Ingebouwde multiprotocol en multifunctionele Ethernetafdrukserver en draadloze (IEEE 802.11b/g) multifunctionele Ethernetafdrukserver NETWERKHANDLEIDING Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat op uw netwerk gaat gebruiken. U kunt deze handleiding vanaf de cd-rom bekijken of afdrukken. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen. Op het Brother Solutions Center (http://solutions.brother.
Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt: Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies. Handelsmerken Brother en het Brother-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en BRAdmin Professional is een handelsmerk van Brother Industries, Ltd. UNIX is een wettig gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
BELANGRIJKE OPMERKING: Dit product is goedgekeurd voor gebruik in alleen het land waar het gekocht is. Gebruik dit product alleen in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden. Windows® XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64 Edition en Windows® XP Home Edition. Kijk op het Brother Solutions Center (http://www.brother.
In USA only 1-800-521-2846 Service center locator (USA) For the location of a Brother authorized service center, call 1-800-284-4357. Service center locations (Canada) For the location of a Brother authorized service center, call 1-877-BROTHER. Internetadressen De wereldwijde website van Brother: http://www.brother.com Voor veelgestelde vragen, productondersteuning, updates voor drivers en hulpprogramma's: http://www.brother.com (Alleen in de VS) For Brother Accessories & Supplies: http://www.
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 Overzicht....................................................................................................................................................1 Netwerkfuncties .........................................................................................................................................2 Afdrukken in een netwerk ....................................................................................................................2 Scannen in een netwerk .
De instellingen van de afdrukserver wijzigen...........................................................................................23 BRAdmin Professional gebruiken om de draadloze instellingen te wijzigen (voor Windows®) .........23 Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen ......................24 Andere methodes gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren .............
9 In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh® 89 Overzicht..................................................................................................................................................89 De afdrukserver selecteren (TCP/IP) ................................................................................................89 De instellingen van de afdrukserver wijzigen...........................................................................................
1 Inleiding 1 1 Overzicht 1 Windows® 98/98SE/Me/ 2000/XP/XP Professional x64 Edition 2 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Mac OS® X 10.2.4 of recenter ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Statusvenster Setup 1 Remote Photo Capture Center™ ontvangen 1 PC-FAX verzenden 1 PC-Fax Scannen Afdrukken IEEE 802.11b/g draadloos Ethernet (TCP/IP) 10/100 BASE-TX bedraad Ethernet (TCP/IP) Besturingssystemen Deze machine van Brother kan met de ingebouwde netwerkafdrukserver worden gedeeld op een 10/100 MB bedraad Ethernetnetwerk.
Inleiding Netwerkfuncties 1 1 De machine van Brother heeft de volgende algemene netwerkfuncties. Afdrukken in een netwerk 1 De afdrukserver biedt afdrukservices voor Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition met ondersteuning van de TCP/IP-protocollen en voor Macintosh® met ondersteuning van TCP/IP (Mac OS® X 10.2.4 of recenter). Scannen in een netwerk 1 U kunt documenten over het netwerk naar uw computer scannen (raadpleeg Netwerkscannen in de softwarehandleiding).
Inleiding Beheerprogramma’s 1 1 BRAdmin Professional (voor Windows®) 1 BRAdmin Professional biedt krachtige en gebruiksvriendelijke functies voor het configureren en beheren van fax- en netwerkinstellingen. BRAdmin Light (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) 1 BRAdmin Light is een hulpprogramma voor het weergeven van de status van de machine en het configureren van netwerkinstellingen vanaf een computer waarop Mac OS® X 10.2.4 of recenter draait.
Inleiding Typen netwerkverbinding 1 1 Voorbeeld van netwerkverbinding 1 Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 1 In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
Inleiding Op een netwerk gedeelde printer 1 In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een 'server' of een 'afdrukserver' genoemd. Hij beheert het afdrukken van alle taken. Windows® Windows® 1 Windows® TCP/IP Windows® 2 3 1 Op een netwerk gedeeld 2 Ook wel 'server' of 'afdrukserver' genoemd 3 Netwerkprinter (uw machine) In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
Inleiding Voorbeeld van draadloze netwerkverbinding 1 1 Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, met een toegangspoort in het netwerk (infrastructuurmodus) 1 Bij dit type netwerk is een centrale toegangspoort het hart van het netwerk. Deze toegangspoort kan tevens fungeren als bridge of gateway naar een bedraad netwerk. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken via een toegangspoort.
Inleiding Er is een toegangspoort in het netwerk, maar de computer ondersteunt geen draadloze functies 1 Bij dit type netwerk is een centrale toegangspoort het hart van het netwerk. De toegangspoort is aangesloten op een computer die met een Ethernetkabel geen draadloze functies ondersteunt. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken via een toegangspoort.
Inleiding LPR/LPD 1 1 Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken. Port9100 1 Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken. mDNS 1 Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een Apple®systeem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X is ingesteld. (Mac OS® X 10.2.4 of recenter.) TELNET 1 De afdrukserver van Brother ondersteunt de TELNET-server voor het configureren via de opdrachtregel.
2 De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Overzicht 2 2 2 Voordat u de machine van Brother op uw netwerk gaat gebruiken, moet u eerst de software van Brother installeren en de TCP/IP-netwerkinstellingen op de machine zelf configureren. Wij raden u aan hiervoor het automatische installatieprogramma op de cd-rom van Brother te gebruiken, aangezien dit programma u door de installatie van de software en netwerkbenodigdheden leidt.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Subnetmasker 2 Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie. Bijvoorbeeld: PC1 kan communiceren met PC2 2 • PC1 IP-adres: 192.168.1.2 Subnetmasker: 255.255.255.0 • PC2 IP-adres: 192.168.1.3 Subnetmasker: 255.255.255.0 Opmerking 0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres. In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat begint met 192.168.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Het IP-adres en subnetmasker instellen 2 BRAdmin Professional en het TCP-IP-protocol gebruiken voor het configureren van uw netwerkprinter (voor Windows®) 2 2 BRAdmin Professional 2 BRAdmin Professional is bedoeld om u te helpen met het beheren van de Brother-machines die in een TCP/IP-omgeving op het netwerk zijn aangesloten.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Opmerking • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP/BOOTP/RARP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Professional weergegeven als een APIPA-apparaat. 2 • U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding De instellingen van de afdrukserver wijzigen 2 BRAdmin Professional gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (alleen voor Windows®) a Start BRAdmin Professional (onder Windows® 98/98SE/Me/2000/XP), door te klikken op Start / Programma's / Brother Administrator Utilities / Brother BRAdmin Professional Utilities / BRAdmin Professional.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding c U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen. Remote Setup voor Macintosh® 2 Met de software Remote Setup kunt u veel instellingen van de MFC configureren via een Macintosh®applicatie. Wanneer u deze applicatie opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar de Macintosh® gedownload en op het scherm van de Macintosh® weergegeven.
3 De machine voor een draadloos netwerk configureren 3 Overzicht 3 Als u de machine op een draadloos netwerk wilt aansluiten, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Wij raden u aan de installatiewizard in het LAN-menu van het bedieningspaneel van de machine te gebruiken. Met deze methode kunt u de machine makkelijk op het draadloze netwerk aansluiten. Volg de instructies in de meegeleverde installatiehandleiding.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, zonder een toegangspoort in het netwerk (Ad-hoc modus) 3 Dit type netwerk heeft geen centrale toegangspoort. De draadloze clients communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken rechtstreeks van de computer die de gegevens verzendt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3 De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving. Configureren met gebruik van SecureEasySetup™. 3 Als uw draadloze toegangspoort(A) SecureEasySetup™ ondersteunt, hebt u geen computer nodig om de printer te configureren. De toegangspoort (router) en uw machine kunnen automatisch onderhandelen met gebruik van de procedure SecureEasySetup™.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Configureren met gebruik van een draadloze computer. 3 Als u een computer met draadloze functies hebt, moet u de draadloze instellingen van de computer op de Adhoc modus instellen, zodat u rechtstreeks verbinding met de machine kunt maken om deze te configureren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Verificatie en versleuteling 3 De meeste draadloze netwerken gebruiken bepaalde beveiligingsinstellingen. Deze beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich bij het netwerk bekend maakt) en de versleuteling (de manier waarop de gegevens worden versleuteld wanneer deze over het netwerk worden verstuurd).
De machine voor een draadloos netwerk configureren Netwerksleutel 3 Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels: Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een HEXADECIMAAL formaat. 64 (40) bits ASCII: Gebruikt 5 letters. Bijv. “WLLAN” (hoofdlettergevoelig). 64 (40) bits hexadecimaal: Gebruikt 10 hexadecimale tekens. Bijv. “71f2234aba” 128 (104) bits ASCII: Gebruikt 13 letters. Bijv.
De machine voor een draadloos netwerk configureren h Na enkele seconden kunt u de SSID met behulp van a of b in de lijst selecteren. Druk op OK om de SSID te selecteren. k als u de weergegeven SSID wilt selecteren. Als u een nieuwe SSID wilt toevoegen, gaat u door naar i. i Selecteer met a of b. Druk op OK. Ga naar j. j Geef de SSID op. (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 112 voor informatie over het invoeren van tekst.) Druk op OK. Ga naar k.
De machine voor een draadloos netwerk configureren De software SecureEasySetup™ gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren 3 Het is makkelijker om het draadloze netwerk met de software SecureEasySetup™ te configureren dan om dit handmatig te doen. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze router of toegangspoort instellen en beveiligen. De router of toegangspoort moet echter wel SecureEasySetup™ ondersteunen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Het automatische installatieprogramma op de cd-rom gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren 3 Raadpleeg Draadloze configuratie voor Windows® op pagina 26 en Draadloze configuratie voor Macintosh® op pagina 50 voor informatie over het gebruik van het automatische installatieprogramma van Brother, dat staat op de met de machine meegeleverde cd-rom.
De machine voor een draadloos netwerk configureren e Typ een wachtwoord, als u dit hebt ingesteld. Opmerking Standaard is er geen wachtwoord vereist om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen. U kunt desgewenst een wachtwoord instellen, dat vereist is om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen. Dubbelklik op het apparaat waarvoor u een wachtwoord wilt instellen. Klik op het tabblad Besturing en klik dan op Wachtwoord wijzigen. Geef het nieuwe wachtwoord op.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor DCP-modellen) 3 Remote Setup voor Windows® 3 Met de software Remote Setup kunt u de netwerkinstellingen configureren via een Windows®-applicatie. Wanneer u deze applicatie opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar de pc gedownload en op het computerscherm weergegeven.
4 Draadloze configuratie voor Windows® 4 Configureren in infrastructuurmodus 4 Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP/XP Professional x64 Edition 4 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Windows® d Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Andere drivers of programma's installeren. 4 Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma setup.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. e Klik op Setup Wizard draadloze LAN. f Kies Handmatig en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® g Voor de configuratie is het raadzaam dat u het draadloze apparaat van Brother tijdelijk met een netwerkkabel op een vrije poort van uw toegangspoort, hub of router aansluit. Als u tijdelijk via een netwerkkabel verbinding kunt maken: Kies Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik dan op Volgende. Ga naar h.
Draadloze configuratie voor Windows® i Sluit het draadloze apparaat van Brother met een netwerkkabel op de toegangspoort aan en klik op Volgende. Ga naarn.
Draadloze configuratie voor Windows® j Als u Deze computer heeft draadloze functies selecteert, moet u Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus selecteren en dan op Volgende klikken. Ga naar k. 4 Als u een bedrade computer gebruikt, kiest u De computer maakt via een netwerkkabel verbinding met het draadloze netwerk en moet u de draadloze instellingen via het bedieningspaneel maken. Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Draadloze configuratie voor Windows® l U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Windows® m Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze machine, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de machine die op het scherm worden weergegeven. Klik op Volgende. 4 Opmerking • Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten nadat de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten.
Draadloze configuratie voor Windows® n De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de toegangspoort en de machine aanstaan en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 4 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar “xxxx” de naam van uw model is) is “BRW_xxxxxx” (“xxxxxx” zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). o De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Windows® • “SETUP” is de standaard SSID van de machine. U mag deze SSID niet kiezen. 4 p Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Klik op OK om de configuratie voort te zetten en ga naar r. q Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven.
Draadloze configuratie voor Windows® r Klik op Volgende. De instellingen worden naar de machine gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt. 4 Opmerking • Als u het IP-adres van de machine handmatig wilt wijzigen, klikt u op IP-adres wijzigen en geeft u de benodigde IP-instellingen voor uw netwerk op. Nadat u de instellingen hebt geselecteerd, klikt u op Volgende. De wizard zal nu naar beschikbare draadloze netwerken zoeken.
Draadloze configuratie voor Windows® t Gebruik de informatie die u in l genoteerd hebt om de oorspronkelijke draadloze instellingen van uw computer te herstellen. Klik op Volgende. 4 u De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u MFL-Pro Suite installeren in het menu van de cd-rom.
Draadloze configuratie voor Windows® Configureren met een toegangspoort die SecureEasySetup™ ondersteunt Voor Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition 4 4 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Windows® d Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Andere drivers of programma's installeren. 4 Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma setup.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. e Klik op Setup Wizard draadloze LAN.
Draadloze configuratie voor Windows® f Kies Het draadloze apparaat configureren met de functie SecureEasySetup™ van de toegangspoort en klik op Volgende. 4 g Lees de Belangrijke Boodschap en klik op Volgende. h Lees de melding op uw scherm en klik op Volgende. i Raadpleeg de handleiding van uw toegangspoort om te zien hoe u deze poort op de modus SecureEasySetup™ moet instellen.
Draadloze configuratie voor Windows® j Zet de machine in de modus SecureEasySetup™. Druk op Menu, a of b voor LAN en druk op OK. Druk op a of b voor Instell. WLAN en druk op OK. Druk op a of b voor SecureEasySetup en druk op OK. Opmerking Als op het LCD-scherm Verbindingsfout wordt weergegeven, moet u het opnieuw proberen. k Klik op Voltooien. 4 l De configuratie is nu voltooid. Zet de machine weer op een plaats binnen het bereik van de toegangspoort. De draadloze installatie is nu voltooid.
Draadloze configuratie voor Windows® Configureren in Ad-hoc modus 4 Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP 4 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Windows® d Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Andere drivers of programma's installeren. 4 Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma setup.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. e Klik op Setup Wizard draadloze LAN. f Kies Handmatig en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® g Kies Ik kan mijn apparaat niet met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten. Klik op Volgende. 4 h Selecteer Deze computer heeft draadloze functies en controleer dat Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus niet is geselecteerd. Klik op Volgende. i Lees de Belangrijke Boodschap en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® j U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Windows® k Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze machine, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de machine die op het scherm worden weergegeven. Klik op Volgende. 4 Opmerking • Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten nadat de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten.
Draadloze configuratie voor Windows® l De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de machine aanstaat en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 4 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar “xxxx” de naam van uw model is) is “BRW_xxxxxx” (“xxxxxx” zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). m De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als er geen ad-hoc doelnetwerk wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen om dit handmatig toe te voegen. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer. • Als de lijst leeg is, moet u controleren of de machine zich binnen het bereik van draadloze communicatie bevindt. Klik vervolgens op Vernieuwen. 4 n Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als u meer dan een WEP-sleutel wilt instellen, klikt u op Geavanceerd. • Als u de verificatie- of versleutelingsinstellingen van uw netwerk niet kent, moet u de netwerkbeheerder om deze gegevens vragen. p Geef een nieuwe SSID op en kies de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® r Om te communiceren met het geconfigureerde draadloze apparaat, moet u de computer met dezelfde draadloze instellingen configureren. Wijzig de instellingen op de computer, zodat deze hetzelfde zijn als de draadloze instellingen op dit scherm. Klik op Volgende. (De instellingen in dit scherm zijn slechts een voorbeeld. Uw eigen instellingen zullen anders zijn.) 4 s De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien.
5 Draadloze configuratie voor Macintosh® 5 Configureren in infrastructuurmodus 5 Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter 5 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Macintosh® e Kies Handmatig en klik op Volgende. 5 f Voor de configuratie is het raadzaam dat u het draadloze apparaat van Brother tijdelijk met een netwerkkabel op een vrije poort van uw toegangspoort, hub of router aansluit. Als u tijdelijk via een netwerkkabel verbinding kunt maken: Kies Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik dan op Volgende. Ga naar g.
Draadloze configuratie voor Macintosh® g Lees de Belangrijke Boodschap en klik op Volgende. 5 h Sluit het draadloze apparaat van Brother met een netwerkkabel op de toegangspoort aan en klik op Volgende. Ga naar m.
Draadloze configuratie voor Macintosh® i Als u Deze computer heeft draadloze functies selecteert, moet u Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus selecteren en dan op Volgende klikken. Ga naar j. 5 Als u een bedrade computer gebruikt, kiest u De computer maakt via een netwerkkabel verbinding met het draadloze netwerk en moet u de draadloze instellingen via het bedieningspaneel maken. Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Draadloze configuratie voor Macintosh® k U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® m De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de toegangspoort en de machine aanstaan en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 5 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar “xxxx” de naam van uw model is) is “BRW_xxxxxx” (“xxxxxx” zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). n De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Opmerking • Als uw toegangspoort de SSID niet doorgeeft, kunt u deze handmatig toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer. • Is de lijst leeg, controleer dan of de voeding van de toegangspoort is ingeschakeld en of deze de SSID doorgeeft, en controleer vervolgens of de machine en de toegangspoort zich binnen het bereik voor draadloze communicatie bevinden. Klik vervolgens op Vernieuwen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® p Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze machine van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Kies de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® r Koppel de netwerkkabel tussen de toegangspoort (hub of router) en de machine los en klik op Volgende. 5 s Gebruik de informatie die u in k genoteerd hebt om de oorspronkelijke draadloze instellingen van uw computer te herstellen. Klik op Volgende. t De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Configureren met een toegangspoort die SecureEasySetup™ ondersteunt Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter 5 5 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Macintosh® e Kies Het draadloze apparaat configureren met de functie SecureEasySetup™ van de toegangspoort en klik op Volgende. 5 f Lees de Belangrijke Boodschap en klik op Volgende. g Lees de melding op uw scherm en klik op Volgende. h Raadpleeg de handleiding van uw toegangspoort om te zien hoe u deze poort op de modus SecureEasySetup™ moet instellen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® i Zet de machine in de modus SecureEasySetup™. Druk op Menu, a of b voor LAN en druk op OK. Druk op a of b voor Instell. WLAN en druk op OK. Druk op a of b voor SecureEasySetup en druk op OK. Opmerking Als op het LCD-scherm Verbindingsfout wordt weergegeven, moet u het opnieuw proberen. j Klik op Voltooien. 5 k De configuratie is nu voltooid. Zet de machine weer op een plaats binnen het bereik van de toegangspoort. De draadloze installatie is nu voltooid.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Configureren in Ad-hoc modus 5 Voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter 5 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, a of b voor Factory Reset en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Macintosh® e Kies Handmatig en klik op Volgende. 5 f Kies Ik kan mijn apparaat niet met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten. Klik op Volgende. g Selecteer Deze pc heeft draadloze functies en controleer dat Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus niet is geselecteerd. Klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® h Lees de Belangrijke Boodschap en klik op Volgende. 5 i U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® j Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze machine, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de machine die op het scherm worden weergegeven. Klik op Volgende. 5 k De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de machine aanstaat en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® l De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn. Kies het Ad-hoc netwerk waaraan u de machine wilt koppelen en klik op Volgende. Als er geen Ad-hoc draadloze netwerken beschikbaar zijn, moet u een nieuw draadloos netwerk maken. Ga naar o. 5 Opmerking • Als er geen ad-hoc doelnetwerk wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen om dit handmatig toe te voegen. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer.
Draadloze configuratie voor Macintosh® n Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze machine van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Kies de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® p Klik op Volgende. De instellingen worden naar de machine gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt. 5 Opmerking Als u het IP-adres van de machine handmatig wilt wijzigen, klikt u op IP-adres wijzigen en geeft u de benodigde IP-instellingen voor uw netwerk op. Nadat u de instellingen hebt geselecteerd, klikt u op Volgende. De wizard zal nu naar beschikbare draadloze netwerken zoeken.
Draadloze configuratie voor Macintosh® r De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u Start Here OSX in het menu van de cd-rom.
6 Instellen via het bedieningspaneel 6 LAN-menu 6 U moet eerst de correcte TCP/IP-instellingen configureren, pas dan kunt u het product van Brother in een netwerkomgeving gebruiken. Raadpleeg De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding op pagina 9 of De machine voor een draadloos netwerk configureren op pagina 15 voor meer informatie hierover.
Instellen via het bedieningspaneel Automatische modus 6 In deze modus zoekt de machine op het netwerk naar een DHCP-server. Als er een DHCP-server wordt gevonden en de configuratie van deze server toewijzing van een IP-adres voor de machine toelaat, dan wordt het door de DHCP-server toegewezen IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-server beschikbaar is, zoekt de machine een BOOTP-server.
Instellen via het bedieningspaneel Opmerking Afhankelijk van het systeem, kan deze ingang "bootps" heten in plaats van "bootp". Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een editor om "#" te verwijderen (staat er geen "#", dan is BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans /etc/bootptab) en voer de naam in, plus het netwerktype (1 voor Ethernet), het Ethernetadres en het IP-adres, het subnetmasker en de gateway van de afdrukserver.
Instellen via het bedieningspaneel b Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. c (Voor bedraad) Druk op a of b om TCP/IP(kabel) te selecteren. (Voor draadloos) Druk op a of b om TCP/IP(WLAN) te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om IP Address te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. f Voer het IP-adres in. Druk op OK. 6 Opmerking Voor de DCP: druk herhaaldelijk op a of b om de eerste set van drie cijfers van het IP-adres in te voeren.
Instellen via het bedieningspaneel g Druk op Stop/Eindigen. Gateway 6 In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent. a b c Druk op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. f Voer de naam van het knooppunt in. Druk op OK. Opmerking Bij DCP-modellen kan de knooppuntnaam niet via het bedieningspaneelmenu worden gewijzigd. g Druk op Stop/Eindigen. WINS Config 6 De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine het IP-adres van de WINS-server krijgt. a b Druk op Menu. 6 Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om WINS Server te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Primary of Secondary te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. g Voer het WINS-serveradres in. Druk op OK. Opmerking Voor de DCP: druk herhaaldelijk op a of b om de eerste set van drie cijfers van het adres van de WINSserver in te voeren. Druk op c om het tweede driecijferige nummer in te voeren.
Instellen via het bedieningspaneel f Druk op a of b om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. g Voer het adres van de DNS-server in. Druk op OK. Opmerking Voor de DCP: druk herhaaldelijk op a of b om de eerste set van drie cijfers van het adres van de DNSserver in te voeren. Druk op c om het tweede driecijferige nummer in te voeren. Herhaal deze stap totdat u de vier sets van drie cijfers hebt ingevoerd, waarmee het DNS-serveradres compleet is. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen.
Instellen via het bedieningspaneel Instell. WLAN (alleen bedraad netwerk) 6 Inst. Wizard 6 De installatiewizard leidt u door de configuratie van het draadloze netwerk. Raadpleeg De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken op pagina 20 voor meer informatie hierover. SecureEasySetup 6 Het is makkelijker om het draadloze netwerk met de software SecureEasySetup™ te configureren dan om dit handmatig te doen.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om Signaal te selecteren. Druk op OK. e De huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk wordt weergegeven: Sterk, Medium, Zwak of Geen. f Druk op Stop/Eindigen. SSID 6 Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam weergegeven. a b Druk op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Status WLAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Comm. Modus 6 Dit veld toont de communicatiemodus van het draadloze netwerk: Ad-hoc of Infrastructure. a b Druk op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Status WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Comm. Modus te selecteren. Druk op OK. e De huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk wordt weergegeven: Ad-hoc of Infrastructuur. f 6 Druk op Stop/Eindigen. Setup Misc.
Instellen via het bedieningspaneel Netwerk I/F 6 U kunt het type netwerkverbinding kiezen: bedrade of draadloze verbinding. Als u de bedrade netwerkverbinding wilt gebruiken, selecteert u LAN met kabel; voor de draadloze verbinding kiest u WLAN. Er kan slechts één netwerkverbindingstype tegelijk actief zijn. a b Druk op Menu. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Netwerk I/F te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om LAN met kabel of WLAN te selecteren.
Instellen via het bedieningspaneel b Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Factory Reset te selecteren. Druk op OK. d e Druk op 1 voor Factory Reset. Druk op 1 om opnieuw op te starten. Opmerking Bij DCP-modellen drukt u op + om de fabrieksinstellingen te herstellen en dan op + om opnieuw op te starten. f De machine wordt opnieuw opgestart. U kunt de netwerkkabel nu weer aansluiten en de netwerkinstellingen voor uw netwerk configureren.
7 De Wizard driver installeren (voor Windows®) 7 Overzicht 7 De wizard Driver installeren kan worden gebruikt om de installatie van op een netwerk aangesloten printers te vereenvoudigen of deze zelfs geheel automatisch uit te voeren. De wizard Driver installeren kan tevens worden gebruikt voor het maken van zichzelf uitpakkende uitvoerbare bestanden die, indien uitgevoerd op een externe pc, de installatie van een printerdriver geheel automatisch zullen uitvoeren.
De Wizard driver installeren (voor Windows®) Op een netwerk gedeelde printer 7 Het apparaat is aangesloten op een netwerk en voor het beheren van afdruktaken wordt een centrale wachtrij gebruikt. Afdrukserver Netwerkprinter Client-pc 7 Client-pc Client-pc De wizard Driver installeren voor het eerst gebruiken a Wanneer u de wizard Driver installeren voor de eerste keer gebruikt, wordt er een welkomstscherm weergegeven. Klik op Volgende.
De Wizard driver installeren (voor Windows®) Het IP-adres instellen 7 Als de printer geen ip-adres heeft, biedt de wizard u de mogelijkheid om het ip-adres te wijzigen door de printer in de lijst te selecteren en de optie IP configureren te selecteren. Er wordt dan een dialoogvenster weergegeven waarin u informatie kunt specificeren, zoals het ip-adres, subnetmasker en gateway-adres. 7 a b Selecteer de printerdriver die u wilt gebruiken.
De Wizard driver installeren (voor Windows®) Een uitvoerbaar bestand maken 7 De wizard Driver installeren kan zichzelf uitpakkende .EXE-bestanden maken. Deze zichzelf uitpakkende .EXE-bestanden kunnen op het netwerk worden opgeslagen, naar een cd-rom of diskette worden gekopieerd, en kunnen zelfs naar andere gebruikers worden ge-ëmaild. Wanneer een dergelijk bestand wordt uitgevoerd, worden de driver en instellingen automatisch geïnstalleerd, zonder tussenkomst van de gebruiker.
8 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP Overzicht 8 8 Als u Windows® gebruikt en wilt afdrukken met gebruikmaking van het TCP/IP-protocol in een peer-to-peer omgeving, dan moet u de instructies in dit hoofdstuk volgen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren, die u nodig hebt om met deze netwerkprinter af te drukken.
Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP g Volg de instructies op het scherm en klik op OK. Opmerking Neem contact op met uw beheerder als u niet zeker weet welke locatie en printernaam in het netwerk gebruikt worden. h Volg de instructies in de wizard en klik tot slot op Voltooien om de wizard af te sluiten.
9 In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh® 9 Overzicht 9 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u vanaf een Macintosh® op een netwerk kunt afdrukken met de eenvoudige netwerkconfiguratie op Mac OS® X 10.2.4 of recenter. Voor bijgewerkte informatie voor het afdrukken vanaf een Macintosh® gaat u naar het Brother Solutions Center op: http://solutions.brother.com/. De afdrukserver selecteren (TCP/IP) a b c d e 9 Zet de machine AAN. Selecteer Programma’s in het menu Ga. Open de map Utilities.
In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh® f (Voor Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3x) Selecteer het volgende. (Mac OS® X 10.2.4 - 10.3.x) g 9 Selecteer Brother MFC-XXXX (XXXX is de naam van uw model) en klik op Voeg toe. (Mac OS® X 10.4) 9 9 h Klik op de printer en klik vervolgens op Maak standaard om deze printer als de standaardprinter aan te wijzen. De printer is nu klaar.
In een netwerk afdrukken vanaf een Macintosh® De instellingen van de afdrukserver wijzigen 9 De configuratie wijzigen met gebruik van Remote Setup (Niet beschikbaar voor DCP-modellen) 9 Op een Macintosh® kunt u de parameters van de printer of afdrukserver ook wijzigen met behulp van de applicatie Remote Setup. Raadpleeg Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor Windows® en Mac OS® X 10.2.4 of recenter) (niet beschikbaar voor de DCPmodellen) op pagina 13.
10 Problemen oplossen 10 Overzicht 10 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.
Problemen oplossen Problemen met het installeren van de Network Print Software 10 Onder Windows® wordt de afdrukserver van Brother niet gevonden tijdens het installeren van de Network Print Software of de printerdriver De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden met gebruik van de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X.
Problemen oplossen 4 Klik op Toevoegen. (Bij gebruik van Mac OS® X 10.2.4 to 10.3) Ga naar 5. (Bij gebruik van Mac OS® X 10.4) Ga naar 6. 5 (Voor Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3) Selecteer het volgende. 6 Controleer dat de afdrukserver wordt weergegeven. Als u dit pictogram ziet, is de verbinding in orde. Anders gaat u nu naar e.
Problemen oplossen 2 Druk op de toets “Windows” en de toets “E” om Deze computer te openen. 3 Klik aan de linkerkant met de rechtermuisknop op Mijn netwerklocaties, klik op Eigenschappen, klik met de rechtermuisknop op LAN-verbinding en klik op Eigenschappen. 4 Klik op het tabblad Geavanceerd. Controleer onder Firewall voor Internet-verbindingen dat het vakje naast Mijn computer en netwerk beveiligen... is gedeselecteerd. Als dit vakje is geselecteerd, moet u het deselecteren. Klik nu op OK.
Problemen oplossen Problemen met afdrukken 10 De taak wordt niet afgedrukt 10 Controleer de status en configuratie van de afdrukserver. Controleer het volgende: a b Controleer dat de machine aanstaat, on line is en klaar staat om af te drukken. c Controleer als volgt of de afdrukserver op uw netwerk wordt herkend: Druk de netwerkconfiguratielijst af en controleer dat instellingen als het IP-adres geschikt zijn voor uw netwerk.
Problemen oplossen d 5 (Voor Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3) Selecteer het volgende. 6 Controleer dat de afdrukserver wordt weergegeven. Als u dit pictogram ziet, is de verbinding in orde. Anders gaat u nu naar d. Stel de afdrukserver terug op de fabrieksinstellingen en probeer het opnieuw. Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen op pagina 81 voor nadere informatie over het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Problemen oplossen Problemen met scannen en PC-FAX 10 De netwerkscanfunctie werkt niet onder Windows® De functie Netwerk PC-FAX werkt niet onder Windows® 10 De instellingen van de firewall op uw pc staan wellicht niet toe dat de benodigde netwerkverbinding wordt gemaakt. Volg de onderstaande instructies om de firewall uit te schakelen. Gebruikt u persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de handleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software.
Problemen oplossen Problemen met draadloze netwerken oplossen 10 Problemen met draadloze instellingen 10 De Setup Wizard voor draadloze apparaten kan de afdrukserver van Brother tijdens de installatie niet vinden. a b c 10 Controleer dat de machine aanstaat, on line is en klaar staat om af te drukken. Zet de computer dichter bij de machine van Brother en probeer het opnieuw. Stel de afdrukserver terug op de fabrieksinstellingen en probeer het opnieuw.
A Appendix A A Services gebruiken A Een service is een bron die beschikbaar is voor computers die willen afdrukken op de afdrukserver van Brother. De afdrukserver van Brother biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen). Typ HELP bij de opdrachtprompt voor een overzicht van ondersteunde opdrachten.
Appendix A ingang bootp staat. Bijvoorbeeld, een doorsnee bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er als volgt uitzien: #bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i Afhankelijk van het systeem, kan deze ingang "bootps" heten in plaats van "bootp". Opmerking Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een editor om "#" te verwijderen (staat er geen "#", dan is BOOTP reeds geactiveerd).
Appendix A APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres A De afdrukserver van Brother ondersteunt het APIPA-protocol (Automatic Private IP Addressing). Met APIPA zullen DHCP-clients automatisch een IP-adres en subnetmasker configureren als er geen DHCP-server beschikbaar is. Het apparaat kiest een eigen IP-adres van 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255. Het subnetmasker wordt automatisch ingesteld op 255.255.0.0 en het gateway-adres wordt ingesteld op 0.0.0.0.
Appendix A TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres A U kunt ook de opdracht TELNET gebruiken om het IP-adres te wijzigen. TELNET biedt een doeltreffende methode om het IP-adres van de machine te wijzigen. Er moet echter reeds een geldig IP-adres in de afdrukserver zijn geprogrammeerd. Typ TELNET ipadres op de opdrachtregel van de systeemprompt, waar ipadres het IP-adres van afdrukserver is. Wanneer er verbinding is gemaakt, drukt u op Return of Enter om de prompt “#” openen.
Appendix A Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver) A Opmerking • Zorg dat u een IP-adres op de machine hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert. Raadpleeg De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding op pagina 9 als u het IP-adres nog niet hebt geconfigureerd.
B Appendix B B Specificaties van de afdrukserver B Bedraad Ethernetnetwerk B Modelnaam NC-130h Ondersteunde besturingssystemen Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition Mac OS® X 10.2.
Appendix B Macintosh® Vereisten Computer voor de computer Minimumsnelheid processor Beheerprogramma’s 1 Power Macintosh® met Ethernet Alle basismodellen voldoen aan de minimumvereisten. Minimum RAM 128 MB voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter Aanbevolen RAM 160 MB voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter BRAdmin Professional Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition BRAdmin Light 1 Mac OS® X 10.2.
Appendix B Draadloos Ethernetnetwerk B B Modelnaam NC-140w Ondersteunde besturingssystemen Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/XP Professional x64 Edition 1 1 Een draadloze netwerkverbinding wordt alleen ondersteund tussen de machine van Brother en een toegangspoort voor pc's met Windows® XP Professional x64 Edition. Mac OS® X 10.2.
Appendix B Windows ® MinimumsnelComputervereisten heid processor (voor drivers, BRAdmin Professional, peer-topeer software, enz.
Appendix B Functietabel en standaardinstellingen B B Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties LAN BOOT Method Autom./Statisch/RARP/ BOOTP/DHCP IP-Address Wijzigen TCP/IP(k abel) Opties [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].[000] 1 Afsluiten Subnet Mask Wijzigen [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].[000] 1 Afsluiten Gateway Wijzigen [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].
Appendix B Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties LAN BOOT Method Autom./Statisch/RARP/ BOOTP/DHCP IP-Address Wijzigen TCP/IP (WLAN) Opties B [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].[000] 1 Afsluiten Subnet Mask Wijzigen [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].[000] 1 Afsluiten Gateway Wijzigen [000-255].[000-255].[000255].[000-255]. [000].[000].[000].
Appendix B Niveau1 Niveau2 Netwerk I/F Factory Reset Niveau3 Opties Opties B LAN met kabel WLAN Ja/Nee De fabrieksinstellingen worden vetgedrukt weergegeven. 1 Wanneer verbinding met het netwerk wordt gemaakt, zal de machine het IP-adres en subnetmasker automatisch instellen op een waarde die geschikt is voor uw netwerk.
Appendix B Tekst invoeren B B Voor MFC-modellen B Bij het maken van bepaalde instellingen, zoals de stationsidentificatie, moet u tekst invoeren. Boven de meeste cijfertoetsen staan drie of vier letters. Boven de toetsen 0, # en l staan geen letters omdat deze toetsen een speciale functie hebben. U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te drukken.
Appendix B Letters herhalen B B Wilt u een letter herhalen, druk dan op c om de cursor naar rechts te bewegen en druk opnieuw op de betreffende toets. Speciale tekens en symbolen B Druk op l, # of 0 en dan op d of c om de cursor onder het gewenste symbool of teken te zetten. Druk vervolgens op OK om het te selecteren. Druk op l voor (spatie) ! “ # $ % & ’ () * + , - .
C Index A Knooppunt naam ....................................................... 74 AES ........................................................................... 19 Afdrukken in een netwerk ......................................... 87 Afdrukken via Macintosh® ......................................... 89 Afdrukken via TCP/IP ................................................ 87 Afdrukken via Windows® 2000/XP ............................ 87 APIPA ..........................................................
Index TKIP .......................................................................... 19 V Verificatie .................................................................. 19 Versleuteling ............................................................. 19 W WEP .......................................................................... 19 Windows® 2000 ........................................................ 87 Windows® XP ........................................................... 87 WINS Config ............