User Manual

Het stuurprogramma en software installeren
20
Stap 2
Windows
®
Draadloos
Netwerk
Windows
®
Bij gebruik van een draadloos netwerk
(voor Windows
®
98/98SE/Me/2000 Professional/XP in
infrastructuurmodus)
Belangrijk
Zorg dat u de instructies in stap 1 De machine
installeren op pagina 4-11 hebt uitgevoerd.
Met deze instructies installeert u uw Brother-machine in
een standaard draadloos netwerk voor kleine of
thuiskantoren in infrastructuurmodus, met een draadloze
router of aansluitpunt waarbij gebruik wordt gemaakt van
DHCP voor het toewijzen van IP-adressen.
Als u uw machine wilt installeren in een andere
draadloze omgeving kunt u de bijbehorende instructies
vinden in de Netwerkhandleiding op de cd-rom.
U kunt de Netwerkhandleiding op de volgende manier
weergeven.
1 Zet uw pc aan. Plaats de meegeleverde cd-rom
met het Windows
®
-label in uw cd-romstation.
2 Als het venster met de modelnaam wordt
weergegeven, klikt u op naam van uw model.
3 Als het taalvenster verschijnt, klikt u op de
gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom
wordt geopend.
4 Klik op Documentatie.
5 Klik op de Gebruikershandleiding.
6 Klik op de Netwerkhandleiding.
Opmerking
Als het venster niet wordt geopend, gebruikt u
Windows
®
Verkenner om het programma
setup.exe uit te voeren vanuit de hoofdmap van de
Brother-cd-rom.
De beste resultaten bij uw normale, dagelijkse
afdrukwerkzaamheden krijgt u als u de Brother-
machine zo dicht mogelijk in de buurt van het
netwerkaansluitpunt (de router) plaatst met zo weinig
mogelijk obstakels. De gegevensoverdrachtsnelheid
van uw documenten kan worden beïnvloed door grote
objecten en wanden tussen de twee apparaten en
storing van andere elektronische apparaten.
Ten gevolge van deze factoren is een draadloze
verbinding mogelijk niet de meest geschikte
oplossing voor alle typen documenten en
toepassingen. Als u grote bestanden afdrukt, zoals
foto’s op glanzend papier of documenten van
meerdere pagina’s met een combinatie van tekst en
grote afbeeldingen, kunt u overwegen bedrade
Ethernet te gebruiken voor een snellere
gegevensoverdracht of USB voor de hoogste
doorvoersnelheid.
Als eerste moet u de instellingen voor het draadloze
netwerk van uw machine zodanig configureren dat deze
kan communiceren met uw netwerkaansluitpunt (router).
Nadat de machine is geconfigureerd voor communicatie
met uw aansluitpunt hebben de computers in uw
netwerk toegang tot de machine. Als u de machine wilt
gebruiken vanaf deze computers, moet u de MFL-Pro
Software Suite installeren. De volgende stappen
begeleiden u door het configuratie- en installatieproces.
1 Noteer de draadloze netwerkinstellingen voor
uw aansluitpunt of draadloze router.
SSID (Serviceset-ID of netwerknaam)
_________________________
WEP-sleutel (indien nodig)
_________________________
WPA-PSK (TKIP) (indien nodig)
_________________________
De WEP-sleutel is voor 64-bits gecodeerde
netwerken of 128-bits gecodeerde netwerken
en kan zowel cijfers als letters bevatten. Als u
deze informatie niet bij de hand hebt, raadpleegt
u de documentatie bij uw aansluitpunt of
draadloze router. Deze sleutel is een 64-bits of
128-bits waarde die moet worden ingevoerd in
een ASCII- of HEXADECIMALE indeling.
Voorbeeld:
64-bits ASCII: Hierbij worden 5 teksttekens
gebruikt.
bijv. “Hallo” (deze code is
hoofdlettergevoelig)
64-bits
hexadecimaal:
Hierbij worden 10 hexadecimale
cijfers gebruikt.
bijv. “71f2234aba”
128-bits ASCII: Hierbij worden 13 teksttekens
gebruikt.
Bijv. “Wirelesscomms” (deze waarde
is hoofdlettergevoelig)
128-bits
hexadecimaal:
Hierbij worden 26 hexadecimale cijfers
gebruikt.
Bijv. “71f2234ab56cd709e5412aa3ba