Network User's Guide

Table Of Contents
Configuratie van het bedieningspaneel
116
6
w Voer het poortnummer in.
x Geef de bestandsnaam op die u voor het gescande document wilt gebruiken. U kunt kiezen uit zeven
vooraf gedefinieerde en twee gebruikergedefinieerde bestandsnamen. De bestandsnaam die voor uw
document wordt gebruikt, is de bestandsnaam die u hebt geselecteerd plus de laatste 6 cijfer van de
flatbed/ADF-scannerteller plus de extensie (bijvoorbeeld BRNxxxxxxxxxxxx098765.pdf). U kunt
handmatig een bestandsnaam van 15 tekens invoeren.
Druk op a of b om Bestandsnaam te selecteren.
Druk op OK.
y Druk op a of b om de gewenste bestandsnaam te kiezen.
Druk op OK.
z Nadat u alle instellingen hebt opgegeven, drukt u op a of b om Compleet of Voltooien te selecteren.
Druk op OK.
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Scan naar FTP (voor MFC-6890CDW) 6
U kunt de gegevens die vereist zijn voor het gebruik van Scan naar FTP handmatig invoeren via het
bedieningspaneel en de gegevens vooraf definiëren en opslaan in een FTP-profiel. U kunt maximaal vijf FTP-
serverprofielen configureren.
Passieve modus 6
U kunt de passieve modus uit- of inschakelen, afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en
netwerkfirewall. De standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen kan deze standaardinstelling
gehandhaafd worden.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
c Druk op a of b om Scan nr FTP te selecteren.
d Druk op a of b om Passieve modus te selecteren.
e Druk op Aan of Uit om uw keuze te selecteren.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Poortnummer 6
U kunt het poortnummer wijzigen dat wordt gebruikt om contact te maken met de FTP-server. De
standaardinstelling is poort 21. In de meeste gevallen kan deze standaardinstelling gehandhaafd worden.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
c Druk op a of b om Scan nr FTP te selecteren.