Operation Manual
Hoofdstuk 4
36
Gebruikers met beperkte
rechten instellen en wijzigen 4
Gebruikers met beperkte rechten
instellen
4
U kunt gebruikers met beperkte rechten en
een wachtwoord instellen. U kunt maximaal
20 gebruikers met beperkte rechten instellen.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Functieslot weer
te geven.
e Druk op Functieslot.
f Druk op Gebruiker inst.
g Voer het beheerderswachtwoord in met
de toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
h Druk op a of b om Gebruiker01 weer
te geven.
i Druk op Gebruiker01.
j Voer de gebruikersnaam in met de
toetsen op het LCD-scherm. (Zie Tekst
invoeren op pagina 198.)
Druk op OK.
k Voer voor de gebruiker een PIN-code
van vier cijfers in met de toetsen op het
LCD-scherm.
Druk op OK.
l Om een gebruiker met beperkte rechten
in te stellen, schakelt u Activeren of
Deactiveren voor elke handeling in
en dit doet u als volgt:
Druk op Fax Tx. Vervolgens drukt u op
Activeren of Deactiveren. Als u
Fax Tx hebt ingesteld, herhaalt u deze
stappen voor Fax Rx, Kop.(Kleur),
Kopiƫren(Z&W) en Scan.
m Druk op en herhaal h tot l om
elke extra gebruiker en wachtwoord in te
voeren.
n Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
Gebruikersnaam, wachtwoord of
instellingen voor gebruikers met
beperkte rechten wijzigen
4
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Functieslot weer
te geven.
e Druk op Functieslot.
f Druk op Gebruiker inst.
g Voer het beheerderswachtwoord in met
de toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
h Druk op a of b om de bestaande
gebruiker met beperkte rechten weer te
geven die u wilt wijzigen.
i Druk op de gebruikersnaam.
j Druk op Wijzigen.










