijzetten van scannerdeksel 1 Open het scannerdeksel door de hendel van het scannerdeksel vrij te zetten en het scannerdeksel op te tillen. 2 Verwijder het vastgelopen papier. Als het papier onder de inktkoppen vastzit, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact halen en de printkop verwijderen, zodat u het vastgelopen papier uit de machine kunt halen. 3 Sluit het scannerdeksel. Papier is voorin de machine vastgelopen.
Papier is achterin de machine vastgelopen. Als het papier scheurt, kunnen stukjes papier achterin de machine vast komen te zitten. 1 2 3 Verwijder niet-vastgelopen papier uit de multifunctionele papierinvoer. Maak de vastgelopen-papierklep open. Om het papier los te maken schuift u de papiergeleiders naar de breedste stand. Papiergeleider 4 5 Trek met gebruik van een pincet de afgescheurde stukjes papier weg. Sluit de vastgelopen-papierklep.
Problemen met de werking van de machine Als u denkt dat de machine niet goed functioneert, moet u eerst een paar kopieën maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de machine te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies die worden gegeven. Mocht u verder nog problemen hebben breng dan een bezoek aan: http://solutions.brother.
PROBLEEM SUGGESTIE Ontvang kleurenfaxen alleen Vervang de kleureninktcartridges die leeg of bijna leeg zijn en vraag in zwart-wit. of de andere partij de kleurenfax opnieuw wil te sturen. (Zie Vervangen van de inktcartridges, pagina 137.) De linker en rechter marges ontbreken. Zet Auto Reduction aan. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining), pagina 31.) Er lopen horizontale strepen Reinig de printkoppen.
PROBLEEM Op het verzendrapport staat weer “Result:NG”. SUGGESTIE Er is waarschijnlijk een tijdelijke ruis of statische elektriciteit op de lijn. Stuur de fax opnieuw. Als u een PC FAX bericht stuurt en het verzendrapport vermeld weer “Result:NG”, dan kan het zijn dat er geen geheugen meer beschikbaar is in de machine.
PROBLEEM SUGGESTIE Problemen met de software “MFC Connect Failure” Als de machine niet op de pc is aangesloten en u de Brothersoftware opstart, wordt telkens wanneer u Windows® opstart op het computerscherm gemeld dat de MFC niet is aangesloten. U kunt deze melding negeren of haar uitschakelen door het selectievakje AutoLoad PopUp in het Brother Control Center te deselecteren. (Zie Het automatisch laden uitschakelen, pagina 75.) Kan ‘2 in 1’ afdrukken niet uitvoeren.
Hoe de Afdrukkwaliteit kan worden verbeterd Om een goede kwaliteit te handhaven, zal de machine de printkoppen zo af en toe reinigen. U kunt echter ook op Inkt drukken om het reinigingsproces handmatig te starten. Reinigen van de Printkoppen Als u in uw afgedrukte documenten een horizontale lijn in de tekst of grafische afbeeldingen krijgt, reinig dan de printkop. Er zijn twee printkoppen die elk twee printcartridges bevatten.
Controleer de kwaliteit van de vier kleurenblokken op het blad. (ZWART/CYAAN/GEEL/MAGENTA).Wanneer de kwaliteit voor alle kleuren goed is, druk dan op 1 (JA) om verder te gaan naar STAP B—of—Wanneer er in sommige kleurenblokken witte horizontale lijnen verschijnen zoals hieronder, druk dan op 2 (NEE). OK Slecht Het LCD-scherm zal u vragen of de afdrukkwaliteit voor elke kleur goed is. ZWART OK? 1.JA 2.NEE Druk op 2 (NEE) wanneer er een probleem met een bepaalde kleur is.
Druk voor 600 DPI op het nummer van de testafdruk dat het dichtst komt bij het nummer 0 voorbeeld (1-8). 600DPI AANPASSEN SELECTEER BESTE# Druk voor 1200 DPI, op het nummer van de testafdruk dat het dichtst komt bij het nummer 0 voorbeeld (1-8). 4 Herhaal Stappen 1 en 2 (in Afdrukkwaliteittest) om nog een Afdrukkwaliteittestblad af te drukken en controleer het dan. 5 Druk op Stop/Eindigen. 1200DPI AANP.
De machine inpakken en vervoeren Als u de machine gaat vervoeren, moet u de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de machine niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. Haal de stekker van het netsnoer van de machine pas uit het stopcontact nadat de afdruktaak is voltooid. 1 Verwijder alle inktcartridges en breng de witte verzendkap aan. (Zie Vervangen van de inktcartridges, pagina 137.
6 Verwijder het telefoonsnoer en plaats hem in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal of een andere beschermende verpakking. 7 Verpak de machine in de plastic zak. 8 Plaats de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in de doos waarin het geleverd werd.
9 Verpak tevens de andere onderdelen (snoer, gedrukt materiaal) in de doos. Doe niet de gebruikte inktcartridges in de doos. 10 Sluit de doos. Regelmatig onderhoud Reinigen van de Scanner Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en til het documentdeksel op. Reinig de glasplaat en de witte plaat met schoonmaakalcohol op een pluisvrije doek.
Maak het documentdeksel open. Reinig de witte strook en de glazen strip met schoonmaakalcohol op een pluisvrije doek. Witte strook Glazen strip Reinigen van de Printerplaten van de machine • • 1 Wees voorzichtig dat u de wieltjes van de papierdoorvoer, de platte kabel en de coderingstrip niet aanraakt. Schakel de elektrische voeding van de machine uit voordat de printerplaten worden gereinigd. Reinig de printerplaten van de machine met een pluisvrije droge doek.
Vervangen van de inktcartridges De machine is voorzien van een optische sensor die het inktpeil in elke cartridge automatisch bewaakt. Als deze teller waarneemt dat een inktcartridge bijna leeg is, verschijnt er een waarschuwingsmelding op het LCD-scherm van de machine. Het LCD-scherm laat zien welke kleurencartridges bijna leeg of geheel leeg zijn. Volg de aanwijzingen op het LCD-scherm, zodat u de kleurencartridges in de juiste volgorde vervangt.
6 Houd de nieuwe inktcartridge zo vast als op de tekening wordt vertoond en verwijder de afdichtingstape van de zijkant van de inktcartridge. Trek de tape niet naar u toe. Tape niet naar u toe trekken! Openmaken Verwijder de tape voorzichtig om te voorkomen dat inkt wordt gemorst en uw handen en kleding vuil worden. 7 Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie. Plaats elke nieuwe inktcartridge in de drager en druk dan op de inktcartridgeklep tot hij klikt.
• • • Verwijder GEEN inktcartridges als deze niet vervangen hoeven te worden. Als u dit toch doet kan dit de hoeveelheid inkt verminderen en weet de printer niet hoeveel inkt er nog in de cartridge is. Schud de inktcartridges NIET, want hierdoor kan er inkt gemorst worden wanneer u de afdichtingstape verwijdert. De inktcartridges mogen NIET opnieuw worden gevuld.
18 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven. 3 Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel. Het apparaat kan vallen waardoor het ernstige beschadiging kan oplopen.
13 In de volgende omstandigheden moet u de stekker van het apparaat uit het stopcontact halen en de hulp inroepen van een erkend servicemonteur: ◆ Wanneer het netsnoer of de stekker is gerafeld of beschadigd. ◆ Wanneer er vloeistof over het apparaat is geknoeid. ◆ Wanneer het apparaat in de regen of in water heeft gestaan. ◆ Wanneer het apparaat niet normaal werkt en de gebruiksaanwijzing is gevolgd.
19 Specificaties Faxspecificaties Compatibiliteit ITU-T Group 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG Snelheid van modem 14400/12000/9600/7200/4800/2400; Automatische ferugval Breedte gebruikte documenten 148 mm tot 216 mm (autom. doc.invoer) Max. 216 (Scanner) Lengte gebruikte documenten 148 mm tot 356 mm (autom. doc.invoer) Max. 297 (Scanner) Breedte scannen 208 mm Breedte afdrukken 203.2 mm Automatische documenteninvoer Max.
Printerspecificaties Afdrukmethode Piëzo met 75 x 4 spuitmondjes Resolutie Monochrome/Colour Printing: 2400 x 1200 dots per inch (DPI), 1200 x 1200 dots per inch (DPI), 600 x 600 dots per inch (DPI), 600 x 300 dots per inch (DPI), 600 x 150 dots per inch (DPI) Afdruksnelheid tot 10 pagina’s/minuut (Mono) tot 8 pagina’s/minuut (Kleur) Breedte van afdruk 203.
Papier Papierinvoer Automatisch invoeren via de multifunctionele papierinvoer ■ Papier type: Normaal papier, gecoat papier, glanzend papier, transparanten en enveloppen. ■ Papier Formaat: A4, A5, B5, Letter, Legal Executive enveloppen (commercial No. 10, DL, C5), Briefkaart, Systeemkaart. ■ Papier Breedte: 89–216 mm ■ Papier Lengte: 127–356 mm (5–14") ■ Maximum invoercapaciteit: Ongeveer. 100 vel 75 g/m2 normaal papier. Zie Papierspecificaties voor multifunctionele papierinvoer, pagina 147.
Samenstelling en publicatie Handelsmerken Multi-Function Link Pro/MFC Software Suite is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Het Brother-logo is een gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Windows, Windows NT, Microsoft, MS-DOS, Excel, Word, Paint and Draw zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in the V.S. en andere landen. NT is een handelsmerk van Northern Telecom Limited.
Accessoires en onderdelen bestellen Voor optimale resultaten dienen uitsluitend originele accessoires van Brother te worden gebruikt, die verkrijgbaar zijn bij uw Brother-dealer of u kunt onze postorderafdeling bellen op 0161 931 2258 of een fax sturen naar 0161 931 2218.
Papierspecificaties Papiercapaciteit van multifunctionele papierinvoer Soort papier Papiermaat Capaciteit papierinvoer A4, Letter, Executive 100 vel van 75 g/m2 Legal 100 vel van 75 g/m2 Inkjetpapier A4, Letter 20 vel Glanzend papier* A4, Letter 20 Transparenten A4, Letter 10 Enveloppen* DL, COM-10, C5, Monarch 10 Briefkaart * 101.6 x 152.4 (mm) 30 Systeemkaart* 127 x 203.
Afdrukgebied Het afdrukgebied is afhankelijk van de instellingen in de toepassing die u gebruikt. Onderstaande cijfers tonen de niet-bedrukbare gedeelten op losse vellen en enveloppen. Losse vellen C D Enveloppen C D A A B B niet-bedrukbaar gedeelte Papiersoort Papiersoort A B C D 3 mm 11 mm 3.4 mm 3.4 mm Printer 3 mm 11 mm 3.4 mm 3.4 mm Printer 10 mm 20 mm 3.4 mm 3.
Tekst invoeren Toets eenmaal tweemaal driemaal viermaal vijfmaal 2 A B C 2 A 3 D E F 3 D 4 G H I 4 G 5 J K L 5 J 6 M N O 6 M 7 P Q R S 7 8 T U V 8 T 9 W X Y Z 9 Spaties invoegen Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren. Corrigeren Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de cursor achteruit te bewegen.
Verklarende woordenlijst Activeren op afstand Als u op een extern of tweede toestel een telefoontje aanneemt en dit een inkomend faxbericht blijkt te zijn, kunt u het doorverbinden naar uw faxmachine. Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van het externe toestel op te nemen. Automatisch opnieuw kiezen Een functie waarmee de machine het laatste faxnummer opnieuw kan kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was of omdat er niet werd opgenomen.
Fax Opslaan Faxberichten kunnen in het geheugen worden opgeslagen en vanaf een andere locatie worden opgevraagd. FAX/TELEFOON In deze stand kunt u faxen en telefoontjes ontvangen. Gebruik de stand Fax/Tel niet als u een extern antwoordapparaat hebt aangesloten. (Alleen met een extern toestel.) Faxontvangsttonen De speciale tonen die een faxmachine tijdens automatische transmissies uitzendt om de faxmachine aan de andere kant van de lijn te laten weten dat het een faxtransmissie betreft.
Regelmaat van journaal Met deze functie kunt u aangeven hoe vaak het journaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het journaal zonder deze instelling op te heffen desgewenst ook op elk ander tijdstip afdrukken. Resolutie Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch. Resterende opdrachten U kunt controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren.
Index Aansluiten (extern antwoordapparaat) .... 7 Aansluiten (extern toestel) ...................... 9 Accessoires en onderdelen .................. 146 Activeren op meerdere lijnen ................ 48 Afdrukgebied ....................................... 148 Afdrukkwaliteit ................................... 130 Afstandsbedieningsopdrachten .............. 49 Annuleren (taak) .................................... 39 Antwoordapparaat ................................... 7 Automatisch verzenden .................
H M Handelsmerken .....................................145 Macintosh® Handmatig verzenden ............................26 Meerdere lijnen aansluiten .......................6 Helderheid van kopieën .........................60 Met de hand kiezen ................................33 HELP ......................................................36 MFC Software Suite ..............................95 Help ....................................................... IV Multifunctionele papierinvoer ...............
TWAIN-COMPATIBEL ........................90 Productomschrijving ........................... 142 Tweede telefoontoestel ...........................42 Programmeren op het scherm ..................V Tweevoudige werking ............................27 R U Rapport afdrukken ................................. 36 Uitgaand bericht of externe TAD .............8 Rapporten .............................................. 35 Regelmaat van journaal ......................... 35 V Remote Setup .....................
APPENDIX KAART VOOR TOEGANG OP AFSTAND Stand voor beantwoorden wijzigen Druk op 9 8 Dan,voor ANT, drukt u op 1. F/T, drukt u op 2. FAX, drukt u op 3. Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0. De code voor toegang op afstand gebruiken 1 Kies het telefoonnummer van de machine met een druk-toets (toon) toestel. 2 Voer na het piepje uw code voor toegang op afstand in (159 ). 3 De faxmachine geeft aan of er faxberichten Code voor toegang op afstand wijzigen 1 Drukt u op Menu/Set, 2, 5, 3.
Opdrachten voor afstandsbediening Een fax opvragen Instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 6 Dan, voor Alle faxberichten opvragen drukt u op 2. Voer het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht op uw faxbericht(en). Alle faxberichten wissen drukt u op 3. Druk op 9 5 Dan, voor Zet Fax Doorzenden uit, druk op 1. Zet Fax Doorzenden aan, druk op 2. Nummer voor doorzenden invoeren drukt u op 4.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.