GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-8460N MFC-8860DN MFC-8870DW
Als u de klantenservice moet bellen A.u.b. de volgende gegevens invullen voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-8460N, MFC-8860DN en MFC-8870DW (omcirkel uw modelnummer) Serienummer: 1 Aankoopdatum: Aankoopplaats: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in andere landen.
EG Conformiteitsverklaring onder de Richtlijn R & TTE ii
EG-conformiteitsverklaring 0 Producent Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561 Japan Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd. Brother Buji Nan Ling Fabriek Gold Garden Ind.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie Gebruik van de documentatie ................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 De complete gebruikershandleiding gebruiken......................................................3 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Overzicht bedieningspaneel ............................
4 Beveiligingsfuncties Beveiliging ........................................................................................................... 24 Instelslot ........................................................................................................ 24 Beveiligd functieslot.......................................................................................25 Paragraaf II 5 Fax Een fax verzenden Faxen..........................................................................................
De stempel PC-Fax Ontvangen instellen ......................................................44 Faxen in het geheugen ontvangen ................................................................44 Een fax uit het geheugen afdrukken ..............................................................45 7 Telefoon en externe apparaten Telefoonlijndiensten .............................................................................................46 Het Type telefoonlijn instellen....................................
10 Rapporten afdrukken Faxrapporten .......................................................................................................66 Verzendrapport..............................................................................................66 Faxjournaal.................................................................................................... 66 Rapporten ............................................................................................................
Paragraaf V Appendices A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen ................................................................................84 Belangrijke informatie ..........................................................................................85 Veiligheidsmaatregelen .................................................................................85 IEC 60825-1 Specificatie ...............................................................................
D Menu en functies Programmeren op het scherm ...........................................................................129 Menutabel.................................................................................................... 129 Opslag in het geheugen ..............................................................................129 Menutoetsen ...................................................................................................... 129 Menutabel ......................................
Hoofdstuk x
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Documenten en papier laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 11 18 24
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden. De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt. Vet Vetgedrukte tekst identificeert toetsen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
Algemene informatie De complete gebruikershandleiding gebruiken c Als het scherm met de modelnaam verschijnt, klikt u op uw modelnaam. Het hoofdmenu van de CD-ROM wordt geopend. 1 De geprinte gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over uw machine. De geavanceerde functies van de printer, het netwerk, de scanner en PC-Fax worden uitgelegd in de complete gebruikershandleiding die u op de CD-ROM kunt vinden.
Hoofdstuk 1 Instructies voor het scannen opzoeken Documentatie bekijken (Macintosh®) 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding: 1 a Zet uw Macintosh® aan. Plaats de Brother CD-ROM met het etiket Mac in uw CD-ROM-station. Het volgende venster wordt weergegeven. b Dubbelklik op het pictogram Documentation. c Als het scherm voor de taalkeuze verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste taal.
Algemene informatie Instructies voor het scannen opzoeken 1 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding: 1 Scannen vanaf een Macintosh® op pagina 135 (voor Mac OS® 9.1-9.2/Mac OS ® X 10.2.4 of recenter) Het ControlCenter2 gebruiken (voor Mac OS® X 10.2.4 of recenter) op pagina 148 Scannen via het netwerk (voor Mac OS® X 10.2.
Hoofdstuk 1 Overzicht bedieningspaneel 1 MFC-8460N, MFC-8860DN en MFC-8870DW hebben soortgelijke besturingstoetsen. 1 11 1 2 2 10 3 LCD-scherm (liquid crystal display) Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij het gebruik van uw machine. 4 Menutoetsen: Menu Het hoofdmenu openen. Wis/terug Verwijdert ingevoerde gegevens of maakt het u mogelijk het menu te verlaten. OK Hiermee wordt een instelling geselecteerd.
Algemene informatie 3 4 5 9 8 Kopie toetsen Dubbelzijdig (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) Hiermee kunt u kopieën afdrukken op beide zijden van het papier. Contrast/Kwaliteit (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) U kunt desgewenst alleen voor de volgende kopie de kwaliteit of het contrast veranderen. Contrast (alleen MFC-8460N) Hiermee kunt u alleen voor de volgende kopie het contrast veranderen. Kwaliteit (alleen MFC-8460N) Hiermee kunt u alleen voor de volgende kopie de kwaliteit veranderen.
Hoofdstuk 1 10 Fax- en telefoontoetsen Telefoon/Intern Hiermee kunt u een inkomend telefoontje op een extern toestel beantwoorden. Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn, om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. Resolutie Hiermee stelt u de faxresolutie in.
Algemene informatie Indicaties status-LED 1 De Status-LED (light emitting diode) knippert en verandert van kleur al naargelang de status van de machine. De weergegeven LED’s in onderstaande tabel worden gebruikt in de illustraties van dit hoofdstuk. LED LED-status LED is uit. LED is aan. Groen Geel Rood LED knippert. Groen LED Geel Rood Machinestatus Omschrijving Slaapstand De schakelaar is uit of de machine bevindt zich in slaapstand. Opwarmen De machine warmt op voor het afdrukken.
Hoofdstuk 1 Storing Volg de hieronder beschreven stappen. 1. Zet de aan/uit-schakelaar uit. Rood 2. Wacht enkele seconden, zet het toestel weer aan en probeer opnieuw te printen. Wanneer u de storing niet kunt oplossen en u dezelfde storingsmelding ziet wanneer u de machine weer aan zet, moet u contact opnemen met uw Brother-dealer voor service. Rood Deksel open Het frontdeksel of het achterpaneel is open. Sluit het deksel. Einde levensduur toner Vervang de tonercartridge.
2 Documenten en papier laden Documenten laden a 2 U kunt de ADF (automatische documentinvoer) gebruiken om vellen papier te faxen, scannen of kopiëren. De ADF voert slechts een vel tegelijk in. Zorg dat in inkt geschreven documenten helemaal droog zijn, als u deze in de ADF plaatst. 1 2 b c Blader de stapel goed door. d Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten.
Hoofdstuk 2 De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s uit een boek of afzonderlijke vellen papier te faxen, te scannen of te kopiëren. De documenten mogen max. 215,9 mm breed zijn en 355,6 mm lang (8,5 inch breed en 14 inch lang). Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. a Til het documentdeksel op. 2 Acceptabel papier en andere media 2 De afdrukkwaliteit kan variëren al naargelang het type papier dat u gebruikt.
Documenten en papier laden Omgaan met en gebruik van media 2 Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte. 2 Raak de voor- of achterkant van de transparanten niet aan, aangezien dit de afdrukkwaliteit kan verlagen. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor laserprinten. Gebruik alleen enveloppen met een scherpe vouw.
Hoofdstuk 2 Papiercapaciteit van de papierlade Papierlade (lade #1) Multifunctionele papierlade (MP-lade) Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen A4, Letter, Executive, A5, A6, B5 en B6 Normaal papier, gerecycleerd papier en bankpostpapier max. 250 [80 g/m2 (9 kg)] Transparanten max. 10 Normaal papier, gerecycleerd papier, bankpostpapier, enveloppen en etiketten max. 50 Transparanten max. 10 Normaal papier, gerecycleerd papier en bankpostpapier max.
Documenten en papier laden Papier en andere media laden d 2 Blader de stapel papier goed door, om problemen met de papierinvoer te voorkomen. Bij afdrukken op normaal papier 60 tot 105 g/m2 (7,2 to 12,6 kg) of lasertransparanten, de papierlade gebruiken. 2 Om op andere papiersoorten af te drukken, gebruikt u de MP-lade (multifunctionele lade). Papier laden a Vouw de steunklep van de uitvoerpapierlade uit. b Trek de papierlade volledig uit de machine.
Hoofdstuk 2 Enveloppen en andere media laden Gebruik de MP-lade wanneer u afdrukt op enveloppen, etiketten en dik papier. a Enveloppen laden 2 2 Druk de hoeken en zijkanten van de enveloppen zo plat mogelijk alvorens deze te plaatsen. Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer. VOORZICHTIG Gebruik nooit de volgende soorten enveloppen, aangezien zij problemen veroorzaken bij de papierinvoer: 1 Zakachtige enveloppen. 2 Enveloppen met reliëf (die met een verhoogd oppervlak).
Documenten en papier laden Bedrukbaar gedeelte 2 Afdrukgebied voor kopieën 2 Het afdrukgebied van uw machine begint ca. 3 mm (0,12 in.) vanaf de boven- en onderrand en 2,05 mm (0,08 in.) vanaf beide kanten van het papier. 2 Afdrukgebied bij afdrukken vanaf PC 2 Bij gebruik van de standaarddriver is het afdrukgebied kleiner dan het papierformaat, zoals hieronder wordt afgebeeld. 2 Staand 2 2 1 2 1 1 1 1 3 mm (0,12 in.) 2 2.05 mm (0,08 in.) 1 4.23 mm (0,16 in.) 2 6.01 mm (0,24 in.
3 Algemene instellingen Papierinstellingen Wijzigen van de taal op het LCD-scherm Papiersoort 3 3 3 U kunt de taal op het LCD-scherm wijzigen. a b Stel de machine in op het papier dat u gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit. Druk op Menu, 0, 0. Druk op a of b om uw taal te selecteren. c Druk op Stop/Eindigen. Druk op OK. d Druk op Stop/Eindigen. Mode timer a 3 De machine heeft drie modus-toetsen op het bedieningspaneel: Fax, Scan, en Kopie.
Algemene instellingen Papierformaat U kunt negen papierformaten voor het printen van uw kopieën gebruiken: A4, Letter, Legal, Executive, A5, A6, B5, B6 en Folio, en vier formaten voor het printen van faxen: A4, Letter, Legal of Folio. Wanneer u het papierformaat verandert in de machine, moet u de instelling voor het Papierformaat veranderen. Op deze manier kan uw machine een binnenkomende fax op het blad instellen.
Hoofdstuk 3 a Opmerking 17.Lade gebruiken 2.Fax a Alleen lade 1 b Alleen MP-lade Selecteer ab& OK • Bij het laden van de documenten vanuit de ADF, zoekt de machine de lade met het meest geschikte papier om papier uit die lade te halen. Als geen enkele lade geschikt papier heeft, haalt de machine papier uit de voorkeurlade. b • Bij gebruik van de glasplaat wordt uw document vanuit de voorkeurlade gekopieerd, ook al bevindt er zich geschikter papier in een andere papierlade.
Algemene instellingen Instellingen volume 3 Belvolume 3 U kunt kiezen uit een serie volumeniveaus voor de beltoon, van Hoog tot Uit. ▲ In de faxmodus drukt u daarentegen op of om het volume in te stellen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en telkens wanneer u op deze toets drukt wordt het volume aan de volgende instelling aangepast. De nieuwe instelling blijft van kracht op de machine totdat u deze wijzigt.
Hoofdstuk 3 Automatische zomer/wintertijd Ecologische functies 3 Tonerbespaarstand U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst. Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, zijn de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit. a a Druk op Menu 1, 5. 15.Aut. zomertijd Druk op Menu, 1, 6, 1. 16.Bespaarstand 1.
Algemene instellingen Slaaptijd Als u de slaaptijd instelt, verbruikt u minder energie, omdat de fuser wordt uitgezet terwijl de machine inactief is. U kunt kiezen hoelang de machine inactief moet zijn (van 00 tot 99 minuten) voor deze naar de slaapstand overgaat. De timer wordt automatisch gereset, wanneer de machine een fax of computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De standaardinstelling is 05 minuten. Wanneer de machine zich in slaapstand bevindt, wordt Slaapstand op het LCDscherm weergegeven.
4 Beveiligingsfuncties Beveiliging Instelslot Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machineinstellingen wijzigen. Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het vergeet, neem dan contact op met uw Brother-dealer of de klantenservice van Brother. Met het instelslot op Aan, is het onmogelijk de volgende instellingen te wijzigen zonder een wachtwoord: Het wachtwoord instellen 4 4 4 a Druk op Menu, 1, 9, 1. 19.
Beveiligingsfuncties Instelslot aan-/uitzetten 4 Als u een verkeerd wachtwoord invoert terwijl u onderstaande instructies volgt, geeft het LCD-scherm Fout wachtwoord weer. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in. Instelslot aanzetten a 1 4 19.Beveiliging 1.Instelslot a Aan b Wachtwoord Selecteer ab& OK Druk op a of b om Aan te selecteren. Druk op OK. c Toets uw viercijferig wachtwoord in. Druk op OK. d Druk op Stop/Eindigen. Instelslot uitzetten a Druk op Menu, 1, 9, 1. 19.Beveiliging 1.
Hoofdstuk 4 Het wachtwoord voor de beheerder instellen Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om beperkte gebruikers in te stellen en om Beveiligd functieslot aan of uit te zetten. Zie Beperkte gebruikers instellen op pagina 27 en Beveiligd functieslot aanzetten op pagina 27. a Druk op Menu, 1, 9, 2. Openbare gebruiker instellen 4 Hiermee kunt u de Openbare gebruiker instellen. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren.
Beveiligingsfuncties Beperkte gebruikers instellen Hiermee kunt u gebruikers met beperkingen en een wachtwoord instellen. a Druk op Menu, 1, 9, 2. 19.Beveilging 2.Functieslot a Slot UitiAan b Wachtw.inst. Selecteer ab& OK b Druk op a of b om Gebruiker inst. te selecteren. Druk op OK. c Toets het beheerderswachtwoord in. Druk op OK. 19.Beveilinging Gebruiker inst. a Openbaar b Gebruiker01 Selecteer ab& OK d Druk op a of b om Gebruiker01 te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 4 Gebruikers wijzigen 4 Met deze instelling kan een andere gebruiker zich op de machine aanmelden. Opmerking Het tijdstip van overgang van een individuele gebruiker op de openbare gebruiker is gelijk aan de instelling van de timermodus (Menu, 1, 1). Zie Mode timer op pagina 18. U kunt een individuele gebruiker ook verlaten door te drukken op de verlichte modustoets. a Druk op Menu, 1, 9, 2. 19.Beveilinging 2.
Paragraaf II Fax Een fax verzenden Een fax ontvangen Telefoon en externe apparaten Nummers kiezen en opslaan Opties voor afstandsbediening Rapporten afdrukken Pollen II 30 39 46 52 60 66 68
5 Een fax verzenden Faxen Faxmodus instellen 5 5 Om faxmodus in te stellen, drukt u op 5 De ADF gebruiken om uw faxen te verzenden, is de eenvoudigste methode. Om een actieve fax te annuleren, drukt u op Stop/Eindigen. a Een dubbelzijdige fax verzenden vanuit de ADF (Alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) Controleer of u zich in faxmodus bevindt a Plaats uw document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF. c Kies het faxnummer met gebruik van het bedieningspaneel. d Druk op Start.
Een fax verzenden Een fax via de glasplaat verzenden U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina na pagina te faxen. U kunt documenten van max. Letter-, A4- of Legalformaat gebruiken. Druk op Stop/Eindigen om een actieve fax te annuleren. a Controleer of u zich in faxmodus bevindt .
Hoofdstuk 5 Groepsverzenden Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar groepen, ééntoetsnummers, snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen. Zie voor informatie Nummers kiezen op pagina 52. U kunt groepsverzendingen maken naar 390 verschillende nummers.
Een fax verzenden Aanvullende verzendopties Faxen met meer instellingen verzenden Voordat u een fax gaat verzenden, kunt u een willekeurige combinatie van deze instellingen wijzigen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen, pollen, directe verzendingen of verzending van instellingen voorblad. a Controleer of u zich in faxmodus bevindt . Telkens nadat een instelling is geaccepteerd, wordt u gevraagd of u nog meer instellingen wilt invoeren: 22.Verzendmenu Volgende? a 1.
Hoofdstuk 5 Met de volgende fax een voorblad verzenden Als u een voorblad alleen met de volgende fax wilt verzenden, vraagt uw machine u om het aantal te verzenden pagina's in te voeren, zodat dit op het voorblad kan worden afgedrukt. a Controleer of u zich in faxmodus bevindt Met elke fax een voorblad verzenden 5 U kunt de machine zo instellen, dat met elke fax een voorblad wordt verzonden. a b 22.Verzendmenu 7.Voorblad inst.
Een fax verzenden Contrast Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Auto voor de beste resultaten. Het apparaat selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document. Als uw document erg licht of donker is, kan de kwaliteit van de fax worden verbeterd door het contrast te wijzigen. Gebruik Donker wanneer u een licht document verzendt. Gebruik Licht wanneer u een donker document verzendt. a Uw document laden. Druk op Menu, 2, 2, 1. 22.Verzendmenu 1.
Hoofdstuk 5 Tweevoudige werking 5 Uw machine ondersteunt tweevoudige werking, waardoor u een nummer kunt kiezen en kunt beginnen met het scannen van een fax naar het geheugen, terwijl u al bezig bent met het verzenden of ontvangen van een fax. c Direct verzenden alleen voor de volgende fax a Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer. Hoeveel pagina’s u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van hetgeen erop is afgedrukt.
Een fax verzenden Internationale modus 5 d Als u door een slechte verbinding problemen hebt met het internationaal verzenden van een fax, dan kan het activeren van de internationale modus misschien helpen. 22.Verzendmenu 3.Tijdklok Dit is een tijdelijke instelling, die alleen actief zal zijn voor uw volgende fax. a Tijd inst.
Hoofdstuk 5 Het controleren en annuleren van taken in de wachtrij U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten Als er geen taken zijn, wordt de melding Geen opdrachten op het LCD-scherm weergegeven. U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht, annuleren. a Het aantal nog te verzenden taken wordt weergegeven.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangststanden 6 U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn. De ontvangststand kiezen 6 Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die er naartoe verzonden worden. Met behulp van onderstaande afbeelding kunt u de juiste stand kiezen. Voor meer informatie over de ontvangststanden, zie pagina 6.
Hoofdstuk 6 Ontvangststanden gebruiken Extern ANTW.APP. 6 Sommige ontvangststanden antwoorden automatisch (Alleen Fax en Fax/Telefoon). Mocht u de belvertraging willen wijzigen alvorens deze standen te gebruiken, zie pagina 41. Alleen fax Faxen worden automatisch ontvangen. Bellers kunnen een bericht inspreken op het externe ANTW.APP. 6 Zie voor meer informatie Een extern ANTW.APP. aansluiten op pagina 47.
Een fax ontvangen Instellingen ontvangststand Belvertraging De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Alleen Fax en Fax/Telefoon. Als u externe of tweede toestellen op dezelfde lijn als de machine gebruikt, dient u de belvertraging in te stellen op 4. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 49 op en Fax waarnemen op pagina 42.) a Controleer of u zich in faxmodus bevindt . b Druk op Menu, 2, 1, 1. 21.Ontvangstmenu 1.
Hoofdstuk 6 Fax waarnemen Door fax waarnemen op Aan te zetten, kan de machine faxberichten automatisch ontvangen, als u de hoorn opneemt van een willekeurig toestel op dezelfde lijn als die van de machine. Zodra u op het LCD-scherm van uw faxmachine de melding Ontvangst ziet, of zodra u via de hoorn van het andere toestel het ‘tjirpende’ geluid hoort, legt u de hoorn op de haak. De machine ontvangt de fax.
Een fax ontvangen Aanvullende ontvangsthandelingen Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken Als u Aan kiest, verkleint de machine automatisch een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter, Legal of Folio past. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van de fax en uw instelling voor papierformaat (Menu, 1, 3).
Hoofdstuk 6 De stempel PC-Fax Ontvangen instellen U kunt de machine zodanig instellen dat de ontvangsttijd en –datum in het midden bovenaan iedere ontvangen faxpagina worden afgedrukt. a Controleer of u zich in faxmodus bevindt . b Druk op Menu, 2, 1, 9. 21.Ontvangstmenu 9.Fax Rx Stempel a Aan b Uit Selecteer ab& OK c Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK. d Druk op Stop/Eindigen. Opmerking • De ontvangsttijd en –data verschijnen niet bij gebruik van Internet Fax*.
Een fax ontvangen Een fax uit het geheugen afdrukken 6 Als u de functie Fax opslaan gebruikt (Menu, 2, 5, 1), kunt u nog altijd een fax uit het geheugen afdrukken als u zich bij uw machine bevindt. Zie Fax opslaan op pagina 61. a Druk op Menu, 2, 5, 3. 25.Afstandsopties 3.Print document Druk op Start b Druk op Start.
7 Telefoon en externe apparaten Telefoonlijndiensten 7 Het Type telefoonlijn instellen 7 Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen. a Druk op Menu, 0, 6. 06.Tel lijn inst a Normaal ISDN b PBX Selecteer ab& OK b Druk op a of b om PBX, ISDN (of Normaal) te selecteren. Druk op OK. c Druk op Stop/Eindigen.
Telefoon en externe apparaten Een extern ANTW.APP. aansluiten U kunt een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten op dezelfde lijn als uw machine. Wanneer het ANTW.APP. een oproep beantwoordt, “hoort” uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als de machine ze niet hoort, laat deze een voicemail registreren door uw ANTW.APP. en wordt op het display Telefoon weergegeven.
Hoofdstuk 7 Een uitgaand bericht opnemen a Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw machine tijd om naar faxtonen te luisteren. b Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden. c U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de faxontvangstcode te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na de toon, of verzend een fax door te drukken op l51 en Start.
Telefoon en externe apparaten Externe en tweede toestellen Werken met een tweede toestel Uitsluitend voor de Fax/Telmodus 7 Als de machine in de stand Fax/Tel staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Neem de hoorn van de externe telefoon van de haak en druk vervolgens op Telefoon/Intern om de telefoon aan te nemen.
Hoofdstuk 7 Een extern of tweede toestel aansluiten 7 U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding. (voor Nederland) 1 Een draadloze externe telefoon gebruiken 7 Als uw draadloze telefoon is aangesloten op de telefoonsnoer (zie pagina 50) en u de draadloze telefoon meestal ergens anders hebt, is het eenvoudiger telefoontjes tijdens de belvertraging te beantwoorden.
Telefoon en externe apparaten De codes voor afstandsbediening wijzigen 7 De voorgeprogrammeerde faxontvangstcode is l51. De voorgeprogrammeerde code voor het aannemen van de telefoon is #51. Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u probeert om toegang te krijgen tot uw externe ANTW.APP., is het raadzaam om de drie codes voor afstandsbediening te wijzigen, bijvoorbeeld ### en 555. a Controleer of u zich in faxmodus bevindt . b Druk op Menu 2, 1, 4. 21.Ontvangstmenu 4.Code Op Afst.
8 Nummers kiezen en opslaan Nummers kiezen Handmatig kiezen 8 8 Snel-kiezen Druk tegelijkertijd op Zoeken/Snelkiezen en Shift en vervolgens op het drie-cijferige snelkiesnummer. Gebruik het bedieningspaneel om alle cijfers van het telefoonnummer in te voeren. Eéntoetskiezen 8 Druk op het ééntoetsnummer waaronder het nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. Wanneer u de ééntoetsnummers 21 tot 40 wilt kiezen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op het ééntoetsnummer drukt.
Nummers kiezen en opslaan Zoeken U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers zijn opgeslagen. a b c Druk op Zoeken/Snelkiezen. Druk op de toets op het bedieningspaneel voor de eerste letter van de naam. (Gebruik het schema van Tekst invoeren op pagina 147 om u te helpen bij het invoeren van de letters.) Druk op OK. Druk op a of b om te bladeren totdat u de naam vindt die u zoekt. Druk op OK.
Hoofdstuk 8 Nummers opslaan 8 U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: Eéntoetsnummers, snelkiesnummers en groepsnummers voor het groepsverzenden van faxen. U kunt ook de standaardresolutie voor ieder ééntoetsnummer en snelkiesnummer specificeren. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCDscherm de opgeslagen naam of het opgeslagen nummer weer. Een scanprofiel kan ook worden opgeslagen samen met het faxnummer of het e-mailadres. MFC-8460N: a 23.Kiesgeheugen 1.
Nummers kiezen en opslaan Alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW): a 8 f Als u een fax-/scanresolutie samen met het nummer wilt opslaan, kies dan één van onderstaande opties: Als u F/T hebt geselecteerd in c, druk dan op a of b om Stand., Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK en ga vervolgens naar h. Als u E-Mail hebt geselecteerd in c, druk dan op a of b om Z/W200dpi, Z/W200x100, Kleur150dpi, Kleur300dpi, of Kleur600dpi te selecteren. Druk op OK en ga vervolgens naar g.
Hoofdstuk 8 Snelkiesnummers opslaan 8 a U kunt uw veel gebruikte nummers als snelkiesnummers opslaan. Er kunnen 300 snelkiesnummers in de machine worden opgeslagen. MFC-8460N: a Druk op Menu, 2, 3, 2. Alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW: b Voer op het bedieningspaneel een driecijferig locatie voor het snelkiesnummer in (001–300). Druk op OK. c Toets het telefoon- of faxnummer in (max. 20 tekens). Druk op OK.
Nummers kiezen en opslaan Als u IFAX hebt geselecteerd in c, druk dan op a of b om Stand., Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK en ga vervolgens naar h. Druk op OK, als u de standaardresolutie niet wilt wijzigen. Ga naar h. g h Als u Zwart & Wit hebt geselecteerd in f, selecteer dan het bestandsformaat (TIFFof PDF) dat wordt gebruikt voor verzendingen naar uw PC. Als u Kleur hebt geselecteerd in f, selecteer dan het bestandsformaat (PDF of JPEG) dat wordt gebruikt voor verzendingen naar uw PC.
Hoofdstuk 8 Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen e Op het LCD-scherm worden de door u gekozen ééntoetsnummers weergegeven met een * en snelkiesnummers met een # (bijvoorbeeld *006, #009). Als u ééntoetsnummers of snelkiesnummers wilt toevoegen, volg dan onderstaande instructies: Voor ééntoetsnummers, drukt u één voor één op de toetsen voor ééntoetsnummers.
Nummers kiezen en opslaan Op deze manier kiest u ‘555-7001’. U kunt ook een pauze toevoegen door te drukken op de toets Herkies/Pauze. Opmerking Als u Fax/IFAX hebt geselecteerd in d en ééntoetsnummers of snelkiesnummers hebt toegevoegd die zijn opgeslagen als ‘IFAX’, kunt u niet S.Fijn selecteren. i Selecteer het bestandsformaat (TIFF of PDF) dat wordt gebruikt voor verzendingen naar uw PC. j Ga op een van de volgende manieren te werk: Ga naar b om nog een groep voor groepsverzending op te slaan.
9 Opties voor afstandsbediening e Met Opties voor afstandsbediening kunt u faxen ontvangen, terwijl u niet in de buurt van de machine bent. 25.Afstandsopties Reserveafdruk a Uit b Aan Selecteer ab& OK U kunt slechts één fax-optie tegelijkertijd gebruiken. Fax doorzenden Met de functie Fax doorzenden kunt u de door u ontvangen faxen automatisch naar een andere machine doorzenden. Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt de machine de fax ook af. a Druk op Menu, 2, 5, 1. 25.Afstandsopties 1.
Opties voor afstandsbediening b Druk op a of b om Ontvang PC Fax te selecteren. Druk op OK. Met de functie Fax opslaan kunt u de door u opgeslagen faxen in het geheugen van de machine opslaan. U kunt opgeslagen faxen opvragen vanaf een faxmachine op een andere locatie met behulp van de opdrachten op afstand, zie Faxberichten opvragen op pagina 64. Uw machine drukt automatisch een kopie van de opgeslagen fax af. c Druk op a of b om , of uw computernaam te selecteren.
Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening wijzigen Als er zich nog ontvangen faxen in het geheugen van uw machine bevinden, wanneer u de functie van de afstandsbediening verandert, wordt u het volgende gevraagd: 25.Afstandsopties Wis alle faxen? a 1.Ja b 2.Nee Selecteer ab& OK 25.Afstandsopties Tot. print fax? a 1.Ja b 2.Nee Selecteer ab& OK Als u op 1 drukt, worden alle nietafgedrukte faxen gewist of afgedrukt voordat de instelling wordt gewijzigd.
Opties voor afstandsbediening Opvragen vanaf een ander toestel Gebruik van de toegangscode 9 Met de functie afstandsbediening kunt u uw opgeslagen faxen opvragen, wanneer u niet in de buurt van uw machine bent. U kunt uw machine bellen vanaf iedere willekeurige toetstelefoon of faxmachine, om vervolgens de toegangscode op afstand te gebruiken om uw berichten op te vragen.
Hoofdstuk 9 Faxberichten opvragen a b Het Nummer voor fax doorzenden wijzigen Kies het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u onmiddellijk uw toegangscode op afstand in (3 cijfers gevolgd door l). Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u. c Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 2 in.
Opties voor afstandsbediening Opdrachten op afstand 9 U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten op afstand 95 Wijzig de instellingen voor Fax doorzenden of Fax opslaan 1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of gewist.
10 Rapporten afdrukken Faxrapporten 10 Sommige faxrapporten (verzendrapport en faxjournaal) kunnen automatisch of handmatig afgedrukt worden. Verzendrapport 10 U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (weergegeven met “OK”). Als u Aan of Aan+Beeld selecteert, wordt dit rapport afgedrukt voor elke fax die u verzendt.
Rapporten afdrukken Rapporten 10 De volgende rapporten zijn beschikbaar: Een rapport afdrukken a 1 Verzendrapport Hiermee kunt u een lijst afdrukken van veelgebruikte functies die u helpen bij het programmeren van uw machine. b Kies één van onderstaande opties: Druk op a of b om het gewenste rapport te selecteren. Druk op OK. Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op 2 om de helplijst af te drukken. c Druk op Start.
11 Pollen 11 Met de functie Pollen kunt u machine zodanig instellen dat andere mensen faxen van u kunnen ontvangen, maar dat zij voor de oproep betalen. Met deze functie kunt u ook de faxmachine van iemand anders bellen om te pollen, zodat u voor de oproep betaalt. De functie Pollen dient op beide machines te zijn ingesteld, opdat dit kan functioneren. Niet alle faxmachines ondersteunen het pollen. Beveiligd pollen Ontvang pollen a a Controleer of u zich in faxmodus bevindt .
Pollen Uitgesteld pollen 11 Met Uitgesteld pollen kunt u de machine zodanig instellen, dat deze op een later tijdstip met Ontvang pollen begint. U kunt slechts één uitgestelde pollingtaak instellen. a a b e Toets het te pollen faxnummer in. Druk op Start. De machine begint op het door u ingevoerde tijdstip met het pollen. Druk op Menu, 2, 1, 8. 21.Ontvangstmenu 8.Ontvang Pollen a Stand. b Beveilig Selecteer ab& OK Druk op a of b om Tijdklok te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 11 Verzend Pollen 11 Met Verzend Pollen kunt u uw machine zodanig instellen dat deze met een document in de invoer wacht, zodat een andere faxmachine kan bellen om het op te vragen. Verzend pollen instellen a Controleer of u zich in faxmodus bevindt . b c Uw document laden. Druk op Menu, 2, 2, 6. 22.Verzendmenu 6.Verzend Pollen a Stand. b Beveilig Selecteer ab& OK d 70 11 Druk op a of b om Stand. te selecteren. Druk op OK.
Paragraaf III Kopie Kopiëren III 72
12 Kopiëren 12 Kopiëren Kopieermodus instellen 12 Meerdere kopieën maken 12 a Controleer of u zich in kopieermodus bevindt Druk op (Kopie) om naar de kopieermodus te gaan. 1 2 3 4 Contrast:+ Kwal. :Tekst Vergr/kl:100% Bak :MP>T1 Druk ab of Start 1 Contrast 2 Kwaliteit 3 Kopieerverhouding 4 Lade gebruiken 5 Aantal exemplaren 01 5 Eén kopie maken a Controleer of u zich in kopieermodus bevindt b c 72 . Uw document laden. Druk op Start. 12 . b c Uw document laden.
Kopiëren Kopieeropties 12 Gebruik de kopieertoetsen, als u snel de kopieerinstellingen tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen. U kunt verschillende combinaties gebruiken. a (MFC-8860DN en MFC-8870DW) De machine keert terug naar de standaardinstellingen na 60 seconden, of wanneer de timermodus weer overgaat op faxmodus. (Zie Mode timer op pagina 18.) 12 U kunt kiezen uit een serie kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Auto. Auto is de aanbevolen stand voor normale afdrukken.
Hoofdstuk 12 Tekstkopieerresolutie wijzigen 12 U kunt de tekstkopieerresolutie veranderen in 1200x600dpi als u Tekst hebt geselecteerd in de opties Kwaliteit of Contrast/Kwaliteit, en een kopie van 100% maken met behulp van de glasplaat.
Kopiëren f g Kies één van onderstaande opties: Druk op a of b om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om Custom te selecteren (25-400%). Druk op OK. Gebruik de kiestoetsen om een vergrotings- of verkleiningspercentage in te toetsen tussen 25% en 400%. (Druk bijvoorbeeld op 5 3 om 53% in te voeren.) Druk op OK. Druk op Start. Opmerking • De instelling Auto is alleen beschikbaar bij laden vanuit de ADF.
Hoofdstuk 12 Bij kopiëren vanuit de ADF: 12 U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken.
Kopiëren Duplex kopiëren (Alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) dubbelzijdig i enkelzijdig Staand 12 1 Voer uw document in de ADF in, als u de functie Duplex kopiëren wenst te gebruiken. Duplex kopiëren 1 2 12 2 Liggend enkelzijdig i dubbelzijdig 11 Staand 1 2 1 a 1 2 2 11 2 2 dubbelzijdig i dubbelzijdig Uw document laden. d Druk op Dubbelzijdig en a of b om 1zijdigi2zijdig, 2zijdigi2zijdig of 2zijdigi1zijdig, te selecteren. Staand 1 2 .
Hoofdstuk 12 f Nadat de machine de pagina gescand heeft, drukt u op 1 om de volgende pagina te scannen. a bevindt Flatbed kopie: Volgende Pagina a 1.Ja b 2.Nee Selecteer ab& OK g h Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. Herhaal f en g voor elke pagina die u in deze indeling gebruikt. . b c Uw document laden. d Druk op Dubbelzijdig en a of b om Geavanceerd te selecteren. Voer met het bedieningspaneel het aantal kopieën in (max. 99).
Kopiëren h i Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. Herhaal g en h voor elke pagina die u in deze indeling gebruikt. Contrast instellen Druk op 2 in g om te stoppen, wanneer alle pagina’s zijn gescand. Pas het contrast aan om een beeld er scherper en levendiger te laten uitzien. Kopieën sorteren bij gebruik van de ADF U kunt meerdere kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz. a Controleer of u zich in kopieermodus bevindt .
Hoofdstuk 12 Lade selecteren 12 U kunt desgewenst voor alleen de volgende kopie een andere papierlade kiezen. a Controleer of u zich in kopieermodus bevindt . b c Uw document laden. d Druk op Lade Selecteren. Voer met het bedieningspaneel het aantal kopieën in (max. 99). Contrast:-nnonn+ Kwal. :Tekst Vergr/kl:100% Bak :MP>T1 c Selecteer dc& OK e Druk op d of c om de lade te selecteren. Druk op OK. f Druk op Start.
Paragraaf IV Software Software- en netwerkfuncties IV 82
13 Software- en netwerkfuncties De gebruikershandleiding op de CD-ROM bevat de software- en netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld printen en scannen). Afdrukken (Voor Windows®, zie hoofdstuk 1 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.) (Voor Macintosh®, zie hoofdstuk 7 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.) Scannen (Voor Windows®, zie hoofdstuk 2 in de softwarehandleiding op de CD-ROM.
Paragraaf V Appendices Veiligheid en wetgeving Opties Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst V 84 92 95 129 149 162
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen A A Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10°C en 32,5°C blijft. Zorg dat de kabels die naar de machine leiden geen gevaar voor struikelen opleveren. Plaats de machine niet op het tapijt.
Veiligheid en wetgeving Belangrijke informatie A Veiligheidsmaatregelen A Lees deze voorschriften voordat u probeert enig onderhoud te verrichten, en bewaar ze zodat u ze later kunt naslaan. Volg bij het gebruiken van uw telefoonapparatuur belangrijke veiligheidsvoorschriften (bijvoorbeeld de volgende) altijd op, teneinde het risico van brand, stroomstoot of lichamelijk letsel te verminderen. Gebruik dit product niet in de buurt van water of in een vochtige omgeving.
WAARSCHUWING Voordat u de binnenkant van de machine reinigt, dient u eerst de telefoonlijn te ontkoppelen en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact te verwijderen. Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen. Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het frontdeksel of het achterpaneel van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken.
Veiligheid en wetgeving Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw vingers NIET in het in de afbeeldingen aangegeven gedeelte steekt. GEEN stofzuiger gebruiken voor het schoonmaken van gemorste toner. Het tonerstof zou kunnen ontbranden in de stofzuiger en eventueel een brand veroorzaken. Maak het tonerpoeder voorzichtig schoon met een droge, pluisvrije doek en gooi het weg conform de plaatselijke reglementeringen. Gebruik de meegeleverde handgrepen , als u uw machine verplaatst.
IEC 60825-1 Specificatie A Dit apparaat is een klasse I laserproduct, zoals bepaald in IEC 60825-1. Het onderstaande etiket is bijgevoegd in de landen waar dit noodzakelijk is. Deze machine heeft een klasse 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling in de scannerunit straalt. De scannerunit mag in geen geval worden geopend. CLASS 1 LASER PRODUCT APPAREIL À LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT Laserdiode A Golflengte: 770 - 810 nm Output: max.
Veiligheid en wetgeving Naleving van de International ENERGY STAR® normen A Het doel van het International ENERGY STAR® programma is het bevorderen van de ontwikkeling en verspreiding van energie-efficiënte kantoorapparatuur. Als partner van ENERGY STAR®, verklaart Brother Industries, Ltd. dat dit product voldoet aan de richtlijnen van E NERGY STAR® inzake energiebesparing. EU-richtlijn 2002/96/EC en EN50419 Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recycle symbool.
9 Gebruik alleen het netsnoer dat is geleverd bij de machine. 10 Plaats nooit iets op het netsnoer. Zet het apparaat niet op een plaats waar mensen over het snoer kunnen lopen. 11 Zorg dat de opening voor ontvangen faxen van de machine niet wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten. 12 Wacht totdat de machine de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken.
Veiligheid en wetgeving Handelsmerken A Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. Windows en Microsoft zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de V.S. en andere landen. Macintosh en TrueType zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc.
B Opties B Opties B Deze machine heeft de volgende optionele accessoires. U kunt de mogelijkheden van de machine uitbreiden met deze accessoires.
Opties Optionele papierlade (LT-5300) Er kan een optionele papierlade worden geïnstalleerd, met een capaciteit van max. 250 vellen van 80 g/m2 (20 lb)-papier. Als er een optionele lade is geïnstalleerd, heeft de machine een capaciteit van max. 550 vellen normaal papier. Als u een optionele onderlade wilt kopen, bel dan uw Brother-dealer. Geheugenkaart B B Deze machine heeft 32 MB standaardgeheugen en een slot voor optionele geheugenuitbreiding. U kunt het geheugen uitbreiden tot max.
d Opmerking • Het kan zijn dat bepaalde DIMMs niet functioneren op de machine. VOORZICHTIG • Bel voor meer informatie de dealer waar u de machine gekocht hebt of de klantenservice van Brother. Extra geheugen installeren a Zet de machine uit. Haal het telefoonsnoer uit het wandcontact. b Koppel de interfacekabel los van de machine, en haal vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact. c Verwijder de DIMM-afdekking en de afdekking van de interface-ingang.
C Problemen oplossen en routineonderhoud C Problemen oplossen C Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.
Telefoonlijn of -verbindingen Problemen Suggesties Kiezen functioneert niet. Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Verander de instelling Toon/Puls. (Zie Toon of Puls (voor Neder Land) op pagina 59.) (voor Nederland) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine aanstaat. Als er een extern toestel is aangesloten op de machine, stuur dan handmatig een fax door de hoorn van het extern toestel op te nemen en het nummer te kiezen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Inkomende telefoontjes behandelen (Vervolg) Problemen Suggesties Een faxoproep naar de machine overzetten. Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de faxontvangstcode intoetsen (standaardinstelling is (l 51). Hang op zodra uw machine opneemt. Speciale functies op een enkele lijn.
Afdrukproblemen Problemen Geen print. Suggesties Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine aanstaat. Controleer of de tonercartridge en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd. (Zie De drumeenheid vervangen (DR-3100) op pagina 124.) Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.) Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Problemen oplossen en routineonderhoud Softwareproblemen Problemen Suggesties Onmogelijk software te installeren of te printen. Het programma Repair MFL-Pro Suite op de CD-ROM uitvoeren. Dit programma repareert en herinstalleert de software. Kan ‘2 op 1’ of ‘4 op 1’-afdrukken niet uitvoeren. Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn. De machine print niet vanuit Adobe Illustrator. Probeer de printresolutie te verlagen.
Problemen met kopieerkwaliteit Problemen Suggesties De afgedrukte pagina’s zijn gekruld. Dun of dik papier van lage kwaliteit, kan dit probleem veroorzaken. Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.) De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig. U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd.
Problemen oplossen en routineonderhoud De afdrukkwaliteit verbeteren Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH CDEF abcdefghijk defg ABCD abcde 01234 Flauw C Advies Controleer de omgeving van de machine. Factoren, zoals vochtigheid, hoge temperaturen enz. kunnen deze storing veroorzaken. (Zie Een geschikte plaats kiezen op pagina 84.) Wanneer de hele pagina te licht is, kan de functie tonerbespaarstand aan zijn.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Tonervlekken Advies Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.) Reinig de primaire corona en de drumeenheid. (Zie De corona reinigen op pagina 120 en De drumeenheid reinigen op pagina 120.) Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, een nieuwe drumeenheid plaatsen. (Zie De drumeenheid vervangen (DR-3100) op pagina 124.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Zwarte tonerresten op de pagina Advies Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere media op pagina 12.) Wanneer u etiketten voor laserprinters gebruikt, kan de lijm van de vellen soms op de OPC-drum blijven kleven. Reinig de drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 120.) Gebruik geen papier met klemmen of nietjes.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Verticale zwarte lijnen op het blad De afgedrukte pagina’s hebben verticale tonervlekken/strepen. Advies Reinig de primaire corona van de drumeenheid. (Zie De corona reinigen op pagina 120.) Controleer of het blauwe lipje van de primaire corona zich in de oorspronkelijke stand bevindt (a). De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drumeenheid. (Zie De drumeenheid vervangen (DR-3100) op pagina 124.
Problemen oplossen en routineonderhoud Kiestoonherkenning instellen Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd, alvorens te beginnen met het kiezen van het nummer. Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Detectie kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers.
Foutmeldingen C Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval is, kunnen er fouten optreden. In dergelijke gevallen kan uw machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. Foutmelding Oorzaak Wat te doen Afgebroken De andere persoon of de faxmachine van de andere persoon heeft het gesprek beëindigd. Probeer opnieuw te verzenden of te ontvangen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Drum bijna op De drum is aan het einde van zijn gebruiksduur. Gebruik de drumeenheid tot u afdrukproblemen krijgt; vervang deze vervolgens door een nieuw exemplaar. Zie De drumeenheid vervangen (DR-3100) op pagina 124. De drumteller is niet gereset. 1. Open het frontdeksel en druk op Wis/terug. 2. Druk op 1 om te resetten. Duplex gedeactiv De duplex-lade is niet correct geïnstalleerd.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Fax bezig met verzenden of kopiëren Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Start om de gescande pagina’s te verzenden of te kopiëren. Druk op Stop/Eindigen en wacht tot de andere processen zijn afgewerkt en probeer opnieuw. Wis de gegevens in het geheugen. (Zie De melding geheugen vol op pagina 38 of pagina 80.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak PapierVastDuplex Het papier is vastgelopen in de duplex-lade. Wat te doen (Zie Vastgelopen papier op pagina 112.) PF-kit1 vervang Het is tijd om de kit voor papiertoevoer voor lade 1 te vervangen. Bel de klantenservice van Brother om de PF Kit 1 te vervangen. PF-kitMP vervang Het is tijd om de kit voor papiertoevoer voor de MP-lade te vervangen. Bel de klantenservice van Brother om de PF Kit MP te vervangen.
Controleren of er in het geheugen van de machine faxen staan Als op het LCD-scherm een foutmelding wordt weergegeven, dan kunt u controleren of er zich geen faxberichten in het geheugen van de machine bevinden. a b Faxen naar een andere faxmachine verzenden C Als u uw Stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de faxoverbrengingsstand niet gebruiken. a Voer het faxnummer in van het apparaat waarnaar de faxen moeten worden verzonden. b Druk op Start. Druk op Menu, 9, 0, 1.
Problemen oplossen en routineonderhoud Vastgelopen papier C c Trek het vastgelopen document er naar rechts uit. d e Sluit het documentdeksel. Volg onderstaande stappen, als het papier is vastgelopen. Het document is bovenin de ADF vastgelopen C Het document kan vastlopen als het niet correct is geplaatst of ingevoerd, of als het te lang is. Volg onderstaande stappen om vastgelopen papier te verwijderen. a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Open het ADF-deksel.
Het document is vastgelopen in de duplex-sleuf (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b Trek het vastgelopen document er naar rechts uit. c Druk op Stop/Eindigen. Vastgelopen papier C Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u onderstaande stappen. HEET Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet.
Problemen oplossen en routineonderhoud c Druk op de deksel ontgrendeling om de voorkant te openen. VOORZICHTIG Om te vermijden dat de machine wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aanraken. d Verwijder langzaam het geheel van drumeenheid en tonercartridge.
Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine. a Druk op de deksel ontgrendeling om de voorkant te openen. b Verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge. c 114 d C Trek de lipjes aan de linker- en rechterkant naar u toe om het fuserdeksel (1) te openen. 1 e Trek het vastgelopen papier voorzichtig, met beide handen, uit de fuser unit. f Sluit het achterpaneel. Open het achterpaneel.
Problemen oplossen en routineonderhoud g Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. c h Sluit het frontdeksel. Het papier is vastgelopen in het geheel van drumeenheid en tonercartridge. Papier is vastgelopen in de duplexlade (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) a b Installeer de duplex-lade opnieuw in de machine. C a Druk op de deksel ontgrendeling om de voorkant te openen. b Verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge.
c Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe lipje een paar keer van links naar rechts en van rechts naar links te schuiven. Verwijder eventueel vastgelopen papier in de drumeenheid. Routineonderhoud VOORZICHTIG De drumeenheid bevat toner, dus u moet deze voorzichtig hanteren. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
Problemen oplossen en routineonderhoud Maak de buitenkant van de machine als volgt schoon: a d Reinig de binnenkant van de papierlade met een zachte doek om stof te verwijderen. e Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine. C Trek de papierlade volledig uit de machine. b Reinig de buitenkant van de machine met een zachte doek om stof te verwijderen. c Verwijder alles wat in de papierlade is vastgelopen.
De glasplaat reinigen a b C Het scannervenster reinigen Zet de machine uit. VOORZICHTIG Til het documentdeksel op (1). Reinig de glasplaat en het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) onder het documentdeksel met schoonmaakalcohol en een zachte, pluisvrije doek. 1 Gebruik GEEN isopropylalcohol om het scannervenster te reinigen. Raak het scannervenster NIET aan met uw vingers. a Zet de machine uit. Haal eerst het telefoonsnoer en vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Problemen oplossen en routineonderhoud HEET c Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het frontdeksel van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken. Reinig het scannervenster (1) voorzichtig met een droge, zachte, pluisvrije doek. Gebruik nooit isopropylalcohol.
De corona reinigen C Wij raden u aan het geheel van drumeenheid en tonercartridge op een stuk papier of een doek te plaatsen, voor het geval u per ongeluk toner morst. a b Open het frontdeksel en verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge. d Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. e Sluit het frontdeksel.
Problemen oplossen en routineonderhoud d Wanneer u de substantie op het drumoppervlak hebt gevonden die overeenkomt met het afdrukvoorbeeld, het oppervlak van de OPC-drum voorzichtig afvegen met een wattestaafje dat lichtelijk met isopropylalcohol is bevochtigd. Opmerking Wij adviseren u een nieuwe tonercartridge klaar te houden wanneer u de waarschuwing Vervang toner ziet. Gooi de gebruikte tonercartridge weg conform de plaatselijk geldende reglementeringen - niet samen met het huishoudelijke afval.
a Open het frontdeksel en verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge. VOORZICHTIG Om te vermijden dat de machine wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aanraken. b 122 Druk de vergrendeling naar beneden en haal de tonercartridge uit de drumeenheid. WAARSCHUWING Gooi de tonercartridge NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Problemen oplossen en routineonderhoud VOORZICHTIG Zet de drumeenheid op een doek of een groot vel papier opdat er geen toner wordt gemorst. Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water. Raak de onderdelen die in de illustraties grijs zijn gekleurd NIET aan. Zo voorkomt u dat de afdrukkwaliteit verslechtert. c Pak de nieuwe tonercartridge uit.
g Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe lipje een paar keer van links naar rechts en van rechts naar links te schuiven. Zorg ervoor dat u het blauwe lipje terug in de oorspronkelijke stand zet (b). h Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. i Sluit het frontdeksel. De drumeenheid vervangen (DR-3100) C De machine gebruikt een drumeenheid om afbeeldingen op papier te zetten.
Problemen oplossen en routineonderhoud HEET Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het frontdeksel of het achterpaneel van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken. a Open het frontdeksel en verwijder het geheel van drumeenheid en tonercartridge. VOORZICHTIG Om te vermijden dat de printer wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de in de afbeelding getoonde elektroden NIET aanraken.
Hoofdstuk C VOORZICHTIG Pak de drumeenheid uit, net voor u deze in de machine plaatst. Plaats de oude drumeenheid in de plastic tas. c Neem de nieuwe drumeenheid uit de verpakking. d Schuif de tonercartridge stevig in de nieuwe drumeenheid totdat hij vergrendeld wordt. Als u de cartridge correct hebt geplaatst, gaat de vergrendeling automatisch omhoog.
Problemen oplossen en routineonderhoud De machine inpakken en vervoeren C Wanneer u de machine transporteert, gebruik dan het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine. Als u de machine niet goed inpakt, kan uw garantie vervallen. De machine moet op een goede manier verzekerd worden voor het transport. a b Zet de machine uit. c Koppel alle kabels en het stroomsnoer los van de machine. d Zet de scannerhefboom omlaag om de scanner te vergrendelen. Deze hefboom zit links van de glasplaat.
Hoofdstuk C Informatie over de machine De resterende levensduur van onderdelen controleren C De serienummers controleren C a U kunt het serienummer van de machine op het LCD-scherm bekijken. a U kunt de resterende levensduur van deze onderdelen op het LCD-scherm bekijken. 73.DuurOnderdelen 1.Drumeenheid 2.Fuser 3.Laser Selecteer ab& OK Druk op Menu, 7, 1. 71.Serienummer b XXXXXXXXX b Druk op Stop/Eindigen.
D Menu en functies Programmeren op het scherm D Menutoetsen D D Uw machine is zodanig ontworpen dat zij eenvoudig te gebruiken is. Met het LCDscherm kunt u programmeren op het scherm met behulp van de menutoetsen. Wij hebben stap-voor-stap-instructies op het scherm gecreëerd om u te helpen uw machine te programmeren. Volg eenvoudigweg de aanwijzingen op die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden.
Om het menu te openen: a b Druk op Menu. Kies een optie. Druk op 1 voor het algemene instelmenu. Druk op 2 voor het faxmenu. Druk op 3 voor het kopieermenu. Druk op 0 voor de voorbereidende instellingen. U kunt sneller door ieder menuniveau bladeren door te drukken op a of b voor de gewenste richting. c Druk op OK wanneer die optie op het LCD-scherm verschijnt. Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer. d Druk op a of b om naar de volgende menuselectie te gaan. e Druk op OK.
Menu en functies Menutabel D De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Kies & OK Kies & OK keuze om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 0 Sec. Hiermee kunt u de tijd instellen om terug te keren naar de faxmodus en de tijd waarop de machine overgaat van individuele gebruiker op openbare gebruiker, bij gebruik van het beveiligde functieslot.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 3.Papierforma at 1.MP-bak A4* Hiermee kunt u het papierformaat in de MPlade instellen. 19 Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen. 19 Hiermee kunt u het formaat van het papier in de optionele papierlade #2 instellen. 19 Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. 21 Hiermee kunt u het volume van het geluidssignaal aanpassen. 21 Hiermee kunt u het volume van de luidspreker aanpassen.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 5.Aut. zomertijd — Aan* De zomertijd wordt automatisch ingesteld. 22 Verhoogt het aantal geprinte pagina’s van de tonercartridge. 22 Bespaart stroom. 23 Selecteert welke lade wordt gebruikt voor de kopieermodus. 19 Selecteert welke lade wordt gebruikt voor de faxmodus. 20 Selecteert welke lade wordt gebruikt voor PCprinten. 20 Hiermee stelt u het contrast van het LCDscherm af.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 9.Beveiliging 1.Instelslot — Zorgt ervoor dat onbevoegde gebruikers de huidige instellingen van de machine niet veranderen. 24 2.Functieslot — Kan de geselecteerde bewerking beperken tot max. 25 individuele gebruikers en alle andere onbevoegde openbare gebruikers. 25 1.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 1.Ontvangstmenu 9.Fax Rx Stempel Aan 44 (Vervolg) (uitsluitend in faxmodus) Drukt de tijd en datum van ontvangst af aan de bovenkant van de ontvangen faxen. Drukt ontvangen faxen dubbelzijdig af. 43 Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken. 35 Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen. 35 (Vervolg) 2.Verzendmenu Uit* 0.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 2.Verzendmenu 9.Internationaal Aan 37 (Vervolg) (uitsluitend in faxmodus) Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van faxen, zet deze functie dan op aan. Stelt het scangebied van de glasplaat in voor het documentformaat. 31 (Vervolg) Uit* 0.GlasFaxformaat A4/Letter* Legal/Folio 3.Kiesgeheugen 4.Kies rapport Pagina 1.Directkies — Hiermee kunt u max.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 5.Afstandsopties 2.Afst.bediening ---l 63 (Vervolg) (Vervolg) Voor het instellen van uw eigen code voor de afstandsbediening. 3.Print document — Hiermee worden inkomende faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, geprint. 45 6.Rest. jobs — — U kunt controleren welke taken er in het geheugen zitten en gekozen taken annuleren. 38 0. Diversen 1.Compatibel Hoog* Synchronisatie voor verzendproblemen aanpassen.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 5.Print lijsten 1.Verzendrapport 1.Bekijk op LCD 2.Print rapport — U kunt het verzendrapport van uw laatste 200 faxen bekijken en het laatste rapport afdrukken. 67 2.Help — — Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de machine kunt programmeren. 67 3.LijstTel-Index 1.Numeriek 2.Alfabetisch — Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 6.LAN 1.TCP/IP 1.BOOT Method Automatisch* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. (MFC-8460N en MFC-8860DN) Statisch Rarp Pagina BOOTP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het subnetmasker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het adres van de gateway in. 5.
3.IFAX instellen Menuselecties 1.Setup Internet Opties 2.SMTP Server [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het adres van de SMTP-server in. 3.POP3 Server [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het adres van de POP3-server in. 4.Mailbox Naam Voer de naam van de mailbox in. 5.Mailbox Wachtw Voer het wachtwoord in voor het aanmelden op de POP3-server. 1.Auto Polling Aan* 6.LAN (vorvolg) Uit Controleert automatisch de POP3-server op nieuwe berichten. 2.
Menu en functies Hoofd Submenu menu 4.Scan n. e-mail (MFC-8860DN) Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Kleur PDF* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens te verzenden. JPEG 2.Z/W PDF* Pagina TIFF 3.Scan naar FTP PDF* 2.Z/W PDF* JPEG 5.Scan naar FTP TIFF (MFC-8860DN) Aan 6.Fax naarServer Uit* (MFC-8860DN) 7.Time Zone VTC+XX:XX Stelt de tijdzone voor uw land in. 1.Ja Alle netwerkinstellingen weer op de fabrieksinstellingen instellen. (MFC-8860DN) 0.Factory Reset 1.
Hoofd Submenu menu Menuselecties 1.BEDRAAD 1.TCP/IP (Vervolg) (Vervolg) 7.WINS Server Opties Omschrijvingen (Primary) Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire WINSserver. 000.000.000.000 (Secondary) Pagina 000.000.000.000 8.DNS Server (Primary) 000.000.000.000 Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server. (Secondary) 000.000.000.000 Aan* Uit 0.IPv6 Aan Uit* 6.LAN (MFC-8870DW) (Vorvolg) 2.
Menu en functies Hoofd Submenu menu Menuselecties 2.WLAN 1.TCP/IP (Vervolg) (Vervolg) Opties Omschrijvingen 5.Knooppunt naam BRN_XXXXXX Voer de naam van het knooppunt in. 6.WINS Config Autom.* Selecteert de WINSconfiguratiemodus. Statisch 7.WINS Server (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) Pagina Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire WINSserver. 000.000.000.000 8.DNS Server (Primary) 000.000.000.000 Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server.
2.WLAN (Vervolg) Menuselecties 4.Standaard inst 1.Reset Opties Omschrijvingen 1.Ja 2.Nee De instelling voor draadloos netwerk weer op standaardinstelling herstellen. Aan De draadloze LAN handmatig activeren of deactiveren. 2.Stop wijziging 5.WLAN Activeren 6.LAN (MFC-8870DW) (Vorvolg) 3.IFAX instellen 1.Setup Internet 2.Setup Mail RX Uit* Voer het mailadres in. 1.Mail Address 2.SMTP Server [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het adres van de SMTP-server in. 3.
Menu en functies 3.IFAX instellen Menuselecties 4.Setup Relay 1.Rly Broadcast Opties Omschrijvingen Aan Zendt een document door naar een ander faxtoestel. Uit* (Vervolg) 2.Relay Domain RelayXX: Registreert de domeinnaam. 3.Relay Report Aan Drukt het verzendrapport af. Uit* 6.LAN (MFC-8870DW) (Vorvolg) 4.Scan n. e-mail 1.Kleur PDF* JPEG 2.Z/W PDF* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens te verzenden. TIFF 5.Scan naar FTP 1.Kleur PDF* 2.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 7.Machineinfo 1.Serienummer — — Voor het controleren van het serienummer van uw machine. 128 2.Paginateller — Totaal* Voor het controleren van het totaal aantal pagina’s dat de machine tijdens haar gebruiksduur heeft afgedrukt. 128 — Controleert hoe lang een machine-onderdeel nog meegaat (in %). 128 Alleen Fax* Selecteert de ontvangststand die het beste in uw behoeften voorziet. 39 Kopie Print Lijst/Fax 3.DuurOnderdelen 1.
Menu en functies Tekst invoeren D Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de Stations-ID, moet tekst in teksttekens worden ingevoerd. Boven de cijfertoetsen staan letters. De toetsen: 0, # en l hebben geen letters erboven, omdat deze toetsen voor speciale tekens gebruikt worden.
Letters herhalen Om een teken in te voeren dat op dezelfde toets als het vorige teken staat, drukt u op c om de cursor naar rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets. Speciale tekens en symbolen Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op d of c om de cursor onder het gewenste symbool of teken te zetten. Druk op OK om het te selecteren. 1 Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l + , - .
E Specificaties Algemeen E E Geheugencapaciteit 32 MB ADF (automatische documentinvoer) Max.
Afdrukmedia Papierinvoer E Papierlade Papiersoort: normaal papier, bankpostpapier, gerecycleerd papier of transparanten Papierformaat: A4, Letter, Executive, A5, A6, B5 en B6 Papiergewicht: 60 tot 105 g/m2 (7,2 tot 12,6 kg) Maximale capaciteit papierlade: max. 250 vel 80 g/m2 (9 kg) normaal papier of max.
Specificaties Fax E Compatibiliteit ITU-T groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG Duplex faxen (ontvangen) Ja (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) Modemsnelheid Automatic Fallback: 33.600 bps Enkelzijdige documentgrootte Breedte ADF: 148,0 tot 215,9 mm (5,8 tot 8,5 in.) Hoogte ADF: 148,0 tot 355,6 mm (5,8 tot 14 in.) Breedte glasplaat: max. 215,9 mm (8,5 in.) Hoogte glasplaat: max. 355,6 mm (14 in.
Kopiëren E Kleur/monochroom Monochroom Duplex kopiëren Ja (alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) Enkelzijdige documentgrootte Breedte ADF: 148,0 tot 215,9 mm (5,8 tot 8,5 in.) Hoogte ADF: 148,0 tot 355,6 mm (5,8 tot 14 in.) Breedte glasplaat: max. 215,9 mm (8,5 in.) Hoogte glasplaat: max. 355,6 mm (14 in.) 1 Dubbelzijdige documentgrootte (Alleen MFC-8860DN en MFC-8870DW) Breedte ADF: 148,0 tot 215,9 mm (5,8 tot 8,5 in.
Specificaties Scannen E Kleur/monochroom Ja Duplex scannen Ja (alleen voor MFC-8860DN en MFC-8870DW) TWAIN-compatibel Ja (Windows ® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP/Windows NT® Workstation Version 4.0) Mac OS ® 9.1 - 9.2/Mac OS ® X 10.2.4 of recenter WIA-compatibel Ja (Windows ® XP) Kleurintensiteit 24 bits-kleur Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 1 Max. 600 × 2.400 dpi (optisch) 2 Enkelzijdige documentgrootte Breedte ADF: 148,0 tot 215,9 mm (5,8 tot 8,5 in.
Afdrukken Emulatie E PCL6 BR-Script (PostScript) niveau 3 IBM® ProPrinter XL Epson® FX-850™ Printerdriver Brother GDI (Graphic Device Interface) ondersteuning printerdriver voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP/Windows NT® Workstation Version 4.0 Brother Laser Driver voor Mac OS ® 9.1 - 9.2/Mac OS ® X 10.2.4 of recenter Resolutie 1.200 dpi 1, HQ1200 (2.400 × 600 dpi), 600 dpi, 300 dpi Afdruksnelheid Max. 28 pagina’s/minuut (A4-formaat) 2 Duplex printen Max.
Specificaties Interfaces 1 E Parallel Een bidirectionele afgeschermde parallelle kabel die voldoet aan IEEE 1284 en niet langer is dan 2,0 m . USB Een USB 2.0-interfacekabel die niet langer is dan 2,0 m . 1 LAN-kabel Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloze LAN (Alleen MFC-8870DW) Uw machine ondersteunt IEEE 802.11b/g-draadloze communicatie met uw draadloze LAN met behulp van de infrastructuurmodus of een draadloze peer-to-peer verbinding in Ad-hoc-modus.
Vereisten voor de computer E Minimum systeemvereisten en ondersteunde PC-softwarefuncties Aanbevolen Beschikbare ruimte Computerplatform & Ondersteunde PCMinimumsnelheid Minimum versie PCinterface processor hoeveelheid hoeveelheid op de harde schijf RAM hoofdbesturingssysteem softwarefuncties RAM voor voor drivers programma’s 98, 98SE Windows®hoofdbesturings systeem Me Afdrukken, Parallel, Intel® 32 MB USB, ® Pentium II Ethernet of Parallel, gelijkwaardig USB, Ethernet 128 MB NT® Workstation 4.
Specificaties Verbruiksartikelen Levensduur tonercartridge E TN-3130: standaard tonercartridge: Ca. 3.500 pagina’s 1 TN-3170: high-yield tonercartridge: Ca. 7.000 pagina’s 1 Levensduur drum 1 DR-3100: Ca. 25.
Ethernet bedraad netwerk (alleen MFC-8460N en MFC-8860DN) Model NC-6400h LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup. 1 Ondersteuning van Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/Windows NT® Workstation Version 4.0 Mac OS® 9.1 - 9.2/Mac OS® X 10.2.
Specificaties Ethernet draadloos netwerk (alleen MFC-8870DW) E Model NC-7200w LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup. 1 Ondersteuning van Windows® 98/98SE/Me/2000/XP/Windows NT® Workstation Version 4.0 Mac OS ® 9.1 - 9.2/Mac OS ® X 10.2.
Authenticatie en encryptie alleen voor draadloze gebruikers Authenticatiemethode E E De Brother-machine ondersteunt de volgende methode: Open systeem Draadloze apparaten hebben toegang tot het netwerk zonder enige authenticatie. Gemeenschappelijke sleutel Een geheime, vooraf bepaalde sleutel wordt gedeeld door alle apparaten die toegang hebben tot het draadloze netwerk. De Brother-machine gebruikt de WEP-sleutels als vooraf bepaalde sleutel.
Specificaties Netwerksleutel E Er zijn bepaalde regels voor iedere beveiligingsmethode: Open systeem/gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bitswaarde, die moet worden ingevoerd in een ASCII- of hexadecimaal formaat. • 64 (40) bit ASCII: gebruikt 5 karakters. bv.“WSLAN” (met onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters). • 64 (40) bit hexadecimaal: gebruikt 10 tekens van hexadecimale gegevens. bv.“71f2234aba” • 128 (104) bit ASCII: gebruikt 13 karakters. bv.
F Verklarende woordenlijst ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Afstandsbediening De mogelijkheid om via een toetstelefoon toegang krijgen tot uw machine. ANTW.APP. (antwoordapparaat) U kunt een extern ANTW.APP. op uw machine aansluiten. Autom. verkleinen Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Verklarende woordenlijst Extern toestel Een ANTW.APP. (antwoordapparaat) of telefoon die op uw machine is aangesloten. F/T-beltijd Het aantal keren dat de Brother-machine overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoongesprek moet beantwoorden (wanneer de ontvangstmodus op Fax/Tel staat). Fax doorzenden Met deze functie wordt een ontvangen fax, die in het geheugen is opgeslagen, doorgestuurd naar een ander vooraf geprogrammeerd nummer. Fax opslaan U kunt faxen in het geheugen opslaan.
Internationale modus In deze stand worden de faxtonen tijdelijk gewijzigd om ruis en statische elektriciteit op internationale telefoonlijnen te onderdrukken. Journaalperiode De vooraf geprogrammeerde regelmaat waarmee de faxjournalen automatisch worden geprint. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip printen, zonder deze instelling op te heffen. LCD-scherm (liquid crystal display) Dit is het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren op het scherm meldingen verschijnen.
Verklarende woordenlijst Tijdelijke instellingen Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u bepaalde opties selecteren zonder de standaardinstellingen te wijzigen. Toegangscode op afstand Uw eigen viercijferige code (– – –l) waarmee u uw machine kunt bellen en vanaf een ander toestel toegang tot uw machine kunt krijgen. Zoeken Een elektronische lijst van ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepsnummers. De nummers staan in alfabetische volgorde in de lijst.
G Index A D Aansluiten extern toestel ........................................49 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......48 ADF (automatische documentinvoer) ............................... 11, 30 ADF-deksel ............................................111 Afdrukken drivers .................................................154 fax uit geheugen ...................................45 kwaliteit ...............................................101 problemen .............................................
Index faxmodus instellen .............................36 Groepsverzenden ..............................32 handmatig ..........................................38 internationaal .....................................37 resolutie .............................................35 uitgestelde fax ....................................37 uitgestelde groepsverzending ............37 vanuit geheugen (tweevoudige werking) .......................36 verzend pollen ...................................70 via de glasplaat ....
M Modus, instellen Fax ................................................. 30, 36 Kopiëren ................................................72 Scannen ..................................................7 O Onderhoud, routine ................................116 de resterende levensduur van onderdelen controleren .......................128 Opslag in geheugen ...............................129 Overzicht bedieningspaneel .......................2 P Pager uw pagernummer programmeren .........60 Papier .............
Index U Uitgestelde ...............................................37 Uitgestelde groepsverzending .................37 Uw machine programmeren ...................129 V Vastgelopen papier/document document ............................................111 papier ..................................................111 Veiligheidsinstructies ...............................89 Verkleinen binnenkomende faxen ..........................43 kopieën .................................................
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze machine is enkel goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen landen zijn aangekocht.