Network User's Guide

Table Of Contents
78
6
6
Netwerk-menu 6
U moet eerst de correcte TCP/IP-instellingen configureren, pas dan kunt u het product van Brother in een
netwerkomgeving gebruiken.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de netwerkinstellingen kunt configureren via het bedieningspaneel aan
de voorzijde van de machine.
U kunt de machine van Brother via het Netwerk-menu van het bedieningspaneel voor uw netwerk
configureren. Druk op Menu en vervolgens op a of b om Netwerk te selecteren. Selecteer het menu met de
instellingen die u wilt configureren. (Zie Functietabel en standaardinstellingen op pagina 171.)
De machine wordt geleverd met de software BRAdmin Light en Remote Setup voor Windows
®
en
Macintosh
®
, die ook gebruikt kan worden voor het configureren van diverse aspecten van het netwerk. (Zie
Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor DCP-
modellen) op pagina 17 voor een bedrade verbinding of De instellingen van de afdrukserver wijzigen
op pagina 15 voor een draadloze verbinding.)
TCP/IP 6
Als u de machine met de Ethernet-kabel op het netwerk aansluit, moet u de menuoptie LAN met kabel
selecteren. Als u de machine op een draadloos Ethernet-netwerk aansluit, moet u de menuoptie WLAN
selecteren.
Dit menu bevat 10 opties: BOOT Method, IP Address, Subnet Mask, Gateway, Knooppunt naam of
Node naam, WINS Config, WINS Server, DNS Server, APIPA en IPv6 (voor MFC-5490CN,
MFC-5890CN, MFC-6490CW, DCP-6690CW en MFC-6890CDW).
BOOT Method 6
De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine een IP-adres krijgt. De standaardinstelling is Autom.
Opmerking
Als u de afdrukserver niet via DHCP, BOOTP of RARP wilt configureren, dient u BOOT Method in te
stellen op Statisch zodat de afdrukserver een statisch IP-adres heeft. Zo wordt voorkomen dat de
afdrukserver probeert om een IP-adres van een van deze systemen te krijgen. U kunt de BOOT Method
wijzigen via het bedieningspaneel van de machine, BRAdmin Light of Remote Setup.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c (Voor bedraad) Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren.
(Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren.
Druk op OK.
Configuratie van het bedieningspaneel 6