Operation Manual
140
Witte horizontale lijnen in tekst of
grafische afbeeldingen.
De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 20.)
Het gebruik van langlopend A3-papier kan resulteren in afdrukken met horizontale
strepen. Schakel de beveiligde papierinvoermodus voor A3-papier uit. (Zie
Beveiligde papierinvoermodus voor breedlopend A3-papier op pagina 30.)
Als u afdrukt vanaf een computer, stelt u het papierformaat in op A3 (Langvezelig)
in de driver. (Zie Afdrukken voor Windows
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh
®
in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De machine print blanco pagina's. De printkop reinigen (Zie De printkop reinigen op pagina 165.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Tekens en regels overlappen elkaar. De uitlijning controleren. (Zie De uitlijning controleren op pagina 167.)
Afgedrukte tekst of afbeeldingen
staan scheef.
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de
papiergeleiders aan de zijkanten goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere
afdrukmedia laden op pagina 10.)
Controleer of de externe achterklep en de interne achterklep goed zijn gesloten.
Er staat een vlek midden boven op
de afgedrukte pagina.
Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 20.)
Er bevindt zich een vlek in de
rechter- of linkerhoek van de
afgedrukte pagina.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's
afdrukken.
Op de afdruk staan vlekken of het
lijkt of de inkt vlekt.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere
afdrukmedia op pagina 20.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
Er staan vlekken aan de achterkant
of onder aan de pagina.
Controleer of er geen inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen op pagina 163.)
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia
laden op pagina 10.)
Er worden brede zwarte lijnen op de
pagina's afgedrukt.
Maak de invoerrol voor het papier schoon. (Zie De invoerrol voor papier reinigen
op pagina 165.)
De machine drukt dichte lijnen af op
de pagina.
Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
schakel Printkop heen en weer voor Windows
®
of Printkop heen en weer voor
Macintosh
®
uit.
Zorg ervoor dat u Brother Original Innobella™-inkt gebruikt.
Kan niet afdrukken met Pagina
layout-opties.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties










