Network User's Guide

Table Of Contents
Appendix A
166
A
Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde
wachtrij of Share (alleen printerdriver) A
Opmerking
Zorg dat u een IP-adres op de machine hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk
uitvoert. Zie De machine configureren voor een netwerk met een Ethernet-kabelverbinding op pagina 9 als
u het IP-adres nog niet hebt geconfigureerd.
Controleer dat de hostcomputer en de afdrukserver zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden, of dat de
router foutloos is geconfigureerd, zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk is.
Als u Windows
®
Firewall of de firewallfunctie van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, dient
u deze tijdelijk uit te schakelen. Wanneer u zeker weet dat u kunt afdrukken, configureert u het programma
opnieuw volgens de instructies.
a Start het installatieprogramma op de cd-rom en volg de instructies in de Installatiehandleiding.
b Selecteer de modelnaam en uw taal (indien nodig) en klik vervolgens op Voorbereidende installatie of
Geavanceerd.
c Klik op Printerdriver (alleen).
d Klik als antwoord op de verwelkoming op Volgende. Volg de instructies op uw computerscherm.
e Selecteer Standaardinstallatie en klik op Volgende.
f Selecteer Op netwerk gedeelde printer en klik op de knop Volgende.
g Selecteer de wachtrij voor uw printer en klik op de knop OK.
Opmerking
Neem contact op met uw beheerder als u niet zeker weet welke locatie en printernaam in het netwerk
gebruikt worden.
h Klik op Voltooien.