Operation Manual

34
4
Functieslot 4
Met de beveiligingsfunctie Functieslot kunt u
de toegang tot bepaalde machinefuncties
(Fax, Kopiëren, Scan, Afdrukken
1
en PCC)
beperken.
Door de toegang tot de menu-instellingen te
beperken, verhindert deze functie ook dat
gebruikers de standaardinstellingen van de
machine wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen
kan worden geregeld door gebruikers met
beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met
beperkte rechten moeten een
gebruikerswachtwoord invoeren om de
machine te kunnen gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart. Als u het
vergeet, neemt u contact op met uw Brother-
servicedealer.
1
Afdrukken heeft betrekking op alle afdruktaken en
PC-Fax verzenden.
Opmerking
Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
elke gebruiker.
Wanneer Afdrukken uitgeschakeld is,
gaan pc-afdruktaken zonder nadere
kennisgeving verloren.
Als Fax Tx uitgeschakeld is, zijn de
functies van het menu Fax niet
beschikbaar.
Ontvang Pollen is alleen actief wanneer
zowel Fax Tx als Fax Rx is ingeschakeld.
Het beheerderswachtwoord
instellen en wijzigen 4
Het wachtwoord instellen 4
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en
Functieslot in of uit te schakelen. (Zie
Gebruikers met beperkte rechten instellen en
wijzigen op pagina 36 en Functieslot in-
/uitschakelen op pagina 38.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Functieslot te
kiezen.
Druk op OK.
d Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
e Toets het wachtwoord opnieuw in
wanneer u Nogmaals: op het
LCD-scherm ziet.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties 4