Network User's Guide

Table Of Contents
Inleiding
7
1
Protocollen 1
TCP/IP-protocollen en functies 1
Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden
overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten.
De afdrukserver die met dit product van Brother wordt gebruikt, ondersteunt de TCP/IP-protocollen (TCP/IP
= Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
TCP/IP is de populairste verzameling protocollen en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor communicatie via
internet en e-mail. Dit protocol kan onder vrijwel elk besturingssysteem worden gebruikt, zoals Windows
®
,
Mac OS
®
X en Linux
®
. Op dit product van Brother zijn de volgende TCP/IP-protocollen beschikbaar.
DHCP/BOOTP/RARP 1
Bij gebruik van de protocollen DHCP/BOOTP/RARP kan het IP-adres automatisch worden geconfigureerd.
Opmerking
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de DHCP/BOOTP/RARP-protocollen wilt gebruiken.
APIPA 1
Als u het IP-adres niet handmatig (met het bedieningspaneel van de machine of de software BRAdmin) of
automatisch (met een DHCP/BOOTP/RARP-server) toewijst, zal het APIPA-protocol (APIPA = Automatic
Private IP Addressing) automatisch een IP-adres toewijzen uit het bereik 169.254.1.0 tot 169.254.254.255.
DNS-client 1
De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name System). Met deze
functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van zijn eigen DNS-naam met andere apparaten
communiceren.
LPR/LPD 1
Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken.
SMTP-client (voor MFC-6490CW en MFC-6890CDW) 1
De SMTP-client (SMTP = Simple Mail Transfer Protocol ) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet
te versturen.
Port9100 1
Nog een algemeen gebruikt afdrukprotocol op TCP/IP-netwerken.
mDNS 1
Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een Apple-
systeem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS
®
X is ingesteld. (Mac OS
®
X
10.2.4 of recenter)