GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-6890CDW Versie 0 DUT
Als u de klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-6890CDW Serienummer: 1 Aankoopdatum: Plaats van aankoop: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
EG-conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE ii
EG-conformiteitsverklaring Producent Brother Industries, Ltd.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 Gebruik van de documentatie................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding...............3 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Brother-support oproepen (voor Windows®) ..........................
LCD-scherm.........................................................................................................33 LCD-contrast .................................................................................................33 De helderheid van de achtergrondverlichting instellen.................................. 33 De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen ............................33 4 Beveiligingsfuncties 34 Functieslot ...........................................................
6 Een fax ontvangen 50 Ontvangststanden................................................................................................50 De ontvangststand kiezen ...................................................................................50 Ontvangststanden gebruiken...............................................................................51 Alleen Fax......................................................................................................51 Fax/Telefoon.........................
8 Nummers kiezen en opslaan 72 Nummers kiezen..................................................................................................72 Handmatig kiezen..........................................................................................72 Eéntoetsnummers kiezen ..............................................................................72 Snelkiezen .....................................................................................................72 Faxnummer opnieuw kiezen...........
Paragraaf III Kopiëren 11 Kopiëren 90 Kopiëren ..............................................................................................................90 Kopieermodus activeren ................................................................................90 Eén kopie maken...........................................................................................90 Meerdere kopieën maken ..............................................................................91 Kopiëren stoppen .............
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ........................................................112 Afdruksnelheid en -kwaliteit.........................................................................113 Papieropties................................................................................................. 113 Helderheid, contrast en kleur instellen ........................................................114 Bijsnijden (crop)............................................................................
Paragraaf VI Appendices A Veiligheid en wetgeving 128 Een geschikte plaats kiezen ..............................................................................128 Veilig gebruik van de machine...........................................................................129 Belangrijke veiligheidsinstructies .................................................................134 BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid ....................................................135 LAN-verbinding ........................
D Specificaties 199 Algemeen ..........................................................................................................199 Afdrukmedia.......................................................................................................201 Fax.....................................................................................................................202 Kopiëren ............................................................................................................
xii
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Papier en documenten laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 10 27 34
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vet Vetgedrukte tekst verwijst naar knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Algemene informatie Toegang krijgen tot de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding c Als het scherm met de taal verschijnt, klikt u op de gewenste taal. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. 1 1 Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van de geavanceerde functies van de printer, de scanner, PC-Fax en het netwerk. Raadpleeg de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding op de cd-rom voor gedetailleerde informatie hierover.
Hoofdstuk 1 Instructies voor het scannen opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Documentatie bekijken (voor Macintosh®) a Zet uw Macintosh® aan. Plaats de Brother-cd-rom in het cd-rom-station. Het volgende venster wordt weergegeven. b Dubbelklik op het pictogram Documentation. c d Dubbelklik op uw taalmap.
Algemene informatie Instructies voor het scannen opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Brother-support oproepen (voor Windows®) 1 1 Alle nodig hulpbronnen, bijvoorbeeld websupport (Brother Solutions Center), staan tot uw beschikking en op de cd-rom van Brother. Softwarehandleiding Scannen (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) ControlCenter2 (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) Klik op Brother-support in het hoofdmenu.
Hoofdstuk 1 Overzicht van het bedieningspaneel 1 8 7 27.01.2009 06:11 Nwe fax Fa 01 b Geschiedenis 1 1 2 6 Fax- en telefoontoetsen: Dubbelzijdig Kopie Druk op deze toets om op beide zijden van het papier te kopiëren. Telefoon/Intern Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de hoorn van het externe telefoontoestel tijdens het dubbele belsignaal is opgepakt.
Algemene informatie 7 6 Geh. 009 1 5 Ant 6:11 Nwe fax Faxvoor 01 beeld 01 MENU Telefoonboek 3 5 6 4 Spaarstand Met deze toets zet u de machine in de energiebesparende stand. Stop/Eindigen Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten. 7 LCD (liquid crystal display) Dit is een touchscreen-lcd-scherm. U krijgt toegang tot de menu's en de opties door op de toetsen op het scherm te drukken. U kunt de helling van het scherm instellen door dit op te tillen.
Hoofdstuk 1 Indicaties op het LCD-scherm Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt. 11 Geh. Ant 06:11 Nwe fax Faxvoor 01 beeld Geschiedenis 10 1 4 MENU 01 Telefoonboek 9 87 6 5 Draadloze status Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk weer wanneer u gebruik maakt van een draadloze verbinding. 0 Max. 2 Geheugenstatus Hiermee wordt het beschikbare geheugen in de machine aangegeven.
Algemene informatie Normale handelingen 1 1 U bedient het touchscreen door met uw vingers op MENU te drukken of op de keuzetoets op het LCD-scherm. Druk op d c of a b om meer menu's of opties in een instelling te bekijken. In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling van de slaapstand gewijzigd van 10 Min. in 5 Min. a b Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. MENU Standaardinst.
2 Papier en documenten laden Papier en andere afdrukmedia laden 2 Opmerking 2 Opmerking • Wanneer u papier van A3-, Legal- of Ledger-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en trekt u aan de achterkant van de papierlade. • Zie voor papierlade 2 Papier in papierlade 2 laden op pagina 13. • Als de papierlade die voor de faxmodus wordt gebruikt op Auto Select is ingesteld, moet u na het bijvullen van papierlade 1 het scannerdeksel openen en sluiten om de machine te resetten.
Papier en documenten laden c Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijzen. 1 d Blader de stapel papier goed door, om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Hoofdstuk 2 f Pas de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig met beide handen aan het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken. h Duw de papierlade langzaam volledig in de machine. VOORZICHTIG g Sluit het deksel van de papierlade. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en niet boven de markering voor de maximale invoercapaciteit (1) uitkomt. 1 Duw lade 1 NIET te snel in de machine.
Papier en documenten laden Papier in papierlade 2 laden Opmerking Als u klaar bent met het gebruiken van A3-, Ledger- of Legal-papier en op een kleiner papierformaat wilt overschakelen, verwijdert u het papier uit de lade. Verklein de lade vervolgens door de universele ontgrendeling (1) in te drukken. Pas de papiergeleider voor de lengte (2) aan het papierformaat aan dat u gebruikt. Plaats het papier vervolgens in de lade.
Hoofdstuk 2 c Druk de papiergeleiders voor de breedte (1) en vervolgens de papiergeleider voor de lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel deze geleiders af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markering voor het gebruikte papierformaat wijzen.
Papier en documenten laden e Plaats het papier voorzichtig in de papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt en niet boven de markering voor de maximale invoercapaciteit (1) uitkomt. 1 f Pas de papiergeleiders voor de breedte voorzichtig met beide handen aan de papierstapel aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken. g Plaats het deksel terug op de papierlade.
Hoofdstuk 2 j Trek papierlade 1 uit de machine. Druk op de universele ontgrendeling (1) en trek aan de achterkant van de papierlade. l Sluit het deksel van de papierlade en duw de lade langzaam in de machine. Trek de papiersteun uit (1) tot u een klik hoort en vouw de papiersteunklep uit (2). 2 1 Opmerking Als u klaar bent met het gebruiken van A3-, Ledger- of Legal-papier en op een kleiner papierformaat wilt overschakelen, verwijdert u het papier uit de lade.
Papier en documenten laden Enveloppen en briefkaarten laden Enveloppen en briefkaarten in lade 1 laden a Informatie over enveloppen 2 2 2 Gebruik enveloppen met een gewicht tussen 80 en 95 g/m2. Voor sommige enveloppen is het nodig de marge in te stellen in de toepassing. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt. Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst.
Hoofdstuk 2 b Leg enveloppen of briefkaarten in de papierlade met de adreszijde naar beneden en de invoerkant (bovenkant van de enveloppen) eerst. Wij raden u aan om een extra envelop of briefkaart te laden. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel de geleiders af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
Papier en documenten laden Afdrukgebied 2 Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder rand beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor Windows® of Afdrukken en faxen voor Macintosh® in de softwarehandleiding op de cd-rom.
Hoofdstuk 2 Acceptabel papier en andere afdrukmedia De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt. Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst. U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Papier en documenten laden Omgaan met en gebruik van afdrukmedia Papiercapaciteit in de uitvoerpapierlade 2 2 Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte. Maximaal 50 vel A4-papier van 80 g/m2 . Om vlekken te voorkomen moeten transparanten en fotopapier vel voor vel uit de uitvoerlade worden genomen. Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde van het fotopapier niet aanraakt.
Hoofdstuk 2 De juiste afdrukmedia selecteren 2 Type en formaat papier voor elke functie Papiersoort Losse vellen Kaarten Enveloppen Transparanten 22 Papierformaat 2 Gebruik Faxen Kopiëren Photo Capture Printer Ledger 279,4 × 431,8 mm Ja Ja Ja Ja A3 297 × 420 mm Ja Ja Ja Ja Letter 215,9 × 279,4 mm Ja Ja Ja Ja A4 210 × 297 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 × 355,6 mm Ja Ja – Ja Executive 184 × 267 mm – – – Ja JIS B4 257 × 364 mm – – – Ja JIS B5 182 × 257 mm –
Papier en documenten laden Gewicht, dikte en capaciteit papier 2 Papiersoort Gewicht Dikte Aantal vellen Losse vellen Normaal papier 64 tot 120 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 100 1 (Lade 2) Normaal papier 64 tot 105 g/m2 0,08 tot 0,15 mm 250 2 Inkjetpapier 64 tot 200 g/m2 0,08 tot 0,25 mm 20 Glanzend papier Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 3 Fotokaart Max. 220 g/m2 Max. 0,25 mm 20 3 Indexkaart Max. 120 g/m2 Max. 0,15 mm 30 Briefkaart Max. 200 g/m2 Max.
Hoofdstuk 2 Documenten laden Documenten laden BELANGRIJK U kunt een fax verzenden, kopiëren en scannen vanuit de ADF (automatische documentinvoer) en vanaf de glasplaat. De ADF gebruiken • Trek NIET aan het document terwijl het doorschuift. 2 De ADF heeft een capaciteit van maximaal 50 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier van het type 80 g/m2 en waaier de stapel altijd los alvorens het papier in de ADF te plaatsen.
Papier en documenten laden d Documenten laden Plaats uw documenten met de bedrukte zijde omhoog en de bovenrand eerst in de ADF totdat u voelt dat ze de papierinvoerrol raken. 2 Opmerking Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. Opmerking Plaats A4-/Letter-documenten met de korte rand eerst in de ADF. a b Til het documentdeksel op. c Sluit het documentdeksel.
Hoofdstuk 2 Scangebied 2 De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt voor elk papierformaat aangegeven welk gebied niet kan worden gescand.
3 Algemene instellingen Energiebesparende stand 3 Om een goede afdrukkwaliteit te behouden, een lange levensduur van de printkop te garanderen en zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron. 3 Druk op de toets Spaarstand. Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven.
Hoofdstuk 3 e f Druk op P.Bewaar inst. g Druk op Stop/Eindigen. Druk op Faxontv:Uit (of Faxontv:Aan). Aan/UitOntvangststand Beschikbare instellingen opdrachten Faxontv: Alleen Fax Fax ontvangen Fax waarnemen Aan 1 Ext. TEL/ANT Uitgestelde fax (fabrieksinstelling) (Tijdklok) 3 Fax doorzenden 3 Tijdklokstand De machine heeft op het bedieningspaneel vier tijdelijke modustoetsen: Fax, Scan, Kopie en Photo Capture.
Algemene instellingen Papierinstellingen Papierformaat en -soort Als u een afwijkend papierformaat in lade 1 of lade 2 plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat van de machine wijzigen. Voor de beste afdrukkwaliteit dient u de machine in te stellen op het type papier dat u gebruikt. U kunt zeven papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: A3, A4, A5, 10 × 15 cm, Ledger, Letter en Legal.
Hoofdstuk 3 Lade gebruiken bij faxen U kunt een andere papierlade instellen als de standaardlade voor het afdrukken van ontvangen faxen. 3 Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier Papierlade 1 is leeg. Als er horizontale strepen over uw A3-afdrukken lopen, gebruikt u mogelijk langlopend papier. Stel A3 - kortvezelig in op Uit om dit probleem te vermijden. Papierlade 2 is ingesteld op een ander papierformaat dat geschikter is voor de ontvangen faxen. a b Druk op MENU.
Algemene instellingen Instellingen volume Belvolume 3 3 U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus voor de beltoon, van Hoog tot Uit. De machine slaat uw nieuwe standaardinstelling op tot u deze wijzigt. Het belvolume instellen via het menu a b c d e f g h Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. Druk op Standaardinst. Druk op a of b om Volume weer te geven. Druk op Volume. Druk op Belvolume. Druk op Laag, Half, Hoog of Uit. Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 3 Automatische zomer-/ wintertijd Slaapstand 3 U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal in de lente automatisch een uur vooruit worden gezet en één uur terug in de herfst. Zorg dat u de juiste datum en tijd hebt ingevoerd in de instelling Datum&Tijd. a b c d e f g 32 Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. Druk op Standaardinst. Druk op a of b om Aut. zomertijd weer te geven. Druk op Aut. zomertijd.
Algemene instellingen LCD-scherm LCD-contrast 3 3 U kunt het contrast van het LCD-scherm aanpassen, zodat de weergave duidelijker wordt. Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u proberen de contrastinstelling te wijzigen. a b a b Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. Druk op Standaardinst. e f g h Druk op LCD instell. Druk op a of b om LCD instell. weer te geven. Druk op LCD Contrast. Druk op Licht, Half of Donker. Druk op Stop/Eindigen.
4 Beveiligingsfuncties Functieslot 4 Met de beveiligingsfunctie Functieslot kunt u de toegang tot bepaalde machinefuncties (Fax, Kopiëren, Scan, Afdrukken 1 en PCC) beperken. Door de toegang tot de menu-instellingen te beperken, verhindert deze functie ook dat gebruikers de standaardinstellingen van de machine wijzigen. Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
Beveiligingsfuncties e f g Druk op Functieslot. Druk op a of b om Functieslot weer te geven. h Druk op a of b om Openbaar weer te geven. e f g Druk op Functieslot. i j Druk op Openbaar. h Voer voor het nieuwe wachtwoord een nummer van vier cijfers in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. i Als op het LCD-scherm Nogmaals: weergegeven wordt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. Het wachtwoord wijzigen a b c d j Druk op MENU.
Hoofdstuk 4 Gebruikers met beperkte rechten instellen en wijzigen Gebruikers met beperkte rechten instellen c d e f g Druk op MENU. Druk op a of b om Standaardinst. weer te geven. Druk op a of b om Functieslot weer te geven. Druk op Functieslot. Druk op Gebruiker inst. Voer het beheerderswachtwoord in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. Druk op a of b om Gebruiker01 weer te geven. i j Druk op Gebruiker01. 36 m Druk op en herhaal h tot l om elke extra gebruiker en wachtwoord in te voeren.
Beveiligingsfuncties k Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op en voert u vervolgens de nieuwe naam in met de toetsen op het LCD-scherm. (Zie Tekst invoeren op pagina 198.) Druk op OK. Als u de naam ongewijzigd wilt laten, drukt u op OK. l m n o Voer voor deze gebruiker een nieuwe PIN-code van vier cijfers in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK.
Hoofdstuk 4 d e f g Druk op Functieslot. Druk op Slot UitiAan. Voer het beheerderswachtwoord in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. Functieslot uitschakelen a b c 4 Druk op Slot AaniUit. Voer het beheerderswachtwoord in met de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. Met deze instelling kan een gebruiker met beperkte rechten inloggen op de machine wanneer Functieslot ingeschakeld is. Houd op het bedieningspaneel van de machine Shift ingedrukt terwijl u op l drukt.
Paragraaf II Fax Een fax verzenden Een fax ontvangen Telefoontoestellen en externe apparaten Nummers kiezen en opslaan Rapporten afdrukken Polling II 40 50 65 72 83 85
5 Een fax verzenden Faxmodus activeren 5 Als u een fax wilt verzenden of de instellingen voor het verzenden of ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt u op de toets (Fax) zodat deze blauw oplicht. Faxen verzenden vanaf de ADF a Druk op b Plaats het document met de bedrukte zijde omhoog in de ADF. (Zie De ADF gebruiken op pagina 24.) c Voer met de kiestoetsen het faxnummer in.
Een fax verzenden Faxen verzenden via de glasplaat e 5 U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's van een boek door te faxen. De documenten kunnen maximaal van het formaat A3 zijn. Als u slechts één pagina wilt verzenden, drukt u op Nee (of drukt u nogmaals op Mono Start). U kunt geen kleurenfaxen verzenden die uit meerdere pagina's bestaan. De machine begint het document te verzenden.
Hoofdstuk 5 Een fax in kleur verzenden 5 g Uw machine kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen. Faxen in kleur kunnen niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een fax in kleur verzendt, wordt deze direct verzonden (zelfs wanneer Direct Verzend is ingesteld op Uit). Druk op Mono Start. Het document wordt gescand en de uitgaande fax wordt weergegeven op het LCD-scherm. Als de fax wordt weergegeven, drukt u op MENU.
Een fax verzenden Rondsturen (alleen monochroom) Met de functie Rondsturen kunt u één faxbericht automatisch naar meerdere faxnummers verzenden. Dit wordt ook wel 'groepsverzenden' genoemd. U kunt een fax tegelijkertijd naar groepen, ééntoetsnummers, snelkiesnummers en maximaal 50 handmatig gekozen nummers sturen. Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een verzendrapport afgedrukt. a Druk op b c Laad uw document. d e Druk op Rondsturen. (Fax). Druk op d of c om Rondsturen weer te geven.
Hoofdstuk 5 Een fax tijdens rondsturen annuleren a b 5 Druk op Stop/Eindigen. Ga op een van de volgende manieren te werk: Om het groepsverzenden te annuleren, drukt u op Volledige zending. Ga naar stap c. Om de huidige taak te annuleren, drukt u op de toets die het gebelde nummer weergeeft. Ga naar stap d. Om af te sluiten zonder de taak te annuleren, drukt u op Stop/Eindigen.
Een fax verzenden Contrast 5 Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht wijzigen. Voor de meeste documenten kan de fabrieksinstelling Automatisch worden gebruikt. Hiermee wordt automatisch het geschikte contrast voor uw document geselecteerd. Gebruik Licht wanneer u een licht document verzendt. Gebruik Donker wanneer u een donker document verzendt. a Druk op b Druk op d of c om Contrast weer te geven. c d Druk op Contrast. (Fax). Druk op Automatisch, Licht of Donker.
Hoofdstuk 5 Tweevoudige werking (alleen monochroom) 5 U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen inlezen––zelfs wanneer de machine een fax vanuit het geheugen verzendt, faxen ontvangt of gegevens vanuit de pc afdrukt. Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer en het beschikbare geheugen. Als het bericht Geheugen vol wordt weergegeven tijdens het scannen van documenten, drukt u op Stop/Eindigen om te annuleren of op Mono Start om de gescande pagina's te verzenden.
Een fax verzenden Uitgesteld faxen (alleen monochroom) 5 U kunt in de loop van de dag tot maximaal 50 faxen in het geheugen opslaan die binnen 24 uur moeten worden verzonden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u instelt in stap f. a b c d e f Druk op (Fax). Laad uw document. Druk op d of c om Tijdklok weer te geven. Druk op Tijdklok. Druk op Aan. Voer via de toetsen op het LCD-scherm het tijdstip in waarop de fax moet worden verzonden (in de 24-uursnotatie).
Hoofdstuk 5 g Alle faxinstellingen terugzetten naar de fabriekinstellingen Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Ja om te annuleren. Als u nog een taak wilt annuleren, gaat u naar stap f. U kunt alle door u gewijzigde faxinstellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Om af te sluiten zonder de taak te annuleren, drukt u op Nee. h Druk op Stop/Eindigen wanneer u klaar bent.
Een fax verzenden e Druk op Mono Start of Kleur Start zodra u de faxtoon hoort. Druk vervolgens op Verzenden op het LCD-scherm. f Leg de hoorn weer op de haak. De melding 'Geheugen vol' 5 Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding Geheugen vol ziet, drukt u op Stop/Eindigen om de fax te annuleren.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangststanden 6 U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn. De ontvangststand kiezen 6 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe verzonden worden. Met behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen. Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 51 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Een fax ontvangen Ontvangststanden gebruiken Handmatig 6 Sommige ontvangststanden antwoorden automatisch (Alleen Fax en Fax/Telefoon). Misschien wilt u de belvertraging wijzigen alvorens deze standen te gebruiken. (Zie Belvertraging op pagina 52.) Alleen Fax 6 In de stand Alleen Fax wordt elke oproep automatisch als een faxoproep beantwoord. Fax/Telefoon De stand Fax/Telefoon helpt u om inkomende oproepen automatisch af te handelen, doordat wordt herkend of het een fax of een telefoongesprek betreft.
Hoofdstuk 6 Instellingen ontvangststand Belvertraging De functie Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u externe of tweede toestellen op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 70 en Fax waarnemen op pagina 53.) a b c d Druk op MENU. e f Druk op Ontvangstmenu. g h Druk op Bel Vertraging. i Druk op a of b om Fax weer te geven.
Een fax ontvangen Fax waarnemen Als Fax waarnemen is ingesteld op Aan: 6 6 De machine ontvangt faxberichten automatisch, ook al neemt u het telefoontje aan. Zodra op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven of wanneer u 'tjirpende' geluiden hoort via de hoorn die u gebruikt, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
Hoofdstuk 6 Ontvangstprioriteit instellen 6 Als een A3-kleurenfax naar uw machine wordt verstuurd, ontvangt uw machine een zwart-witfax van A3-formaat of een kleurenfax van A4-formaat, afhankelijk van de ingestelde ontvangstprioriteit. Als u Zw.-w. (max. A3) kiest, ontvangt u een zwart-witfax van A3-formaat. Als u Kleur (max. A4) kiest, ontvangt u een kleurenfax van A4-formaat. Opmerking De standaardinstelling is Zw.-w. (max. A3), dus de machine kan standaard geen A4kleurenfaxen ontvangen.
Een fax ontvangen Een fax afdrukken vanuit het geheugen 6 Als u Fax opslaan hebt gekozen, kunt u een fax toch vanuit het geheugen afdrukken wanneer u zich bij de machine bevindt. Zie Faxvoorbeeld (alleen monochroom) op pagina 59 en Geheugenontvangst (alleen monochroom) op pagina 55 als u Faxvoorbeeld hebt gekozen. a b c d e f g 6 U kunt slechts één geheugenontvangstfunctie tegelijk gebruiken: Fax doorzenden Fax opslaan PC-Fax ontvangen Druk op MENU. Uit Druk op a of b om Fax weer te geven.
Hoofdstuk 6 Fax doorzenden Wanneer u Fax doorzenden kiest, wordt de ontvangen fax in het geheugen van de machine opgeslagen. Vervolgens wordt automatisch het door u geprogrammeerde faxnummer gekozen en wordt het faxbericht doorgezonden. a b c d e f g h i j Druk op MENU. Druk op a of b om Fax weer te geven. Druk op Fax. Druk op a of b om Ontvangstmenu weer te geven. Druk op Ontvangstmenu. Druk op a of b om Geheugenontv. weer te geven. Druk op Geheugenontv. Druk op Fax Doorzenden.
Een fax ontvangen PC-Fax ontvangen Als u de functie PC-Fax ontvangen inschakelt, worden ontvangen faxen in het geheugen opgeslagen en automatisch naar uw pc gestuurd. Vervolgens kunt u deze faxen op uw pc bekijken en opslaan. Zelfs als u de pc heeft uitgeschakeld (bijvoorbeeld 's nachts of tijdens het weekend), worden faxen in het geheugen van de machine ontvangen en opgeslagen. Op het LCD-scherm wordt het aantal ontvangen faxen dat is opgeslagen in het geheugen weergegeven.
Hoofdstuk 6 De doel-pc wijzigen a b c d e f g h i Geheugenontvangstfuncties uitschakelen Druk op MENU. Druk op a of b om Fax weer te geven. Druk op Fax. Druk op a of b om Ontvangstmenu weer te geven. a b c d Druk op MENU. e f Druk op Ontvangstmenu. g h i Druk op Geheugenontv. Druk op Ontvangstmenu. Druk op a of b om Geheugenontv. weer te geven. Druk op Geheugenontv. Druk op PC-Fax ontv. Druk op of op de pc waarop u de faxen wilt ontvangen. j k Druk op OK. l Druk op Stop/Eindigen.
Een fax ontvangen Schakelen tussen geheugenontvangstfuncties Als er zich nog ontvangen faxen in het geheugen van de machine bevinden wanneer u naar een andere geheugenontvangstfunctie overschakelt, verschijnt een van de volgende vragen op het LCD-scherm: Wis alle faxen ? Tot. print fax? • Als u op Ja drukt, worden de faxen in het geheugen gewist of afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd. Als er al een reservekopie is afgedrukt, wordt die niet opnieuw afgedrukt.
Hoofdstuk 6 Faxvoorbeeld gebruiken Als de fax wordt weergegeven, drukt u op Meer. De toetsen worden op het LCD-scherm weergegeven en u kunt de onderstaande handelingen uitvoeren. 6 Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt het pop-upbericht op het LCD-scherm. (Bijvoorbeeld: Nwe fax: 02) a Druk op Faxvoorbeeld. Op het LCD-scherm wordt de nieuwe faxlijst weergegeven. Toets Omschrijving De fax vergroten. De fax verkleinen.
Een fax ontvangen Een fax afdrukken a b c Druk op Faxvoorbeeld. d Druk op e 6 a b c Druk op Faxvoorbeeld. Als de fax meerdere pagina's bevat, gaat u naar stap e. d Druk op Stop/Eindigen. Als de fax uit één pagina bestaat, wordt de fax afgedrukt. Ga naar stap f. Faxvoorbeeld uitschakelen Druk op de fax die u wilt bekijken. Druk op Meer. (Afdrukken). Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Alle Pag Afdruk. om alle pagina's van de fax af te drukken.
Hoofdstuk 6 Afstandsbediening 6 U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon met druktoetsen of een faxapparaat, en vervolgens de code voor toegang op afstand en de opdrachten voor afstandsbediening gebruiken om faxberichten op te halen. Een code voor toegang op afstand instellen Met de code voor toegang op afstand krijgt u toegang tot de functies voor afstandsbediening wanneer u niet in de buurt van de machine bent.
Een fax ontvangen Opdrachten voor afstandsbediening 6 Gebruik de volgende opdrachten om toegang te krijgen tot functies op de machine als u zich op een andere locatie bevindt. Wanneer u uw machine belt en vervolgens uw code voor toegang op afstand invoert (3 cijfers gevolgd door ), geeft het systeem twee korte pieptonen en moet u een opdracht voor afstandsbediening invoeren.
Hoofdstuk 6 Faxberichten ophalen U kunt uw machine bellen vanaf elke telefoon met druktoetsen en uw faxberichten naar een ander faxapparaat laten sturen. U moet Fax opslaan inschakelen voordat u deze functie kunt gebruiken. 6 Het nummer voor Fax doorzenden wijzigen U kunt de standaardinstelling van het nummer voor Fax doorzenden wijzigen vanaf een andere telefoon met druktoetsen of een ander faxapparaat. a Kies uw faxnummer. a Kies uw faxnummer.
7 Telefoontoestellen en externe apparaten Werking als telefoon 7 U kunt telefoneren met een tweede of externe telefoon door nummers handmatig te kiezen of door middel van snelkiesnummers. Toon of puls 7 Als u een pulsservice hebt, maar toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld voor telebankieren), gaat u als volgt te werk: a Neem de hoorn van het externe toestel op. b Druk op # op het bedieningspaneel van de machine. Alle cijfers die hierna worden gekozen, worden verzonden als toonsignalen.
Hoofdstuk 7 Telefoondiensten 7 Uw machine biedt ondersteuning voor de dienst Nummerweergave die door bepaalde telefoonbedrijven wordt aangeboden. Als u beschikt over Nummerweergave dient u deze functie in te stellen op Aan om het telefoonnummer van de beller op het LCD-scherm weer te geven terwijl de telefoon overgaat.
Telefoontoestellen en externe apparaten Het type telefoonlijn instellen 7 U kunt een druk op de toets R programmeren als onderdeel van een nummer dat in een ééntoetsnummer of snelkieslocatie is opgeslagen. Hiertoe drukt u tijdens het programmeren van het ééntoetsnummer of snelkiesnummer eerst op R (op het LCD-scherm verschijnt ‘!’), waarna u het telefoonnummer intoetst. Als u dit doet, hoeft u niet meer eerst op Telefoon/Intern te drukken wanneer u een ééntoetsnummer of snelkieslocatie gebruikt.
Hoofdstuk 7 Een extern antwoordapparaat aansluiten Als het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, verschijnt op het scherm Telefoon. U wilt misschien een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en ‘luistert’ de machine naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen.
Telefoontoestellen en externe apparaten Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat Tijdsplanning is van essentieel belang wanneer u dit bericht opneemt. Het bericht bepaalt de wijze waarop de handmatige en automatische faxontvangst verloopt. a Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. (Dit geeft uw machine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.) b Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden.
Hoofdstuk 7 Externe en tweede toestellen Werken met een tweede toestel Een extern of tweede toestel aansluiten U kunt een apart telefoontoestel aansluiten op uw machine, zoals in de volgende afbeelding. 1 2 7 Als u een faxoproep aanneemt op een tweede of extern toestel, kunt u de oproep door uw machine laten ontvangen door de code voor activeren op afstand te gebruiken. Als u de code voor activeren op afstand l 5 1 intoetst, zal de fax op de machine worden ontvangen.
Telefoontoestellen en externe apparaten Codes voor afstandsbediening gebruiken Code voor activeren op afstand d Druk op a of b om Ontvangstmenu weer te geven. e f Druk op Ontvangstmenu. g h i Druk op Afstandscode. 7 7 Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand l 5 1. Wacht op de tjirpende geluiden en leg vervolgens de hoorn op de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 53.
8 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen 8 8 Toets alle cijfers van het fax of telefoonnummer in met behulp van de kiestoetsen. Faxnummer opnieuw kiezen Als u handmatig een fax verzendt en de lijn bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en vervolgens op Mono Start of Kleur Start om het opnieuw te proberen.
Nummers kiezen en opslaan Overzicht van uitgaande oproepen Overzicht Beller-ID 8 De laatste 30 nummers waarnaar u een fax hebt gestuurd, worden opgeslagen in het overzicht van uitgaande oproepen. U kunt een van deze nummers selecteren om er een fax naar te verzenden, het toe te voegen aan de ééntoets- of snelkiesnummers of het te verwijderen uit het overzicht. a Druk op Herkies/Pauze. U kunt ook op Geschiedenis drukken. b c d Druk op het tabblad Uitg. Gesprek. Druk op het gewenste nummer.
Hoofdstuk 8 Nummers opslaan b 8 Voer met de toetsen op het LCD-scherm de naam in (max. 16 tekens). U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Wanneer u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam (indien u deze heeft opgeslagen) of het nummer weergegeven. Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 voor informatie over het invoeren van letters.
Nummers kiezen en opslaan Eéntoetsnummers opslaan op basis van uitgaande oproepen h Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer met de toetsen op het LCD-scherm de naam in (max. 16 tekens). 8 U kunt ééntoetsnummers opslaan vanuit het overzicht van uitgaande oproepen. Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 voor informatie over het invoeren van letters.) a Druk op Herkies/Pauze. U kunt deze ook kiezen door op Geschiedenis te drukken. b c Druk op het tabblad Uitg. Gesprek.
Hoofdstuk 8 h Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer met de toetsen op het LCD-scherm de naam in (max. 16 tekens). Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 voor informatie over het invoeren van letters.) Als u het nummer zonder naam wilt opslaan, drukt u op OK. Druk op Geschiedenis. i Druk op het tabblad Overz.beller-ID. Druk op OK om het fax- of telefoonnummer te bevestigen. j Als op het LCD-scherm uw instellingen worden weergegeven, drukt u op OK om deze te bevestigen.
Nummers kiezen en opslaan e Voer met de toetsen op het LCD-scherm het eerste fax- of telefoonnummer in (max. 20 cijfers). Druk op OK. Snelkiesnummers opslaan op basis van uitgaande oproepen Opmerking U kunt snelkiesnummers opslaan vanuit het overzicht van uitgaande oproepen. Als u een e-mailadres wilt opslaan om deze te gebruiken voor internet faxen of scannen naar e-mailserver, drukt u op , voert u het e-mailadres in en drukt u op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 198.
Hoofdstuk 8 j Voer de volgende stappen uit om de locatie te kiezen waar het nummer wordt opgeslagen: Om de volgende beschikbare snelkieslocatie te accepteren, drukt u op OK. Om een andere snelkieslocatie in te voeren, drukt u op een nummer van 2 cijfers met behulp van de toetsen op het LCD-scherm. Druk op OK. Opmerking • Snelkiesnummers beginnen met # (bijvoorbeeld, # 0 2). • Als de snelkieslocatie van 2 cijfers al bezet is, werkt de toets OK op het LCDscherm niet. Kies een andere locatie.
Nummers kiezen en opslaan i Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer met de toetsen op het LCD-scherm een tweede fax- of telefoonnummer in (max. 20 cijfers). Druk op OK. Als u geen tweede nummer wilt opslaan, drukt u op OK. j Voer de volgende stappen uit om de locatie te kiezen waar het nummer wordt opgeslagen: Eéntoetsnamen of -nummers of snelkiesnamen of -nummers wijzigen U kunt een reeds opgeslagen ééntoetsnaam of -nummer of snelkiesnaam of -nummer wijzigen.
Hoofdstuk 8 g Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u Naam: kiest, voert u met de toetsen op het LCD-scherm de naam in (max. 16 tekens). (Zie Tekst invoeren op pagina 198.) Op het LCD-scherm worden uw instellingen weergegeven. Druk op OK. Als u Fax/Tel1: of Fax/Tel2: kiest, voert u met de toetsen op het LCD-scherm het nieuwe nummer in (max. 20 cijfers). Op het LCD-scherm worden uw instellingen weergegeven. Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan h h i U voegt ééntoetsnummers of snelkiesnummers aan de groep toe door erop te drukken (een rood vinkje wordt weergegeven). Druk op OK. Als u de nummers op alfabetische volgorde wilt rangschikken, drukt u op . Locaties van ééntoetsnummers beginnen met l. Sneltoetslocaties beginnen met #. Als op het LCD-scherm de groepsnaam en de nummers wordt weergegeven, drukt u op OK om te bevestigen. j Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 8 Snelkiesnummers combineren 8 In sommige gevallen wilt u een keuze maken uit verschillende interlokale providers wanneer u een fax wilt verzenden. Tarieven kunnen afhankelijk zijn van de tijd en de bestemming. Om te profiteren van lage tarieven kunt u de toegangscodes van interlokale providers en creditcardnummers opslaan als ééntoetsnummers en snelkiesnummers.
9 Rapporten afdrukken 9 c d Druk op Fax. e f g Druk op Kies rapport. Aan: Na elke verzonden fax wordt een rapport afgedrukt. h Druk op Stop/Eindigen. Aan+Beeld: Na elke verzonden fax wordt een rapport afgedrukt. Op het rapport wordt een gedeelte van de eerste pagina van de fax afgedrukt. Faxjournaal (activiteitenrapport) Uit: Als door een verzendfout de fax niet is verzonden, wordt een rapport afgedrukt.
Hoofdstuk 9 g Druk op d of c om een interval te kiezen. (Als u 7 dagen kiest, wordt u gevraagd de eerste dag van de 7-daagse periode te kiezen.) 6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen De machine zal op het gekozen tijdstip het rapport afdrukken en vervolgens alle taken in het geheugen wissen. Als het geheugen van de machine vol is omdat er 200 taken in zitten en de door u gekozen tijd nog niet verstreken is, zal de machine het journaal voortijdig afdrukken en alle taken uit het geheugen wissen.
10 Polling Pollen - overzicht 10 10 Met de functie voor pollen kunt u de machine zo instellen dat andere mensen faxen van u kunnen ontvangen, maar hiervoor zelf de telefoonkosten moeten betalen. Omgekeerd kunt u hiermee ook het faxapparaat van iemand anders bellen en een fax van dit apparaat ontvangen terwijl u de kosten betaalt. Dit werkt alleen als de pollingfunctie op beide machines is ingesteld. Pollen wordt niet door alle faxapparaten ondersteund.
Hoofdstuk 10 Uitgestelde ontvangstpolling instellen 10 Met uitgestelde polling kunt u de machine instellen om op een later tijdstip te beginnen met pollen. U kunt slechts één uitgestelde pollingbewerking instellen. a Druk op b Druk op d of c om Ontvang Pollen weer te geven. c d e Druk op Ontvang Pollen. f g (Fax). Druk op Tijdklok. Opeenvolgend pollen (alleen monochroom) U kunt ook in één bewerking documenten van verschillende faxapparaten opvragen. a b Druk op c d Druk op Ontvang Pollen.
Polling i j Nadat u alle faxnummers hebt ingevoerd door stappen h te herhalen, drukt u op OK. Verzendpolling (alleen monochroom) Druk op Mono Start. Van elk nummer of elke groep wordt nu één voor één een document opgevraagd. Met verzendpolling kunt u instellen dat uw machine wacht met de verzending van een document totdat een ander faxapparaat belt om het document op te halen. Druk op Stop/Eindigen terwijl de machine bezig is met kiezen als u het pollingproces wilt annuleren.
Hoofdstuk 10 Verzendpolling met beveiligingscode instellen 10 U kunt de pollingprocedure beveiligen om te beperken wie de documenten waarvoor u polling hebt ingesteld, kunnen ontvangen. Pollen met beveiliging werkt alleen met faxapparaten van Brother. Als iemand een fax van uw machine wil ophalen, moet deze persoon de beveiligingscode invoeren. a Druk op b c Laad uw document. d e f Druk op Verzend Pollen. g h Druk op Mono Start. (Fax). Druk op d of c om Verzend Pollen weer te geven.
Paragraaf III Kopiëren Kopiëren III 90
11 Kopiëren 11 Kopiëren Stapelen/Sorteren (Zie pagina 94.) 11 Pagina layout (Zie pagina 93.) Kopieermodus activeren 11 Als u een kopie wilt maken, drukt u op (Kopie) zodat deze toets blauw oplicht. Scheef corrigeren (Zie pagina 96.) Boek kop. (Zie pagina 97.) Watermerk kopiëren (Zie pagina 97.) Dubbelz. kopiëren (Zie pagina 98.) Favoriete instellingen (Zie pagina 100.) Druk op de door u gewenste optie.
Kopiëren Meerdere kopieën maken 11 U kunt maximaal 99 exemplaren tegelijk afdrukken. a Druk op b Laad uw document. (Zie Documenten laden op pagina 24.) c d Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op Mono Start of Kleur Start. Opmerking Opmerking Als u de kopieën wilt sorteren, drukt u op d of c om Stapelen/Sorteren weer te geven. (Zie Kopieën sorteren via de ADF op pagina 94.) Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
Hoofdstuk 11 c d e f g Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. 100% Druk op d of c om Kwaliteit weer te geven. 198% 10x15cm i A4 186% 10x15cm i LTR Druk op Kwaliteit. 142% A4iA3, A5iA4 97% LTR i A4 Druk op Snel, Normaal of Fijn. 93% A4 i LTR Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start. De gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen 83% LGL i A4 69% A3iA4, A4iA5 47% A4 i 10x15cm Paginavull.
Kopiëren N op 1 kopieën of een poster maken (Pagina layout) f 11 Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is handig om papier te besparen. Met de functie 1 op 2 wordt één pagina van A3- of Ledger-formaat naar twee A4- of Letter-pagina's gekopieerd. Met deze instelling moet u de glasplaat gebruiken. U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de posteroptie gebruikt, wordt uw document in delen opgesplitst.
Hoofdstuk 11 Als u via de ADF kopieert, plaatst u het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF, in de hieronder aangegeven richting: Poster (2 x 2) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. 2 op 1 (P) 2 op 1 (L) Poster (3 x 3) 4 op 1 (P) U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
Kopiëren Helderheid en contrast instellen Papieropties 11 11 Papiersoort (lade 1) Helderheid 11 U kunt de helderheid aanpassen om kopieën donkerder of lichter te maken. a Druk op b c d Laad uw document. Zie Papierformaat en -soort op pagina 29 als u de papiersoort voor lade 2 wilt wijzigen. Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op d of c om Helderheid weer te geven. Druk op Helderheid. g Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
Hoofdstuk 11 c d Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. e f Druk op Papierformaat. g Als u geen andere instellingen wilt wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start. Scheefstandcorrectie Druk op d of c om Papierformaat weer te geven. Als uw kopie scheef wordt ingescand, kunnen de gegevens automatisch worden gecorrigeerd. Deze instelling is alleen beschikbaar als u de glasplaat gebruikt en het vergrotings-/verkleiningspercentage ingesteld is op 100.
Kopiëren Boek kopie 11 Boek kopie corrigeert donkere randen en scheefstand bij kopiëren via de glasplaat. U kunt de gegevens automatisch door de machine laten kopiëren of u kunt specifieke correcties aanbrengen. a Druk op b c d Laad uw document. e f Druk op Boek kop. Watermerk kopie U kunt een logo of tekst als watermerk in uw document plaatsen. U kunt een van de sjabloonwatermerken, gegevens van uw mediakaarten of USB-flashstation, of gescande gegevens selecteren. Opmerking (Kopie).
Hoofdstuk 11 Als u een document als watermerk wilt gebruiken, drukt u op Scan. Plaats het document dat u als watermerk wilt gebruiken op de glasplaat en druk op Mono Start of Kleur Start. De gescande data worden op het LCD-scherm weergegeven. Als u de mate van transparantie voor uw gescande gegevens wilt aanpassen, drukt u op Transparantie. Druk op d of c om de transparantie in te stellen en druk dan op OK.
Kopiëren Opmerking • Paginavull., Pagina layout, Boek kop. en Watermerk kopiëren zijn niet beschikbaar bij Dubbelz. kopiëren. Raak de afgedrukte pagina's ALLEEN aan wanneer deze voor de tweede keer worden uitgeworpen. De machine drukt de eerste zijde af en werpt deze uit en trekt vervolgens het papier weer in de machine om de achterzijde af te drukken. • U kunt alleen standaardpapierformaten, A4, A5 en Letter, gebruiken. • Gebruik Lade 1 om een dubbelzijdige kopie te maken.
Hoofdstuk 11 i j k Druk op Mono Start of Kleur Start. Als u het document in de ADF hebt geplaatst, scant de machine de pagina's en start met printen. Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap j. Ga op een van de volgende manieren te werk: Uw favoriete instellingen opslaan U kunt de kopieerinstellingen die u het vaakst gebruikt als favoriet instellen. U kunt maximaal drie favorieten instellen. a Druk op Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op Scannen. Ga naar stap k.
Kopiëren Uw favoriete instelling ophalen 11 Als u een van uw favoriete instellingen wilt gebruiken, kunt u deze ophalen. a Druk op b c Druk op Favoriet. 11 Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven terwijl u een document van meerdere pagina's scant, kunt u op Mono Start of Kleur Start drukken om de al gescande pagina's af te drukken of kunt u op Stop/Eindigen drukken om de taak te annuleren. (Kopie). Druk op de favoriete instelling die u wilt ophalen.
Hoofdstuk 11 102
Paragraaf IV Direct foto's printen Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Foto's afdrukken vanaf een camera 104 121 IV
12 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Werken met PhotoCapture Center™ Afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation zonder een pc Een geheugenkaart of USB-flashstation gebruiken Uw Brother-machine heeft mediastations (sleuven) voor de volgende populaire digitale cameramedia: CompactFlash®, Memory Stick™, Memory Stick PRO™, SD, SDHC, xD-Picture Card™ en USB-flashstations.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Mapstructuur van geheugenkaarten of USB-flashstations Let op het volgende: 12 Uw machine is ontworpen om compatibel te zijn met beeldbestanden van moderne digitale camera's en geheugenkaarten of USB-flashstations; lees echter onderstaande punten om fouten te vermijden: De extensie van het beeldbestand moet .JPG zijn (andere extensies voor beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF etc., worden niet herkend).
Hoofdstuk 12 Aan de slag Indicaties van de Photo Capture-toets: 12 Steek de kaart of het USB-flashstation correct in de juiste sleuf. 1 2 3 4 5 1 USB-flashstation 2 CompactFlash® 3 SD, SDHC 4 Memory Stick™, Memory Stick PRO™ 5 xD-Picture Card™ BELANGRIJK De USB Direct-interface biedt alleen ondersteuning voor een USB-flashstation, een met PictBridge-compatibele camera of een digitale camera die gebruikmaakt van de standaard voor USBmassaopslag. Andere USB-apparaten worden niet ondersteund.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation De modus PhotoCapture activeren 12 Druk nadat u de geheugenkaart of het USB-flashstation hebt geplaatst op de toets (Photo Capture). Deze licht blauw op en op het LCD-scherm worden de PhotoCapture-opties weergegeven. Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven: Fotocapture Foto's bekijken Fotoeffecten Afbeeldingen afdrukken Foto's bekijken a Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB-flashstation in de juiste sleuf is geplaatst.
Hoofdstuk 12 d Voer het gewenste aantal kopieën in door op het betreffende vak te drukken en het aantal direct in te voeren, of druk op + of -. Druk op OK. e Herhaal stap c en d tot u alle foto's hebt gekozen die u wilt afdrukken. f a Controleer of u de geheugenkaart of het USB-flashstation in de juiste sleuf geplaatst hebt. Druk op (Photo Capture). b c Druk op Afdrukken van index. Nadat u alle foto's hebt gekozen, drukt u op OK.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Foto's afdrukken 12 U dient eerst het nummer van een afbeelding te weten, pas dan kunt u het afdrukken. a b c d e Zorg ervoor dat er een geheugenkaart of een USB-flashstation in de juiste sleuf is geplaatst. Druk op (Photo Capture). Druk de index af. (Zie Print index (miniaturen) op pagina 108.) • U kunt meerdere nummers tegelijkertijd invoeren door een komma of een streepje te gebruiken. Voer bijvoorbeeld 1, 3, 6 in om afbeeldingen nr.
Hoofdstuk 12 Opmerking • U kunt op zeven manieren effecten toevoegen aan uw foto. (Auto Correct) Hiermee wordt door de machine bepaald welk effect geschikt is voor uw foto. (Huid verbeteren) Deze kunt u het best gebruiken om portretfoto's aan te passen. Hiermee past u de kleur van de huid aan. Druk op d of c om het contrast aan te passen. (Landschap verb.) • Nadat u een effect heeft toegevoegd, kunt u de weergave van het beeld vergroten door op te drukken.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Afdrukken in DPOF-formaat 12 DPOF betekent Digital Print Order Format. Vooraanstaande producenten van digitale camera's (Canon Inc., Eastman Kodak Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic Corporation en Sony Corporation) hebben deze standaard ontwikkeld om het afdrukken van beelden vanaf een digitale camera te vereenvoudigen.
Hoofdstuk 12 PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen 12 U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen voor de volgende afdruk. De machine keert na 3 minuten terug naar de standaardinstelling, of als de tijdklokstand ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar de faxmodus. (Zie Tijdklokstand op pagina 28.) Opmerking U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als standaard in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen op pagina 117.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Menuselecties Opties Subopties Pagina Kleur aanp. Aan/Uit — 115 (Wordt niet weergegeven wanneer Fotoeffecten geselecteerd is.) Wit Balans 0 Scherpte 0 Kleurdensiteit 0 Bijsnijd(crop) Aan/Uit — 116 Zonder rand Aan/Uit — 116 Datum afdr. Aan/Uit — 116 — 117 — 117 (Wordt niet weergegeven voor afdrukken met DPOF.) Nieuwe standaard Ja Nee Fabrieksinstell. Ja Nee Afdruksnelheid en -kwaliteit a b Druk op Printinstelling.
Hoofdstuk 12 Druk op Printinstelling. Helderheid, contrast en kleur instellen Druk op a of b om Papierform. weer te geven. Helderheid Papier- en afdrukformaat a b c d 12 Druk op Papierform. Druk op het papierformaat dat u gebruikt: 10x15cm, 13x18cm, A4, A3, Letter of Ledger. Ga op een van de volgende manieren te werk: a b Druk op Printinstelling. c d Druk op Helderheid. e Als u geen andere instellingen wilt Als u Letter of A4 kiest, gaat u naar stap e.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Kleurverbetering 12 U kunt de functie voor kleurverbetering inschakelen om afdrukken levendiger te maken. Het afdrukken zal dan langer duren. a b c d Druk op Printinstelling. Druk op a of b om Kleur aanp. weer te geven. Druk op Kleur aanp. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u de witbalans, scherpte of kleurdichtheid wilt aanpassen, drukt u op Aan en gaat u vervolgens naar stap e. Als u niets wilt aanpassen, drukt u op Uit.
Hoofdstuk 12 Bijsnijden (crop) 12 Wanneer uw foto te lang of te breed is voor de ruimte die u heeft geselecteerd, wordt er automatisch een gedeelte van de afbeelding afgesneden. De fabrieksinstelling is Aan. Wanneer u de hele afbeelding wilt afdrukken, zet u deze instelling op Uit. Als u ook de optie Zonder rand gebruikt, stelt u Zonder rand in op Uit. (Zie Afdrukken zonder rand op pagina 116.) a b Druk op Printinstelling.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen 12 U kunt de afdrukinstellingen die u het vaakst gebruikt, opslaan door deze als standaardinstellingen in te stellen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
Hoofdstuk 12 Scannen naar een geheugenkaart of een USB-flashstation d e 12 U kunt monochrome documenten en documenten in kleur naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen. Monochrome documenten worden opgeslagen in de bestandsformaten PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur kunnen in de bestandsformaten PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De fabrieksinstelling is 150 dpi 16kl en het standaardbestandsformaat is PDF.
Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-flashstation Scanformaat glas 12 Als u een document van Letter-, Legal-, Ledger- of A3-formaat wilt scannen, moet u de instelling Scanformaat glas wijzigen. De standaardinstelling is A4. a Druk op b c Druk op Scan nr media. d e Druk op d of c om Scanformaat glas weer te geven. Druk op Scanformaat glas. Druk op A4, A3, Letter, Legal of Ledger. Opmerking • U kunt de instelling die u het meest gebruikt, opslaan door deze als standaard in te stellen.
Hoofdstuk 12 Uitleg bij de foutmeldingen Onbruikb. app. 12 Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u met PhotoCapture Center™ werkt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Hub is Onbruikbaar. Deze melding wordt weergegeven als een hub of een USB-flashstation met een hub in de USB Direct-interface is geplaatst.
13 Foto's afdrukken vanaf een camera Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridgecamera 13 Uw digitale camera instellen 13 13 Controleer of uw camera zich in PictBridgemodus bevindt. De volgende PictBridgeinstellingen zijn mogelijk beschikbaar via het LCD-scherm van uw PictBridge-compatibele camera. Afhankelijk van uw camera zijn bepaalde instellingen wellicht niet beschikbaar. Uw Brother-machine ondersteunt de PictBridge-standaard.
Hoofdstuk 13 Instellingen Opties Papierformaat 10×15cm Papiersoort Glanzend papier Layout Zonder rand: Aan Afdrukkwaliteit Fijn Kleurverbetering Uit Datum afdrukken Uit Deze instelling wordt ook gebruikt als er geen menuopties beschikbaar zijn op uw camera. Kies de foto die u wilt afdrukken volgens de aanwijzingen van uw camera. Wanneer de machine begint met het afdrukken van een foto, wordt op het LCD-scherm Printen weergegeven.
Foto's afdrukken vanaf een camera Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) Foto's afdrukken 13 Opmerking 13 Als uw camera ondersteuning biedt voor de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag), kunt u uw camera verbinden in de opslagmodus. Vervolgens kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken. Verwijder geheugenkaarten of een USB-flashstation uit de machine voordat u een digitale camera aansluit. a Zorg dat uw camera uitstaat.
Hoofdstuk 13 Uitleg bij de foutmeldingen Als u eenmaal vertrouwd bent met de verschillende soorten fouten die kunnen optreden wanneer u vanaf een camera afdrukt, kunt u problemen gemakkelijk identificeren en verhelpen. Geheugen vol Deze melding verschijnt als u werkt met beelden die te groot zijn voor het geheugen van de machine. Onbruikb. app. Deze melding wordt weergegeven als u een camera aansluit die niet compatibel is met de standaard USB Mass Storage (USB-massaopslag).
Paragraaf V Software Software- en netwerkfuncties V 126
14 Software- en netwerkfuncties De cd-rom bevat de softwarehandleiding en de netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld afdrukken en scannen). Deze handleidingen bevatten eenvoudig te gebruiken koppelingen, die u rechtstreeks naar een bepaalde sectie leiden als u erop klikt. U kunt informatie vinden over de volgende functies: Afdrukken Scannen c 14 Klik op de titel die u wilt bekijken in de lijst links van het venster.
Paragraaf VI Appendices Veiligheid en wetgeving Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst VI 128 139 170 199 214
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10°C en 35°C blijft. WAARSCHUWING Plaats de machine NIET in de buurt van verwarmingstoestellen, airconditioners, koelkasten, medische apparatuur, chemicaliën of water.
Veiligheid en wetgeving Veilig gebruik van de machine A Bewaar deze voorschriften a.u.b., zodat u ze later kunt naslaan. Lees ze altijd voordat u onderhoud wilt verrichten. Opmerking Als er zich faxen in het geheugen van de machine bevinden, moet u deze afdrukken of opslaan voordat u de stekker van de machine voor een langere periode dan 24 uur uit het stopcontact haalt. (Zie Een fax afdrukken vanuit het geheugen op pagina 55 als u de faxen in het geheugen wilt afdrukken.
Gebruik GEEN ontvlambare stoffen, spray, vloeibare reinigingsmiddelen of aerosols om de binnenkant of de buitenkant van de machine schoon te maken. Dit kan brand veroorzaken of u kunt hierdoor een elektrische schok krijgen. Als de machine verhit raakt, rook afgeeft of een sterke geur verspreidt, onmiddellijk de stekker van de machine uit het stopcontact halen. Neem contact op met uw Brother-dealer of met de klantenservice van Brother.
Veiligheid en wetgeving Controleer altijd of de stekker goed geplaatst is. Gebruik de machine NIET als het stroomsnoer gerafeld of beschadigd is. Dit levert brandgevaar op.
Plaats uw vingers NIET aan de voorzijde van de machine onder het scannerdeksel. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Plaats uw handen NOOIT op de rand van de papierlade onder het deksel van de lade. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen. Raak de grijze zone in de onderstaande afbeelding NIET aan. Hierdoor kunt u verwondingen oplopen.
Veiligheid en wetgeving Wanneer u de machine verplaatst moet u deze van de basis optillen, door een hand aan iedere kant van het toestel te plaatsen (zie afbeelding). Draag de machine NOOIT door het scannerdeksel of de externe achterklep vast te houden. Raak het touchscreen NIET meteen aan als u het stroomsnoer hebt ontkoppeld of de machine hebt ingeschakeld. Er kan een storing optreden wanneer u dit wel doet.
Belangrijke veiligheidsinstructies 1 Lees alle instructies door. 2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven. 4 Gebruik dit product NIET in de buurt van water. 5 Zet dit product NIET op een onstabiele ondergrond, stelling of tafel. Het apparaat kan dan namelijk vallen en ernstig beschadigd raken. 6 Gleuven en openingen in de behuizing en de achter- of onderkant zijn voor de ventilatie.
Veiligheid en wetgeving BELANGRIJK - Voor uw eigen veiligheid A Voor een veilige werking moet de meegeleverde geaarde stekker in een normaal geaard stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding geaard is en dat de installatie volkomen veilig is. Het is voor uw veiligheid van belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A Alleen voor de Europese Gemeenschap Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclingsymbool. Het betekent dat u het apparaat, aan het eind van zijn levensduur, apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag plaatsen. Dit zal het leefmilieu voor ons allemaal ten goede komen.
Veiligheid en wetgeving Wettelijke beperkingen voor kopiëren A Het maken van reproducties van bepaalde artikelen of documenten met frauduleuze bedoelingen is een strafbaar feit. Deze aantekening is meer bedoeld als richtlijn dan als een volledige opsomming van elk mogelijk verbod. Daar waar twijfel bestaat, raden wij u aan de betreffende instanties in uw eigen land te raadplegen met betrekking tot de wettigheid van documenten waar twijfel over bestaat.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © 2008 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows Vista is een handelsmerk of wettig gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
B Problemen oplossen en routineonderhoud B B Problemen oplossen B Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig heeft, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Witte horizontale lijnen in tekst of grafische afbeeldingen. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.) Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt. Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 20.) Het gebruik van langlopend A3-papier kan resulteren in afdrukken met horizontale strepen. Schakel de beveiligde papierinvoermodus voor A3-papier uit.
Problemen oplossen en routineonderhoud Afdrukken (Vervolg) Probleem Suggesties Printsnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. De hoogste resolutie heeft meer tijd nodig om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook op Kleurinstellingen en schakel Kleurverbetering uit. Zet de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal afdrukken.
Telefoonlijn of verbindingen Probleem Suggesties Kiezen functioneert niet. (Geen kiestoon) Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine niet in energiebesparende stand staat. Controleer of het telefoonsnoer correct is aangesloten. De instelling voor Toon/Puls wijzigen. (Zie de installatiehandleiding.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen verzenden (Vervolg) Probleem Suggesties In het verzendrapport staat ‘RESULT:FOUT’. Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX verzendt en in het verzendrapport ‘RESULT:FOUT’ wordt aangegeven, is er mogelijk onvoldoende geheugen beschikbaar in uw machine. U kunt geheugen vrijmaken door 'Geheugen ontv.
Problemen met kopiëren Probleem Suggesties Kan geen kopie maken. Controleer of de toets Kopie op pagina 90.) Slechte kopieerresultaten bij gebruik van de ADF. Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 25.) Er verschijnen verticale zwarte strepen of vegen op de kopieën. Verticale zwarte strepen of vegen zijn doorgaans te wijten aan vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 163.) Paginavulling werkt niet goed.
Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen met PhotoCapture Center™ Probleem Verwisselbare schijf werkt niet correct. B Suggesties 1 ® Heeft u de update voor Windows 2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk als dat niet zo is: 1) Koppel de USB-kabel los. 2) Installeer de update voor Windows® 2000 op een van de volgende manieren. Installeer MFL-Pro Suite vanaf de cd-rom. (Zie de Installatiehandleiding.) Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
Netwerkproblemen (Vervolg) Probleem Suggesties Uw computer kan de machine niet vinden. De vereiste netwerkverbinding wordt mogelijk geblokkeerd door firewallinstellingen op uw pc. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie. Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de modellijst in ControlCenter2.
Problemen oplossen en routineonderhoud Kiestoondetectie Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van het nummer. Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers.
Foutmeldingen B Zoals met alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en moeten verbruiksartikelen van tijd tot tijd worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen. De meeste fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Alleen BK afdr. (Vervolg) Oorzaak Faxen Wat te doen Vervang de inktcartridges. (Zie De Als de papiersoort is ingesteld inktcartridges vervangen op pagina 159.) op Normaal pap. of Inkjet papier worden faxen in zwart-wit ontvangen en afgedrukt. Als een verzendende machine een kleurenfax heeft, zal de machine tijdens de aansluitbevestiging vragen om de fax in zwart-wit te verzenden. Beeld te klein. Beeld te lang. Communicatiefout Deksel is open.
Foutmelding Formaat nazien Oorzaak U gebruikt een verkeerd papierformaat. Wat te doen 1 Controleer of de instelling van het papierformaat overeenkomt met het papierformaat in de lade. (Zie Papierformaat en -soort op pagina 29.) 2 Controleer ook of de machine is ingesteld op het gebruik van de papierlade met het gewenste papierformaat. (Zie Lade gebruiken bij kopiëren op pagina 29 en Lade gebruiken bij faxen op pagina 30.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Geheugen vol Oorzaak Het geheugen van de machine is vol. Wat te doen Fax bezig met verzenden of kopiëren Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de andere processen zijn afgerond en probeer opnieuw. Wis de gegevens in het geheugen. U kunt ook 'Geheugen ontv.' uitschakelen om extra geheugen vrij te maken. (Zie Geheugenontvangstfuncties uitschakelen op pagina 58.
Foutmelding Kan niet detect. Oorzaak U heeft de nieuwe inktcartridge te snel geïnstalleerd en de cartridge is niet gedetecteerd. Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, wordt de inktcartridge mogelijk niet door de machine gedetecteerd. Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd. Media fout De geheugenkaart is beschadigd, onjuist geformatteerd of er is een probleem met de geheugenkaart. Media is vol. De geheugenkaart of het USBflashstation bevat al 999 bestanden.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Papier nazien Oorzaak Wat te doen De machine heeft geen papier Ga op een van de volgende manieren te meer of het papier is niet goed in de werk: papierlade geplaatst. Plaats papier in de papierlade en druk vervolgens op Mono Start of Kleur Start. Het papier is vastgelopen in de machine. De externe achterklep of de interne achterklep is wellicht niet goed gesloten. Papierstoring Papier is vastgelopen in de machine. Reinigen onmog.
Foutanimatie B Met foutanimaties worden stapsgewijze instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen tempo lezen door op c te drukken om de volgende stap weer te geven en op d te drukken om terug te gaan. Als u niet binnen 1 minuut op een toets drukt, wordt de animatie weer automatisch uitgevoerd. U kunt op d of c drukken om de automatische animatie te onderbreken en terug te keren naar de stapsgewijze modus.
Problemen oplossen en routineonderhoud c d Vastgelopen document Zorg ervoor dat PC-Fax ontvangen op de machine is ingesteld. (Zie PC-Fax ontvangen op pagina 57.) Als er zich faxen in het geheugen van de machine bevinden wanneer u PC-Fax ontvangen instelt, wordt op het LCD-scherm gevraagd of u de faxen wilt overbrengen naar uw pc. B Documenten kunnen vastlopen in de ADF als ze niet correct zijn geplaatst of ingevoerd, of als ze te lang zijn. Ga als volgt te werk om vastgelopen papier te verwijderen.
Het document is in de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Til het documentdeksel op. B Papier vastgelopen in de machine B Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen. a Trek de papierladen (1) uit de machine. Trek het vastgelopen document er naar rechts uit. 1 1 d e Sluit het documentdeksel. Druk op Stop/Eindigen. b 156 Druk de twee groene hendels aan beide zijden omhoog.
Problemen oplossen en routineonderhoud c Trek het vastgelopen papier (1) eruit en druk op Stop/Eindigen. e 1 Reset de machine door het scannerdeksel vanaf de voorkant van de machine te openen en weer te sluiten. Als u het vastgelopen papier niet vanaf de voorkant kunt verwijderen, of als de foutmelding op het LCD-scherm blijft verschijnen nadat u het vastgelopen papier verwijderd heeft, gaat u naar de volgende stap. f 1 d Druk de groene duplexeenheid omhoog.
g Sluit de interne achterklep (1) als deze open is, zoals afgebeeld. • Als het papier onder de printkop is vastgelopen, moet u de stekker van de machine uit het stopcontact trekken, en vervolgens de printkop bewegen om het papier te verwijderen. 1 h Sluit de externe achterklep. Controleer of de klep goed is gesloten. i Gebruik beide handen en de handgrepen aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) op te tillen, totdat het openstaat.
Problemen oplossen en routineonderhoud j Sluit het scannerdeksel (1) voorzichtig met behulp van de handgrepen aan weerszijden. 1 Routineonderhoud B De inktcartridges vervangen B B Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de machine u waarschuwen door middel van een melding op het LCD-scherm.
a Open het deksel van de inktcartridge. Als een of meerdere inktcartridges verbruikt zijn, bijvoorbeeld Zwart, wordt op het LCD-scherm Kan niet afdr. weergegeven. b Druk op de ontgrendelingshendel (zie illustratie) om de op het LCD-scherm aangegeven inktcartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine. d Draai de groene knop op het gele beschermkapje rechtsom tot deze klikt om de vacuümverpakking te openen en verwijder het kapje vervolgens (1).
Problemen oplossen en routineonderhoud f Duw de inktcartridge voorzichtig in de machine tot deze vastklikt en sluit het deksel van de inktcartridge. BELANGRIJK • Verwijder inktcartridges ALLEEN als ze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit. • Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten.
De buitenkant van de machine schoonmaken a Trek de papierladen (1) volledig uit de machine. B Reinig het touchscreen als volgt: 1 BELANGRIJK • Druk op de toets Spaarstand om de machine in de energiebesparende stand te zetten om te voorkomen dat het touchscreen wordt geactiveerd als u het reinigt. • Gebruik GEEN vloeibaar reinigingsmiddel (inclusief ethanol). a 1 Reinig het touchscreen met een droge, zachte doek. b Reinig de buitenkant van de machine met een zachte doek om stof te verwijderen.
Problemen oplossen en routineonderhoud De glasplaat reinigen a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger. 1 B De geleiderol van de machine reinigen B VOORZICHTIG Haal altijd het netsnoer van de machine uit het stopcontact voordat u de geleiderol schoonmaakt.
De papierinvoerrol reinigen B d Als de papierinvoerrollen inkt bevatten, kan het doorvoeren van papier worden gehinderd of kunnen er problemen ontstaan bij dubbelzijdig kopiëren. a Reinig de papierinvoerrollen (1) door de doek heen en weer te halen. Draai de rollen langzaam zodat het hele oppervlak kan worden gereinigd. 1 Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, sluit de papiersteunklep als deze open staat en sluit dan de papiersteun. Trek de papierladen volledig uit de machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud De invoerrol voor papier reinigen a Trek de papierladen volledig uit de machine. b Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en open de externe achterklep (1) en de interne achterklep (2) aan de achterkant van de machine. 1 2 c d Maak een zachte, pluisvrije doek een beetje vochtig. Wring de doek goed uit voordat u deze gebruikt. Reinig de invoerrollen voor papier (1) door de doek heen en weer te halen.
h Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de Testpagina afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon van de spuitmondjes te kijken. U wordt gevraagd of u wilt beginnen met reinigen. Druk op Kleur Start. De machine begint de printkop te reinigen. i Druk na het reinigen op Kleur Start. De machine zal nu de Testpagina afdrukkwaliteit nogmaals afdrukken en vervolgens terugkeren naar stap e.
Problemen oplossen en routineonderhoud De uitlijning controleren Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen, als na het transport van de machine de afgedrukte tekst vlekkerig is of de afbeeldingen flets zijn. B Het inktvolume controleren Druk op b c d Druk op Testafdruk. a Druk op Druk op Instel kantlijn. b Druk op Mono Start of Kleur Start. De machine begint de Uitlijningscontrolepagina af te drukken. Druk op Inktvolume. Op het LCD-scherm wordt het inktvolume weergegeven.
De machine inpakken en vervoeren Wanneer u de machine transporteert, gebruik dan het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine. Volg de onderstaande instructies om uw machine correct te verpakken. Schade aan de machine die wordt veroorzaakt tijdens het transport valt niet onder uw garantie. BELANGRIJK B • Zorg ervoor dat u de plastic lipjes aan beide zijden van de groene bescherming (1) goed op hun plaats (2) klikt.
Problemen oplossen en routineonderhoud g Sluit het scannerdeksel voorzichtig met behulp van de vingergrepen aan weerszijden terwijl u de steun van het scannerdeksel (1) naar beneden drukt. i 1 Verpak de machine en de gedrukte materialen met het originele verpakkingsmateriaal in de originele doos, zoals hieronder afgebeeld. Plaats de gebruikte inktcartridges niet in de doos. VOORZICHTIG Zorg dat uw vingers niet onder het scannerdeksel raken.
C Menu en functies Programmeren op het scherm C Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig via het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd met behulp van de menutoetsen op het touchscreen. Programmeren via het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van uw machine optimaal te benutten. Zelfs bij een stroomstoring zullen de instellingen die u via de Menu-toets heeft gekozen, niet verloren gaan, omdat deze permanent worden opgeslagen.
Menu en functies Menutabel C De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. C MENU ( MENU ) Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Tijdklokstand Niveau3 Opties Omschrijvingen — Uit Hiermee kunt u de tijd 28 instellen om terug te keren naar de faxmodus. 0 Sec. Pagina 30 Sec. 1 Min 2 Min.* 5 Min. Lade-instell.
Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Lade-instell. (Vervolg) Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Kopie:lade Lade 1* Hiermee kunt u opgeven welke lade voor de kopieermodus wordt gebruikt. 29 Hiermee kunt u opgeven welke lade voor de faxmodus wordt gebruikt. 30 Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. 31 (Vervolg) Lade 2 Fax:lade Lade 1 Lade 2 Auto Select* Volume Belvolume Uit Laag Half* Hoog Waarsch.toon Uit Laag* Hiermee kunt u het volume 31 van de waarschuwingstoon aanpassen.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Standaardinst. Slaapstand Niveau3 Opties Omschrijvingen — 1 Min Hiermee kunt u opgeven na 32 hoeveel tijd de niet actieve machine in de slaapstand wordt gezet. (Vervolg) 2 Min. 3 Min. Pagina C 5 Min. 10 Min.* 30 Min. 60 Min. A3 - kortvezelig — Aan* Uit Functieslot Wachtw. inst. — Slot UitiAan Gebruiker inst. Alle gebr. resetten Fax Ontvangstmenu Bel Vertraging 0 1 2* 3 Schakel deze optie in wanneer u breedlopend A3-papier gebruikt.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Fax Ontvangstmenu Zw.-w./kleur (Vervolg) (Vervolg) Zw.-w. (max. A3)* Hiermee kunt u de 54 ontvangstopties voor Kleur (max. A4) inkomende faxen instellen. Auto reductie Aan* Uit Omschrijvingen Pagina Hiermee wordt het formaat 53 van inkomende faxen verkleind. U kunt de machine instellen 55 om faxberichten door te Fax Doorzenden zenden, inkomende faxen in het geheugen op te slaan Fax Opslaan (zodat u ze kunt opvragen PC-Fax ontv.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Fax Diversen Compatibel Hoog* Regelt de modemsnelheid 147 om verzendproblemen te verhelpen. (Vervolg) Normaal Pagina Basic(voorVoIP) Beller ID Aan* Uit De opgeslagen gegevens van de laatste 30 bellers bekijken of afdrukken. C 66 De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu Netwerk Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk LAN met kabel TCP/IP BOOT Method Autom.* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Statisch RARP BOOTP DHCP IP Address [000-255]. [000-255]. Voer het IP-adres in. [000-255]. [000-255] Subnet Mask [000-255]. [000-255]. Voer het subnetmasker in. [000-255]. [000-255] Gateway [000-255]. [000-255]. Voer het adres van de gateway in. [000-255].
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk LAN met kabel TCP/IP IPv6 Aan (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, gaat u naar http://solutions. brother.com voor meer informatie. Ethernet Uit* — Autom.* 100B-FD Selecteert de Ethernetlinkmodus. 100B-HD 10B-FD 10B-HD WLAN TCP/IP BOOT Method Autom.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Netwerk WLAN TCP/IP DNS Server (Vervolg) (Vervolg) (Vervolg) (Primary) Specificeert het 000.000.000.000 IP-adres van de primaire of (Secondary) secundaire server. 000.000.000.000 APIPA Aan* Uit IPv6 Aan Uit* Wijst automatisch het IP-adres toe van het link-local adresbereik. Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. Inst. Wizard — — U kunt uw printserver configureren.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk E-mail/IFAX Mail Address Mail Address — Voer het e-mailadres in. (Max. 60 tekens.) Server inst. SMTP Server Naam (max 30 tekens) Voer het adres van de SMTPserver in. (Vervolg) IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] SMTP-poort [00001-65535] Voer het nummer van de SMTPpoort in. Aut. voor SMTP Geen* Hiermee kunt u de beveiligingsmethode voor melding via e-mail instellen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Netwerk E-mail/IFAX Setup Mail RX Auto Polling (Vervolg) (Vervolg) Opties Omschrijvingen Aan* Hiermee wordt de POP3-server automatisch op nieuwe berichten gecontroleerd. Uit Poll Frequency 1 Min (Als 3 Min. Auto Polling is 5 Min. ingesteld op Aan.) 10 Min.* 30 Min. Hiermee kunt u opgeven hoe vaak de POP3-server op nieuwe berichten moet worden gecontroleerd. 60 Min. Header Hiermee kunt u de inhoud van de Onderw.+Van+Aan e-mailheader Geen* selecteren.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Niveau4 Opties Omschrijvingen Netwerk Scan nr FTP Passieve modus Aan* — U kunt Passieve modus in- of uitschakelen afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en netwerkfirewall. (Vervolg) Uit Poortnummer — — U kunt het poortnummer voor toegang tot de FTP-server wijzigen.
MENU ( MENU ) (vervolg) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Print lijsten Verzendrapport — — Hiermee drukt u deze lijsten en rapporten af. 83 Help — — Kieslijst — Alfabet. volgorde 167 Nummervolgorde Fax Journaal — — Gebruikersinst — — Netwerk Conf. — — Overz. beller-ID — — Machine-info Serienummer — — Voor het controleren van het serienummer van uw machine. Stand.instel.
Menu en functies Fax ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Faxresolutie — — Standaard* Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in. 45 Fijn C Superfijn Foto Contrast — — Automatisch* Licht Hiermee kunt u de faxen die u 45 verzendt, lichter of donkerder maken. Donker Scanform. Glas — — A4* A3 Hiermee stelt u het formaat voor het scannen van faxen via de glasplaat in.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Internationaal — — Aan Als u problemen heeft met 46 het internationaal verzenden van faxen, zet u deze optie op Aan. Uit* Nieuwe standaard instellen — Fabrieksinstellingen — Geschiedenis Uitg. Gesprek — Ja Nee — Ja Nee Fax versturen — Meer Toevoegen snelkiesnr Toevoegen Directkies Verwijder Overz.beller-ID Fax versturen Meer — Toevoegen snelkiesnr Toevoegen Directkies Verwijder Telefoonboek U kunt uw faxinstellingen opslaan.
Menu en functies Scan ( ) Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina Scan nr e-mail PC — — U kunt een monochroom document of een document in kleur naar uw e-mailtoepassing scannen. Zie de softwarehandleiding op de cd-rom E-mail server Kwaliteit Hiermee kunt u het bestandsformaat instellen 300 dpi 16kl voor verzending van de 600 dpi 16kl gescande gegevens via e-mailserver. 200x100 dpi Z&W 150 dpi 16kl* 200 dpi Z&W Bestandstype (Als u voor 'Kwal.' een kleuroptie heeft gekozen.
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina Scan nr beeld — — — U kunt een afbeelding in kleur naar uw grafische toepassing scannen. Scan nr OCR — — — U kunt een tekstdocument converteren naar een bewerkbaar tekstbestand. Zie de softwarehandleiding op de cd-rom Scan nr bestand — — — U kunt een monochroom document of een document in kleur naar uw computer scannen.
Menu en functies Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Scan nr FTP Naam Kwaliteit 150 dpi 16kl* (Kies of voer de naam in die u voor het profiel van de FTP-server wilt gebruiken. Deze naam wordt weergegeven op het LCD-scherm.) Omschrijvingen Hiermee kunt u het bestandsformaat instellen 300 dpi 16kl voor verzending van de 600 dpi 16kl gescande gegevens via FTP. 200x100 dpi Z&W Pagina Zie de softwarehandleiding op de cd-rom 200 dpi Z&W Bestandstype (Als u voor 'Kwal.' een kleuroptie heeft gekozen.
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Scan nr FTP IP Address Kwaliteit 150 dpi 16kl* (Vervolg) (Voer het IP-adres van de FTP-server in.) Omschrijvingen Hiermee kunt u het bestandsformaat instellen 300 dpi 16kl voor verzending van de 600 dpi 16kl gescande gegevens via FTP. 200x100 dpi Z&W 200 dpi Z&W Bestandstype (Als u voor 'Kwal.' een kleuroptie heeft gekozen.) PDF* JPEG (Als u voor 'Kwal.' een zwart-witoptie heeft gekozen.
Menu en functies Kopie ( ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Kwaliteit — — Snel Kies de kopieerresolutie voor de volgende kopie. 91 Normaal* C Fijn Vergroten/ Verkleinen 100%* — — — 92 Vergroten — 198% 10x15cm i A4 Hiermee kunt u het vergrotingspercentage voor de volgende kopie kiezen. 92 186% 10x15cm i LTR 142% A4iA3, A5iA4 Verkleinen — 97% LTR i A4 93% A4 i LTR Hiermee kunt u het 92 verkleiningspercentage voor de volgende kopie kiezen.
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Helderheid — — Opties Omschrijvingen Donker Licht Pagina Hiermee kunt de helderheid 95 van kopieën aanpassen. -2 -1 0 +1 +2 Contrast — Hiermee kunt het contrast van kopieën aanpassen. 95 U kunt meerdere kopieën stapelen of sorteren. 94 Als u A3 of Ledger U kunt N op 1-, 1 > 2 of kiest. posterkopieën maken.
Menu en functies Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Boek kop. Aan — — Aan (voorb.) (Scheef corr.) — Hiermee worden donkere 97 randen en scheefstand gecorrigeerd bij kopiëren via de glasplaat. Dichth. aanp. Uit* Watermerk kopiëren — Watermerk gebr. — Sjabloon bewerken Afbeeld. gebruiken Dubbelz. kopiëren Aan — Pagina C — Zie de instellingen U kunt een logo of tekst als voor het watermerk watermerk in uw document in de volgende plaatsen. tabel. Portret Omsl. lange z.
Watermerkkopie-instellingen Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Sjabloon bewerken — Tekst VERTROUWEL.* Hiermee kunt u een 97 tekstsjabloon als watermerk in uw document plaatsen. CONCEPT KOPIE — Positie A B C D E* F G H I Patroon — Formaat Klein Midden* Groot — Hoek -90° -45°* 0° +45° +90° — Transparantie -2 -1 0 +1 +2 — Kleur Geel Groen Oranje Zwart* Blauw Rood Paars De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies Optie1 Optie2 Optie3 Afbeeld. gebruiken Scan Transparantie Optie4 Omschrijvingen -2 (Plaats de pagina en druk op Start.) -1 Pagina Hiermee kunt u een 97 gescande afbeelding (logo of tekst) als watermerk in uw document plaatsen. C 0 +1 +2 Media Positie Hiermee kunt u een afbeelding (logo of tekst) op een verwisselbaar medium als watermerk in uw document plaatsen.
Photo Capture ( Niveau1 ) Niveau2 Niveau3 Foto’s bekijken (Alle foto's afdrukken) (Auto Correct) (Slideshow) Fotoeffecten Opties Omschrijvingen Pagina Zie de U kunt alle foto's op uw 107 printinstellingen in geheugenkaart of de volgende tabel. USB-flashstation afdrukken. De machine start een diavoorstelling van uw foto's. Hiermee wordt door de 109 machine bepaald welk effect geschikt is voor uw foto.
Menu en functies Printinstellingen Optie1 Optie2 Printkwaliteit Normaal Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina — — Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit instellen. 113 113 (Wordt niet Foto* weergegeven voor afdrukken met DPOF) Papiersoort Normaal pap. C — — Hiermee kunt u de papiersoort selecteren. (Wanneer A4 of Letter is geselecteerd) — Hiermee kunt u het papier- 113 en afdrukformaat selecteren. — — Hiermee kunt u de helderheid instellen. — — Hiermee kunt u het contrast 114 instellen.
Optie1 Optie2 Optie3 Kleur aanp. Aan Wit Balans (Wordt niet weergegeven wanneer Fotoeffecten geselecteerd is.) Uit* Optie4 -2 Omschrijvingen Pagina Hiermee kunt u de tint van witte vlakken aanpassen. 114 -1 0 +1 +2 Scherpte -2 Hiermee kunt u het detail van de afbeelding verbeteren. -1 0 +1 +2 Kleurdensiteit -2 Hiermee kunt u de totale hoeveelheid kleur in de afbeelding aanpassen.
Menu en functies Telefoonboek ( Telefoonboek ) Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Telefoonboek Fax versturen — — Hiermee kunt u een nummer 40 kiezen met een paar toetsaanslagen (plus Start). Meer Pagina Snelkiezen instellen — Hiermee kunt u een nummer 76 instellen met een paar toetsaanslagen. Directkiezen instellen — Hiermee kunt u de meest gebelde nummers opslaan als ééntoetsnummers. 74 Groepen instellen — Hiermee stelt u een groepsnummer voor groepsverzenden in.
Tekst invoeren C Tijdens het instellen van bepaalde menuselecties, moet u wellicht tekst in de machine invoeren. Druk op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen. Aan elke toets op het LCD-scherm zijn maximaal vier letters toegewezen. U krijgt het gewenste teken door meermaals op de juiste toets te drukken. Spaties invoegen C Om een spatie toe te voegen, drukt u op spatietoets of om speciale tekens te kiezen en drukt u dan op de . Opmerking De beschikbare tekens kunnen per land verschillen.
D Specificaties D Algemeen D Printertype Inkjet Afdrukmethode Mono: Piëzo met 94 × 2 spuitmondjes Kleur: Piëzo met 94 × 3 spuitmondjes Geheugencapaciteit D 64 MB LCD (liquid crystal display) Touchscreen: 106,7 mm Kleuren-LCD Actief gedeelte van het touchscreen: 100,3 mm Stroombron AC 220 tot 240 V 50/60Hz Stroomverbruik Energiebesparende Circa 0,9 W stand: Slaapstand: Circa 4,5 W Stand-by: Circa 6,5 W In bedrijf: Circa 29 W Afmetingen 323 mm 540 mm 488 mm 574 mm 604 mm 199
Gewicht 16,5 kg Geluidsemissie In bedrijf: LPAm = 50 dB of minder 1 Geluidsemissie conform ISO 9296 In bedrijf: LWAd = 63,6 dB (A) (Mono) LWAd = 55,4 dB (A) (Kleur) Kantoorapparatuur met LWAd boven 63,0 dB (A) is niet geschikt voor gebruik in ruimtes waar mensen voornamelijk denkwerk verrichten. Dergelijke apparatuur moet in aparte ruimten worden geplaatst om geluidshinder te voorkomen.
Specificaties Afdrukmedia Papierinvoer D Papierlade 1 Papiersoort: Normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier 2, transparanten 1 2 en C5, Com-10, DL, Monarch en JE4-enveloppen Papierformaat: Ledger, A3, Letter, Legal, Executive, A4, A5, A6, JIS B4, JIS B5, enveloppen (commerciële nr.10, DL, C5, Monarch, JE4), Foto 10×15cm, Foto L (89×127mm), Foto 2L (13×18cm), Indexkaart en Briefkaart 3.
Fax D Compatibiliteit ITU-T supergroep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JPEG Modemsnelheid Automatische terugval 33.600 bps Documentgrootte Breedte ADF: 148 - 297 mm Lengte ADF: 148 - 431,8 mm Breedte glasplaat: max. 297 mm Lengte glasplaat: max.
Specificaties Verzenden vanuit het geheugen Max. 480 2/400 3 pagina's Ontvangst zonder papier (Geheugen ontv.) Max. 480 2/400 3 pagina's 1 Alleen zwart-wit 2 'pagina's' verwijst naar de 'Brother Standard Chart No. 1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code). Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd. 3 'pagina's' verwijst naar de 'ITU-T Test Chart #1' (een standaardzakenbrief, standaardresolutie, MMR-code).
Kopiëren D Kleur/Monochroom Ja/Ja Documentgrootte Breedte ADF: 148 - 297 mm Lengte ADF: 148 - 431,8 mm Breedte glasplaat: max. 297 mm Lengte glasplaat: max. 431,8 mm Breedte kopie: max. 291 mm Meerdere kopieën Resolutie Stapelt/sorteert maximaal 99 pagina's Kan max. 1.200×1.200 dpi scannen Kan max. 1.200×1.
Specificaties PhotoCapture Center™ Compatibele media 1 D CompactFlash® (4MB - 8GB) (Alleen type I, type 2 en Microdrive™ zijn niet compatibel) (Compact I/O-kaarten zoals Compact LAN-kaart en Compact Modem-kaart worden niet ondersteund.) D Memory Stick™ Memory Stick PRO™ Memory Stick Duo™ met adapter Memory Stick Micro™ (M2™) met adapter SD 2 SDHC 3 microSD met adapter miniSD™ met adapter xD-Picture Card™ 4 USB-flashstation 5 Resolutie Max. 1.200 × 2.
PictBridge Compatibiliteit D Ondersteunt de PictBridge-norm CIPA DC-001 van de Camera & Imaging Products Association. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge voor meer informatie.
Specificaties Scanner D Kleur/Monochroom Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/Windows® XP/ Windows® XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) Mac OS® X 10.2.4 of recenter D WIA-compatibel Ja (Windows XP /Windows Vista ) Kleurintensiteit 48-bits kleurverwerking (invoer) ® 1 ® 24-bits kleurverwerking (uitvoer) Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 2 Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) (glasplaat) Max. 1.200 × 600 dpi (optisch) (ADF) Scansnelheid Mono: Max.
Printer Printerdriver D Windows® 2000 Professional/Windows® XP/ Windows® XP Professional x64 Edition/ Windows Vista®-driver met ondersteuning voor Brother Native Compression-modus Mac OS® X 10.2.4 of recenter: Brother-inktdriver Resolutie Max. 1.200 × 6.000 dpi 1 1.200 × 2.400 dpi 1 1.200 × 1.200 dpi 600 × 600 dpi 600 × 300 dpi 600 × 150 dpi (Kleur) 450 × 300 dpi (Mono) 1 Afdruksnelheid Max. 35 pagina's/minuut (Mono) 2 Max.
Specificaties Interfaces D USB 1 2 Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2 m. LAN-kabel 3 Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloos LAN-netwerk Uw machine ondersteunt draadloze IEEE 802.11b/gcommunicatie met uw draadloze LAN-netwerk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van infrastructuurmodus of een peer-topeerverbinding in ad-hocmodus. D 1 Uw machine heeft een Hi-Speed USB 2.0-interfacekabel. De machine kan ook worden verbonden met een computer die een USB 1.1-interface heeft.
Vereisten voor de computer D ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES Ondersteunde Aanbevolen Hardeschijfruimte Computerplatform & PcMinimale Minimumpchoeveelheid voor installatie besturingssysteemversie interface processorsnelheid RAM softwarefuncties RAM Drivers Toepassingen 64 MB 256 MB 110 MB 340 MB Afdrukken, USB, Windows®- Windows® Intel® 4 besturings- 2000 PC-Fax , 10/100 Pentium II® of gelijkwaardig systeem 1 Professional 5 Scannen, BaseTx Verwisselbare (Ethernet), ® 128 MB 110 MB 340 M
Specificaties Verbruiksartikelen D Inkt De machine gebruikt aparte inktcartridges in Zwart, Geel, Cyaan en Magenta die los staan van de printkopset. Gebruiksduur van inktcartridge Vervanging inktcartridges De eerste keer dat u een set inktcartridges installeert, gebruikt de machine een hoeveelheid inkt om de inktleidingen te vullen voor afdrukken van hoge kwaliteit. Dit is een eenmalig proces. Met alle daaropvolgende inktcartridges kunt u het gespecificeerde aantal pagina’s afdrukken. D Ga naar www.
Netwerk (LAN) D LAN U kunt uw machine op een netwerk aansluiten om via het netwerk af te drukken en te scannen, en om PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen (alleen Windows®) en Remote Setup te gebruiken 1. De netwerkbeheersoftware Brother BRAdmin Light 2 wordt meegeleverd. Ondersteuning van Windows® 2000 Professional/Windows® XP/ Windows® XP Professional x64 Edition/Windows Vista® Mac OS® X 10.2.4 of recenter Ethernet 10/100 BASE-TX Auto Negotiation (bekabeld LAN-netwerk) IEEE 802.
Specificaties Het draadloze netwerk configureren met één druk op de knop D Als uw draadloze toegangspunt ondersteuning biedt voor SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup™ (PBC 1) of AOSS™, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder computer. Door op een knop op uw WLAN-router/-toegangspunt en de machine te drukken kunt u de instellingen voor het draadloze netwerk en de beveiliging configureren.
E Verklarende woordenlijst Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Afstandsbediening De mogelijkheid om vanaf afstand toegang tot uw machine te krijgen via een telefoon met druktoetsen.
Verklarende woordenlijst Compatibiliteitsgroep De mogelijkheid van een faxapparaat om met een ander faxapparaat te communiceren. Tussen de ITU-T-groepen is compatibiliteit verzekerd. Contrast Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopieën van donkere documenten worden lichter en omgekeerd. Direct verzenden Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten onmiddellijk verzenden.
Groepsverzending (Alleen zwart-witfaxen) Om kosten te besparen kunnen alle uitgestelde faxen naar hetzelfde nummer als één zending worden gestuurd. Handmatig faxen verzenden Als u de hoorn van het externe telefoontoestel opneemt, hoort u het ontvangende faxapparaat antwoorden voordat u op Mono Start of Kleur Start drukt om te beginnen met het versturen van de fax. Helderheid Wijziging van de helderheid maakt de hele afbeelding lichter of donkerder.
Verklarende woordenlijst Polling Een functie waarmee een faxapparaat een ander faxapparaat belt om wachtende faxberichten op te halen. Programmeermodus De stand waarin u de instellingen van de machine kunt wijzigen. Puls Een kiesmethode voor een telefoonlijn (traditionele kiesschijf). Resolutie Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch. Zie ook: Standaard, Fijn, Superfijn en Foto. Resterende taken U kunt controleren welke taken nog in het geheugen staan en deze taken afzonderlijk annuleren.
Verzendrapport (controlerapport) Dit is een lijst met een overzicht van al het uitgaande faxverkeer. In deze lijst staan gegevens zoals het nummer van de beller en de datum en tijd. Volume van de waarschuwingstoon Instelling van het volume van het waarschuwingssignaal van de machine. Zoeken Een elektronische lijst met ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepsnummers, gerangschikt in numerieke of alfabetische volgorde.
F Index A B Aansluiten extern antwoordapparaat ......................68 extern toestel ........................................70 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......69 Aansluitingen EXT extern toestel .....................................68 Telefoonbeantwoorder .......................68 ADF (automatische documentinvoer) ........ 24, 40 Afdrukken afdrukgebied .........................................19 drivers .................................................208 fax vanuit geheugen ..............
Fax, stand-alone ontvangen .............................................50 aan einde van gesprek .......................51 afdrukken vanuit geheugen ................55 belvertraging instellen ........................52 F/T-beltijd instellen .............................52 fax doorzenden ..................................63 fax waarnemen ..................................53 Faxvoorbeeld .............................. 59, 61 lade gebruiken ...................................30 op pc ..........................
I L Inktcartridges inktstippenteller ...................................159 inktvolume controleren ........................167 vervangen ...........................................159 Innobella™ .............................................211 Inpakken, machine .................................168 LCD (liquid crystal display) .................... 170 contrast ................................................ 33 helderheid ............................................ 33 Helplijst ..........................
P PaperPort™ 11SE met OCR Zie de softwarehandleiding op de cd-rom en de Help in de toepassing PaperPort™ 11SE om toegang te krijgen tot de procedurehandleidingen. Papier ........................................17, 20, 201 afdrukgebied .........................................19 capaciteit ...............................................23 documentformaat ..................................24 laden ........................................10, 13, 17 soort ...............................................
R T Rapporten ................................................83 afdrukken ..............................................84 Faxjournaal ...........................................84 Journaaltijd ........................................83 Gebruikersinstellingen ..........................84 Helplijst .................................................84 Netwerkconfiguratie ..............................84 Rapport overzicht beller-ID ...................84 Snelkieslijst .........................................
Bezoek ons op World Wide Web http://www.brother.com Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn aangekocht.