Operation Manual

Kopiëren
91
11
Kopieerinstellingen 11
U kunt de kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen
voor de volgende set meerdere kopieën.
De machine keert na 1 minuut terug naar de
standaardinstelling, of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand
op pagina 27.)
Als u klaar bent met het kiezen van
instellingen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Als u nog meer instellingen wilt selecteren,
drukt u op a of b.
Opmerking
U kunt bepaalde instellingen die u het
vaakst gebruikt, opslaan door ze als
standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
(Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 99.)
De kopieersnelheid en -
kwaliteit wijzigen 11
U kunt kiezen uit een reeks
kwaliteitsinstellingen. De fabrieksinstelling is
Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Om tijd te besparen bij het
afdrukken van documenten die u wilt
proeflezen, grote documenten of een
groot aantal kopieën.
Normaal
'Normaal' is de aanbevolen stand voor
gewone afdrukken. Dit zorgt voor goede
kopieerkwaliteit met goede
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik deze modus voor het kopiëren
van precieze beelden, zoals foto's. Deze
modus levert de hoogste resolutie en de
laagste snelheid.
a Druk op (Kopie).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kwaliteit te
kiezen.
e Druk op d of c om Snel, Normaal of
Fijn te kiezen.
Druk op OK.
f Als u geen andere instellingen wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.