Netwerkhandleiding Ingebouwde multiprotocol ethernetafdrukserver multifunctioneel en draadloze ethernetafdrukserver multifunctioneel Deze Netwerkhandleiding biedt u nuttige informatie over bedrade en draadloze netwerkinstellingen,beveiligingsinstellingen en internetfaxinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Geldige modellen Deze gebruikershandleiding is van toepassing voor de volgende modellen. Modellen met LCD-scherm met 5 lijnen: DCP-8110DN/8150DN/8155DN/MFC-8510DN/8520DN/8710DW/8910DW Touchscreen modellen: DCP-8250DN/MFC-8950DW(T) Definities van opmerkingen Overal in deze gebruikershandleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt: Belangrijk geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Gebruik in een netwerk Inleiding 2 Netwerkfuncties .........................................................................................................................................2 Andere netwerkfuncties .......................................................................................................................
Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken)..............................................................................54 MAC-adres ........................................................................................................................................55 Instellen op standaard (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) ..........................55 Bedraad activeren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) ................................
6 LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) 111 Overzicht................................................................................................................................................111 De LDAP-configuratie met een browser wijzigen ............................................................................111 LDAP-bediening via het bedieningspaneel.................................................
Paragraaf II 10 Verklarende woordenlijst Netwerk Typen netwerkverbindingen en protocollen 155 Typen netwerkverbinding.......................................................................................................................155 Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting .............................................................................155 Protocollen...................................................................................................................................
Paragraaf III Bijlagen A Appendix A 176 Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................................................176 B Bijlage B 177 Services gebruiken ................................................................................................................................177 Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) ..........................................................................
Paragraaf I Gebruik in een netwerk Inleiding De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Instellen via het bedieningspaneel 2 6 11 51 93 Beheer via een webbrowser LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) 111 Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en 114 MFC-8710DW: beschikbaar al
1 Inleiding 1 1 Netwerkfuncties 1 U kunt uw Brother-machine met behulp van de interne netwerkafdrukserver delen via een bedraad ethernetnetwerk van 10/100 MB of 1 GB (voor DCP-8250DN en MFC-8950DW(T)), of via een draadloos (voor draadloze modellen) IEEE 802.11b/g/n-ethernetnetwerk. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP ondersteunt.
Inleiding Besturingssystemen Windows® XP Windows Vista® Windows Server® 2003/2008 Mac OS X 10.5.8 10.7.x r r 1 Windows® 7 Afdrukken Scannen uu Softwarehandleiding PC-Fax verzenden 1 r r r r r uu Softwarehandleiding PC-Fax ontvangen 1 r uu Softwarehandleiding BRAdmin Light 2 r r r r r r r Raadpleeg pagina 6. BRAdmin Professional 3 3 Raadpleeg pagina 9. Beheer via een webbrowser Raadpleeg pagina 93.
Inleiding Besturingssystemen Windows® XP Windows Vista® Windows Server® 2003/2008 Mac OS X 10.5.8 10.7.x 1 ® Windows 7 Verticaal koppelen Raadpleeg pagina 171. r4 1 Niet beschikbaar voor DCP-modellen. 2 U kunt BRAdmin Light voor Macintosh downloaden op http://solutions.brother.com/. 3 U kunt BRAdmin Professional 3 downloaden op http://solutions.brother.com/. 4 Alleen Windows® 7.
Inleiding Fax naar Server (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) 1 1 Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. (Zie Fax naar Server (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) uu pagina 59.
2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen 2 Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen (IP-adres, subnetmasker en gateway) 2 U kunt de netwerkinstellingen van de machine wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer via een webbrowser en BRAdmin Professional 3. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie. Het bedieningspaneel gebruiken 2 U kunt uw machine voor een netwerk configureren met het menu van het bedieningspaneel Netwerk.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light 2 Opmerking • U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/. • Voor meer geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van BRAdmin Professional 3 die u kunt downloaden op http://solutions.brother.com/. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows ®.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat. Windows® Macintosh 2 Opmerking • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen (u gebruikt geen DHCP/BOOTP/RARPserver) wordt het apparaat in het venster van BRAdmin Light weergegeven als Niet geconfigureerd. • U kunt de naam van het knooppunt en het MAC-adres (ethernetadres) vinden door de netwerkconfiguratierapport (Zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 64) af te drukken.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen Andere beheerprogramma's 2 Naast BRAdmin Light beschikt uw Brother-machine over de volgende beheerprogramma's. U kunt uw netwerkinstellingen wijzigen met behulp van deze programma's. 2 Beheer via een webbrowser 2 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen BRPrint Auditor (Windows®) 2 Met de software BRPrint Auditor kunt u hetzelfde comfort van de Brother-programma's voor netwerkbeheer gebruiken voor het opvolgen van lokaal verbonden machines. Deze utility maakt het een clientcomputer mogelijk om gebruiks- en statusinformatie van een Brother-machine te verkrijgen via de parallelle of USBinterface.
3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) 3 Overzicht 3 Om uw machine aan te sluiten op een draadloos netwerk, raden wij u een van de installatiemethoden uit het Installatiehandleiding aan. De gemakkelijkste installatiemethode is de draadloze installatiemethode die gebruik maakt van de installatiecd-rom en een USB-kabel.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3 Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (infrastructuurmodus) 3 1 3 4 2 3 1 WLAN-toegangspunt/-router 1 1 Als uw computer Intel® MWT (My WiFi Technology) ondersteunt, kunt u uw computer gebruiken als een door WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteund toegangspunt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt zonder een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (ad-hocmodus) 3 Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients communiceren rechtstreeks met elkaar.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen) 3 Wij raden u aan voor deze methode een computer te gebruiken die draadloos verbonden is met uw netwerk. U kunt de machine op afstand configureren vanaf een computer op het netwerk door gebruik te maken van een USB-kabel (A) 1.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Voor configuratie van een persoonlijk draadloos netwerk 3 Als u uw machine configureert voor een kleiner draadloos netwerk, zoals een thuisnetwerk, noteert u uw SSID en de netwerksleutel.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Communicatiemodus Authenticatiemethode Versleutelingsmodus Infrastructuur LEAP CKIP EAP-FAST/NONE AES Gebruikers-ID Wachtwoord TKIP EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES TKIP EAP-FAST/GTC 3 AES TKIP PEAP/MS-CHAPv2 AES TKIP PEAP/GTC AES TKIP EAP-TTLS/CHAP AES TKIP EAP-TTLS/MS-CHAP AES TKIP EAP-TTLS/MS-CHAPv2 AES TKIP EAP-TTLS/PAP AES TKIP EAP-TLS AES — TKIP — Bijvoorbeeld: 3 Netwerknaam: (SSI
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Opmerking • Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA (Certificate Authority) installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) (Macintosh) 3 1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Klik op Start Here OSX. Selecteer uw machine en klik op Volgende. 2 Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende. c d Kies Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik vervolgens op Volgende. 3 Volg de instructies op het scherm om de draadloze instellingen te configureren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel 3 U kunt het bedieningspaneel van de machine gebruiken om de instellingen voor het draadloze netwerk te configureren. Via de functie Inst. Wizard van het bedieningspaneel kunt u de machine van Brother eenvoudig aansluiten op uw draadloos netwerk.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Handmatige configuratie via het bedieningspaneel 3 Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Opmerking Zie Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven uu pagina 23 als de SSID niet wordt doorgegeven. h Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.) Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op OK en drukt u vervolgens op 1 voor Ja om uw instellingen door te voeren. Ga naar stap i.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) c d e f g Druk op Netwerk. Druk op WLAN. Druk op Inst. Wizard. Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Stop/Eindigen om te annuleren. 3 De machine zoekt naar beschikbare SSID's. Als er een lijst met SSID's wordt weergegeven, gebruikt u a of b om de SSID te selecteren die u hebt genoteerd in stap a.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven 3 Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) b c Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren. Druk op OK. f Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op a of b om Aan te selecteren, en drukt u vervolgens op OK om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) n Voer de WPA-sleutel in die u hebt opgeschreven in stap a en druk op OK. Ga naar stap o. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.) o Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap p. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap g.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor Touchscreen modellen a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) h Voer de SSID-naam in. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.) Druk op OK. i j Druk op Infrastructuur wanneer hierom wordt gevraagd. Selecteer en druk op de verificatiemethode. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Open systeem hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u Gedeelde sleutel hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren 3 Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Opmerking • Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) k Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u LEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap q. Als u EAP-FAST hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u PEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u EAP-TTLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u EAP-TLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap m.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) q Voer het gebruikers-ID in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.) Voer een van de volgende handelingen uit: Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap s. Ga naar stap r voor overige verificatiemethodes. r s Voer het wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap s.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor Touchscreen modellen a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Opmerking • Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) k Kies de verificatiemethode met d of c. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u LEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap q. Als u EAP-FAST hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u PEAP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u EAP-TTLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u EAP-TLS hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap m.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) r s Voer het wachtwoord in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. Ga naar stap s. t u De machine probeert verbinding te maken met het draadloze netwerk dat u hebt geselecteerd. Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap t.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ 3 U kunt WPS of AOSS™ via het bedieningspaneelmenu gebruiken voor het configureren van uw draadloze netwerkinstellingen als uw WLAN-toegangspunt/-router(A) WPS (PBC 1) of AOSS™ ondersteunt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om WPS/AOSS te selecteren. Druk op OK. e Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op a of b om Aan te selecteren, en drukt u vervolgens op OK om te bevestigen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor Touchscreen modellen a b c d e 3 Druk op Menu. Druk op Netwerk. Druk op WLAN. Druk op a of b om WPS/AOSS weer te geven en druk vervolgens op WPS/AOSS. 3 Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Stop/Eindigen om te annuleren. f Wanneer Start WPS of AOSS op uw draadloze router en druk op OK.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) 3 Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren. De PIN-methode (Personal Identification Number) is een van de verbindingsmethoden die Wi-Fi Alliance® heeft ontwikkeld.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b c d e Druk op Menu. f g Het LCD toont een 8-cijferige PIN en de machine gaat zoeken naar een WLAN-toegangspunt/-router. Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om WPS m/pincode te selecteren. Druk op OK.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Windows Vista ®/Windows® 7 3 Volg deze stappen wanneer u uw computer gebruikt als registrar. Opmerking • Wanneer u een Windows Vista® of Windows® 7 computer wilt gebruiken als een registrar, moet u deze eerst registreren op het netwerk. Zie de instructies geleverd bij uw WLAN-toegangspunt/-router.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor Touchscreen modellen a b c d e f g 3 Druk op Menu. Druk op Netwerk. Druk op WLAN. Druk op a of b om WPS m/pincode weer te geven en druk vervolgens op WPS m/pincode. 3 Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Windows Vista ®/Windows® 7 3 Volg deze stappen wanneer u uw computer gebruikt als registrar: Opmerking • Wanneer u een Windows Vista® of Windows® 7 computer wilt gebruiken als een registrar, moet u deze eerst registreren op het netwerk. Zie de gebruiksaanwijzing van uw WLAN-toegangspunt/-router.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Configuratie in de ad-hocmodus (voor IEEE 802.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) d Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Inst. Wizard te selecteren. Druk op OK. f Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op a of b om Aan te selecteren, en drukt u vervolgens op OK om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Voor Touchscreen modellen a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloze netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen van de computer waarmee u verbinding maakt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) f Wanneer WLAN Activeren ? wordt weergegeven, drukt u op Aan om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Stop/Eindigen om te annuleren. g De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's. Selecteer de SSID die u hebt opgeschreven in stap a met behulp van a of b.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Een nieuwe SSID gebruiken 3 Als u een nieuwe SSID gebruikt, zullen alle andere apparaten verbinding maken via de SSID die u in de volgende stappen aan de machine toewijst. U zult op uw computer verbinding moeten maken met deze SSID als de Ad-hocmodus geactiveerd is. Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b 3 Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) k Selecteer Ja om de instellingen door te voeren. Selecteer Nee om te annuleren. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Ja hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap l. Als u Nee hebt geselecteerd, keert u terug naar stap f. l m De machine probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) i Selecteer en druk op het versleutelingstype Geen of WEP. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Geen hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k. Als u WEP hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap j. j Voer de WEP-sleutel in. Druk op OK. Ga naar stap k. (Zie uu Installatiehandleiding voor informatie over het invoeren van tekst.
4 Instellen via het bedieningspaneel 4 Netwerkmenu 4 De Netwerk-menuselecties van het bedieningspaneel laten u toe de machine van Brother in te stellen voor uw netwerkconfiguratie. (Raadpleeg uu Beknopte gebruikershandleiding voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel.) Druk op Menu of Menu, vervolgens drukt u op a of b om Netwerk te selecteren. Selecteer het menu met de instellingen die u wilt configureren.
Instellen via het bedieningspaneel IP-adres 4 In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u een Opstartmethode van Statisch hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere methode dan Statisch hebt gekozen, zal de machine proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol.
Instellen via het bedieningspaneel IP-adres van secundaire WINS-server 4 Dit veld specificeert het IP-adres van de secundaire WINS-server. Dit wordt gebruikt als een back-up voor het adres van de primaire WINS-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, kan de machine zichzelf aanmelden bij een secundaire server. Als er een waarde anders dan nul is ingesteld, neemt de machine contact op met deze server om de naam te registreren bij de Windows® Internet Name Service.
Instellen via het bedieningspaneel Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) 4 Ethernet-verbindingsmodus. Met de optie Auto kan de afdrukserver middels automatische onderhandelingen in 1000BASE-T full duplex (voor DCP-8250DN en MFC-8950DW(T)), 100BASE-TX full of half duplex, of in 10BASE-T full of half duplex werken. Opmerking • Als u deze waarde niet goed configureert, kunt u niet met de afdrukserver communiceren.
Instellen via het bedieningspaneel SSID 4 Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam weergegeven. Comm. Modus 4 Dit veld toont de huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk. MAC-adres 4 4 Het MAC-adres is een uniek getal dat wordt toegekend voor de netwerkinterface van de machine. U kunt het MAC-adres van uw machine vinden via het bedieningspaneel.
Instellen via het bedieningspaneel Server instellen 4 SMTP SMTP-server In dit veld verschijnt de knooppuntnaam of het IP-adres van een SMTP-mailserver (uitgaande emailserver) op uw netwerk. (bv. "mailhost.brothermail.net" of "192.000.000.001") SMTP-poort In dit veld staat het SMTP-poortnummer (voor uitgaande e-mail) op uw netwerk. Ver. voor SMTP 4 U kunt een beveiligingsmethode voor e-mailwaarschuwingen specificeren.
Instellen via het bedieningspaneel Mail RX-instellingen (Voor MFC-8510DN, MFC-8520DN, MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) 4 Autom. pollen Wanneer dit is ingesteld op Aan, controleert de machine automatisch de POP3-server op nieuwe berichten. 4 Frequentie pollen Om het interval in te stellen voor het controleren van de POP3-server op nieuwe berichten (de standaardinstelling is 10 minuten). 4 4 Kop Met deze optie wordt ook de inhoud van de kopregel van het ontvangen bericht afgedrukt.
Instellen via het bedieningspaneel Notificatie De notificatiefunctie stuurt het verzendende station een ontvangstbevestiging zodra de internetfax is ontvangen. Deze functie werkt alleen op internetfaxmachines die de "MDN"-specificatie ondersteunen.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) 4 Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. De server verzendt het document via een standaardtelefoonlijn in de vorm van faxgegevens naar een faxnummer.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server inschakelen 4 U kunt het voor- en het achtervoegsel voor de faxserver in de machine opslaan. Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om Fax naarServer te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Aan te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Prefix te selecteren. Druk op OK. f g h Voer het voorvoegsel in met behulp van de kiestoetsen.
Instellen via het bedieningspaneel Voor Touchscreen modellen a b c d e f g h i j k 4 Druk op Menu. Druk op Netwerk. Druk op a of b om Faxen naar server te selecteren. Druk hierop om Aan te selecteren. Druk hierop om Prefix te selecteren. 4 Voer het voorvoegsel in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Druk op OK. Druk hierop om Suffix te selecteren. Voer het achtervoegsel in met behulp van het toetsenbord op het scherm. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server gebruiken 4 Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b c 4 Plaats het document in de ADF of op de glasplaat. Voer het faxnummer in. Druk op Start. De machine verzendt het bericht over een TCP/IP-netwerk naar de faxserver. 4 Voor Touchscreen modellen a b c 4 Plaats het document in de ADF of op de glasplaat. Voer het faxnummer in. Druk op Start. De machine verzendt het bericht over een TCP/IP-netwerk naar de faxserver.
Instellen via het bedieningspaneel De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen 4 U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres). Opmerking • Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk. • U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met de BRAdmin-toepassingen of Beheer via een webbrowser.
Instellen via het bedieningspaneel Het netwerkconfiguratierapport afdrukken 4 Opmerking Naam van knooppunt: de naam van het knooppunt wordt weergegeven op het netwerkconfiguratierapport. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MAC-adres/Ethernetadres van de machine.
Instellen via het bedieningspaneel Het WLAN-rapport afdrukken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) 4 De WLAN-rapport drukt het rapport over de draadloze status van uw machine af. Als de draadloze verbinding mislukt is, controleert u de foutcode op het afgedrukte rapport en raadpleegt u uu Installatiehandleiding: Problemen oplossen. Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b 4 Druk op Menu. Druk op a of b om Print lijsten te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Functietabel en standaardinstellingen 4 DCP-8110DN, DCP-8150DN, DCP-8155DN, MFC-8510DN en MFC-8520DN 4 De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. Opmerking (voor MFC-8510DN en MFC-8520DN) • De functies LDAP, Internetfaxen, Fax naar Server en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 1.TCP/IP 8.DNS Server Primary (DCP-8110DN, (vervolg) DCP-8150DN en DCP-8155DN) Secondary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Aan* Uit (MFC-8510DN en MFC-8520DN) (vervolg) [000].[000].[000].[000]* 9.APIPA 7.Netwerk [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] 0.IPv6 Aan 4 Uit* 2.Ethernet — Auto* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 5.E-mail/IFAX 1.Mail Address — — Naam (Maximaal 60 tekens) 2.Server inst. 1.SMTP 1.SMTP Server Naam (maximaal 64 tekens) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] 2.SMTP-poort 00025* 4 [00001-65535] 3.Aut. voor SMTP Geen* SMTP-AUT POP voorSMTP 4.SMTP SSL/TLS Geen* SSL TLS 5.Cert. contr.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 5.E-mail/IFAX 2.Server inst. 2.POP3 (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) (uitsluitend MFC-8510DN en MFC-8520DN) 1.POP3 Server Naam (maximaal 64 tekens) (vervolg) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] 2.POP3-poort 00110* 7.Netwerk [00001-65535] (MFC-8510DN en MFC-8520DN) 3.Mailboxnaam (Maximaal 60 tekens) (vervolg) 5.POP3 SSL/TLS Geen* 4 4.Mailboxwachtw (Maximaal 32 tekens) SSL TLS 6.Cert.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu 5.Netwerk 6.Scannen > mail — Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) (uitsluitend MFC-8510DN en MFC-8520DN) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF 7.Netwerk Kleur autom. Ondertek. PDF (MFC-8510DN en MFC-8520DN) Grijs 100 dpi JPEG Grijs 200 dpi XPS Grijs 300 dpi (Indien u grijsoptie selecteert) Grijs autom.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu 5.Netwerk 5.Scannen > FTP — Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF 7.Netwerk 7.Scannen > FTP Kleur autom. Ondertek. PDF (MFC-8510DN en MFC-8520DN) (MFC-8510DN en MFC-8520DN) Grijs 100 dpi JPEG Grijs 200 dpi XPS Grijs 300 dpi (Indien u grijsoptie selecteert) Grijs autom.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 5.Netwerk 6.Scan > netw. — Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) (DCP-8110DN, DCP-8150DN en DCP-8155DN) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF 7.Netwerk 8.Scan > netw. Kleur autom. Ondertek.
Instellen via het bedieningspaneel MFC-8710DW en MFC-8910DW 4 De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. Opmerking (Voor MFC-8710DW) • De functies LDAP, Internetfaxen, Fax naar Server en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads. • Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de benodigde firmware downloaden van de pagina "Downloads" voor uw model bij het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/. Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 7.WINS Server Primary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 8.DNS Server Primary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 9.APIPA Aan* Uit 0.IPv6 Aan Uit* 2.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 1.TCP/IP Opties 1.Opstartmethode Auto* (vervolg) Statisch RARP BOOTP DHCP (Indien u Auto, RARP, BOOTP of DHCP selecteert, wordt u gevraagd hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen.) 2.IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 3.Subnet Mask [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 4.Gateway [000-255].[000-255].[000-255].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 7.Netwerk 2.WLAN 2.Inst. Wizard — — (vervolg) (vervolg) 3.WPS/AOSS — — 4.WPS m/pincode — — 5.Status WLAN 1.Status Actief(11n) Actief(11b) Actief(11g) 4 Bedrade LAN act. WLAN UIT AOSS actief Verbind. mislukt 2.Signaal Sterk Medium Zwak Geen 3.SSID — 4.Comm. Modus Ad-hoc Infrastructuur 6.MAC-adres — — 7.Standaard inst — 1.Herstel 2.Stop 8.WLAN Activeren — Aan Uit* — — 2.Pincode — — 3.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 3.Wi-Fi Direct 2 6.Statusinfo (vervolg) (vervolg) Opties 1.Status Gr.eig. actf(**) ** = aantal apparaten Cliënt actief Niet verbonden Uit Bedrade LAN act. 2.Signaal Sterk 4 Medium Zwak Geen (Wanneer Groepseigenaar ingesteld is op Aan, wordt het signaal ingesteld op Sterk.) 7.Interf. insch. — Aan Uit* 4.E-mail/IFAX 1.Mail Address — Naam (Maximaal 60 tekens) 2.Server inst. 1.SMTP 1.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 4.E-mail/IFAX 2.Server inst. 1.SMTP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 4.SMTP SSL/TLS Geen* (vervolg) SSL TLS 5.Cert. contr. Aan Uit* 2.POP3 1.POP3 Server Naam (maximaal 64 tekens) 4 IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] 2.POP3-poort 00110* [00001-65535] 3.Mailboxnaam (Maximaal 60 tekens) 4.Mailboxwachtw (Maximaal 32 tekens) 5.POP3 SSL/TLS Geen*/SSL/TLS 6.Cert. contr. Aan/Uit* 7.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 4.E-mail/IFAX 3.Setup Mail RX (vervolg) (vervolg) Opties 1.Auto Polling Aan* Uit 2.Poll Frequency 10Min* (01Min tot 60Min) 3.Header Alle Onderw.+Van+Aan Geen* 4 4.Del Error Mail Aan* Uit 5.Notification Aan MDN Uit* 4.Setup Mail TX 1.Sender Subject (Maximaal 40 tekens) 2.Size Limit Aan Uit* 3.Notification Aan Uit* 5.Setup Relay 1.Rly Broadcast Aan Uit* 2.Relay Domain RelayXX: Relay(01 - 10) 3.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu 7.Netwerk 5.Scannen > mail — (vervolg) Menuselecties Opties Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF Kleur autom. Ondertek. PDF Grijs 100 dpi JPEG Grijs 200 dpi XPS Grijs 300 dpi (Indien u grijsoptie selecteert) Grijs autom. PDF* Z/W 300 dpi PDF/A Z/W 200 dpi Beveiligde PDF 4 Z/W 200x100 dpi Ondertek.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu 7.Netwerk 6.Scannen > FTP — (vervolg) Menuselecties Opties Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF Kleur autom. Ondertek. PDF Grijs 100 dpi JPEG Grijs 200 dpi XPS Grijs 300 dpi (Indien u grijsoptie selecteert) Grijs autom. PDF* Z/W 300 dpi PDF/A Z/W 200 dpi Beveiligde PDF 4 Z/W 200x100 dpi Ondertek.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 7.Scan > netw. — (vervolg) Opties Kleur 100 dpi* (Indien u kleuroptie selecteert) Kleur 200 dpi PDF* Kleur 300 dpi PDF/A Kleur 600 dpi Beveiligde PDF Kleur autom. Ondertek. PDF Grijs 100 dpi JPEG Grijs 200 dpi XPS Grijs 300 dpi (Indien u grijsoptie selecteert) Grijs autom. PDF* Z/W 300 dpi PDF/A Z/W 200 dpi Beveiligde PDF 4 Z/W 200x100 dpi Ondertek.
Instellen via het bedieningspaneel DCP-8250DN 4 De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuselecties Netwerk LAN met kabel TCP/IP Opties Boot Method Automatisch* Statisch RARP 4 BOOTP DHCP (Indien u Automatisch, RARP, BOOTP of DHCP selecteert, wordt u gevraagd hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen.) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Subnet Mask [000-255].[000-255].[000-255].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Netwerk LAN met kabel Ethernet (vervolg) (vervolg) Opties — Automatisch* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD Status bedraad — 1000B-FD actief 100B-FD actief 4 100B-HD actief 10B-FD actief 10B-HD actief Inactief MAC-adres E-mail — — Mail Address Naam (maximaal 60 tekens) Server inst. SMTP SMTP Server Naam (maximaal 64 tekens) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] SMTP-poort 25* [00001-65535] Aut.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Netwerk E-mail Server inst. POP3 POP3 Server (vervolg) (vervolg) (vervolg) Naam (maximaal 64 tekens) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] POP3-poort 110* [00001-65535] Mailbox Naam (Maximaal 60 tekens) Mailbox Wachtw (Maximaal 32 tekens) POP3 SSL/TLS 4 Geen* SSL TLS POP3-cert.
Instellen via het bedieningspaneel MFC-8950DW(T) 4 De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk LAN met kabel TCP/IP Opties Boot Method Automatisch* Statisch RARP 4 BOOTP DHCP (Indien u Automatisch, RARP, BOOTP of DHCP selecteert, wordt u gevraagd hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen.) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Subnet Mask [000-255].[000-255].[000-255].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk LAN met kabel TCP/IP (vervolg) (vervolg) Opties DNS Server (vervolg) Primary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk WLAN TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Subnet Mask [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Gateway [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 4 Knooppuntnaam BRWxxxxxxxxxxxx (Maximaal 32 tekens) WINS Config Automatisch* Statisch WINS Server Primary [000-255].[000-255].[000-255].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk WLAN Status WLAN (vervolg) (vervolg) Opties Status Actief(11n) Actief(11b) Actief(11g) Bedraad LAN actief WLAN uit AOSS actief Verbinding mislukt Signaal 4 Sterk Medium Zwak Geen SSID — Comm. Modus Ad-hoc Infrastructuur Geen MAC-adres — — Standaard — Ja Nee WLAN Activeren — Aan Uit* Wi-Fi Direct 2 Drukknop — — Pincode — — Handmatig — — Groepseigenaar — Aan Uit* Apparaatinfo.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk Wi-Fi Direct 2 Statusinfo (vervolg) (vervolg) Opties Status Gr.eig. actf(**) ** = aantal apparaten Cliënt actief Niet verbonden Uit Bedraad LAN actief Signaal Sterk 4 Gemiddeld Zwak Geen (Wanneer Groepseigenaar ingesteld is op Aan, wordt het signaal ingesteld op Sterk.) Interf. insch. — Aan Uit* E-mail/IFAX Mail Address Server inst.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Netwerk E-mail/IFAX Server inst. POP3 (vervolg) (vervolg) POP3 Server Naam (maximaal 64 tekens) (vervolg) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] POP3-poort 110* [00001-65535] Mailbox Naam (Maximaal 60 tekens) Mailbox Wachtw (Maximaal 32 tekens) 4 POP3 SSL/TLS Geen* SSL TLS POP3-cert.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Netwerk E-mail/IFAX Setup Mail TX Sender Subject — Internetfax-taak* (vervolg) (vervolg) (Maximaal 40 tekens) Size Limit — Aan Uit* Notification — Aan Uit* Setup Relay Rly Broadcast — Aan 4 Uit* Relay Domain — RelayXX: Relay(01 - 10) Relay Report — Aan — Aan Uit* Faxen naar server — — Uit* Netw.
5 Beheer via een webbrowser 5 Overzicht 5 Voor het beheren van uw machine met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer) kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de vermelde functie uitvoeren of de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
Beheer via een webbrowser De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser 5 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Opmerking • Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor uw veiligheid wanneer u de instellingen configureert met Beheer via een webbrowser.
Beheer via een webbrowser d U kunt de instellingen van de afdrukserver nu wijzigen. Opmerking Als u de protocolinstellingen hebt gewijzigd, moet u nadat u op Indienen hebt geklikt de machine opnieuw opstarten om de configuratie te activeren. Een wachtwoord instellen 5 Wij raden u aan een aanmeldwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een webbrowser te vermijden. a b c d Klik op Beheerder. 5 Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens).
Beheer via een webbrowser De instellingen voor Gigabit Ethernet en Jumbo Frames configureren met Beheer via een webbrowser a b c d e 5 Klik op Netwerk op de webpagina van de machine en selecteer Bedraad. Klik op Ethernet. Kies Autom bij Ethernet-modus. Kies Ingeschakeld voor Jumboframe. (De standaardinstelling is Uitgeschakeld.) Voer het frameformaat in het veld Framegrootte in. (De standaardinstelling is 1.518 byte.) 5 Opmerking • U dient het frameformaat correct in te stellen.
Beheer via een webbrowser Beveiligd functieslot 2.0 5 Secure Function Lock 2.0 van Brother helpt u geld te besparen en de beveiliging te verhogen door de functies van uw machine van Brother te beperken. Secure Function Lock stelt u in staat wachtwoorden in te stellen voor specifieke gebruikers waarmee ze toegang krijgen tot sommige of alle functies, of waarmee u een paginabeperking kunt opleggen. Dit houdt in dat enkel gemachtigde personen deze functies kunnen gebruiken.
Beheer via een webbrowser De instellingen van Secure Function Lock 2.0 configureren met Beheer via een webbrowser Basisconfiguratie a b 5 5 Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Beveiligd functieslot. Kies Aan bij Functieslot. Opmerking Om Secure Function Lock te configureren via de ingebouwde webserver, moet u het beheerderswachtwoord (viercijferig nummer) invoeren.
Beheer via een webbrowser De openbare modus instellen 5 U kunt de openbare modus instellen en kiezen welke functies beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via deze instelling hebt geactiveerd. Opmerking De openbare modus omvat eveneens afdruktaken verzonden via Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan. a b Vink het vakje uit van de functies die u wilt beperken in het vak Openbare modus.
Beheer via een webbrowser Synchroniseren met een SNTP-server 5 SNTP is het protocol dat wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd die door de machine wordt gebruikt voor verificatie bij de SNTP-tijdserver (dit is niet de tijd die wordt weergegeven op het LCD-scherm van de machine). U kunt de tijd die door de machine wordt gebruikt regelmatig synchroniseren met de Coordinated Universal Time (UTC) die wordt aangeleverd door de SNTP-tijdserver.
Beheer via een webbrowser Synchronisatie-interval Voer het aantal uur in tussen pogingen tot synchroniseren met de server (1 tot 168 uur). Opmerking • U moet Datum&tijd configureren om de tijd die door de machine wordt gebruikt te synchroniseren met de SNTP-tijdserver. Klik op Datum&tijd en configureer vervolgens Datum&tijd op het scherm Algemeen. U kunt de datum en tijd configureren via het bedieningspaneel van de machine. 5 • Selecteer het vakje Synchroniseer met SNTP-server.
Beheer via een webbrowser Afdruklogboek op netwerk opslaan 5 De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS 1. U kunt het ID, het type afdruktaak, de naam van de taak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd en het aantal afgedrukte pagina's voor elke afdruktaak bijhouden.
Beheer via een webbrowser Verificatiemethode Kies de verificatiemethode voor toegang tot de CIFS-server: Automatisch, Kerberos 1 of NTLMv2 2. 1 Kerberos is een verificatieprotocol waarmee apparaten of individuen veilig hun identiteit kunnen aantonen aan netwerkservers zonder zich telkens opnieuw te moeten aanmelden. 2 NTLMv2 is de verificatiemethode die wordt gebruikt door Windows om aan te melden bij servers. • Automatisch: als u Auto selecteert, zal de machine eerst zoeken naar een Kerberos-server.
Beheer via een webbrowser Instelling voor foutdetectie 5 U kunt kiezen welke actie er wordt ondernomen wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server wegens een netwerkfout. a Selecteer Afdr. annuleren of Log negeren en afdr. bij Instelling foutdetectie van Afdruklog op Netwerk opslaan. Afdr. annuleren Als u Afdr. annuleren selecteert, worden de afdruktaken geannuleerd wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server. Opmerking Zelfs als u Afdr.
Beheer via een webbrowser Foutmeldingen begrijpen 5 U kunt de foutstatus nagaan op het LCD van uw machine of via Verbindingsstatus in Beheer via een webbrowser. Time-out server. Raadpleeg systeembeheerder. Deze melding wordt weergegeven wanneer er geen verbinding met de server kan worden gemaakt. Zorg ervoor dat: • Het serveradres correct is. • De server is verbonden met het netwerk. • De machine is verbonden met het netwerk. 5 Verificatiefout. Raadpleeg systeembeheerder.
Beheer via een webbrowser "Afdruklogboek op netwerk opslaan" gebruiken met Secure Function Lock 2.0 5 Wanneer Secure Function Lock 2.0 geactiveerd is, worden de namen van de geregistreerde gebruikers voor de functies kopiëren, Fax RX en USB Direct Print (indien beschikbaar) bijgehouden in het rapport Afdruklogboek op netwerk opslaan. Voorbeeld van het afdruklogboek met gebruikers van Secure Function Lock 2.
Beheer via een webbrowser d Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel op de pagina Scannen. U kunt nu de volgende instellingen van Scan naar FTP met een webbrowser configureren en wijzigen. Profielnaam (maximaal 15 tekens) Host-adres (FTP-serveradres) Gebruikersnaam Wachtwoord Directory opslaan Bestandsnaam Kwaliteit Type bestand 5 Scangrootte glasplaat 1 Bestandsgr.
Beheer via een webbrowser De configuratie van Scan naar netwerk met een webbrowser wijzigen (Windows®) 5 Met Scan naar netwerk kunt u documenten rechtstreeks naar een gedeelde map op een CIFS-server 1 scannen op uw lokaal netwerk of op het internet. Zie uu Softwarehandleiding: Netwerkscannen voor meer informatie over Scan naar netwerk. 1 Het Common Internet File System (CIFS) is de standaardmanier waarop pc-gebruikers bestanden en printers delen in Windows®.
Beheer via een webbrowser Kerberos-serveradres 1 Voor DCP-8250DN en MFC-8950DW(T) Opmerking Scan naar netwerk is beschikbaar wanneer er netwerkserverprofielen geconfigureerd zijn met Beheer via een webbrowser. e Klik na het instellen op Indienen. De LDAP-configuratie wijzigen met behulp van een webbrowser (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) 5 5 U kunt de LDAP-instellingen met een webbrowser configureren en wijzigen.
Beheer via een webbrowser d Zorg ervoor dat de machine ingeschakeld is en selecteer vervolgens Geavanceerde instellingen op de pagina Protocol. U kunt nu de volgende LDAP-instellingen met een webbrowser configureren en wijzigen.
6 LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Overzicht 6 6 Het LDAP-protocol stelt u in staat om naar bepaalde informatie te zoeken, zoals faxnummers en emailadressen van uw server. Wanneer u gebruik maakt van de functies Fax, I-Fax of Scannen naar emailserver, kunt u de LDAP-zoekfunctie gebruiken om te zoeken naar faxnummers of e-mailadressen.
LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen a b 6 Druk op a om te zoeken. Voer de eerste tekens in van uw zoekopdracht met de kiestoetsen. Opmerking • U kunt maximaal 15 tekens invoeren. • Zie uu Beknopte gebruikershandleiding voor informatie over het invoeren van tekst. c Druk op a of OK.
LDAP-bediening (DCP-8250DN, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Voor Touchscreen modellen a b Druk op 6 om te zoeken. Voer de eerste tekens in van uw zoekopdracht met de toetsen op het LCD-scherm. Opmerking • U kunt maximaal 15 tekens invoeren. • Zie uu Beknopte gebruikershandleiding voor informatie over het invoeren van tekst. c Druk op OK.
7 Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Overzicht internetfaxen 7 7 Met internetfaxen (IFAX) kunt u faxen verzenden en ontvangen, waarbij internet als transportmechanisme wordt gebruikt. Documenten worden verstuurd als TIFF-F-bijlagen bij een e-mailbericht.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden U kunt een ontvangen e-mailbericht of standaardfaxberichten doorzenden naar een ander e-mailadres of naar een andere faxmachine. Zie voor meer informatie Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden uu pagina 119.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Internetfax gebruiken 7 Voordat u internetfax gebruikt, moet u de Brother-machine eerst configureren zodat de machine met uw netwerk en uw mailserver kan communiceren. U kunt deze items configureren met het bedieningspaneel, Beheer via een webbrowser, Externe installatie of BRAdmin Professional 3.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Opmerking • Als u het internetfaxadres handmatig wilt invoeren, laadt u het document in de machine en voert u een van de volgende handelingen uit. • Voor modellen met een LCD-scherm met 5 lijnen Druk tegelijk op Shift en 1 om over te schakelen naar de kiesmodus "alfabet". Voer het adres in en druk vervolgens op Start.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Een internetfax ontvangen 7 Er zijn twee manieren waarop u e-mailberichten kunt ontvangen: Via POP3 op regelmatige tijdstippen Via POP3 (handmatig opgevraagd) Bij ontvangst via POP3 moet de machine de e-mailserver pollen om de gegevens te ontvangen.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Bijkomende internetfaxopties 7 Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden 7 U kunt een ontvangen e-mailbericht of standaardfaxberichten doorzenden naar een ander e-mailadres of naar een andere faxmachine. Ontvangen berichten kunnen ook via e-mail naar een computer of internetfax worden doorgezonden.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Relay-groepsverzending vanaf een machine FAX@brother.com 7 UKFAX@brother.co.uk 123456789 1 UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) 1 Internet Wanneer uw machine bijvoorbeeld het e-mailadres FAX@brother.com heeft en u een document vanaf deze machine naar een machine in Engeland met het e-mailadres UKFAX@brother.co.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) d e f g Druk op OK. Voer het telefoonnummer van de tweede faxmachine UKFAX@brother.co.uk (faxnummer 456) in. Druk op OK. Druk op Start. Voor Touchscreen modellen a b c Druk op Fax. Plaats het document. Druk op d of c om Rondsturen weer te geven. Druk op Rondsturen. d Druk op Handmatig en voer vervolgens het telefoonnummer van de eerste faxmachine UKFAX@brother.co.uk (faxnummer 123) in.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Relay-groepsverzending vanaf een computer UKFAX@brother.co.uk 7 123456789 1 UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) 1 Internet U kunt vanaf uw computer ook een e-mail verzenden en deze naar een faxmachine laten doorsturen. De methode voor het invoeren van het telefoonnummer van de faxmachine die de doorgestuurde e-mail zal ontvangen, is afhankelijk van de mailtoepassing die u gebruikt.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) TX-verificatiemail 7 Het transmissieverificatierapport ondersteunt twee functies. Met het verzendverificatierapport kunt u om een bericht vragen van het station dat de internetfax of e-mail heeft ontvangen en verwerkt. Het ontvangstverificatierapport wordt naar het verzendende station gestuurd zodra een internetfax of e-mail goed is ontvangen en verwerkt.
Internetfax (MFC-8910DW en MFC-8950DW(T): standaard, MFC-8510DN, MFC-8520DN en MFC-8710DW: beschikbaar als download) Opmerking Om de TX-verificatiemail correct te ontvangen, dient u de volgende instellingen te configureren. • Afzender • Schakel Notificatie bij Mail TX-instellingen in. • Wijzig Kop bij Mail RX-instellingen naar Allen of Onderwerp+Van+Aan. • Ontvanger • Schakel Notificatie bij Mail RX-instellingen in.
8 Beveiligingsfuncties 8 Overzicht 8 Vandaag de dag zijn er vele beveiligingsbedreigingen voor uw netwerk en de gegevens die erop circuleren. Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemeen netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u deze kunt configureren.
Beveiligingsfuncties Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS 8 Om uw netwerkmachine veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocols te gebruiken. Veilig beheer met Beheer via een webbrowser 8 Wij raden u aan het HTTPS- en SNMPv3-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om deze protocollen te kunnen gebruiken, dient u de volgende machine-instellingen door te voeren. Opmerking Het HTTPS-protocol is standaard ingeschakeld.
Beveiligingsfuncties g Zorg ervoor dat de SNMP-instelling geactiveerd is en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen bij SNMP. h U kunt de SNMP-instellingen configureren op onderstaand scherm. 8 Er zijn drie SNMP-verbindingsmodi. 8 Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol. In deze modus kunt u alle Brother-toepassingen gebruiken.
Beveiligingsfuncties Toegang lezen/schrijven SNMPv3 In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de afdrukserver veilig wilt beheren. Opmerking • Let op het volgende wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt. • U kunt de afdrukserver alleen beheren via BRAdmin Professional 3 of Beheer via een webbrowser. • Behalve BRAdmin Professional 3 worden alle toepassingen die gebruik maken van SNMPv1/v2c geweerd.
Beveiligingsfuncties Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS 8 Om documenten veilig met het IPP-protocol af te drukken, kunt u het IPPS-protocol gebruiken. Opmerking • Het IPPS-protocol is standaard ingeschakeld. U kunt de IPPS-protocolinstellingen wijzigen via het scherm Beheer via een webbrowser door te klikken op Netwerk, Protocol en vervolgens HTTP-serverinstellingen. • Communicatie via IPPS kan geen ongeoorloofde toegang tot de afdrukserver voorkomen.
Beveiligingsfuncties Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie 8 Deze machine ondersteunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails via een e-mailserver waarvoor gebruikersverificatie is vereist. Deze methoden voorkomen dat onbevoegde gebruikers toegang tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 gebruiken.
Beveiligingsfuncties E-mails veilig verzenden en ontvangen met SSL/TLS 8 Deze machine ondersteunt de methodes SSL/TLS voor het verzenden of ontvangen van een e-mail via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL/TLS-communicatie vereist is. Voor het verzenden of ontvangen van e-mail via een e-mailserver die gebruik maakt van SSL/TLS-communicatie, dient u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS correct te configureren.
Beveiligingsfuncties IEEE 802.1x-verificatie gebruiken 8 U kunt IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk. Configuratie van IEEE 802.1x-verificatie via Beheer via een webbrowser 8 Als u IEEE 802.1x-verificatie configureert voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser, volgt u de instructies. U kunt de IEEE 802.
Beveiligingsfuncties Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u eveneens de naam van het knooppunt gebruiken. • Bijvoorbeeld: http://brnxxxxxxxxxxxx/ De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 64) af te drukken. • Bij gebruik van Macintosh krijgt u eenvoudig toegang tot het systeem voor Beheer via een webbrowser door in het scherm Status Monitor gewoon op het symbool van de machine te klikken.
Beveiligingsfuncties g Klik na het configureren op Indienen. (Bedraad) Na de configuratie sluit u uw machine aan op het netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning. Druk na een paar minuten het netwerkconfiguratierapport af om de Status. te controleren (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 64.) Success De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld en de verificatie is gelukt. Failed De bedrade IEEE 802.1x-functie is ingeschakeld; de verificatie is echter mislukt.
Beveiligingsfuncties Certificaat van een CA Er zijn twee manieren om een certificaat van een CA te installeren. Als u reeds een CA hebt of een certificaat wenst te gebruiken van een externe vertrouwde CA: • Bij het gebruik van een CSR (Certificate Signing Request) van deze afdrukserver. (Zie Een CSR aanmaken uu pagina 142.) • Bij het importeren van een certificaat en een private sleutel. (Zie Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren uu pagina 143.
Beveiligingsfuncties Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser 8 Deze functie kan alleen worden geconfigureerd via Beheer via een webbrowser. Volg deze stappen om de pagina voor het configureren van een certificaat te openen met Beheer via een webbrowser. a b Start uw webbrowser. Typ "http://IP-adres van machine/" in uw browser (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres van de machine). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2/ c d Klik op Netwerk. e f g Klik op Beveiliging.
Beveiligingsfuncties Een certificaat aanmaken en installeren 8 Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat Certificaat door uzelf ondertekend of 8 Certificaat van een CA Maak een certificaat door uzelf ondertekend aan met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 137.) Maak een CSR aan met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 142.) Installeer het door uzelf ondertekende certificaat op uw computer. (Zie pagina 138.
Beveiligingsfuncties Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer 8 Opmerking De volgende stappen zijn voor Windows® Internet Explorer®. Als u gebruik maakt van een andere webbrowser, dient u de helptekst van die webbrowser te raadplegen. Voor gebruikers van Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2008 met beheerdersbevoegdheden a b Klik op de knop 8 en selecteer Alle programma's.
Beveiligingsfuncties c Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres van de machine of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat). Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen).. d Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaten weergeven.
Beveiligingsfuncties Voor gebruikers van Windows® XP en Windows Server® 2003 a b Start uw webbrowser. c Wanneer het volgende scherm verschijnt, klikt u op Certificaat weergeven. 8 Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat). 8 d Klik op Certificaat installeren... op het tabblad Algemeen.
Beveiligingsfuncties f Kies Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik vervolgens op Bladeren.... g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik vervolgens op OK. 8 h Klik op Volgende. i Klik op Voltooien.
Beveiligingsfuncties j Druk op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is. Opmerking De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt op het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 64). k l Klik op OK. Het certificaat dat u zelf hebt ondertekend, is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLScommunicatie is beschikbaar. 8 Een CSR aanmaken a b 8 Klik op CSR maken op de pagina Certificaat. Voer een Algemene naam en uw informatie in, zoals Organisatie.
Beveiligingsfuncties f De CSR is aangemaakt. Opmerking • Volg het beleid van uw CA inzake de methode om een CSR te sturen naar uw CA. • Als u gebruik maakt van Basis-CA van onderneming van Windows Server® 2003/2008, raden wij u aan de Webserver te gebruiken als certificaatsjabloon voor het aanmaken van het cliëntcertificaat voor veilig beheer. Als u een cliëntcertificaat aanmaakt voor een IEEE 802.1x-omgeving met EAP-TLS-verificatie, raden wij u aan Gebruiker te gebruiken als certificaatsjabloon.
Beveiligingsfuncties Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de private sleutel exporteren a b 8 Klik op Exporteren weergegeven bij Certificaten op de pagina Certificaat. Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen. Opmerking Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast. c d e Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Beveiligingsfuncties Een CA-certificaat importeren en exporteren 8 U kunt een CA-certificaat opslaan op de machine via importeren en exporteren. Een CA-certificaat importeren a b Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging. Klik op CA-certificaat importeren en kies het certificaat. Klik op Indienen. Een CA-certificaat exporteren a b 8 8 Klik op CA-certificaat op de pagina Beveiliging. Selecteer het certificaat dat u wilt exporteren en klik op Exporteren. Klik op Indienen.
9 Problemen oplossen 9 Overzicht 9 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de Brother-machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/ en klik op Handleidingen op de pagina voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
Problemen oplossen Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. (Vervolg) Vraag Interface Zijn uw beveiligingsinstellingen (SSID/netwerksleutel) correct? draadloos Oplossing Controleer en kies indien nodig de correcte beveiligingsinstellingen. • Het is mogelijk dat de naam van de fabrikant of het modelnummer van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router wordt gebruikt als de standaardbeveiligingsinstellingen.
Problemen oplossen De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van MFL-Pro Suite. (Vervolg) Vraag Interface Oplossing Is uw Brother-machine te ver van het WLANtoegangspunt/de WLANrouter geplaatst? draadloos Plaats de Brother-machine binnen een afstand van ongeveer 3,3 voet (1 meter) van het WLAN-toegangspunt/de WLAN-router bij het configureren van de draadloze netwerkinstellingen. Bevinden er zich obstakels draadloos (muren, meubels enz.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine? bedraad/ draadloos Oplossing Controleer het IP-adres en het subnetmasker Controleer of de IP-adressen en de subnetmaskers van uw computer en de Brother-machine correct zijn en zich op hetzelfde netwerk bevinden.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Oplossing Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine? bedraad/ draadloos 1 (Windows® XP) Klik op de knop Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en Windows Verkenner en vervolgens op Deze computer. (vervolg) (Windows Vista®/Windows® 7) Klik op de knop en Computer.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Is de vorige afdruktaak mislukt? bedraad/ draadloos Oplossing Verwijder de mislukte afdruktaak uit de afdrukwachtrij van uw computer als deze nog steeds aanwezig is.
Problemen oplossen Ik gebruik beveiligingssoftware.
Problemen oplossen Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. Vraag Interface Oplossing Is de Brother-machine, het toegangspunt/de router of de netwerkhub ingeschakeld? bedraad/ draadloos Zorg ervoor dat u alle instructies van Controleer eerst het volgende: uu pagina 146 hebt gecontroleerd. Waar kan ik de netwerkinstellingen van mijn Brother-machine vinden, zoals het IPadres? bedraad/ draadloos Druk het netwerkconfiguratierapport af.
Paragraaf II Verklarende woordenlijst Netwerk II Typen netwerkverbindingen en protocollen 155 161 De machine configureren voor een netwerk Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) 165 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® Beveiligingsvoorschriften en -concepten 169 172
10 Typen netwerkverbindingen en protocollen 10 Typen netwerkverbinding 10 Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting 10 Peer-to-peer-afdrukken via TCP/IP 10 In een peer-to-peer-omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
Typen netwerkverbindingen en protocollen Op een netwerk gedeelde printer 10 In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een "server" of een "afdrukserver" genoemd. Hij beheert het afdrukken van alle taken.
Typen netwerkverbindingen en protocollen Protocollen 10 TCP/IP-protocollen en -functies 10 Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten. De afdrukserver die met de Brother-machine wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP = Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
Typen netwerkverbindingen en protocollen DNS-client 10 De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name System). Met deze functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van zijn eigen DNS-naam met andere apparaten communiceren. NetBIOS name resolution 10 Met Network Basic Input/Output System name resolution kunt u tijdens de netwerkverbinding het IP-adres verkrijgen van het andere toestel op basis van zijn NetBIOS-naam.
Typen netwerkverbindingen en protocollen TELNET 10 Het TELNET-protocol stelt u in staat om de netwerkapparaten op een TCP/IP-netwerk te bedienen via uw computer. SNMP 10 Het SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten zoals computers, routers en netwerkklare machines van Brother. De afdrukserver van Brother ondersteunt SNMPv1, SNMPv2c en SNMPv3. Opmerking Raadpleeg Beveiligingsprotocols uu pagina 173 voor meer informatie over het SNMPv3-protocol.
Typen netwerkverbindingen en protocollen SNTP 10 Het Simple Network Time Protocol wordt gebruikt om computerklokken op een TCP/IP-netwerk te synchroniseren. U kunt de SNTP-instellingen configureren met Beheer via een webbrowser. (Raadpleeg Synchroniseren met een SNTP-server uu pagina 100 voor meer informatie.) CIFS 10 Het Common Internet File System is de standaardmanier waarop pc-gebruikers bestanden en printers delen in Windows®.
11 De machine configureren voor een netwerk 11 IP-adressen, subnetmaskers en gateways 11 Als u de machine in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gatewayadres worden geconfigureerd.
De machine configureren voor een netwerk Subnetmasker 11 Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie. Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2 • Computer 1 IP-adres: 192.168.1.2 Subnetmasker: 255.255.255.000 • Computer 2 IP-adres: 192.168.1.3 Subnetmasker: 255.255.255.000 Wanneer er een 0 voorkomt in het subnetmasker, betekent dit dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres.
De machine configureren voor een netwerk IEEE 802.1x-verificatie 11 IEEE 802.1x is een IEEE-standaard voor bedrade en draadloze netwerken die de toegang van onbevoegde netwerkapparaten verhindert. Uw Brother-machine (aanvrager) verstuurt een verificatieaanvraag naar een RADIUS-server (verificatieserver) via uw toegangspunt (verificator). Nadat uw aanvraag werd geverifieerd door de RADIUS-server, krijgt uw machine toegang tot het netwerk.
De machine configureren voor een netwerk EAP-TTLS EAP-TTLS (Extensible Authentication Protocol-Tunneled Transport Layer Security) werd ontwikkeld door Funk Software en Certicom. EAP-TTLS creëert een gelijkaardige versleutelde SSL-tunnel als bij PEAP tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een gebruikersidentificatie en wachtwoord. EAP-TTLS zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
12 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) 12 Uw netwerk specificeren 12 SSID (Service Set Identifier) en kanalen 12 U moet de SSID en een kanaal configureren om aan te geven met welk draadloos netwerk u verbinding wilt maken. SSID Elk draadloos netwerk heeft een eigen, unieke netwerknaam; in technische termen wordt dit SSID genoemd. De SSID is een waarde van 32 bytes of minder en wordt toegewezen aan de toegangspoort.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk 12 Een persoonlijk draadloos netwerk is een klein netwerk, zoals een draadloos thuisnetwerk, zonder IEEE 802.1x-ondersteuning. Raadpleeg Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een draadloos Enterprise-netwerk uu pagina 167 als u de machine wilt gebruiken in een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Netwerksleutel 12 Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een waarde van 64 bit of 128 bit die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. • 64 (40) bits ASCII: Gebruikt 5 teksttekens. Bijvoorbeeld "WSLAN" (hoofdlettergevoelig). • 64 (40) bits hexadecimaal: Gebruikt 10 hexadecimale tekens, bijvoorbeeld "71f2234aba" • 128 (104) bits ASCII: Gebruikt 13 teksttekens.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor MFC-8710DW, MFC-8910DW en MFC-8950DW(T)) Versleutelingsmethoden 12 TKIP Raadpleeg TKIP uu pagina 166 voor TKIP. AES Raadpleeg AES uu pagina 166 voor AES. CKIP Het oorspronkelijke Key Integrity Protocol voor LEAP van Cisco Systems, Inc. Gebruikersidentificatie en wachtwoord 12 De volgende beveiligingsmethoden maken gebruik van een gebruikersidentificatie van minder dan 64 tekens en een wachtwoord van minder dan 32 tekens.
13 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® 13 Types bijkomende netwerkinstellingen 13 De volgende functies kunnen worden gebruikt als u bijkomende netwerkinstellingen wilt configureren. Web Services voor afdrukken en scannen (Windows Vista® en Windows® 7) Vertical Pairing (Windows® 7) Opmerking Controleer of de hostcomputer en de machine zich ofwel op hetzelfde subnet bevinden, of dat de router foutloos is geconfigureerd, zodat gegevensuitwisseling tussen deze twee apparaten mogelijk is.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® d (Windows Vista®) Klik op en selecteer vervolgens Netwerk. ® 7) (Windows Klik op , Configuratiescherm, Netwerk en internet en vervolgens op Computers en apparaten in het netwerk weergeven. e De Web Services-naam van de machine wordt samen met het printerpictogram weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op de machine die u wilt installeren.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® Installatie voor Printen en scannen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing (Windows® 7) 13 Windows® Vertical Pairing is een technologie waarmee u uw machine die Vertical Pairing ondersteunt, kunt verbinden met uw infrastructuurnetwerk met behulp van de PIN-methode van WPS en de functie Web Services.
14 Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsfuncties 14 14 Beveiligingsvoorschriften 14 CA (Certificate Authority) Een CA is een entiteit die digitale certificaten uitvaardigt (vooral X.509-certificaten) en instaat voor de binding tussen de data-items in een certificaat. CSR (Certificate Signing Request) Een CSR is een bericht dat wordt verzonden van een verzoeker naar een CA om een certificaat aan te vragen.
Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsprotocols SSL (Secure Socket Layer) / TLS (Transport Layer Security) 14 14 Deze communicatiebeveiligingsprotocols versleutelen gegevens om beveiligingsbedreigingen te voorkomen. HTTPS 14 De versie van het internetprotocol Hyper Text Transfer Protocol (HTTP) dat SSL gebruikt. IPPS 14 De versie van het afdrukprotocol Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) dat SSL gebruikt.
Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsmethoden voor verzenden en ontvangen van e-mail 14 Opmerking U kunt de beveiligingsmethoden configureren met Beheer via een webbrowser. Raadpleeg De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 94 voor meer informatie. POP voor SMTP (Pbs) 14 De gebruikersverificatiemethode wanneer e-mail via een client wordt verzonden.
Paragraaf III Bijlagen Appendix A Bijlage B III 176 177
A Appendix A A Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties Interface Ethernet 10/100BASE-TX, 1000BASE-T 1 Draadloos 2 IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus) A IEEE 802.
B Bijlage B B B Services gebruiken B Een service is een bron die beschikbaar is voor computers die willen afdrukken op de afdrukserver van Brother. De afdrukserver van Brother biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen): Typ HELP bij de opdrachtprompt voor een overzicht van ondersteunde opdrachten.
Bijlage B RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B Voor u het IP-adres configureert met behulp van RARP, dient u de Boot Method van de machine in te stellen op RARP. U kunt de opstartmethode wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de machine of met BRAdmin-toepassingen, Externe installatie (voor MFC-modellen) of Beheer via een webbrowser. Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kunt u configureren met de functie Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer.
Bijlage B BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B B Voor u het IP-adres configureert met behulp van BOOTP, dient u de Boot Method van de machine in te stellen op BOOTP. U kunt de opstartmethode wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de machine of met BRAdmin-toepassingen, Externe installatie (voor MFC-modellen) of Beheer via een webbrowser. BOOTP is een alternatief voor RARP.
Bijlage B ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B Als u BRAdmin niet kunt gebruiken en het netwerk geen DHCP-server gebruikt, kunt u ook de opdracht ARP gebruiken. De ARP-opdracht is beschikbaar op Windows®-systemen waarop TCP/IP is geïnstalleerd, en op UNIX-systemen.
Bijlage B TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres B B U kunt ook de opdracht TELNET gebruiken om het IP-adres te wijzigen. TELNET biedt een doeltreffende methode om het IP-adres van de machine te wijzigen. Er moet echter reeds een geldig IP-adres in de afdrukserver zijn geprogrammeerd. Typ TELNET bij de opdrachtprompt van de systeemprompt, waar het IP-adres van de afdrukserver is.
C Index A F Ad-hocmodus ............................................................ 13 Ad-hocmodus ............................................................ 44 AES ......................................................................... 166 AOSS™ ..............................................................36, 54 APIPA ...................................................... 53, 157, 179 APOP ...................................................................... 174 ARP .............................
Index O W Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................. 176 Open systeem ......................................................... 166 Web Services ......................................... 159, 169, 170 WEP ........................................................................ 166 WINS ....................................................................... 158 WINS Config .............................................................