Software User's Guide
Table Of Contents
- SOFTWAREHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- Bedieningstoetsen voor de machine
- 1 Het bedieningspaneel gebruiken
- Printertoetsen gebruiken
- Opdracht Annuleren
- Beveiligde sleutel (Secure Key) (voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
- Ondersteuning van printeremulaties (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- De lijst met interne fonts afdrukken (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- De lijst met printerconfiguraties afdrukken (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- Testafdruk (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- Tweezijdig afdrukken (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- Standaardprinterinstellingen herstellen (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- De scantoetsen gebruiken
- Printertoetsen gebruiken
- 1 Het bedieningspaneel gebruiken
- Windows®
- 2 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Een document afdrukken
- Duplex printen
- Gelijktijdig scannen, afdrukken en faxen
- Instellingen van de printerdriver
- De instellingen voor de printerdriver openen
- Functies van de Windows®-printerdriver
- Het tabblad Normaal
- Het tabblad Geavanceerd
- Scaling
- Ondersteboven afdrukken
- Watermerk gebruiken
- Watermerkinstellingen
- Kop/Voetregel printen
- Toner-bespaarstand
- Veilig Afdrukken (voor MFC-7460DN en MFC-7860DW)
- Beheerder
- Gebruikersverificatie (voor MFC-7860DW)
- Andere afdrukopties
- Macro (voor DCP-7070DW en MFC-7860DW)
- Dichtheid afstelling
- Uitvoer verbeteren
- Blanco pagina overslaan
- Tabblad Afdrukprofielen
- Een afdrukprofiel bewerken
- Ondersteuning
- Lade-instellingen
- Status Monitor
- Functies in de BR-Script 3 printerdriver (voor MFC-7860DW) (met PostScript® 3™-taalemulatie)
- Status Monitor
- 3 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (Windows® XP/Windows Vista®/Windows® 7)
- Een document scannen met de WIA-driver (Windows Photo Gallery en Windows Fax & Scan)
- ScanSoft™ PaperPort™ 12SE gebruiken met OCR van NUANCE™
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Snelkoppelingen naar andere toepassingen
- Met ScanSoft™ PaperPort™ 12SE met OCR kunt u beeldtekst converteren naar tekst die u kunt bewerken
- Items uit andere applicaties importeren
- Items naar andere formaten exporteren
- ScanSoft™ PaperPort™ 12SE met OCR verwijderen
- 4 ControlCenter4
- Overzicht
- ControlCenter4 gebruiken in de modus Home
- Tabblad Scannen
- Tabblad PC-FAX (uitsluitend MFC-modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Tabblad Ondersteuning
- ControlCenter4 gebruiken in de modus Geavanceerd
- Tabblad Scannen
- Tabblad PC-Kopiëren
- Tabblad PC-FAX (uitsluitend MFC-modellen)
- Het tabblad Apparaatinstellingen
- Tabblad Ondersteuning
- Tabblad Aangepast
- 5 Remote Setup (uitsluitend MFC-modellen)
- 6 Brother PC-FAX-software (uitsluitend MFC-modellen)
- 7 Firewall-instellingen (voor netwerkgebruikers)
- 2 Afdrukken
- Apple Macintosh
- 8 Afdrukken en faxen
- 9 Scannen
- 10 ControlCenter2
- 11 Remote Setup
- De scantoets gebruiken
- 12 Scannen (voor gebruikers van een USB-kabel)
- 13 Netwerkscannen
- Voordat u netwerkscannen gebruikt
- De scantoets gebruiken
- Index
Netwerkscannen
210
13
Scannen naar FTP (voor MFC-7460DN en MFC-7860DW) 13
Als u Scan naar FTP selecteert, kunt u een zwart-wit- of kleuren document rechtstreeks naar een FTP-server
in uw lokale netwerk of op internet scannen.
U kunt de gegevens voor het gebruik van Scannen naar FTP invoeren met Beheer via een webbrowser. Op
deze manier kunt u deze gegevens vooraf configureren en opslaan in een FTP-profiel.
Opmerking
• Scan naar FTP is beschikbaar wanneer FTP-profielen zijn geconfigureerd met Beheer via een
webbrowser.
• Wij raden u aan Microsoft
®
Internet Explorer
®
6.0 (of recenter) of Firefox 3.0 (of recenter) voor Windows
®
en Safari 3.0 (of recenter) voor Macintosh te gebruiken. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn
geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Wanneer een andere webbrowser wordt gebruikt, dient
u te controleren dat deze compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1.
Om Beheer via een webbrowser te gebruiken, voert u http://xxx.xxx.xxx.xxx (waarbij xxx.xxx.xxx.xxx
het IP-adres van uw machine is) in uw browser in, en vervolgens kunt u de instellingen in de FTP-scanprofiel
bij Beheerderinstellingen configureren of wijzigen. U kunt maximaal tien FTP-serverprofielen configureren
en u kunt kiezen welke profielnummers (1 tot 10) u wilt gebruiken voor de Scan naar FTP-instellingen in
FTPscaninstellingen.
Opmerking
Wanneer u het IP-adres van uw machine wilt vinden, raadpleeg dan De Netwerkconfiguratielijst afdrukken
in de Netwerkhandleiding.
Behalve de zeven voorgeprogrammeerde bestandsnamen kunt u ook twee door de gebruiker gedefinieerde
bestandsnamen opslaan die voor het maken van een FTP-serverprofiel kunnen worden gebruikt.
Selecteer FTPscaninstellingen in Beheer via een webbrowser. In Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam
voert u in een van de twee door de gebruiker gedefinieerde velden de bestandsnaam in en klikt u op
Indienen. U kunt in elk gebruikersveld maximaal 15 tekens invoeren.