Network User's Guide

Table Of Contents
Configuratie van het bedieningspaneel
82
6
Voor MFC-5490CN 6
a Druk op Menu, 5, 1, 3.
b Kies 1 om een wijziging in te voeren. Voer het adres van het subnetmasker in.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Voor Touchscreen modellen
6
a Druk op MENU.
b Druk op Netwerk.
c (Voor bedraad) Druk op LAN met kabel.
(Voor draadloos) Druk op WLAN.
d Druk op TCP/IP.
e Druk op Subnet Mask.
f Voer het adres van het subnetmasker in.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Gateway 6
In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet
gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen
gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
c (Voor bedraad) Druk op a of b om LAN met kabel te selecteren.
(Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Gateway te selecteren.
Druk op OK.
f Voer het adres van de gateway in.
Druk op OK.
Opmerking
Voor DCP-modellen drukt u herhaaldelijk op a of b om het eerste driecijferige nummer van het gateway-
adres in te voeren. Druk op c om het tweede driecijferige nummer in te voeren. Herhaal deze stap totdat
u het vierde en laatste driecijferige nummer van het gateway-adres hebt ingevoerd. Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).