Network User's Guide
Table Of Contents
- NETWERKHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- 1 Inleiding
- 2 De machine configureren voor een netwerk met een Ethernet-kabelverbinding
- Overzicht
- IP-adressen, subnetmaskers en gateways
- Stappenoverzicht
- Het IP-adres en subnetmasker instellen
- De instellingen van de afdrukserver wijzigen
- BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- BRAdmin Professional gebruiken om de draadloze instellingen te wijzigen (voor Windows®)
- Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor DCP-modellen)
- Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (niet mogelijk met MFC-5490CN en MFC-5890CN)
- Overzicht
- Terminologie en concepten voor draadloos netwerk
- Stappenoverzicht voor configuratie van een draadloos netwerk
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- De configuratiemethode van het draadloze netwerk controleren
- De draadloze machine configureren via de installatiewizard van het bedieningspaneel
- Configuratie via het SES/WPS/AOSS-menu in het bedieningspaneel (alleen in infrastructuurmodus)
- Configuratie via de pinmethode of Wi-Fi Protected Setup™ (alleen in infrastructuurmodus)
- De draadloze netwerkmachine configureren met het installatieprogramma van Brother op de cd-rom
- De machine voor een draadloos netwerk configureren
- De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken
- De machine configureren voor een draadloos netwerk met het SES/WPS/AOSS- menu op het bedieningspaneel
- De pinmethode of Wi-Fi Protected Setup™ gebruiken
- Het automatische installatieprogramma op de cd-rom gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren
- 4 Draadloze configuratie voor Windows® met behulp van het installatieprogramma van Brother (niet beschikbaar voor MFC-5490CN en MFC-5890CN)
- 5 Draadloze configuratie voor Macintosh® met behulp van het installatieprogramma van Brother (niet beschikbaar voor MFC-5490CN en MFC-5890CN)
- 6 Configuratie van het bedieningspaneel
- Netwerk-menu
- TCP/IP
- Setup Misc. (alleen MFC-5490CN)
- Inst. Wizard (alleen voor draadloze netwerken)
- SES/WPS/AOSS (alleen draadloos netwerk)
- WPS m/Pincode (alleen draadloze netwerken)
- Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- E-mail/I-FAX (voor MFC-6490CW en MFC-6890CDW)
- Scan naar FTP (voor MFC-5890CN en MFC-6490CW)
- Scan naar FTP (voor MFC-6890CDW)
- Time Zone (voor MFC-6490CW en MFC-6890CDW)
- Netwerk I/F (niet beschikbaar voor MFC-5490CN en MFC-5890CN)
- De netwerkinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen
- De netwerkconfiguratielijst afdrukken
- Netwerk-menu
- 7 Wizard Driver installeren (alleen Windows®)
- 8 Afdrukken in een netwerk onder Windows® via peer-to-peer TCP/IP
- 9 Vanaf een Macintosh® afdrukken via het netwerk
- 10 Werken met LDAP (voor MFC-6890CDW)
- 11 Internetfaxen en Scan naar E-mail (voor MFC-6490CW en MFC-6890CDW)
- Overzicht internetfaxen
- De verbinding instellen
- Toetsfuncties op het bedieningspaneel
- Een fax via internet verzenden
- Tekst invoeren
- E-mail of een internetfax ontvangen
- Een internetfax op de computer ontvangen
- Ontvangen e-mail en faxberichten doorzenden
- Relay Broadcasting
- TX Verificatiemail
- Setup Mail TX
- Setup Mail RX
- Foutmeldingen
- Belangrijke informatie over internetfaxen
- Overzicht Scan naar e-mail (E-mail server) (MFC-6490CW en MFC-6890CDW)
- Overzicht internetfaxen
- 12 Beveiligingsfuncties (voor MFC-6490CW en MFC-6890CDW)
- 13 Problemen oplossen
- Appendix A
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver)
- Installatie bij gebruik van Web Services (voor gebruikers van Windows Vista®)
- Appendix B
- Appendix C
- Index
Appendix A
162
A
BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A
BOOTP is een alternatief op rarp. Het voordeel van BOOTP is, dat ook het subnetmasker en de gateway
geconfigureerd kunnen worden. Als u BOOTP wilt gebruiken voor het configureren van het IP-adres, moet
BOOTP op uw hostcomputer zijn geïnstalleerd en daar draaien (het behoort in het bestand /etc/services
op uw host als een ware service te verschijnen; typ man bootpd of raadpleeg de met uw systeem
meegeleverde documentatie voor nadere informatie hierover). BOOTP wordt doorgaans opgestart via het
bestand /etc/inetd.conf, en u kunt dit activeren door het “#” te verwijderen dat in dit bestand voor de
ingang bootp staat. Bijvoorbeeld, een doorsnee bootp-ingang in het bestand /etc/inetd.conf kan er als volgt
uitzien:
#bootp dgram udp wait /usr/etc/bootpd bootpd -i
Afhankelijk van het systeem, kan deze ingang “bootps” heten in plaats van “bootp”.
Opmerking
Voor het activeren van BOOTP gebruikt u een editor om “#” te verwijderen (staat er geen “#”, dan is
BOOTP reeds geactiveerd). Bewerk nu het BOOTP-configuratiebestand (doorgaans /etc/bootptab) en
voer de naam in, plus het netwerktype (1 voor Ethernet), het Ethernet-adres en het IP-adres, het
subnetmasker en de gateway van de afdrukserver. Helaas kan de indeling van deze gegevens afwijken,
en het is derhalve zaak dat u de met uw systeem meegeleverde documentatie raadpleegt om te zien hoe
u deze informatie invoert (veel UNIX
®
-systemen hebben sjablonen in het bestand bootptab die u als
voorbeeld kunt gebruiken). Voorbeelden van een doorsnee /etc/bootptab ingang zijn: (“BRN” hieronder
moet voor een draadloos netwerk worden vervangen door “BRW”.)
BRN008077310107 1 00:80:77:31:01:07 192.189.207.3
en:
BRN008077310107:ht=ethernet:ha=008077310107:\ip=192.189.207.3:
Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen op BOOTP-verzoeken als u in het
configuratiebestand een download-bestandsnaam hebt opgenomen; hiertoe maakt u gewoon een leeg
bestand op de host en specificeert u dit bestand en zijn pad in het configuratiebestand.
Net als bij rarp, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-server opvragen zodra de machine wordt
opgestart.










