Operation Manual

Beveiligingsfuncties
37
4
k Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de naam wilt wijzigen, drukt u
op en voert u vervolgens de
nieuwe naam in met de toetsen op
het LCD-scherm. (Zie Tekst invoeren
op pagina 198.)
Druk op OK.
Als u de naam ongewijzigd wilt laten,
drukt u op OK.
l Voer voor deze gebruiker een nieuwe
PIN-code van vier cijfers in met de
toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
m Om de beperkte rechten voor deze
gebruiker te wijzigen, schakelt u
Activeren of Deactiveren voor elke
handeling in en dit doet u als volgt:
Druk op Fax Tx. Vervolgens drukt u op
Activeren of Deactiveren. Als u
Fax Tx hebt ingesteld, herhaalt u deze
stappen voor Fax Rx, Kop.(Kleur),
Kopiëren(Z&W) en Scan.
n Druk op en herhaal h tot m als u
meer gebruikers en instellingen wilt
wijzigen.
o Druk op Stop/Eindigen.
Bestaande gebruikers met beperkte
rechten resetten
4
U kunt gebruikers met beperkte rechten een
voor een resetten.
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.
d Druk op a of b om Functieslot weer
te geven.
e Druk op Functieslot.
f Druk op Gebruiker inst.
g Voer het beheerderswachtwoord in met
de toetsen op het LCD-scherm.
Druk op OK.
h Druk op a of b om de bestaande
gebruiker met beperkte rechten weer te
geven die u wilt resetten.
i Druk op de gebruiker die u wilt resetten.
j Druk op Reset.
k Druk op Ja.
l Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Stel een nieuwe gebruiker met
beperkte rechten in. (Zie Gebruikers
met beperkte rechten instellen
op pagina 36.)
Als u geen nieuwe gebruiker met
beperkte rechten wilt instellen, gaat u
naar stap n.
m Druk op en herhaal h tot l als u
meer gebruikers wilt resetten.
n Druk op Stop/Eindigen.
Functieslot in-/uitschakelen 4
Opmerking
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
ziet u Fout wachtwoord op het
LCD-scherm. Voer alsnog het juiste
wachtwoord in.
Functieslot inschakelen 4
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
c Druk op Standaardinst.