GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-8440 MFC-8840D
DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
ii
EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries, Ltd. 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd., Brother Buji Nan Ling Factory, Gold Garden Ind.
Veiligheidsmaatregelen Veilig gebruik van de MFC Bewaar deze instructies zodat u ze later nog kunt naslaan. WARNING Binnen in de machine bevinden zich hoogspanningselektroden. Zorg dat u de MFC hebt uitgezet en de stekker uit het stopcontact hebt gehaald alvorens deze te reinigen of vastgelopen papier te verwijderen. Hanteer de stekker nooit met natte handen. U kunt dan namelijk een elektrische schok krijgen.
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw vingers niet in het in de afbeelding aangegeven gedeelte steekt. WARNING ■ Wanneer u de MFC verplaatst, neemt u deze vast aan de handgrepen onder de scanner. Draag de MFC NOOIT aan de onderkant. ■ Ga bij het installeren of wijzigen van telefoonlijnen voorzichtig te werk. Raak niet-geïsoleerde telefoondraden of aansluitingen nooit aan, tenzij de telefoonlijn bij het wandcontact is afgesloten. Telefoonbedrading nooit tijdens onweer installeren.
Een geschikte plaats kiezen Zet de MFC op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats de MFC in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats waar de temperatuur tussen de 10° C en 32,5° C blijft. Voorzichtig ■ Zet de MFC niet op een plaats waar veel mensen heen en weer lopen. ■ Plaats het apparaat niet in de buurt van verwarmingstoestellen, radiatoren, airconditioners, water, chemicaliën of koelkasten.
Beknopt overzicht Faxen verzenden Automatisch verzenden 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 5 op of om Alleen deze fax te selecteren en druk vervolgens op Set. Druk voor alleen deze fax op of om Volgende Fax:Aan te selecteren en druk op Set. Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het menu Setup weergegeven. —OF— Druk op 2 om de fax te verzenden. Toets het faxnummer in. Druk op Start.
Snelkiesnummers opslaan 1 Druk op Menu, 2, 3, 2. 2 Toets een tweecijferig snelkiesnummer in en druk op Set. 3 Toets een nummer in (maximaal 20 tekens) en druk vervolgens op Set. 4 Toets een naam in (maximaal 15 tekens of laat deze ingang leeg) en druk op Set. 5 Druk op Stop/Exit. 2 3 4 Kopiëren Enkele kopie 1 Nummers kiezen 2 Eéntoetsnummers / Snelkiesnummers 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
Inhoudsopgave 1 2 Inleiding ................................................................................ 1-1 Gebruik van deze handleiding .......................................... 1-1 Informatie opzoeken ............................................... 1-1 In deze handleiding gebruikte symbolen ................ 1-1 Naam en functie van de onderdelen van de MFC ...... 1-2 Overzicht van het bedieningspaneel ................................ 1-5 Status LED’s.................................................
3 4 5 x Programmeren op het scherm ............................................ 3-1 Gebruikersvriendelijk programmeren................................ 3-1 Tabel met overzicht van functies ................................ 3-1 Opslag in geheugen ................................................... 3-1 Navigatietoetsen ............................................................... 3-2 Aan de slag ........................................................................... 4-1 Eerste instellingen ...........
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) ... 5-3 Fax Waarnemen ......................................................... 5-4 Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (automatische verkleining).......................... 5-5 Ontvangen in het geheugen ....................................... 5-6 Een fax uit het geheugen afdrukken........................... 5-7 De printdichtheid instellen .......................................... 5-7 Geavanceerde ontvangstopties .......................
De status van taken controleren ............................... 6-12 Een taak annuleren tijdens het scannen van het document.............................................................. 6-12 Een taak in de wachtrij annuleren............................. 6-13 Geavanceerde verzendopties......................................... 6-14 Het elektronische voorblad samenstellen ................. 6-14 Uw eigen opmerking opstellen ............................. 6-15 Voorblad voor alleen de volgende fax ...............
Opvragen vanaf een ander toestel ................................... 8-4 De toegangscode gebruiken....................................... 8-4 Opdrachten voor afstandsbediening........................... 8-5 Faxberichten opvragen............................................... 8-6 Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd .......................................................... 8-6 9 10 11 Rapporten afdrukken ...........................................................
Gelijktijdig afdrukken en faxen........................................ 11-3 Dubbelzijdig printen (duplexprinten) .........................11-3 Automatisch duplexprinten (voor MFC-8840D) ....11-3 Handmatig Duplex printen .................................... 11-4 Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden ..... 11-5 Printen op normaal papier ........................................ 11-5 De papierlade voor handmatige invoer (voor MFC-8440) .......................................................
Het tabblad Poorten................................................ 12-18 Het tabblad Apparaatinstellingen............................ 12-19 Het tabblad Indeling................................................ 12-20 Het tabblad Papier/Kwaliteit ................................... 12-21 Geavanceerde opties ............................................. 12-22 13 Scannen bij gebruik van Windows® ................................. 13-1 Een document scannen .................................................
PaperPort® en ScanSoft® OmniPage® verwijderen ....13-24 14 xvi Het Brother Control Center gebruiken ............................. 14-1 Brother MFL-Pro Control Center............................... 14-1 Brother Control Center automatisch laden ............... 14-2 Het automatisch laden uitschakelen .........................14-2 Functies van het Brother Control Center ........................ 14-3 Automatisch configureren ......................................... 14-3 Functies van de scantoets ............
Scannerinstelling .................................................... 14-18 Instellingen voor PC-FAX ....................................... 14-19 15 16 Het Brother SmartUI Control Center voor Windows® gebruiken ............................................................................ 15-1 Brother SmartUI Control Center ..................................... 15-1 Brother Control Center automatisch laden ............... 15-2 Het automatisch laden uitschakelen.........................
17 18 xviii Brother PC-FAX software gebruiken ................................ 17-1 Faxen via de pc .............................................................. 17-1 Gebruikersinformatie instellen .................................. 17-2 Het verzenden instellen ............................................17-3 Buitenlijntoegang ...................................................... 17-4 Kop opnemen ........................................................... 17-4 Adresboekbestand..........................
De PS-driver van uw Apple® Macintosh® gebruiken....... 18-6 Bij gebruik van Mac OS® 8.6 t/m 9.2 ........................ 18-7 Voor gebruikers van Mac OS® X ............................ 18-11 Een fax via uw Macintosh® verzenden ......................... 18-14 Bij gebruik van Mac OS® 8.6 - 9.2 .......................... 18-14 Voor gebruikers van Mac OS® X ............................ 18-16 Een vCard van het Mac OS® X Adresboek slepen.............................................................
Voor gebruikers van Mac OS® X .......................... 20-5 21 22 23 xx Belangrijke informatie ....................................................... 21-1 IEC 60825 specificatie .............................................. 21-1 Laserdiode............................................................ 21-1 Waarschuwing ...................................................... 21-1 Voor uw veiligheid..................................................... 21-2 Het apparaat loskoppelen........................
Stap 2: De NC-9100h aansluiten op een Unshielded Twisted Pair 10BASE-T of 100BASE-TX Ethernet netwerk................................................................. 23-9 LED ...................................................................... 23-9 TEST-TOETS ..................................................... 23-10 Papierlade #2 ......................................................... 23-11 V S 24 25 Verklarende woordenlijst ....................................................V-1 Specificaties ...
1 Inleiding Gebruik van deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een Multi Function Center (MFC) van Brother. Uw MFC-8440, MFC-8840D is eenvoudig te gebruiken, met een LCD-scherm waarop prompts verschijnen die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van de MFC.
Naam en functie van de onderdelen van de MFC ■ Vooraanzicht 5 Automatische documentinvoer (ADF) 6 ADF documentsteun 7 ADF documentsteunklep 4 Bedieningspaneel 3 Steunklep documentenuitvoer met de bedrukte zijde naar beneden 8 Documentdeksel 2 Ontgrendelknop frontdeksel 9 Stroomschakelaar 1 (MFC-8440) Papierlade handinvoer (MFC-8840D) Multifunctionele papierlade (MP-lade) 10 Frontdeksel 11 Papierlade (Lade #1) Nr. Naam Omschrijving 1 (MFC-8440) Papierlade voor handinvoer Hier plaatst u papier.
■ Achteraanzicht 16 ADF deksel 15 Documentuitvoer met de bedrukte zijde naar boven 17 Ingang voor telefoonsnoer 14 Stroomaansluiting 18 Aansluiting USB-interface 13 Duplex lade (MFC-8840D) 19 Aansluiting parallelle interface 12 Hefboom papierinstelling voor Duplex printen (MFC-8840D) 20 Ingang voor extern telefoonsnoer Nr. Naam Omschrijving 12 Hefboom papierinstelling voor Duplex printen (MFC-8840D) Stel met deze hefboom het papierformaat voor duplexprinten in.
■ Binnenaanzicht (documentdeksel open) 24Documentdeksel 25 Witte plaat 23 Scannervergrendelingshendel 22 Glazen strook 21 Documentgeleiders 26 Glasplaat Nr. Naam Omschrijving 21 Documentgeleiders Gebruik deze om het document midden op de glasplaat te leggen. 22 Glazen strook Deze wordt gebruikt om documenten vanuit de ADF te scannen. 23 Scannervergrendelings hendel Gebruik deze om de scanner te vergrendelen/ontgrendelen wanneer de MFC wordt verplaatst.
Overzicht van het bedieningspaneel MFC-8440 en MFC-8840D hebben een gelijkaardig bedieningspaneel.
1 2 3 4 5 7 1 Shift-toets Om toegang te krijgen tot de geheugenplaatsen 21 tot 40 in de ééntoetsnummers, houdt u de Shift-toets ingedrukt. 2 Eentoetskeuze Deze 20 toetsen geven direct toegang tot 40 vooraf opgeslagen telefoonnummers. 3 Afdruktoetsen: Secure Voor het afdrukken van in het geheugen opgeslagen gegevens. Voer eerst uw wachtwoord van 4 cijfers in. Job Cancel Gegevens in het printergeheugen wissen.
7 Fax- en telefoontoetsen: Tel/R Als u in de stand F/T het dubbele belsignaal hoort en u het telefoontje op een extern toestel hebt aangenomen, kunt u na een druk op deze toets met de persoon aan de andere kant van de lijn spreken. Deze toets wordt tevens gebruikt om toegang te krijgen tot een buitenlijn en/of om de telefoniste op te roepen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel dat ook op de PABX is aangesloten. Resolution Hiermee stelt u de faxresolutie in.
5 8 9 10 6 8 Navigatietoetsen: Menu Geeft toegang tot het programmamenu. Set Voor het opslaan van de instellingen in de MFC. Clear/Back Verwijdert ingevoerde gegevens. Als u meermaals op deze toets drukt, verlaat u het menu. of Druk op deze toets om vooruit of achteruit door de menuopties te bladeren. Met deze toets kunt u ook het volume van de bel of de luidspreker in de faxmodus afstellen. of Druk op deze toets om door de menu's en opties te bladeren.
0 Kiestoetsen Met deze toetsen worden telefoonen faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de MFC in te voeren. Met de # toets kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk veranderen van Puls naar Toon. A Stop/Exit Met een druk op deze toets wordt een faxtransmissie gestopt, een kopieer- of scanbewerking geannuleerd of het menu afgesloten. B Start Met deze toets start u het faxen, maakt u kopieën of scant u documenten.
Status LED’s De Status LED (Light Emitting Diode) knippert en verandert van kleur volgens de status van de MFC. De weergegeven LED’s in onderstaande tabel worden gebruikt in de illustraties van dit hoofdstuk. LED LED status LED is uit. LED is aan. Groen Geel Rood LED knippert. Groen LED Geel Rood MFC status Omschrijving Slaapstand De schakelaar is uit of de MFC is in slaapstand of bespaarstand. Opwarmen De MFC warmt op voor het printen. Klaar De MFC kan nu printen.
LED MFC status Omschrijving Storing Volg de hieronder beschreven stappen. 1. Zet de aan/uit-schakelaar uit. 2. Wacht enkele seconden, zet het toestel weer aan en probeer opnieuw te printen. Wanneer u de storing niet kunt oplossen en u dezelfde storingsmelding ziet wanneer u de MFC weer aan zet, moet u contact opnemen met uw dealer of een Brother authorized service center. Deksel open Het deksel is open. Sluit het deksel. (Raadpleeg Foutmeldingen op pagina 22-1.) Toner leeg Vervang de tonercartridge.
Omtrent faxmachines Faxtonen en aansluitbevestiging Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw MFC (de zgn. CNG-tonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden. U hoort deze tonen als u na het kiezen op Start drukt. Ze houden tot ongeveer 60 seconden na het kiezen aan. Tijdens deze 60 seconden begint de verzendende machine de aansluitbevestiging of aansluiting met het ontvangende apparaat.
ECM-modus (foutencorrectie) In deze modus controleert de MFC de faxtransmissie om te zien of deze zonder storingen verloopt. Wanneer de MFC tijdens de faxtransmissie fouten ontdekt, worden de pagina’s die een fout hebben gegeven, opnieuw verzonden. ECM-transmissies zijn uitsluitend mogelijk als beide faxmachines over een ECM-functie beschikken. In dat geval worden faxberichten tijdens het verzenden en ontvangen continu gecontroleerd door de MFC.
De MFC aansluiten Een extern toestel aansluiten De MFC heeft weliswaar geen hoorn, maar u kunt een apart toestel rechtstreeks op de MFC aansluiten (zie onderstaand schema). Tweede toestel Extern toestel Tweede toestel Extern toestel Wanneer een tweede toestel (of antwoordapparaat) in gebruik is, wordt op het LCD-scherm de melding Telefoon weergegeven.
Een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten Volgorde van aansluiting U wilt misschien een antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern antwoordapparaat aansluit op dezelfde lijn als de MFC, worden alle gesprekken beantwoord door het antwoordapparaat, en "luistert" de MFC naar faxtonen. Als er faxtonen klinken, neemt de MFC het gesprek over en wordt de fax ontvangen.
U mag een antwoordapparaat niet op een andere plaats op dezelfde lijn aansluiten.
Aansluitingen 1 2 3 4 5 6 Sluit het telefoonsnoer van het wandcontact aan op de achterkant van de MFC, in de ingang met het opschrift LINE. Sluit het telefoonsnoer van het externe antwoordapparaat aan op de juiste ingang op de machine. (Zorg dat dit snoer is aangesloten op de ingang line van het antwoordapparaat, niet op de andere ingang.) Stel uw antwoordapparaat zo in, dat er na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. (De instelling voor de belvertraging van de MFC is niet van toepassing.
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) De meeste kantoren gebruiken een centraal telefoonsysteem (PBX). Hoewel het vaak relatief eenvoudig is om de MFC aan te sluiten op een PBX-systeem (Private Branch Exchange), raden wij u toch aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw telefoonsysteem heeft geïnstalleerd en hen te vragen de MFC voor u aan te sluiten. Het wordt aangeraden de MFC op een aparte lijn aan te sluiten.
2 Papier Omtrent papier Papiertypes en -formaten De MFC laadt papier van de geïnstalleerde papierlade, lade voor handmatige invoer, multifunctionele papierlade of de optionele onderste lade.
Voorzichtig Gebruik geen inkjetpapier. Dit kan een papierstoring veroorzaken en uw MFC beschadigen. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van gebruikte soort en merk papier. Ga naar http://solutions.brother.com voor de meest recente aanbevelingen voor papier dat met de MFC-8440 en MFC-8840D kan worden gebruikt. Geschikt papier kiezen We adviseren het papier te testen (vooral speciale papierformaten en papiersoorten) in de MFC alvorens u grote hoeveelheden papier koopt.
Papiercapaciteit in de papierlades Papierformaat Aantal vellen Multifunctionele Breedte: 69.8 tot 220 mm papierlade (MP-lade) Hoogte: 116 tot 406.4 mm (MFC-8840D) 50 vellen (80 g/m2) Lade voor handmatige invoer (MFC-8440) een vel Breedte: 69.8 tot 220 mm Hoogte: 116 tot 406.
Papierspecificaties voor iedere papierlade Model Papiersoorten Papiergewicht MFC-8440 MFC-8840D Multifunctionele lade NVT Normaal papier, bankpostpapier, gerecycleerd papier, enveloppen*1, etiketten*2 en transparanten*2 Lade voor handmatige invoer Normaal papier, bankpostpapier, gerecycleerd papier, enveloppen, etiketten en transparanten NVT Papierlade Normaal papier, gerecycleerd papier en transparanten*2 Optionele onderste lade Normaal papier, gerecycleerd papier en transparanten*2 Multifunc
Papier laden Papier of andere media in de papierlade plaatsen 1 Trek de papierlade helemaal uit de MFC. 2 Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif deze voor het correcte papierformaat. Controleer of de geleiders goed vastzitten. Voor het formaat Legal drukt u op de universele ontgrendeling en trekt u aan de achterkant van de papierlade.
3 4 Blader de stapel papier goed door; dit om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. Plaats het papier in de lade. Het papier moet vlak in de lade liggen, onder de maximum markering en de papiergeleider moet goed tegen de stapel liggen. Tot hier. 5 Schuif de papierlade goed in de MFC en vouw de steunklep uit voor u de MFC gaat gebruiken.
Papier of andere media in de papierlade voor handmatige invoer plaatsen (voor MFC-8440) Wanneer u enveloppen en etiketten print, moet u altijd de papierlade voor handmatige invoer gebruiken. 1 Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de papiergeleiders voor het juiste papierformaat. 2 Leg het papier met beide handen in de papierlade voor handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de papierinvoerrol raakt.
Wanneer u papier in de papierlade voor handmatige invoer doet, dient u rekening te houden met het volgende: ■ De te bedrukken zijde moet naar boven zijn. ■ Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het daarna voorzichtig helemaal in de lade. ■ Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen.
Papier of andere media in de multifunctionele papierlade plaatsen (MP-lade) (voor MFC-8840D) Wanneer u enveloppen en etiketten print, moet u altijd de multifunctionele papierlade gebruiken. 1 Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer. 2 Trek aan de steunklep van de MP-lade en vouw deze uit.
3 Wanneer u papier in de MP-lade doet, moet het papier tot tegen de achterzijde van de lade zijn ingeschoven. Het papier moet recht en in de juiste positie in de MP-lade liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen. U kunt maximaal 3 enveloppen of 50 vellen 80 g/m2 papier in de MP-lade doen. 4 Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif deze voor het correcte papierformaat.
Automatisch duplexprinten gebruiken voor faxen, kopiëren en printen (voor MFC-8840D) Wanneer u het papier aan beide zijden wil bedrukken met behulp van de Duplex functie voor faxen, kopiëren en printen, moet u de hefboom voor de papierinstelling op het juiste formaat instellen. Deze functie is beschikbaar voor de formaten A4, Letter en Legal.
3 Programmeren op het scherm Gebruikersvriendelijk programmeren Uw MFC is zodanig ontworpen, dat zij eenvoudig te gebruiken is en met behulp van de navigatietoetsen en het LCD-scherm geprogrammeerd kan worden. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van de MFC optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw MFC verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden.
Navigatietoetsen * Menu openen * Naar volgende menuniveau * Optie accepteren * Verschillende keren indrukken om het menu te verlaten * Terug naar vorige menuniveau * Door huidige menuniveau bladeren * Terug naar vorige menuniveau * Naar vorige menuniveau * Menu afsluiten U opent de programmeermodus door op Menu te drukken. Als u de programmeermodus hebt geopend, geeft het LCD-scherm het volgende weer: Druk op 1 voor het algemene 1.Standaardinst. 2.Fax instelmenu 3.Kopie —OF— 4.
pijl (omhoog/omlaag) te drukken: of . Vervolgens stelt u een optie in door op Set te drukken wanneer de optie in kwestie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer. Druk op of om naar de volgende menuselectie te gaan. Druk op Set. Nadat u een optie hebt geaccepteerd, wordt op het LCD-scherm de melding Geaccepteerd weergegeven. Gebruik om achteruit door de menu's te bladeren als u per ongeluk te ver bent gegaan, of als dit toetsaanslagen bespaart.
Menu. Om het menu te openen drukt u op Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 0 Sec. 30 Sec. 1 Min 2 Min. 5 Min. Uit Bepaalt hoelang de MFC in kopieer- of scanmodus blijft voor deze terug naar de faxmodus gaat. 4-6 2.Papiersoort 1.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Standaardinst. (vervolg) 3.Papierformaat (vervolg) 2.Onderlade (optie) A4 Letter Legal Executive A5 B5 B6 Hiermee kunt u instellen welk papierformaat er in papierlade #2 wordt gebruikt. 4-8 4.Volume 1.Belvolume Hoog Half Laag Uit Hiermee stelt u het volume van de bel af. 4-9 2.Waarsch.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Standaardinst. (vervolg) 7. Kopie: lade (voor de MFC-8440 is dit menu niet beschikbaar.) (wanneer u een optionele lade #2 gebruikt, zie pagina 3-17.) — Alleen lade 1 Alleen MP-lade Auto Selecteert welke lade wordt gebruikt voor het kopiëren. 4-13 8.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (vervolg) 1.Ontvangstmenu (alleen in faxmodus) (vervolg) 3.Fax Waarnemen Aan Uit Met deze functie kunt u faxberichten ontvangen zonder de toets Start in te drukken. 5-4 4.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (vervolg) 2.Verzendmenu (alleen in faxmodus) 1.Contrast Auto Licht Donker Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. 6-8 2.Faxresolutie Standaard Fijn Superfijn Foto Hiermee wijzigt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen. 6-9 3.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (vervolg) 2.Verzendmenu (alleen in faxmodus) (vervolg) 8.Voorblad Opm. — U kunt uw eigen opmerkingen op het voorblad instellen. 6-15 9.Internationaal Aan Uit Als u problemen hebt met internationale verzendingen, moet u de internationale modus activeren. 6-19 0.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 2.Fax (vervolg) 5.Afstandsopties 1.Fax doorzenden Aan Uit Stelt de MFC in om faxberichten door te zenden. 8-1 2.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer Hoofdmenu Submenu 3.Kopie 1.Kwaliteit 4.Printer 5.Print lijsten selecteer Menuopties om te accepteren om af te sluiten Opties Omschrijving Pagina Tekst Foto Auto Selecteert de kopieerresolutie voor uw document. 10-20 Stelt het contrast voor de kopieën in. 10-20 2.Contrast — - 1.Emulatie — Auto HP LaserJet BR-Script 3 Selecteert de emulatiemodus. 11-18 2.Printopties 1.Interne fonts — 11-19 2.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 0.Stand.instel. 1.Ontvangstmodus — Alleen Fax Fax/Telefoon Telefoon/Beantw. Handmatig Kies de ontvangststand die het beste aan uw eisen voldoet. 5-2 2.Datum/Tijd — — Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCD-scherm en op de faxberichten te staan. 4-1 3.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren om af te sluiten Wanneer u de optionele LAN-kaart (NC-9100h) hebt geïnstalleerd, geeft de LCD het volgende LAN-menu weer. Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving 6.LAN (optie) 1.Setup TCP/IP 1.BOOT Method Autom. Statisch RARP BOOTP DHCP Kies de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255].
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving 6.LAN (optie) (vervolg) 1.Setup TCP/IP (vervolg) 8.DNS Server Primary Secondary Specificeert het IP-adres van de primary of secondary server. 9.APIPA Aan Uit Wijst automatisch het IP-adres toe van het link-local adresbereik. 1.Mail Address (60 tekens) Voer het mail adres in. 2.SMTP Server [000-255].[000255].[000-255].
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving 6.LAN (optie) (vervolg) 3.Setup Mail RX (vervolg) 3.Header Alle Onderw.+Van +Aan Geen Selecteert welke mail header moet worden afgedrukt. 4.Del Error Mail Aan Uit Verwijdert automatisch foutberichten. 5.Notification Aan MDN Uit Verzendt waarschuwingsberichten. 1.
Druk op de nummers van het menu. (Bijv.: Druk op 1, 1 voor Mode Timer. ) —OF— selecteer selecteer om te accepteren Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving 6.LAN (optie) (vervolg) 6.Setup Misc. 1.Netware Aan Uit Selecteer Aan om de MFC in een Netware netwerk te gebruiken. 2.Net Frame Auto 8023 ENET 8022 SNAP Voor het specificeren van het type frame. 3.AppleTalk Aan Uit Selecteer Aan om de MFC in een Macintosh® netwerk te gebruiken. 4.
Wanneer u de optionele papierlade hebt, geeft de LCD deze opties weer. (Menu, 1, 7/Menu, 1, 8) (voor MFC-8440 met de optionele papierlade #2) Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina 1.Standaardinst. 7.Kopie: lade — Alleen lade 1 Alleen lade 2 Auto Selecteer welke lade wordt gebruikt voor het kopiëren. 4-13 8.Fax : lade — Alleen lade 1 Alleen lade 2 Auto Selecteer welke lade wordt gebruikt voor het faxen.
4 Aan de slag Eerste instellingen De datum en tijd instellen De MFC geeft de datum en tijd weer, en als u de stations-ID instelt, worden deze gegevens afgedrukt op elke fax die u verzendt. Als de stroom uitvalt, moet u de datum en de tijd waarschijnlijk opnieuw instellen. Alle andere instellingen blijven bewaard. 1 Druk op Menu, 0, 2. 02.Datum/Tijd 2 Toets de twee cijfers van het jaartal in. Jaar:20XX Enter & druk Set Druk op Set. 3 Toets de twee cijfers van de maand in. Druk op Set.
De stations-ID instellen U kunt uw naam of de naam van uw bedrijf en het fax- en telefoonnummer opslaan, zodat deze gegevens worden afgedrukt op alle faxpagina's die u verstuurt. Het is uiterst belangrijk dat de fax- en telefoonnummers in internationaal standaardformaat worden ingevoerd, m.a.w. precies in onderstaande volgorde: ■ Het “+” (plus) teken (druk op ) ■ Uw landnummer (bijv. 31 voor Nederland of 32 voor België) ■ Uw netnummer zonder de eerste “0” (in Spanje is dit een “9”).
4 5 Toets met de kiestoetsen uw naam in (maximaal 20 letters). Druk op Set. Druk op Stop/Exit. Op het LCD-scherm worden de datum en de tijd weergegeven. Als de stations-ID reeds was ingevoerd, wordt u gevraagd om op 1 te drukken om deze identificatie te wijzigen, of op 2 te drukken om af te sluiten zonder deze te wijzigen. Tekst invoeren Bij het instellen van bepaalde functies, zoals de stations-ID, moet tekst worden ingevoerd. Boven de meeste cijfertoetsen staan drie of vier letters.
Corrigeren Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de cursor onder het fout ingevoerde teken te zetten. Druk dan op Clear/Back. Het teken boven de cursor wordt verwijderd. U kunt nu het juiste teken invoeren. Letters herhalen Als u tweemaal achtereen dezelfde letter wilt invoeren (bijvoorbeeld twee e's), dan drukt u tussendoor op om de cursor een plaats verder te zetten en drukt u daarna opnieuw op de toets.
PBX en DOORVERBINDEN De machine is in eerste instantie ingesteld om te worden aangesloten op een openbaar telefoonnetwerk (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centraal telefoonsysteem of Private Branch Exchange (PBX). Deze faxmachine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten.
Standaardinstellingen De Tijdklokstand instellen De MFC heeft op het bedieningspaneel drie tijdelijke toetsen: Fax, Copy en Scan. U kunt het aantal minuten of seconden wijzigen waarbij de MFC na de laatste kopie of scan terugkeert naar de faxmodus. Wanneer u Uit selecteert, blijft de MFC in de laatst gebruikte modus. 1 2 3 Druk op Menu, 1, 1. Druk op of voor het selecteren van 0 Sec., 30 Sec., 1 Min, 2 Min., 5 Min. of Uit. Druk op Set. 4 - 6 AAN DE SLAG 11.Tijdklokstand ▲ 0 Sec. 30 Sec.
De papiersoort instellen Voor de beste afdrukkwaliteit is het zaak dat u de MFC instelt op de papiersoort die u gebruikt. Voor MFC-8440 1 Druk op Menu, 1, 2. 12.Papiersoort ▲ Normaal —OF— Dik papier Wanneer u de optionele ▼ Extra dik papier Kies ▲▼ & Set papierlade gebruikt, drukt u op Menu, 1, 2, 1 om de papiersoort 12.Papiersoort in te stellen voor Bovenlade of 1.Bovenlade Menu, 1, 2, 2 om de papiersoort 2.Onderlade in te stellen voor Onderlade.
Het papierformaat instellen U kunt 8 papierformaten instellen voor kopieën: A4, letter, legal, executive, A5, A6, B5 en B6 en drie papierformaten voor het afdrukken van faxen: A4, letter en legal. Wanneer u het papierformaat verandert in de MFC, moet u ook de instelling voor het papierformaat veranderen, zodat uw MFC een binnenkomende fax of verkleinde kopie op het blad kan passen. 1 Druk op Menu, 1, 3. 13.Papierformaat ▲ A4 2 Druk op of om A4, Letter Letter, Legal, Executive, A5, ▼ Legal A6, B5 of B6.
Het volume van de bel instellen U kunt het volume van de bel afstellen wanneer de MFC inactief is (niet wordt gebruikt). U kunt de bel uitzetten (Uit) of selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. 1 2 Druk op Menu, 1, 4, 1. 14.Volume 1.Belvolume Druk op of voor het ▲ Half selecteren van ▼ Hoog Kies ▲▼ & Set (Laag, Half, Hoog of Uit). Druk op Set. 3 Druk op Stop/Exit. —OF— In de faxmodus drukt u op of om het volume af te stellen.
Het volume van de luidspreker instellen U kunt het volume van de luidspreker van de MFC instellen. 1 Druk op Menu, 1, 4, 3. 14.Volume 3.Luidspreker 2 Druk op of voor het ▲ Half selecteren van ▼ Hoog Kies ▲▼ & Set (Laag, Half, Hoog of Uit). Druk op Set. 3 Druk op Stop/Exit. Zet de zomertijd automaat aan U kunt de MFC instellen om automatisch over te gaan naar zomertijd. Het zal zichzelf een uur vooruit zetten in de Lente en een uur terug in de Herfst.
Slaapstand Met de slaapstand verbruikt u minder energie omdat de fuser in de MFC wordt uitgezet wanneer de machine inactief is. U kunt kiezen hoelang de MFC inactief moet zijn (van 00 tot 99 minuten) voor deze naar slaapstand gaat. De timer is automatisch gereset wanneer de MFC een fax of computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De fabrieksinstelling is 05 minuten. Wanneer de MFC in slaapstand is, wordt Slaapstand op de LCD weergegeven.
Stroombespaarstand Met deze functie bespaart u stroom. Als deze stand is geactiveerd (Aan) en wanneer de machine inactief is en de scannerlamp uit is, schakelt ze naar de circa 10 minuten automatisch over naar de energiebesparende stroombespaarstand. In deze stand kunt u de functie Fax Waarnemen echter niet gebruiken, en kan de machine evenmin vanaf een andere locatie worden geactiveerd. In deze stand geeft de MFC de datum en tijd niet weer. 1 Druk op Menu, 1, 6, 3. 16.Bespaarstand 3.
De lade voor kopieermodus instellen Wanneer uw MFC een MFC-8440 is zonder optionele lade #2, hebt u deze instelling niet nodig. MFC-8440 Met de standaardinstelling Auto kan *1de MFC de optionele Lade 2 kiezen als het papier in Lade 1 op is, of *2als het document het beste op het papier in Lade 2 past. 1 Druk op Menu, 1, 7. 17.Kopie: lade ▲ Alleen lade 1 2 Druk op of om Alleen Alleen lade 2 lade 1, Alleen lade 2 of Auto ▼ Auto te selecteren. Kies ▲▼ & Set 3 Druk op Set. 4 Druk op Stop/Exit.
De lade voor faxmodus instellen Wanneer uw MFC niet is voorzien van de optionele lade #2, hebt u deze instelling niet nodig. Met de standaardinstelling Auto kan uw MFC de optionele lade #2 kiezen wanneer lade #1 leeg is of wanneer binnenkomende faxen beter passen op het papier in lade #2. 1 Druk op Menu, 1, 8. 18.Fax:lade ▲ Alleen lade 1 2 Druk op of om Alleen Alleen lade 2 lade 1, Alleen lade 2 of Auto ▼ Auto Kies ▲▼ & Set te selecteren. 3 Druk op Set. 4 Druk op Stop/Exit.
Voorbereidende installatie afhankelijk van het land waarin u woont Toon of Puls kiesmodus instellen (alleen voor Nederland) Uw machine is bij levering ingesteld voor toon-kiezen (multifrequentie). Wanneer u een pulskiezer hebt (kiesschijf), moet u de kiesmodus wijzigen. 1 Druk op Menu, 0, 4. 04.Toon/Puls 2 Druk op of om Puls (of ▲ Toon Toon) te selecteren. ▼ Puls Kies ▲▼ & Set Druk op Set. 3 Druk op Stop/Exit.
5 De ontvangststand instellen Basishandelingen bij het ontvangen De ontvangststand kiezen Er zijn vier verschillende ontvangststanden voor deze MFC. Kies de stand die het beste aan uw eisen voldoet. LCD-scherm Hoe dit werkt Wanneer te gebruiken Alleen Fax* (automatisch ontvangen) De MFC beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. Voor aparte faxlijnen. Fax/Telefoon (fax en telefoon) De MFC beheert de lijn en beantwoordt automatisch elke oproep.
De ontvangststand kiezen en wijzigen 1 Druk op Menu, 0, 1. 01.Ontvangstmodus 2 3 Druk op of om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Telefoon/Beantw. of Handmatig te selecteren. Druk op Set. Druk op Stop/Exit. ▲ Alleen Fax Fax/Telefoon ▼ Telefoon/Beantw. Kies ▲▼ & Set Als u de ontvangststand wijzigt terwijl er een andere bewerking wordt uitgevoerd, zal het LCD-scherm overschakelen naar de bewerking in kwestie. Alleen Fax Fax/Telefoon Telefoon/Beantw. Handmatig 01/03/2003 18:15 Telefoon/Beantw.
De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand Fax/Tel) Als u de ontvangststand instelt op Fax/Telefoon, dient u te specificeren hoe lang de MFC met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. (Als het een inkomend faxbericht is, zal de MFC de fax afdrukken.) Dit dubbel belsignaal hoort u na het eerste signaal van het telefoonbedrijf. Alleen de bel van de MFC gaat over (gedurende 20, 30, 40 of 70 seconden), de andere toestellen op deze lijn geven dit belsignaal niet.
Fax Waarnemen Als u deze functie gebruikt, is het niet nodig om op Start te drukken en of de code voor activeren 51 in te toetsen wanneer u de telefoon aanneemt en faxtonen hoort. Als u Aan selecteert, kan de MFC faxberichten automatisch ontvangen, zelfs als u de hoorn van een tweede of extern toestel hebt opgenomen. Zodra op het LCD-scherm van uw faxmachine de melding Ontvangst verschijnt, of zodra u via de hoorn van het andere toestel het tjirpende geluid hoort, legt u de hoorn op de haak.
Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (automatische verkleining) Als u Aan selecteert, zal de MFC een inkomende fax automatisch verkleinen, zodat deze op een vel letter, legal of A4-papier past, ongeacht het papierformaat van het document. De MFC berekent het verkleiningspercentage aan de hand van het papierformaat van het document en uw instelling voor papierformaat (Menu, 1, 3). 1 2 3 4 5 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax). Druk op Menu, 2, 1, 5. 21.Ontvangstmenu 5.
Ontvangen in het geheugen Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm Papier nazien; plaats papier in de papierlade. (Raadpleeg de handleiding voor snelle installatie.) Als de Geh. Ontvangst op AAN staat… dan gaat de faxmachine gewoon door met het ontvangen van de fax en worden de overige pagina's in het geheugen opgeslagen als er voldoende geheugen beschikbaar is.
Een fax uit het geheugen afdrukken Als de optie Fax Opslaan is geactiveerd, zodat u uw faxberichten vanaf een ander toestel kunt opvragen, kunnen de faxberichten die in het geheugen zijn opgeslagen toch nog op de MFC worden afgedrukt. U moet dan echter wel bij de machine staan. (Raadpleeg Fax Opslaan instellen op pagina 8-2.) 1 Druk op Menu, 2, 5, 4. 25.Afstandsopties 4.Print document 2 Druk op Start. 3 Na het printen Druk op Start druk op Stop/Exit.
Geavanceerde ontvangstopties Werken met een tweede toestel Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een extern toestel dat is aangesloten op de betreffende ingang op het faxtoestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de MFC door de code voor activeren in te toetsen. Als u de code voor activeren 51 intoetst, zal het faxbericht op uw MFC worden ontvangen. (Raadpleeg Fax Waarnemen op pagina 5-4.
Een draadloze externe telefoon gebruiken Als uw draadloze telefoon is aangesloten op de juiste ingang van de MFC en u de hoorn van het toestel doorgaans altijd bij u hebt, is het eenvoudiger om de oproepen tijdens de belvertraging te beantwoorden. Als u de MFC eerst laat aannemen, moet u naar de MFC lopen en op Tel/R drukken om het telefoontje op het draadloze toestel aan te nemen.
Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen, of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Alle partijen dienen hun faxmachines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje.
Ontvang Pollen met beveiligingscode instellen Het is belangrijk dat u dezelfde beveiligingscode gebruikt als de andere partij. 1 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 1, 8. 21.Ontvangstmenu 8.Ontvang Pollen 3 Druk op of om ▲ Stand. Beveilig te selecteren. ▼ Beveilig Kies ▲▼ & Set Druk op Set. 4 Toets een viercijferige beveiligingscode in. Dit nummer moet hetzelfde zijn als de beveiligingscode van de faxmachine die u gaat pollen. 5 Druk op Set.
Opeenvolgend Pollen De MFC kan in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. In stap 4 specificeert u van welke nummers er documenten moeten worden opgevraagd. Na het pollen wordt een rapport afgedrukt. 1 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 1, 8. 3 Druk op of om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren. Druk op Set wanneer de gewenste instelling op het LCD-scherm wordt weergegeven. 4 Als u Stand. hebt geselecteerd, gaat u naar stap 5.
Duplexafdrukken voor de faxstand instellen (voor de MFC-8840D) Wanneer u Duplex op Aan zet voor het ontvangen van faxen, drukt de MFC ontvangen faxen recto verso af. Voor deze functie kunt u drie papierformaten kiezen - letter, legal en A4. 1 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 1, 9. 21.Ontvangstmenu 9.Duplex 3 Druk op of om Aan (of ▲ Aan Uit) te selecteren. ▼ Uit Kies ▲▼ & Set Druk op Set. 4 Druk op Stop/Exit. Wanneer de duplexfunctie voor faxen actief is, is autom.
6 Het verzenden instellen Faxen U kunt faxen verzenden vanuit de ADF (Automatische documentinvoer) of vanaf de glasplaat. Faxmodus instellen Voor u faxen gaat verzenden, moet u nagaan of (Fax) groen oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op (Fax) om de faxmodus te kiezen. De standaardinstelling is Fax. Faxen vanuit de automatische documentinvoer (ADF) De automatische documentinvoer heeft een capaciteit van maximaal 50 vellen en voert het papier vel voor vel in.
Faxen verzenden vanaf de ADF 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op ADF documentsteun ADF documentsteunklep (Fax). Trek de ADF documentsteun uit. Vouw de ADF steunklep uit. Blader de pagina’s en plaats ze in een hoek. Leg uw documenten met de bedrukte kant naar boven, en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt dat ze de invoerrol raken. Stel de papiergeleiders in op de breedte van uw documenten.
Faxen via de glasplaat U kunt de glasplaat gebruiken om pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina voor pagina te faxen. De documenten kunnen het formaat letter, A4 of legal (216 mm tot 356 mm) hebben. Druk op Stop/Exit om het scannen te onderbreken. 1 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op Til het documentdeksel op. (Fax).
5 Als u slechts één pagina wilt Flatbed Fax Volgende Pagina? verzenden, drukt u op 2 (of ▼ 1.Ja nogmaals op Start). De MFC ▲ 2.Nee(verzenden) begint het document te verzenden. Kies ▲▼ & Set —OF— Als u meer dan een pagina wilt verzenden, drukt u op 1 en gaat u naar stap 6. 6 Leg de volgende pagina op de Flatbed Fax glasplaat. Volgende Pagina Druk op Set. Druk op Set De MFC begint te scannen. (Herhaal stappen 5 en 6 voor elke volgende pagina.
Documenten in formaat legal verzenden via de glasplaat Voor documenten in legal formaat moet u het formaat Legal instellen. Als u dit niet doet, zal het onderste gedeelte van de documenten ontbreken. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen brandt, drukt u op Druk op Menu, 2, 2, 0. Druk op of om Legal te selecteren. Druk op Set. Druk op Stop/Exit. (Fax).
Automatisch verzenden Dit is de eenvoudigste methode om een fax te verzenden. 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Toets het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de kiestoetsen, de ééntoetsnummers of de snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het nummer zoeken. (Raadpleeg Eéntoetsnummer kiezen op pagina 7-7 en Snelkiezen op pagina 7-8.
Basishandelingen bij het verzenden Faxen met meerdere instellingen verzenden Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u een combinatie van de volgende instellingen kiezen: voorblad, contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen, pollen of directe verzendingen. Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax) en drukt u daarna op Menu.
Contrast Als uw document erg licht of erg donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Gebruik Licht om de fax donkerder te maken. Gebruik Donker om de fax lichter te maken. 1 2 3 4 5 6 7 8 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Druk op Menu, 2, 2, 1. 22.Verzendmenu 1.Contrast Druk op of om Auto, ▲ Auto Licht of Donker te selecteren.
Faxresolutie Als er een document in de automatische documentinvoer of op de glasplaat is, kunt u de toets Resolution gebruiken om de instelling tijdelijk te wijzigen (alleen voor deze fax). Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Druk herhaaldelijk op de toets Resolution totdat op het LCD-scherm de gewenste instelling wordt weergegeven. —OF— U kunt de standaardinstelling wijzigen. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 2, 2. 22.Verzendmenu 2.
Tweevoudige werking U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen inlezen—zelfs wanneer de MFC een fax ontvangt, verzendt of vanuit het geheugen afdrukt. Op het LCD-scherm wordt het nieuwe taaknummer weergegeven. Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding Geheugen vol ziet, dient u op Stop/Exit te drukken om de scan te stoppen.
Direct verzenden Als u een fax gaat verzenden, zal de MFC de documenten eerst in het geheugen scannen. Zodra de lijn vrij is, kiest de MFC het nummer en wordt de fax verzonden. Als het geheugen vol is, zal de MFC het document direct verzenden (zelfs als Direct Verzend is ingesteld op Uit). Soms wilt u een belangrijk document onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt Direct Verzend op Aan zetten voor alle documenten of alleen voor de volgende fax.
5 6 7 Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het Verzendmenu weergegeven. —OF— Druk op 2 als u klaar bent met instellen en ga naar stap 6. Toets het faxnummer in. Druk op Start om de fax te verzenden. Als u een fax direct via de glasplaat verzendt, werkt de functie Automatisch Herkiezen niet. De status van taken controleren U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten.
Een taak in de wachtrij annuleren U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht, annuleren. 1 Druk op Menu, 2, 6. 26.Rest. jobs ▲ #001 12:34 BROTHER Op het LCD-scherm verschijnen alle #002 15:00 BIC taken die in de wachtlijst staan. ▼ #003 17:30 ABCDEFG 2 Als er meer dan twee taken in de Kies ▲▼ & Set wachtrij staan, drukt u op of om de te annuleren taak te selecteren. Druk op Set. —OF— Als er slechts één taak in de wachtrij staat, gaat u door naar stap 3.
Geavanceerde verzendopties Het elektronische voorblad samenstellen Dit voorblad wordt op de faxmachine van de ontvangende partij afgedrukt. Als de fax wordt verzonden met gebruik van de ééntoetsnummers of de snelkiesfunctie, staat op dit voorblad de naam die bij het betreffende nummer is opgeslagen. Als u handmatig kiest, wordt er geen naam vermeld. Op dit voorblad staan verder ook uw stations-ID en het aantal pagina's dat u verzendt. (Raadpleeg De stations-ID instellen op pagina 4-2.
Uw eigen opmerking opstellen U kunt zelf twee opmerkingen opstellen. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 2, 8. 22.Verzendmenu 8.Voorblad Opm. 3 Druk op of om 5 of 6 te ▲ 5. selecteren voor uw eigen opmerkingen. ▼ 6. Kies ▲▼ & Set Druk op Set. 4 Toets de opmerking met de kiestoetsen in. Druk op Set. (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 4-3.) 5 Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het Verzendmenu weergegeven.
6 Toets twee cijfers in om aan te geven hoeveel pagina's u verzendt. Druk op Set. (Druk bijvoorbeeld op 0, 2 als u 2 pagina's verzendt, of druk op 0 0 als u dit vak leeg wilt laten. Maakt u een vergissing, druk dan op en voer het aantal pagina's opnieuw in.) 7 Druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken. Op het LCD-scherm wordt opnieuw het Verzendmenu weergegeven. —OF— Druk op 2 als u verder geen instellingen meer wilt selecteren. Voer het faxnummer in. Druk op Start.
Een afgedrukt voorblad gebruiken Als u er de voorkeur aan geeft om een voorblad te gebruiken waarop u bijvoorbeeld zelf nog informatie kunt schrijven, kunt u een voorblad eerst afdrukken en aan uw faxbericht toevoegen. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 2, 7. 3 Druk op of voor het 22.Verzendmenu 7.Voorbladinst. selecteren van Print voorbeeld. ▲ Uit Druk op Set. ▼ Print voorbeeld 4 Druk op Start. Uw MFC drukt het Kies ▲▼ & Set voorblad af. 5 Druk op Stop/Exit.
■ Als het geheugen vol is, kunt u op Stop/Exit drukken om de opdracht af te breken of op Start om het gedeelte te verzenden dat reeds in het geheugen is gescand. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer het gewenste nummer in.
Internationale modus Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale stand te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie vanzelf weer uitgeschakeld. 1 2 3 4 5 6 7 8 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Druk op Menu, 2, 2, 9. 22.
Uitgestelde fax U kunt 50 faxberichten gedurende maximaal 24 uur in het geheugen opslaan om deze later te verzenden. Deze faxen worden verzonden op het tijdstip dat u in stap 3 specificeert. Druk op Set om deze instelling te accepteren, of toets een ander tijdstip in waarop de faxen moeten worden verzonden. 1 2 3 4 5 6 7 8 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
Verzamelen (van uitgestelde batchtransmissies) Alvorens uitgestelde faxen te verzenden, zal de MFC alle faxen in het geheugen eerst sorteren op bestemming waarnaar en tijdstip waarop ze verzonden moeten worden. Als u Verzamelen activeert (AAN), worden alle faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming verzonden moeten worden, als een enkele transmissie verzonden. Zo wint u transmissietijd. 1 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). 2 Druk op Menu, 2, 2, 4. 22.Verzendmenu 4.
7 8 Als u slechts één pagina wilt verzenden, drukt u op 2 (of nogmaals op Start) en wacht u tot de fax wordt gepolld. —OF— Als u meer dan een pagina wilt verzenden, drukt u op 1 en gaat u naar stap 8. Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op Set. De MFC begint te scannen en keert terug naar stap 7 (Herhaal stap 7 en 8 voor elke verdere pagina).
7 8 9 Wanneer u het document in de ADF hebt geplaatst, wacht u tot de fax wordt gepolld. —OF— Als u het document op de glasplaat hebt geplaatst, gaat u naar stap 8. Als u slechts één pagina wilt verzenden, drukt u op 2 (of nogmaals op Start) en wacht u tot de fax wordt gepolld. —OF— Als u meer dan een pagina wilt verzenden, drukt u op 1 en gaat u naar stap 9. Leg de volgende pagina op de glasplaat. Druk op Set.
Wachtwoord instellen Wanneer u uw wachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met de Brother dealer. 1 2 3 Druk op Menu, 2, 0, 1. 20.Diversen 1.Beveiligd geh. Toets een wachtwoord van vier cijfers in. Nieuw w.w.:xxxx Enter & druk Set Druk op Set. Wanneer u het wachtwoord voor het eerst invoert, vermeldt de LCD Nogmaals: Voer het wachtwoord opnieuw in. Druk op Set. Geheugenbeveiliging uit zetten 1 Druk op Menu, 2, 0, 1. 2 3 20.Diversen 1.Beveiligd geh.
7 Nummers die automatisch worden gekozen en kiesopties Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt de MFC op drie manieren laten snelkiezen: met ééntoetsnummers, snelkiesnummers en met groepsnummers voor het groepsverzenden van faxberichten. De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt. Eéntoetsnummers opslaan Uw MFC heeft 20 toetsen waar u 40 telefoon- of faxnummers kunt opslaan en deze automatisch kunt kiezen.
4 5 6 Toets een nummer in (maximaal 20 cijfers). Druk op Set. ■ Wanneer u een pauze wil inlassen (b.v. om toegang te krijgen tot een buitenlijn), drukt u op Redial/Pause wanneer u het nummer invoert. Telkens wanneer u op Redial/Pause drukt, voert u een pauze van 3.5 seconden in wanneer het nummer wordt gekozen en wordt een streepje op het scherm weergegeven. Gebruik de kiestoetsen om de naam in te voeren (maximaal 15 letters). Druk op Set.
Snelkiesnummers opslaan U kunt snelkiesnummers opslaan, die dan met een druk op slechts een paar toetsen kunnen worden gekozen (Search/Speed Dial, #, het driecijferige nummer van de snelkieslocatie en Start). Er kunnen 300 snelkiesnummers in de MFC worden opgeslagen. 1 Druk op Menu, 2, 3, 2. 23.Kiesgeheugen 2.Snelkies 2 Voer met behulp van de kiestoetsen een driecijferige Snelkiesnr? # locatie voor het snelkiesnummer in Enter & druk Set (001-300). (Druk bijvoorbeeld op 005.) Druk op Set.
Eéntoetsnummers en snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een ééntoetsnummer of een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam (of het opgeslagen nummer) op het LCD-scherm en wordt u gevraagd of u deze wilt wijzigen of de handeling wilt afsluiten. 1 Druk op 1 om het opgeslagen 23.Kiesgeheugen *005:MIKE nummer te wijzigen. ▲ 1.Wijzig instell —OF— ▼ 2.Stop wijziging Kies ▲▼ & Set Druk op 2 af te sluiten zonder het nummer te wijzigen. 2 Toets een nieuw nummer in.
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Groepen kunnen worden opgeslagen in een ééntoetsnummer of een snelkiesnummer. Zo kunt u hetzelfde faxbericht naar verschillende nummers verzenden. U drukt op het ééntoetsnummer en Start of op Search/Speed Dial, #, het 3-cijferige nummer en Start. Eerst moet elk faxnummer als een ééntoetsnummer of snelkiesnummer worden opgeslagen. Daarna combineert u deze nummers tot een groep. Iedere groep gebruikt een ééntoetsnummer of een snelkiesnummer.
4 5 6 7 Als u ééntoetsnummers of snelkiesnummers in een groep wilt opnemen, voert u deze in zoals u zou doen als u het betreffende nummer wilt kiezen. Voorbeeld: voor ééntoetsnummer 05 drukt u op ééntoetsnummer 05. Voor snelkiesnummer 009 drukt u op Search/Speed Dial en kiest u 009 met de kiestoetsen. Op de LCD wordt 005, #009 weergegeven. Druk op Set om de nummers voor deze groep te accepteren. Gebruik de kiestoetsen en het schema op pagina 4-3 om een naam voor de groep in te voeren. Druk op Set.
Kiesopties Als u een automatisch te kiezen nummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die bij het nummer in kwestie is opgeslagen; als er geen naam is opgeslagen, wordt het faxnummer weergegeven. Zoeken U kunt zoeken naar de namen die in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers zijn opgeslagen. (Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-3.) 1 2 3 4 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax).
Snelkiezen 1 2 3 Wanneer het lampje niet groen oplicht, drukt u op (Fax). Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Druk op Search/Speed Dial, # en toets vervolgens de drie cijfers van het snelkiesnummer in. (Raadpleeg Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-3.) Druk op Start. Wanneer u een vrij ééntoetsnummer of een snelkiesnummer kiest, hoort u een waarschuwing. Op de LCD wordt Niet opgeslagen weergegeven.
Toegangscodes en creditcardnummers Soms is het voordeliger om een andere serviceprovider te gebruiken voor uw interlokale gesprekken. Tarieven variëren, al naar gelang bestemming en tijd van de dag. Om de lagere tarieven te kunnen gebruiken, kunt u toegangscodes of nummers van interlokale serviceproviders en creditcard opslaan als ééntoetsnummers en snelkiesnummers. Deze lange nummers kunnen worden opgesplitst en deze delen kunnen in willekeurige combinaties als snelkiesnummers worden opgeslagen.
Pauze Druk op Redial/Pause om een pauze van 3.5 seconden tussen de cijfers van een nummer in te lassen. Als u internationaal belt, kunt u zo vaak als nodig op Redial/Pause drukken om de pauze langer te maken. Toon of Puls (alleen voor Nederland) Wanneer u een puls-service heeft en toonsignalen moet verzenden (b.v. voor telefonisch bankieren), dient u onderstaande instructies te volgen. Wanneer u een toetstoonservice hebt, hebt u deze functie niet nodig voor het verzenden van toonsignalen.
8 Opties voor afstandsbediening Fax Doorzenden Wanneer u Fax Doorzenden hebt gekozen, wordt Fax Opslaan automatisch op Aan gezet. Een nummer programmeren waarnaar faxberichten worden doorgestuurd Wanneer de functie Fax Doorzenden is ingesteld op Aan, worden inkomende faxberichten in het geheugen van de MFC opgeslagen. Vervolgens kiest de faxmachine het door u geprogrammeerde faxnummer en wordt het bericht naar dat nummer doorgestuurd. 1 Druk op Menu, 2, 5, 1. 25.Afstandsopties 1.
Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN als u uw faxberichten vanaf een ander toestel wilt opvragen met de functie Fax Doorzenden of met een van de functies voor het vanaf een ander toestel opvragen van uw faxberichten. Wanneer er een fax in het geheugen is opgeslagen, wordt dit op het LCD-scherm aangegeven. 1 2 3 Druk op Menu, 2, 5, 2. U wordt gevraagd om een instelling te kiezen. Druk op of om Aan (of Uit) te selecteren. Druk op Set. Druk op Stop/Exit. 25.Afstandsopties 2.
De toegangscode instellen De toegangscode biedt u toegang tot de functies voor het op een ander toestel opvragen van uw berichten, die u kunt gebruiken wanneer u zich niet bij de MFC bevindt. U moet eerst uw eigen code instellen, pas dan kunt u vanaf een ander toestel toegang tot uw machine krijgen. De standaardcode is een inactieve code (--- ). 1 Druk op Menu, 2, 5, 3. 25.Afstandsopties 3.Afst.bediening 2 Voer een code van 3 cijfers in met 0-9, of #. Toegangscde:---* Enter & druk Set Druk op Set.
Opvragen vanaf een ander toestel Om uw faxen vanaf een andere plaats op te vragen, moet u de MFC vanaf een toetstelefoon bellen, waarna u uw toegangscode moet invoeren en een aantal andere toetsen moet indrukken om uw faxen op te vragen. U knipt de code voor activeren (zie laatste pagina) best uit en dient deze altijd bij u te houden. De toegangscode gebruiken 1 2 3 4 5 6 Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine het nummer van uw faxmachine.
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw MFC vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de onderstaande opdrachten. Wanneer u de MFC opbelt en de toegangscode (3 cijfers gevolgd door ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten voor afstandsbediening 95 Wat u moet doen De instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen 1 UIT 2 Fax Doorzenden 4 Nummer voor Fax Doorzenden 6 Fax Opslaan AAN Als u een lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
Faxberichten opvragen 1 2 3 4 Kies het nummer van uw faxmachine. Zodra u de toon van uw MFC hoort, toetst u uw toegangscode in (3 cijfers gevolgd door ). Als u een lange toon hoort, zijn er berichten voor u. Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 962 in. Wacht op de lange toon en toets vervolgens met de kiestoetsen het nummer in van de faxmachine waar de faxberichten naartoe moeten worden gestuurd, gevolgd door ## (max. 20 cijfers). U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken.
9 Rapporten afdrukken MFC instellingen en activiteiten U dient het verzendrapport en periode voor het journaal in te stellen via het menu. Druk op Menu, 2, 4, 1. —OF— Druk op Menu, 2, 4, 2. 24.Rapportinstel. 1.Verz.rapport 2.Journaal per. Kies ▲▼ & Set Het verzendrapport aanpassen U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport staan de datum en de tijd waarop het bericht werd verzonden, en wordt tevens aangegeven of de transmissie geslaagd was (OK).
De journaalperiode instellen U kunt de MFC zodanig instellen, dat er op vaste tijden een journaal wordt afgedrukt (elke 50 faxen, om de 6, 12 of 24 uur, om de 2 of 7 dagen). Als u het journaal uitzet (Uit), kunt u het afdrukken via de procedure die op de volgende pagina wordt beschreven. De standaardinstelling is Na 50 faxen. 1 2 3 4 24.Rapportinstel. Druk op Menu, 2, 4, 2. 2.Journaal per. Druk op of om een ▲ Na 50 faxen ▼ Om de 6 uur interval te selecteren. Kies ▲▼ & Set Druk op Set.
Rapporten afdrukken Er zijn vijf rapporten beschikbaar: 1.Helplijst Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de MFC kunt programmeren. 2.Kieslijst Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 3.Journaal In deze lijst staat informatie over de laatste ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzonden.) (RX betekent ontvangen.) 4.
10 Kopiëren De MFC als een copier gebruiken U kunt de MFC ook als copier gebruiken en maximaal 99 kopieën per keer maken. Kopieermodus instellen (Copy) groen Voor u kopieën gaat maken, moet u nagaan of oplicht. Wanneer dit niet zo is, drukt u op (Copy) om de Copy modus te selecteren. De standaardinstelling is Fax. U kunt het aantal seconden of minuten wijzigen waarin de MFC in kopieermodus blijft nadat de laatste kopie is genomen. (Raadpleeg De Tijdklokstand instellen op pagina 4-6.
Tijdelijke kopieerinstellingen U kunt de kwaliteit van de kopieën verbeteren met de Tijdelijke kopieertoetsen: Enlarge/Reduce, Contrast, Quality, Tray Select, Sort en N in 1 (voor MFC-8440) of Duplex/N in 1 (voor MFC-8840D). Deze instellingen zijn tijdelijk en de MFC keert 1 minuut na het maken van de laatste kopie terug naar de faxmodus. Wanneer u deze tijdelijke instellingen opnieuw wilt gebruiken, plaatst u het volgende document binnen deze tijd in de ADF of op de glasplaat.
Een enkele kopie maken vanuit de ADF 1 Druk op 2 het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Druk op Start. Het papier mag tijdens het kopiëren NIET uit de machine worden getrokken. (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats Als u wilt stoppen, drukt op Stop/Exit om het origineel uit te werpen. Meerdere kopieën vanuit de ADF maken 1 Druk op 2 het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer.
Een of meerdere kopieën via de glasplaat Via de glasplaat kunnen meerdere kopieën worden gemaakt. Meerdere kopieën worden gestapeld (alle kopieën van de eerste pagina, dan alle kopieën van de tweede pagina, enz). Druk op de toets tijdelijke kopieertoetsen om verdere instellingen te selecteren. (Raadpleeg De kopieertoetsen gebruiken (tijdelijke instellingen) op pagina 10-6.) 1 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Til het documentdeksel op.
De melding Geheugen vol Wanneer het bericht Geheugen vol wordt weergegeven, drukt u op Kopie:Druk Start Stop/Exit om de handeling te Stop:Druk Stop annuleren of op Start om de gescande pagina’s te kopiëren. Voordat u verdergaat, moet u geheugen vrijmaken door een aantal in het geheugen opgeslagen taken te wissen. Geheugen vol Als u meer geheugen wilt vrijmaken, kunt u Fax Opslaan uitschakelen. (Raadpleeg Fax Opslaan instellen op pagina 8-2.
De kopieertoetsen gebruiken (tijdelijke instellingen) Gebruik de tijdelijke kopieertoetsen als u de instellingen alleen voor de volgende kopie wilt wijzigen. Tijdelijke kopieertoetsen U kunt verschillende combinaties gebruiken. Het grote LCD-scherm geeft de huidige instellingen weer. Vergr/kl:100% Kwal.
Vergroten/Verkleinen U kunt de volgende vergrotings-/verkleiningspercentages selecteren. Bij Automatisch kan de MFC berekenen welk verkleiningspercentage het meest geschikt is voor het papierformaat dat u gebruikt. Met Custom kunt u een percentage tussen 25% en 400% instellen.
5 Druk op of om het gewenste vergrotings- of verkleiningspercentage te selecteren. Druk op Set. —OF— U kunt Custom selecteren en op Set drukken. Gebruik de kiestoetsen om een vergrotings-/verkleiningspercentage in te toetsen tussen 25% en 400%. Druk op Set. (Druk bijvoorbeeld op 5 3 als u 53% wilt intoetsen.) 6 Druk op Start. —OF— Druk op een andere tijdelijke kopieertoets voor meer instellingen.
Kwaliteit (type document) Hiermee kunt u de kopieerkwaliteit voor het document kiezen. De standaardinstelling is Auto en is geschikt voor documenten die zowel tekst als afbeeldingen bevatten. Tekst wordt gebruikt voor documenten die uitsluitend tekst bevatten. Foto wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s. 1 2 3 4 5 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht.
Contrast U kunt het contrast afstellen om kopieën donkerder of lichter te maken. 1 2 3 4 5 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (maximaal 99 exemplaren). Druk op Contrast. Druk op om een kopie lichter te maken. —OF— Druk op om een donkerdere kopie te maken. Druk op Set. Druk op Start.
Lade selecteren U kunt desgewenst voor alleen de volgende kopie een andere papierlade kiezen. 1 2 3 4 5 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (maximaal 99 exemplaren). Druk op Tray Select. Druk op of om de lade te selecteren. Druk op Set. Druk op Start.
Duplex/N in 1 ‘Duplex’ drukt documenten dubbelzijdig af.
Druk op Duplex/N in 1 (MFC-8840D) N in 1 (MFC-8440) Niveau 1 Niveau 2 Optie Duplex (2 op 1) (MFC-8840D) — Form P1 document 1 Form P2 1 Form L1 Afgewerkte lay-out 1 2 3 1 2 2 2 3 Tijdelijke toets 1 1 2 Form L2 1 1 Form P2 1 Form L1 1 2 2 2 1 2 Form L2 1 2 Poster — 1 Uit 10 - 13 KOPIËREN — — — 3 5 1 2 4 1 2 3 5 1 3 4 5 Form P1 5 — 3 2 Duplex (4 op 1) (MFC-8840D) 3 1
Duplex/N op 1 kopiëren N op 1 kopiëren U kunt papier besparen door twee of vier pagina's op één vel te kopiëren. Controleer of het papierformaat is ingesteld op A4, Letter of Legal. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Duplex/N in 1.
10 Wanneer alle pagina’s van het document zijn gescand, selecteert u 2 en drukt u op Set of 2 om af te drukken. (P) betekent Portrait (staand) en (L) betekent Landscape (liggend). U kunt bovendien de functies N in 1 en Duplex combineren. (Raadpleeg Duplex (2 in 1) en Duplex (4 in 1)(voor de MFC-8840D) op pagina 10-19.) Voor 2 op 1 P, 2 op 1 L, 4 op 1 P of 4 op 1 L kunt u de functie vergroten/verkleinen niet gebruiken.
Poster U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. U moet de glasplaat gebruiken. 1 2 3 Leg het origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Druk op Duplex/N in 1 op of om Poster te selecteren. Druk op Set. Druk op Start. De MFC begint het origineel te scannen en zal de pagina’s die samen de poster vormen afdrukken. Bij kopieën op posterformaat kunt u slechts één kopie maken en kan het vergrotings- of verkleiningspercentage niet worden gewijzigd.
Duplex (1 in 1) (MFC-8840D) Een dubbelzijdige kopie maken van een enkelzijdig document 1 2 1 2 1 2 3 4 5 6 7 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (maximaal 99 exemplaren). Druk op Duplex/N in 1 en of om Duplex (1 op 1) te selecteren. Druk op Set.
Een dubbelzijdige kopie maken van een dubbelzijdig document (Niet beschikbaar voor meerdere kopieën) 1 1 2 2 1 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. 2 Druk op Duplex/N in 1 en of om Duplex (1 op 1) te selecteren. Druk op Set. Druk op of om Form P2, Form L1 te selecteren. Druk op Set. Druk op of om Dubbelzijdig te selecteren voor het document. Druk op Set. Druk op Start.
Duplex (2 in 1) en Duplex (4 in 1)(voor de MFC-8840D) 1 2 3 4 5 6 7 Druk op (Copy) zodat deze toets groen oplicht. Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Voer met de kiestoetsen in hoeveel exemplaren u wilt afdrukken (maximaal 99 exemplaren). Druk op Duplex/N in 1 en of om Duplex (2 op 1) of Duplex (4 op 1) te selecteren. Druk op Set. Druk op of om Form P1, Form P2, Form L1 of Form L2 te selecteren.
De standaardinstellingen voor het kopiëren wijzigen U kunt de kopieerinstellingen afstellen zoals in het onderstaande schema wordt aangegeven. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. Submenu Menuopties Opties Fabrieksinstellingen 1.Kwaliteit — Tekst Auto Foto Auto 2.Contrast — - + + + + + - + Kwaliteit 1 2 3 Druk op Menu, 3, 1. Druk op of om Tekst, Foto of Auto te selecteren. Druk op Set. Druk op Stop/Exit. 31.
MFC als een printer 11 De gebruiken Brother's printerdriver voor de MFC-8440,MFC-8840D gebruiken Een printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit is meestal een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom. Installeer de drivers eerst aan de hand van de instructies in de installatiehandleiding.
Uw document afdrukken Zodra de MFC gegevens van uw computer ontvangt, wordt het afdrukken gestart door papier vanuit de papierlade in te voeren. Via de papierlade kunnen diverse papiersoorten en enveloppen worden ingevoerd. 1 Selecteer de afdrukopdracht op uw computer.
Gelijktijdig afdrukken en faxen De MFC kan gegevens van de computer afdrukken terwijl er een fax wordt verzonden of ontvangen of terwijl er gegevens in de computer worden gescand. Het verzenden van faxen kan tijdens het PC-afdrukken gewoon doorgaan. Dubbelzijdig printen (duplexprinten) De bijgeleverde printerdriver ondersteunt duplexprinten. (Voor meer informatie Raadpleeg Duplexprinten op pagina 12-6.
Handmatig Duplex printen De MFC drukt eerst alle even pagina’s af op een zijde van het papier. Daarna vraagt de Windows® driver u (via een pop-up bericht) om het papier opnieuw te plaatsen. Voor u het papier opnieuw plaatst, moet u het goed recht leggen, anders kan het papier vastlopen. We adviseren geen extreem dun of dik papier te gebruiken.
Documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden Het papier wordt met de bedrukte zijde naar beneden op de uitvoerlade aan de voorkant van de MFC uitgeworpen. Vouw de steunklep open om de bedrukte pagina’s op te vangen. Voor het printen van transparanten moet u iedere transparant, zodra deze is geprint, van de steunklep nemen.
4 Leg het papier met beide handen in de papierlade voor handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de papierinvoerrol raakt. De MFC trekt het papier in. ■ Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen. ■ Leg slechts een vel papier tegelijk in de papierlade voor handmatige invoer, anders kan het papier vastlopen.
4 Wanneer u papier in de MP-lade doet, moet het papier tot tegen de achterzijde van de lade zijn ingeschoven. Ontgrendeling papiergeleiders Het papier moet recht en in de juiste positie in de MP-lade liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen. 5 Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif deze voor het correcte papierformaat.
Afdrukken op dikker papier en karton Wanneer de uitvoerlade achteraan wordt geopend, heeft de MFC een rechte baan van de papierlade voor handmatige invoer of de MP-lade tot de achterzijde van de MFC. Gebruik deze methode voor het in- en uitvoeren van papier wanneer u op dikker papier (106 - 161 g/m2) of karton wil printen. De papierlade voor handmatige invoer (voor MFC-8440) 1 2 3 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver.
4 Leg het papier met beide handen in de papierlade voor handmatige invoer zodat de voorzijde van het papier de papierinvoerrol raakt. De MFC trekt het papier in. ■ Het papier moet recht en in de juiste positie in de papierlade voor de handmatige invoer liggen. Anders wordt het papier niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kan het papier vastlopen. ■ Leg slechts een vel papier tegelijk in de papierlade voor handmatige invoer, anders kan het papier vastlopen.
De multifunctionele lade (MP-lade) (voor MFC-8840D) 1 2 3 4 5 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver. Soort papier: Dik papier of Dikker papier Papierbron: MP-lade Open de uitvoerlade achteraan en trek indien nodig de papiersteun uit voor de uitvoerlade met bedrukte zijde naar omhoog. Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer. Trek aan de steunklep van de MP-lade.
6 Druk op de ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif deze voor het correcte papierformaat. Wanneer u papier in de MP-lade doet, dient u rekening te houden met het volgende; ■ Tijdens het printen gaat de binnenste lade omhoog om papier in de MFC te laden. ■ De te bedrukken zijde moet naar boven zijn. ■ Leg eerst de bovenzijde van het papier in de lade en duw het daarna voorzichtig helemaal in de lade. 7 8 Verzend de afdrukgegevens naar de MFC.
Enveloppen printen Om enveloppen te bedrukken gebruikt u de papierlade voor handmatige invoer of de multifunctionele lade. ■ De MFC zet automatisch de modus Handmatig invoeren aan wanneer u papier in de lade voor handmatige invoer schuift. ■ Alle zijden moeten goed zijn gevouwen, zonder plooien of kreuken. 1 Selecteer Papierformaat, Soort papier, Papierbron en andere instellingen in de printerdriver. Soort papier: Envelop, Env. Dun of Env.
Voor MFC-8440: 2 Open de uitvoerlade achteraan. 3 Open de papierlade voor handmatige invoer. Verschuif de papiergeleiders voor het juiste envelopformaat. Wanneer de enveloppen na het printen gekreukt zijn: Achteraan de MFC opent u de uitvoerlade en drukt u op de blauwe lipjes links en rechts (zie de afbeelding op de volgende pagina). Wanneer u klaar bent met het printen van de enveloppen, sluit u de uitvoerlade achteraan zodat de twee blauwe lipjes terug in de oorspronkelijke stand staan.
4 Leg de enveloppe met beide handen in de papierlade voor handmatige invoer zodat de voorzijde van de enveloppe de papierinvoerrol raakt. De MFC trekt de enveloppe in. ■ Zorg ervoor dat de enveloppe recht ligt wanneer u deze in de lade voor handmatige invoer schuift. Anders wordt de enveloppe niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kunnen de enveloppen vastlopen. ■ Leg slechts een envelop tegelijk in de papierlade voor handmatige invoer, anders kan de envelop vastlopen.
Voor MFC-8840D: 2 Maak de uitvoerlade aan de achterkant open en vouw zo nodig de face-up steun uit. 3 4 Open de MP-lade en laat deze voorzichtig neer. Trek aan de steunklep van de MP-lade. Wanneer de enveloppen na het printen gekreukt zijn: Achteraan de MFC opent u de uitvoerlade en drukt u op de blauwe lipjes links en rechts (zie de afbeelding op de volgende pagina).
5 Leg de enveloppen in de MP-lade en schuif ze tot tegen de achterkant van de lade. Leg niet meer dan 3 enveloppen tegelijk in de MP-lade, anders kunnen ze vastlopen. De enveloppen moeten recht en in de juiste positie in de MP-lade liggen. Anders worden de enveloppen niet goed ingevoerd en krijgt u een slechte afdruk of kunnen de enveloppen vastlopen. 6 Houd de papiergeleider ingedrukt en stel deze af op het formaat van de envelop.
Bedieningstoetsen voor de printer Job Cancel U kunt gegevens uit het geheugen verwijderen. De toets Secure Beveiligde gegevens worden met een wachtwoord beveiligd. Alleen diegenen die het wachtwoord kennen, kunnen de gegevens afdrukken. De MFC zal pas beveiligde gegevens afdrukken wanneer het correcte wachtwoord is ingevoerd. Wanneer het document is geprint, worden de gegevens uit het geheugen verwijderd.
4 5 Toets u wachtwoord in met de Beveiligd printen Test1 toetsen van het bedieningspaneel. Druk op Set. Wachtwoord:XXXX Enter & druk Set Druk op of om Print te selecteren. Druk op Set. De MFC drukt de gegevens af. —OF— Wanneer u de beveiligde gegevens wil verwijderen, drukt u op of om Delete te selecteren. Druk op Stop/Exit. ■ Wanneer u de stroom uitzet, worden de beveiligde gegevens uit het geheugen gewist. ■ Wanneer u de beveiligde gegevens hebt afgedrukt, worden deze uit het geheugen gewist.
De lijst met interne fonts printen U kunt een lijst printen met de interne (of residente) fonts van de MFC zodat u deze kunt bekijken voor u een lettertype selecteert. 1 Druk op Menu, 4, 2, 1. 42.Printopties 1.Interne fonts 2 Druk op Start. De MFC print de lijst. 3 Druk op Stop/Exit. Druk op Start De lijst met printopties printen U kunt een lijst printen met de huidige printopties. 1 Druk op Menu, 4, 2, 2. 42.Printopties 2.Configuratie 2 Druk op Start. De MFC print de opties.
van de 12 Instellingen printerdriver (alleen voor Windows®) Instellingen van de printerdriver Als u vanaf uw computer afdrukt, kunt u de volgende printerinstellingen maken: ■ Papierformaat ■ Meerdere pag. afdrukken ■ Duplex ■ Watermerk*1*2 ■ Scaling*2 ■ Datum & tijd afdrukken*1*2 ■ Snelle printerinstelling*1*2 ■ Afdruk beveiligen*1 *1 Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de BR-Script driver. *2 Deze instellingen zijn niet beschikbaar bij de Uni driver.
Functies in de Brother Native Driver De native driver van Brother is een printerdriver die speciaal door Brother ontwikkeld is. Deze driver heeft meer functies dan de universele printerdriver van Microsoft® Windows®. Het tabblad Normaal 1 2 3 4 1 2 3 4 Selecteer het Papierformaat, Meerdere pag. afdrukken, de Rand (indien nodig) en Afdrukstand. Selecteer het Aantal en het Soort papier. Selecteer Papierbron (Eerste pagina en Andere pagina’s).
Papierformaat In het keuzelijst selecteert u welk papierformaat u gebruikt. Meerdere pag. afdrukken Bij het afdrukken van meerdere pagina’s kunt u het beeld van een pagina verkleinen, zodat er meerdere pagina's op een vel papier worden afgedrukt, of het beeld juist vergroten om een pagina op meerdere vellen af te drukken. vb. 4 in 1 vb. 1 in 2 × 2 pagina’s Rand Als u meerdere pagina's op een vel afdrukt met behulp van de functie Meerdere pag.
Aantal Hiermee selecteert u hoeveel exemplaren moeten worden afgedrukt. Sorteren Als het selectievakje Sorteren is geselecteerd, wordt er een compleet exemplaar van uw document afgedrukt, en wordt dit herhaald voor het aantal exemplaren dat u hebt geselecteerd. Als het selectievakje Sorteren niet is geselecteerd, wordt voor alle exemplaren eerst de eerste pagina afgedrukt en wordt pas dan de volgende pagina van het document afgedrukt.
Het tabblad Geavanceerd 1 2 3 4 5 Om terug te gaan naar de standaardinstellingen, klikt u op de knop Standaard. Klik op een van de volgende pictogrammen om de desbetreffende functie in te stellen: 1 Afdrukkwaliteit 2 Duplex 3 Watermerk 4 Pagina-instelling 5 Opties apparaat Afdrukkwaliteit Resolutie U kunt de resolutie als volgt instellen: ■ HQ 1200 ■ 600 dpi ■ 300 dpi Wanneer u Duplexbak gebruiken hebt geselecteerd, is HQ1200 niet beschikbaar.
Toner-bespaarstand U kunt kosten besparen met de toner-bespaarstand. Hierdoor wordt de printdichtheid verlaagd. Afdrukinstellingen Voor Windows® 98/98SE/Me Afdrukinstellingen wordt gebruikt om de afdrukkwaliteit van het document te verbeteren (foto’s, afbeeldingen of ingescande afbeeldingen). Wanneer u Auto (Aanbevolen)selecteert, kiest de printer automatisch de meest geschikte instellingen. Wanneer de afdrukinstellingen op handmatig staan, kunt u de helderheid, het contrast en de kwaliteit zelf instellen.
Duplexbak gebruiken (voor MFC-8840D) Kruis het vakje Duplex aan en selecteer Duplexbak gebruiken. In deze stand print de MFC automatisch op beide zijden van het papier. Handmatig tweezijdig afdrukken Kruis het vakje Duplex aan en selecteer Handmatig tweezijdig afdrukken. In deze stand print de MFC eerst alle pagina’s met even nummers. Dan stopt de printer en worden de instructies weergegeven om het papier opnieuw te plaatsen. Wanneer u op OK klikt, worden de oneven pagina’s geprint.
Watermerk U kunt een logo of tekst als een watermerk op uw documenten afdrukken. U kunt een van de voorgeprogrammeerde watermerken selecteren, of een zelf gemaakt bitmap-bestand of tekst gebruiken. Selecteer Watermerk gebruiken en selecteer vervolgens het watermerk dat u wilt gebruiken. Op de achtergrond Selecteer Op de achtergrond om het watermerk op de achtergrond van uw document af te drukken. Als deze optie niet is geselecteerd, wordt het watermerk over de tekst of het beeld op uw document afgedrukt.
Watermerk afdrukken Bij Watermerk afdrukken kunt u de volgende opties selecteren: ■ Op alle pagina’s ■ Alleen op eerste pagina ■ Vanaf tweede pagina ■ Afwijkend Watermerk instellen U kunt de grootte van het watermerk en de plaats op de pagina wijzigen door het watermerk te selecteren en op de knop Bewerken te klikken. Als u een nieuw watermerk wilt toevoegen, klikt u op de knop Nieuw en selecteert u Tekst of Bitmap bij de optie Stijl van watermerk.
Pagina-instelling U kunt de grootte van uw afgedrukte document wijzigen met de functie Scaling. ■ Selecteer Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op het scherm wordt weergegeven. ■ Selecteer Aanpassen aan papierformaat als uw document een ongebruikelijk formaat heeft, of als u alleen het standaard papierformaat hebt. ■ Selecteer Vrij wanneer u het resultaat handmatig wil verkleinen of vergroten.
Opties apparaat Hier kunt u de volgende printerfuncties instellen: Afdruk beveiligen Beveiligde documenten zijn documenten die bij het verzenden naar de MFC zijn beveiligd met een wachtwoord. Alleen diegenen die het wachtwoord kennen, kunnen het document afdrukken. Omdat de documenten zijn beveiligd op de MFC, moet u het bedieningspaneel van de MFC gebruiken (met het wachtwoord) om het document te printen.
Snelle printerinstelling Met Snelle printerinstelling kunt u snel driverinstellingen selecteren. Als u de instellingen wilt bekijken, klikt u gewoon met de muis op het pictogram op de taakbalk. Deze functie kan worden ingesteld op AAN of UIT via Opties apparaat. De fabriekinstelling is UIT Beheerder (alleen voor Windows® 98/98SE/Me) Met de functie Beheerder kunnen de functie kopiëren, schaal en watermerk worden vergrendeld en met een wachtwoord beveiligd.
Datum & tijd afdrukken Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op uw document afgedrukt. Klik op Instelling om het formaat van Datum en Tijd te wijzigen. U kunt het lettertype wijzigen door op Lettertype of Positie te klikken. Als u voor Datum en Tijd ook een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opaak.
Het tabblad Accessoires Het tabblad Accessoires bevat de instellingen voor het configureren van de printerdriver voor het papierformaat van iedere papierbron. Dit tabblad installeert ook eventuele extra opties voor de driverinstellingen. Instelling papierbron Om het papierformaat voor iedere papierbron te configureren, markeert u de bron in de lijst Instelling papierbron. Selecteer het Papierformaat uit de keuzelijst en klik op Update.
Beschikbare opties Om toegang te krijgen tot de optionele 2e papierlade moet deze optie in de driver zijn geïnstalleerd. Markeer het modelnummer in de lijst Beschikbare opties en klik op Toevoegen. De optionele papierlade staat dan in het vak Geïnstalleerd, de lijst Instelling papierbron en de illustratie op het scherm geeft de 2e papierlade weer.
Het tabblad Ondersteuning Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de website Brother Solutions Center en websites voor driver-updates. Klik op het tabblad Ondersteuning om het volgende scherm weer te geven: Brother Solutions Center Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over uw Brother-product, zoals veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van uw MFC.
Functies in de PS-printerdriver (Voor Windows®) Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP en Windows NT® 4.0 maakt gebruik van de BR-Script 3(PostScript® 3 emulatie) driver. De PS-driver installeren Als u de printerdriver al hebt geïnstalleerd volgens de instructies in de installatiehandleiding, plaatst u de cd-rom in het cd-rom-station van uw pc en selecteert u Software-installatieprogramma. Kies MFL-Pro Suite en volg de instructies op het scherm.
Het tabblad Poorten Selecteer de poort waarop uw printer is aangesloten of het pad naar de netwerkprinter.
Het tabblad Apparaatinstellingen Selecteer de opties die u hebt geïnstalleerd.
Het tabblad Indeling Wanneer u Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP, opent u het tabblad Indeling door te klikken op Voorkeursinstellingen... in het tabblad Algemeen van het scherm Brother MFC-8840D BR-Script3 Eigenschappen. U kunt de indeling wijzigen door een andere instelling te kiezen voor Afdrukstand, Paginavolgorde of Pagina’s per vel. Folder (voor de MFC-8840D) (voor Windows® 2000/XP) U kunt een foldertje afdrukken door in de lijst Pagina's per vel de optie Folder te selecteren.
Het tabblad Papier/Kwaliteit Wanneer u Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP, opent u het tabblad Papier/Kwaliteit door te klikken op Voorkeursinstellingen... in het tabblad Algemeen van het scherm Brother BR-Script3 Eigenschappen. Selecteer de Papierbron.
Geavanceerde opties Wanneer u Windows NT® 4.0, Windows® 2000 of XP gebruikt, opent u het tabblad Geavanceerde opties door te klikken op Geavanceerd... in het tabblad Indeling of Papier/Kwaliteit. 1 2 3 1 2 3 Selecteer Papierformaat en Aantal afdrukken. Stel Afdrukkwaliteit, Schaal en TrueType-lettertype in.
bij gebruik van 13 Scannen Windows ® De bewerkingen en drivers voor het scannen kunnen variëren, afhankelijk van uw besturingssysteem. Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® Workstation 4.0 De MFC gebruikt een TWAIN-compatibele driver om documenten naar uw toepassingen te scannen. (Zie Een document scannen, TWAIN-compatibel op pagina 13-1.) Voor Windows® XP De MFC gebruikt Windows® Imaging Acquisition (WIA) om documenten te scannen.
Toegang krijgen tot de scanner 1 Open de toepassing (ScanSoft® PaperPort®) om een document te scannen. De instructies voor het scannen in deze handleiding hebben betrekking op ScanSoft® PaperPort® 8.0 SE. 2 3 Selecteer in het keuzemenu Bestand de optie Scannen of selecteer de knop Scan. Het deelvenster Scan wordt in het linkerdeel van het scherm weergegeven. Selecteer Brother MFC-8840D, Brother MFC-8840D USB of Brother MFC-8840D LAN uit de keuzelijst Scanner.
Een document naar de PC scannen U kunt een hele pagina scannen, —OF— een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document snel (vooraf) hebt gescand. Een hele pagina scannen 1 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF (automatische documentinvoer), of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te trimmen De knop Vooraf scannen wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de Starten in het scannervenster om het beeld te scannen. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
4 Selecteer het deel van het beeld dat u wilt scannen door er met de linkermuisknop op te klikken, en sleep de muis om het gewenste deel te selecteren. Als u het geselecteerde gedeelte wilt controleren, kunt u het vergroten door op te klikken. Als u een ander deel wilt selecteren, gebruikt u 5 6 7 om de selectie ongedaan te maken. Als u in stap 1 de automatische documentinvoer hebt gebruikt, plaatst u het document met de bedrukte zijde naar boven weer in de automatische documentinvoer. Klik op Starten.
Instellingen in het scannervenster Scan Selecteer in welk formaat het beeld moet worden uitgevoerd: Foto, Web of Tekst. Resolutie en Type scan worden voor elke standaardinstelling gewijzigd. De standaardinstellingen zijn als volgt: Scan Resolutie Type scan Foto Selecteer dit als u foto’s scant. 300 x 300 dpi 24bit kleur Web Selecteer dit als u het gescande beeld aan webpagina’s wilt toevoegen. 100 x 100 dpi 24bit kleur Tekst Selecteer dit als u tekstdocumenten gaat scannen.
Type scan Zwart-wit: Stel het scantype in op Zwart-wit voor tekst of lijntekeningen. Grijs Stel het scantype in op Grijs (Foutdiffusie) of (Foutdiffusie) Ware grijstinten voor foto’s. Kleuren: Stel dit in op: 256 kleuren, waarmee maximaal 256 kleuren worden gescand, of 24bit kleur waarmee maximaal 16,8 miljoen kleuren worden gescand.
Documentgrootte U kunt voor het documentformaat een van de volgende instellingen selecteren: ■ Letter (8 1/2 x 11 in.) ■ A4 (210 x 297 mm) ■ Legal (8 1/2 x 14 in.) ■ A5 (148 x 210 mm) ■ B5 (182 x 257 mm) ■ Executive (7 1/4 x 10 1/2 in.) ■ Business Card (90 x 60 mm) ■ Photo 3.5 x 5 in. (9 x 13 cm) ■ Photo 5 x 7 in. (13 x 18 cm) ■ APS C 4 x 6 in. (10 x 15 cm) ■ Afwijkend (door de gebruiker gedefinieerd van 0.35 x 0.35 in. tot 8.5 x 14 in of 8.9 x 8.9 mm tot 215.9 x 355.6 mm.
Als u Afwijkend als het formaat hebt geselecteerd, wordt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte geopend. Typ de Naam, Breedte en Hoogte: voor het document. U kunt “mm” of “inch” kiezen als eenheid voor de breedte en hoogte. Het door u gespecificeerde papierformaat wordt op het scherm weergegeven. ■ Breedte: toont de breedte van het te scannen gedeelte. ■ Hoogte: toont de hoogte van het te scannen gedeelte. ■ Datagrootte: geeft bij benadering aan hoe groot de gegevens zijn in Bitmap-formaat.
Een document scannen (alleen voor Windows® XP) WIA-compatibel Windows® XP gebruikt Windows® Image Acquisition (WIA) voor het scannen van beelden van de MFC. U kunt beelden rechtstreeks naar de PaperPort® Viewer scannen, die met uw MFC werd geleverd, maar u kunt beelden ook rechtstreeks scannen naar andere toepassingen die scannen met WIA of TWAIN ondersteunen. Toegang krijgen tot de scanner 1 Open uw toepassing om een document te scannen.
Een document naar de PC scannen U kunt een hele pagina op twee manieren scannen. U kunt de automatische documentinvoer of de glasplaat gebruiken. Als u een document eerst snel wilt scannen en daarna een deel van de pagina wilt bijsnijden, dan moet u de glasplaat (flatbed) gebruiken. Een document scannen met de ADF 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF (automatische documentinvoer). A B C D 2 3 4 Selecteer Documentinvoer in de keuzelijst Papierinvoer (A).
5 Voor geavanceerde instellingen klikt u op de optie De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (C). U kunt ook Helderheid, Contrast, Resolutie en Type afbeelding selecteren in de Geavanceerde eigenschappen. Klik nadat u alle instellingen hebt gemaakt op OK. ■ De hoogste scannerresolutie die u kunt selecteren is 1200 × 1200 dpi. ■ Voor hogere resoluties dan 1200 dpi, gebruikt u de Brother Scanner Utility. (Raadpleeg Het scannerhulpprogramma van Brother op pagina 13-15.
Snel vooraf scannen om het te scannen gedeelte te trimmen via de glasplaat De knop Voorbeeld wordt gebruikt om een voorbeeld van een beeld te bekijken, zodat u ongewenste delen kunt trimmen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, klikt u op de Scannen in het scannervenster om het beeld te scannen. 1 Leg het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Controleer of Flatbed is geselecteerd in de lijst Papierinvoer (A).
5 Selecteer het deel van het beeld dat u wilt scannen door er met de linkermuisknop op te klikken, en sleep de muis om het gewenste deel te selecteren. Te scannen gedeelte 6 Voor geavanceerde instellingen klikt u op Type afbeelding in De kwaliteit van de gescande foto aanpassen (C). U kunt Helderheid, Contrast, Resolutie en Geavanceerde eigenschappen selecteren. Klik nadat u alle instellingen hebt gemaakt op OK.
7 Klik op de knop Scannen in het scandialoogvenster om met scannen te beginnen. Nu wordt alleen het geselecteerde deel in het venster PaperPort® (of het venster van uw toepassing) weergegeven. Het scannerhulpprogramma van Brother Het scannerhulpprogramma van Brother wordt gebruikt om de scannerdriver te configureren voor resoluties die hoger zijn dan 1200 dpi en om het papierformaat te wijzigen. Wanneer u Legal wil instellen als standaard papierformaat, dient u de instelling met deze optie te wijzigen.
De scan-toets gebruiken (voor gebruik met USB-of parallelle interfacekabel) U kunt de toets (Scan) op het bedieningspaneel gebruiken om documenten te scannen naar uw tekstverwerker, grafische toepassing, e-mailprogramma of naar een map op uw computer. Het voordeel van de toets (Scan) is, dat u kunt scannen zonder met de muis te klikken.
Scannen naar e-mail U kunt een document in zwart-wit of kleur als een bijlage naar uw e-mail scannen. U kunt de configuratie van de toets (Scan) wijzigen. (Raadpleeg Naar e-mail scannen op pagina 14-10 t/m 14-11.) (Voor Windows® XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 15-5 t/m 15-11.) 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Druk op (Scan).
Scan naar OCR Als u tekst wilt scannen, kunt u deze automatisch door ScanSoft® OmniPage® in een bewerkbaar tekstbestand laten omzetten en de tekst vervolgens in een tekstverwerker weergeven, waar u deze kunt bewerken. U kunt de configuratie van de toets (Scan) wijzigen. (Raadpleeg Naar OCR scannen (tekstverwerker) op pagina 14-12 t/m 14-13.) (Voor Windows® XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 15-5 t/m 15-11.
ScanSoft® PaperPort® en OmniPage® OCR gebruiken ScanSoft® PaperPort® voor Brother is een toepassing voor het beheren van documenten. PaperPort® wordt gebruikt voor het weergeven van gescande documenten. PaperPort® heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren van grafisch werk en tekstdocumenten, zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met verschillende bestandsformaten combineren of “stapelen”, waarna u ze kunt afdrukken of archiveren.
Items bekijken In ScanSoft® PaperPort® kunt u items op diverse manieren bekijken: Bureaubladbeeld toont een miniatuurweergave van elk item op een bureaublad of in een map. Items in de geselecteerde map worden op het bureaublad van PaperPort® weergegeven. Er worden PaperPort®-items (MAX-bestanden) weergegeven, maar ook andere items die niet in PaperPort® zijn gemaakt (bestanden die in andere toepassingen zijn gemaakt).
Uw items in mappen rangschikken PaperPort® heeft een gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in Bureaubladbeeld kunt bekijken. Een item kan in PaperPort® zijn gemaakt, of in een andere toepassing (niet in PaperPort®): ■ Mappen worden in de mapweergave gerangschikt in een hiërarchische structuur. U gebruikt dit venster om mappen te selecteren en om items in de bureaubladweergave te bekijken.
ScanSoft® OmniPage® OCR gebruiken om tekst in een beeld om te zetten in tekst die u kunt bewerken Software van: Wanneer u de MFL-Pro Suite installeert, worden automatisch ook ScanSoft® OmniPage® OCR en PaperPort® op uw computer geïnstalleerd. ScanSoft® PaperPort® kan de tekst op een ScanSoft® PaperPort®-item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken.
Items uit andere toepassingen importeren U kunt items scannen, maar u kunt items ook op andere manieren naar PaperPort® overbrengen en in PaperPort®-bestanden (MAX-bestanden) omzetten: ■ Vanuit een andere toepassing, zoals Microsoft® Excel, afdrukken naar de bureaubladweergave. ■ Bestanden importeren die in andere formaten zijn opgeslagen, zoals Windows® Bitmap (BMP) of Tag Image File Format (TIFF).
PaperPort® en ScanSoft® OmniPage® verwijderen Voor Windows® 98/98SE, en Windows NT® Workstation 4.0 en Windows® Me: Selecteer Starten, Instellingen, Configuratiescherm, Software en het tabblad Installeren en verwijderen. Selecteer Brother-extensies voor Paperport® en klik op de knop Toevoegen/Verwijderen. Selecteer PaperPort® 8.0 SE in de lijst en klik op de knop Toevoegen/Verwijderen. Voor Windows® 2000 Professional: Selecteer Starten, Instellingen, Configuratiescherm en Software.
Brother Control Center 14 Het gebruiken (Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® WS 4.0) Als u Windows® 2000 Professional of Windows NT® 4.0 gebruikt, raden wij u aan om u als beheerder aan te melden. Brother MFL-Pro Control Center Het Brother Control Center is een programma dat op het PC-scherm wordt weergegeven wanneer u papier in de ADF van de MFC plaatst. Op die manier kunt u snel en met slechts enkele muisklikken de vaakst gebruikte scantoepassingen uitvoeren.
Brother Control Center automatisch laden Het Control Center wordt automatisch geladen telkens wanneer Windows® wordt opgestart. Wanneer het Control Center is geladen, ziet u het pictogram Control Center op de taakbalk. Als u niet wilt dat Control Center automatisch wordt geladen, kunt u het automatisch laden uitschakelen. Als het pictogram Control Center niet op de taakbalk wordt weergegeven, moet u deze software zelf starten.
Functies van het Brother Control Center Automatisch configureren Tijdens de installatie controleert het Control Center welke e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren. U kunt een standaardtoepassing wijzigen.
Functies van de scantoets Naar bestand scannen—Hiermee kunt u rechtstreeks naar een bestand op uw computer scannen. U kunt het bestandstype en de directory voor het document dat u scant desgewenst wijzigen. Naar e-mail scannen—Hiermee kunt u een plaatje of tekst rechtstreeks als een normale bijlage naar uw e-mailtoepassing scannen. U kunt het bestandstype en de resolutie voor de bijlage selecteren.
Scannerinstellingen voor het scannen, kopiëren en faxen Wanneer het Pop-Up venster wordt weergegeven, hebt u toegang tot het venster Scaninstellingen. Klik op het pictogram Configuratie Control Center rechtsboven op het venster Brother Control Center —OF— Klik op de knop Instellingen aanpassen in een willekeurig configuratiescherm. Algemene instellingen Popup automatisch laden—Selecteer dit vakje indien u wilt dat het Brother MFL Control Center automatisch bij het opstarten van de computer wordt geladen.
De scaninstellingen uitvoeren De Pop-Up bevat acht verschillende scanmodi. Iedere keer dat u een document scant, kunt u de meest geschikte scanmethode kiezen uit de volgende opties: Faxen, archiveren en kopiëren Tekst voor OCR Foto’s Foto’s (hoge kwaliteit) Foto’s (snel scannen) Afwijkend Kladexemplaar Kwaliteitsexemplaar Iedere modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen. U kunt de standaardinstellingen gebruiken of deze wijzigen.
Een handeling uitvoeren in het Control Center venster Wanneer u dit scherm ziet, hebt u met de linkermuisknop op het Control Center geklikt zonder eerst een document in de ADF te plaatsen. Plaats het document in de ADF van de MFC en klik op OK om naar het Control Center scherm te gaan. Indien u het document wil scannen vanaf de glasplaat, moet u (Scan) selecteren op het bedieningspaneel van de MFC.
Naar bestand scannen Het configuratiescherm voor het scannen naar bestand 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op Naar bestand scannen en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Map van bestemming PaperPort®-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map PaperPort® wilt scannen. Andere map—Selecteer dit vakje als u het document als een ander bestandstype wilt scannen, of het in een andere directory/map wilt opslaan. Bestand—Als u hebt geselecteerd dat u het document in een andere map wilt scannen, dient u het bestandstype te selecteren: PaperPort®-beelditem (*.max) PaperPort® Self-Viewing (*.exe) Bekijkbaar in PaperPort®-browser (*.htm) PaperPort® 5.0-beelditem (*.
Naar e-mail scannen Het configuratiescherm voor het scannen naar e-mail 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op de knop van de e-mailtoepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
E-mailapplicatie E-mailapplicatie—Selecteer uw e-mailtoepassing in de lijst. E-mailinstellingen—Klik op de knop E-mailinstellingen om de koppelingen in te stellen. Het scherm Programmakoppelingen wordt weergegeven: Verzenden naar-opties Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype—Bijlagen omzetten naar het formaat dat is aangegeven in het vakje Bestandstype.
Naar OCR scannen (tekstverwerker) Het configuratiescherm voor het scannen naar OCR 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op de knop van de tekstverwerker en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Tekstverwerker Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken. Klik op de knop Koppelinginstellingen om een scherm te openen waar u het gewenste documentformaat kunt instellen en het OCR-programma kunt identificeren: Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst de bestandsindeling die u voor uw documenten wilt gebruiken. OCR—Geef aan welk OCR-programma u wilt gebruiken om de gescande documentbeelden om te zetten in bewerkbare documenten.
Naar beeld scannen Het configuratiescherm voor het scannen naar beeld 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op de knop van de grafische toepassing en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Aangepast; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de betreffende stand te wijzigen. Applicatie Applicatie—Selecteer in de lijst de toepassing die u aan dit Pop-up venster wilt toevoegen.
Kopiëren Het configuratiescherm voor Kopiëren 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op Kopiëren en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op Instellingen aanpassen om een van de instellingen voor de betreffende stand te wijzigen. Aantal exemplaren Aantal—Toets het aantal gewenste exemplaren in. Klik op de knop Kopieeropties indien u de kopieeropties wilt aanpassen. Klik op OK om de kopieerinstellingen op te slaan.
Fax verzenden Het configuratiescherm Fax verzenden 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer. Het Brother Control Center scherm wordt weergegeven. Klik met de rechtermuisknop op Fax verzenden en klik op Configuratie. Klik op Instellingen aanpassen om het configuratiescherm van het Control Center weer te geven. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.
Instellingen voor PC-FAX Brother PC-FAX Faxresolutie—Fine (200 × 200) 1 Klik op de knop Faxopties indien u de faxopties wilt aanpassen. U ziet het venster met de eigenschappen van Brother PC-FAX: Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® WS 4.0 Voor Windows® 2000 Professional: 2 Selecteer Papierformaat en Afdrukstand (Staand of Liggend) en klik op OK. Als u weer terug wilt keren naar de standaardinstellingen, klikt u op de knop Standaardinstellingen herstellen of Standaard.
Brother SmartUI Control 15 Het Center voor Windows gebruiken ® (voor Windows® XP) Brother SmartUI Control Center Het Control Center van Brother is een hulpprogramma waarmee u gemakkelijk en met slechts een paar muisklikken toegang krijgt tot de meest gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten en kunt u een document rechtstreeks naar een map op uw computer sturen.
Brother Control Center automatisch laden Het Control Center is in eerste instantie zodanig geconfigureerd, dat het automatisch wordt geladen wanneer Windows® wordt gestart. Wanneer het Control Center is geladen, wordt het pictogram van het Control Center op de taakbalk weergegeven. Als u niet wilt dat Control Center automatisch wordt geladen, kunt u het automatisch laden uitschakelen.
Functies van het Brother Control Center Het SmartUI Control Center biedt u de mogelijkheid om de toets Scan op uw MFC te configureren en om de ingebouwde softwarefuncties zoals “Scannen naar bestand” te gebruiken. Met de functie “Scannen naar bestand” kunt u een document rechtstreeks naar de harde schijf scannen, naar de directory en in de bestandsindeling van uw keuze, zonder dat u een andere applicatie hoeft te gebruiken. Selecteer de gewenste sectie door op het betreffende tabblad te klikken.
Automatisch configureren Tijdens de installatie controleert het Control Center welke e-mailtoepassingen en tekstverwerkers, en welke grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Bijvoorbeeld: als u normaal gesproken Outlook gebruikt voor uw e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren.
Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen Wanneer het SmartUI Control Center wordt weergegeven, kunt u het venster Apparatuursectie openen om de toets (Scan) op de MFC te configureren. Klik op het tabblad Apparatuursectie linksboven in het venster SmartUI Control Center. (Raadpleeg De scan-toets gebruiken (voor gebruik met USB-of parallelle interfacekabel) op pagina 13-16.
Naar e-mail scannen Als u de functie voor het naar e-mail scannen wilt configureren, klikt u met de linkermuisknop op de knop Scannen naar e-mail. Het onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie wijzigen, bijvoorbeeld de e-mailtoepassing waarnaar gescand wordt, de bestandsindeling van het bestand dat als bijlage wordt verzonden en de scaninstellingen.
Scannen naar bestand Als u de functie voor het naar bestand scannen wilt configureren, klikt u met de linkermuisknop op de knop Scan to File. Het onderstaande scherm wordt dan geopend. Selecteer het bestandstype voor het opgeslagen beeld in de keuzelijst Indeling. U kunt het bestand opslaan in de standaardmap PaperPort®, zodat het bestand in PaperPort® wordt weergegeven, of u kunt een andere map/directory selecteren door op de knop Bladeren te klikken.
Naar beeld scannen Als u de functie voor het naar beeld scannen wilt configureren, klikt u met de linkermuisknop op de knop Scannen naar beeld. Het onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie wijzigen, bijvoorbeeld de beeldbestandsindeling of de toepassing waarnaar gescand wordt.
Als u de standaardinstelling van de scan wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Scaninstellingen. U kunt de kleurenmodus instellen op zwart-wit, 8-bits grijs of 24-bits kleur. De resolutie kan worden gewijzigd van 100 tot 1200 dpi. U kunt het door u gebruikte papierformaat definiëren en de helderheid en het contrast van het beeld instellen voordat u gaat scannen.
Scan naar OCR Als u de functie voor het naar OCR scannen wilt configureren, klikt u met de linkermuisknop op de knop Scannen naar OCR. Het onderstaande scherm wordt dan geopend. U kunt de configuratie wijzigen, bijvoorbeeld de toepassing waarnaar gescand wordt.
U kunt uw scan als een ander bestandstype verzenden. Selecteer de toepassing in het venster Bestandstype. U kunt voor uw OCR-instelling in enkele kolom of Pagina automatisch oriënteren selecteren.
Softwaresectie De Softwaresectie bevat vier groepen met knoppen voor Scannen naar. Elke groep heeft een aantal verschillende knoppen, die zijn voorgeprogrammeerd voor de meest gebruikte toepassingen. De groep Scannen bevat vier knoppen: een voor het scannen naar bestand, een voor het scannen naar e-mail, een voor het scannen naar een tekstverwerker en een voor het scannen naar een grafische toepassing. De groep Kopiëren bevat vier knoppen voor het N op 1 kopiëren.
Scannen *1 Scannen naar bestand —Stelt u in staat om rechtstreeks naar een bestand op schijf te scannen. U kunt het bestandstype en de directory desgewenst wijzigen. *2 Outlook Express —Stelt u in staat om een pagina of document als een normale bijlage rechtstreeks naar een e-mailtoepassing te scannen. U kunt het bestandstype en de resolutie van de bijlage selecteren.
Fax Brother PC-FAX—Hiermee kunt u een pagina of document scannen en het beeld met gebruikmaking van de software Brother PC-FAX automatisch als een fax vanaf de PC verzenden. Aangepast Scannen naar bestand—Deze knoppen zijn voorgeprogrammeerd voor de functie Scannen naar bestand. U kunt de configuratie van elk van deze knoppen aan uw behoeften aanpassen door met de rechtermuisknop op een knop te klikken en de configuratiemenu’s te volgen.
Scannen naar bestand Via de knop Scannen naar bestand kunt u een beeld scannen en het als een bepaald bestandstype op een directory op uw harde schijf opslaan. Zo kunt u uw papieren documenten op eenvoudige wijze archiveren. Klik met de rechtermuisknop op de knop Scannen naar bestand en klik op Configuratie om het bestandstype te configureren en aan te geven in welke directory het moet worden opgeslagen. Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op Bestand en dit mag niet worden gewijzigd.
Klik op het tabblad Configuratie om de configuratie te wijzigen. Selecteer het bestandstype voor het opgeslagen beeld in de keuzelijst Indeling. U kunt het bestand opslaan in de standaardmap PaperPort®, zodat het bestand in PaperPort® wordt weergegeven, of u kunt een andere map/directory selecteren door op de knop Bladeren te klikken.
Scannen naar e-mail De knop Scannen naar e-mail wordt automatisch ingesteld op uw standaard e-mailtoepassing. Als u de standaard e-mailtoepassing of het standaardbestandstype wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop E-mail en selecteert u “Configuratie”. Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op E-mail en dit mag niet worden gewijzigd. Klik op het tabblad Configuratie om een andere e-mailtoepassing te selecteren. Selecteer de gewenste e-mailtoepassing in de keuzelijst Applicatie.
Als u het bestandstype voor de bijlage wilt wijzigen, klikt u op de knop Koppelingsvoorkeuren om koppelingen in te stellen. Selecteer het vakje Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype en selecteer het gewenste bestandstype in de keuzelijst.
Bestandsbijlagen Items worden als bestandsbijlagen per e-mail verzonden en krijgen de opgegeven bestandsindeling. Bijlagen converteren naar opgegeven bestandstype—Selecteer dit aankruisvakje wanneer u voor de bijlagen een ander bestandstype wil selecteren. Alle documenten en beelditems—Klik op dit selectievakje als u alle gescande beelden naar hetzelfde bestandstype wilt converteren.
Scannerinstelling U kunt de scannerinstellingen, die worden gebruikt voor het maken van de bijlagen, wijzigen. Klik op het tabblad Scaninstellingen en selecteer de gewenste instellingen.
Scannen naar OCR (Tekstverwerker) Scannen naar OCR converteert de gegevens van het grafische beeld van de pagina naar tekst die in een tekstverwerker kan worden bewerkt. U kunt de standaardtekstverwerker (bijvoorbeeld: Word Pad in plaats van Word) en het bestandstype wijzigen. U kunt in plaats van het in PaperPort® ingebouwde OmniPage® OCR ook een ander OCR-softwarepakket kiezen. Als u Scannen naar OCR wilt configureren, klikt u met de rechtermuisknop op de knop WordPad en selecteert u Configuratie.
Als u de programmakoppelingen wilt wijzigen, klikt u op de knop Koppelingsvoorkeuren. Bestandstype—Selecteer in de keuzelijst de bestandsindeling die u voor uw documenten wilt gebruiken. OCR—Selecteer de gewenste OCR-toepassing in de keuzelijst.
Scannen naar applicatie (bijvoorbeeld: Microsoft Paint) Met Scannen naar applicatie kunt u een beeld scannen zodat u het kunt bewerken. Als u de standaard grafische toepassing wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op de knop en selecteert u Configuratie. Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op Applicatie en dit mag niet worden gewijzigd. Klik op het tabblad Configuratie om een andere applicatie te selecteren.
Als u de toepassing van bestemming wilt wijzigen, selecteert u de betreffende toepassing in de keuzelijst Applicatie. Als u de andere configuratieopties wilt wijzigen, klikt u op de knop Koppelingsvoorkeuren. Hier kunt u desgewenst het beeld tot schermresolutie (96 dpi) terugbrengen, een waarschuwing weergeven als een item annotaties heeft, en een origineel item bijwerken als het verzonden item is gewijzigd.
Kopiëren Met de programmeerbare kopieerknoppen kunt u profiteren van de ingebouwde functies van de Brother printerdriver, zodat u geavanceerde kopieerfuncties kunt gebruiken, zoals n-op-1 printen. De kopieerknoppen worden automatisch gekoppeld aan de standaardprinterdriver van Windows®. U kunt een willekeurige printer als de standaardprinter instellen, ook printers van een ander merk dan Brother.
Selecteer het aantal pagina’s per vel in de keuzelijst. Als u de kopieerknop bijvoorbeeld wilt configureren om twee pagina’s op een vel af te drukken, dient u 2 op 1 te selecteren. De kopieerknoppen kunnen pas worden gebruikt nadat u ze hebt geconfigureerd.
Faxinstellingen (PC-Fax met gebruikmaking van de faxdriver van Brother) De MFC wordt geleverd met een PC-Faxdriver waarmee u vanuit een willekeurige Windows®-toepassing een document net zo makkelijk kunt faxen als afdrukken. De Brother SmartUI stelt de faxknop automatisch in op het gebruik van de Brother PC-FAXdriver. De gebruiker hoeft hiervoor niets te configureren. Het tabblad Scanhandeling is ingesteld op Applicatie en dit mag niet worden gewijzigd.
Faxinstellingen Brother PC-FAX Als u de instellingen van de driver wilt wijzigen, klikt u op de knop Instelling en vervolgens op de knop Opties. Selecteer Papierformaat, Papierbron. Als u meer aangepaste instellingen wilt maken, klikt u op de knop Opties. Selecteer het Papierformaat, Afdrukstand (Staand of Liggend) en de Resolutie (200x200 dpi of 200x100 dpi), en klik vervolgens op OK. Om terug te gaan naar de fabrieksinstellingen, klikt u op de knop Standaard.
Aangepast: door de gebruiker programmeerbare knoppen In de groep Aangepast van het Brother SmartUI Control Center zitten drie programmeerbare knoppen. (OPMERKING: het aantal knoppen kan variëren, afhankelijk van het Brother-model dat u hebt gekocht.) U kunt uw eigen voorkeuren en configuratie instellen, afgestemd op de toepassing die u gebruikt. Als u een programmeerbare knop wilt configureren, klikt u met de rechtermuisknop op de betreffende knop en selecteert u Configuratie.
1. Selecteer de scanhandeling. Selecteer het scantype door op de betreffende knop te klikken. 2. Selecteer de configuratie voor het scantype. Klik op het tabblad Configuratie om de scanbewerking te wijzigen. Welke lijst met instellingen er in het tabblad Configuratie wordt weergegeven, is afhankelijk van de knop die u onder Scantype hebt geselecteerd. Applicatie: Selecteer de toepassing van bestemming in de keuzelijst.
stellen. U kunt de toepassing in het menu aan de linkerkant selecteren. Bestand: Selecteer de bestandsindeling in de keuzelijst Bestandstype. U kunt het bestand naar de standaardmap PaperPort® zenden, of u kunt uw eigen directory van bestemming selecteren door Andere map te selecteren. Gebruik de knop Bladeren om de directory van bestemming te selecteren.
OCR: Selecteer de tekstverwerker van bestemming in de keuzelijst. Klik op Koppelingsvoorkeuren en selecteer de toepassing van bestemming in het menu aan de linkerkant. Selecteer de bestandsindeling in de keuzelijst Bestandstype. Als er een andere OCR-toepassing op uw systeem is geïnstalleerd, kunt u deze toepassing selecteren in de keuzelijst OCR. Scansoft® OmniPage® is geïnstalleerd als onderdeel van de toepassing PaperPort® 8.0 SE.
E-mail: Selecteer de e-mailtoepassing van bestemming in de keuzelijst. Klik op de knop Koppelingsvoorkeuren om de opties voor het per e-mail verzenden te selecteren. U kunt het bestandstype opgeven, en het e-mailadres in de Quick-Send-lijst selecteren.
3. Selecteer de scaninstellingen. De scannerinstellingen van elk van de scantypen kunnen voor de programmeerbare knoppen in de groep Aangepast worden geselecteerd. U kunt instellingen voor de kleurenmodus, de resolutie, het papierformaat, de helderheid en het contrast selecteren.
Remote Setup 16 MFC gebruiken (voor Windows®) MFC Remote Setup Met de toepassing MFC Remote Setup kunt u de MFC snel instellen door te profiteren van de snelheid en het gemak van programmering via uw computer. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van de MFC automatisch naar uw pc gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de MFC uploaden.
De knop Toepassen Als u op de knop Toepassen klikt, worden de nieuwe instellingen aan de MFC doorgegeven zonder dat de toepassing Remote Setup wordt afgesloten, zodat u nog andere wijzigingen kunt aanbrengen. De knop Afdrukken Met de knop Afdrukken kunnen geselecteerde items op de MFC worden afgedrukt. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen aan de machine zijn doorgegeven. Klik op de knop Toepassen om de nieuwe gegevens naar de MFC te uploaden.
PC-FAX software 17 Brother gebruiken (voor Windows®) Faxen via de pc Met de functie Brother PC-FAX kunt u via de pc een bestand verzenden. U maakt een bestand op de computer waarna u het als een fax vanaf de pc kunt verzenden. U kunt bovendien een voorblad met opmerking toevoegen. Het enige dat u hoeft te doen, is de geadresseerden als afzonderlijke namen of als groepen in het adresboek van PC-FAX opnemen.
Gebruikersinformatie instellen U opent de gebruikersinformatie in het dialoogvenster Brother PC-Fax Setup door te klikken op . (Raadpleeg Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl op pagina 17-16.) 1 2 3 Selecteer in het menu Start Programma’s, Brother, MFL-Pro Suite MFC-8840D en selecteer daarna PC-FAX Instelling. Het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup wordt geopend: De gebruikersinformatie is nodig om de koptekst van de fax en het voorblad te maken. Klik op OK om de Gebruikersinformatie op te slaan.
Het verzenden instellen Klik in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup op het tabblad Verzenden. Het onderstaande scherm wordt geopend. De optie Kop opnemen verzendt een extra pagina met gebruikersinformatie met de fax of e-mail (voorblad). De gebruiker kan kiezen tussen twee gebruikersinterfaces: E-mail stijl of Faxstijl. Selecteer de gewenste gebruikersinterface: E-mail stijl of Faxstijl.
Buitenlijntoegang Als u een nummer gebruikt waarmee toegang wordt verkregen tot een buitenlijn, dient u dit nummer hier in te voeren. Dit nummer is soms nodig voor een lokaal PBX-telefoonsysteem (als u bijvoorbeeld het cijfer 9 moet kiezen om in uw kantoor toegang te krijgen tot een buitenlijn.). Kop opnemen Als u helemaal boven aan uw faxbericht een regel met koptekst wenst af te drukken, selecteert u dit vakje.
Gebruikersinterface Selecteer de gebruikersinterface in het tabblad Verzenden. U kunt kiezen tussen E-mail stijl en Faxstijl.
Snelkiezen instellen Klik in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup op het tabblad Snelkies. (Deze functie is alleen beschikbaar als u de interface Faxstijl hebt geselecteerd.) Onder de tien snelkiestoetsen kunt u namen of groepen registreren. Een adres registreren op een snelkieslocatie: 1 Klik op de snelkieslocatie die u wilt programmeren. 2 Klik op de naam of de groep die u onder de snelkieslocatie wilt opslaan. 3 Klik op Toevoegen >> om deze op te slaan.
Het adresboek Selecteer in het menu Start Programma’s, Brother, MFL-Pro Suite MFC-8840D en selecteer daarna PC-FAX Adresboek.
Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunt u informatie over leden en groepen toevoegen, bewerken of verwijderen. 1 Klik in het dialoogvenster Adresboek op het pictogram om een lid toe te voegen. Het dialoogvenster Brother Adresboek Leden Setup wordt geopend: 2 Voer in dit dialoogvenster de gegevens van de betreffende persoon in. Naam is een verplicht veld. Klik op OK om de informatie op te slaan.
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Als u op uw pc regelmatig dezelfde fax naar meerdere mensen verzendt, kunt u hun gegevens combineren tot een groep. 1 Klik in het dialoogvenster Brother Adresboek op het pictogram om een groep te maken. Het dialoogvenster met groepsinstellingen wordt geopend: 2 3 4 Typ de naam voor de nieuwe groep in het veld Groepsnaam. Selecteer uit de lijst Beschikbare namen ieder lid dat u wilt opnemen in de groep, en klik op Toevoegen >>.
Gegevens van groepsleden bewerken 1 2 3 4 Selecteer de naam of de groep die u wilt bewerken. Klik op het pictogram Bewerken. Wijzig de betreffende gegevens. Klik op OK om de instellingen op te slaan. Een naam of een groep verwijderen 1 2 3 Selecteer de naam of de groep die u wilt bewerken. Klik op het pictogram Verwijderen. Wanneer het dialoogvenster Bevestig item verwijderen verschijnt, klikt u op OK. Het adresboek exporteren U kunt het adresboek als een ASCII-tekstbestand (*.csv) exporteren.
3 4 Als u exporteert als een ASCII-bestand, selecteert u bij Deelteken welk scheidingsteken moet worden gebruikt: Tab of Komma. Tijdens het exporteren wordt dan tussen elk veld een Tab of Komma ingevoegd om de gegevens van elkaar te scheiden. Klik op OK om de gegevens op te slaan. 5 Typ de naam voor het bestand en klik op Opslaan.
In het adresboek importeren U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of Vcards (elektronische visitekaartjes) in uw adresboek importeren. Een ASCII-tekstbestand importeren: 1 Selecteer in het adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Importeren en klik op Tekst. —OF— Klik op Visitekaartje en ga naar stap 5. 2 Selecteer in de kolom Beschikbare items>> de gegevensvelden die u wilt importeren en klik vervolgens op Toevoegen .
5 Typ de naam voor het bestand en klik op Openen. Indien u in stap 1 een tekstbestand hebt geselecteerd, ziet u bij Bestandstypen: de waarde Tekstbestanden(*.csv).
Een voorblad instellen Klik in het dialoogvenster PC-FAX op . om het venster PC-Fax Voorblad Setup weer te geven. (Raadpleeg Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl op pagina 17-16.
U kunt in elk vak gegevens invoeren. Als u de fax naar meerdere personen verzendt, worden de gegevens van de geadresseerden niet op het voorblad afgedrukt. Aan Formulier Opmerking Typ de opmerking die op het voorblad moet worden afgedrukt. Formulier Selecteer het gewenste voorbladtype. Importeer BMP bestand U kunt een bitmap-bestand invoegen, zoals uw bedrijfslogo, dat op het voorblad wordt afgedrukt. Selecteer het BMP-bestand met behulp van de bladerknop en selecteer de gewenste uitlijning.
Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl 1 2 3 Maak een bestand in Word, Excel, Paint, Draw of een andere toepassing op uw pc. Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend: Selecteer Brother PC-FAX als printer en klik op Toepassen. Het dialoogvenster voor het verzenden van de fax wordt geopend.
4 Voer het faxnummer in. Volg hiervoor een van de volgende methoden: ■ Gebruik de kiestoetsen om het nummer in te voeren. ■ Klik op een van de 10 snelkiesknoppen. ■ Klik op de knop Adresboek en selecteer een lid of een groep uit het adresboek. Als u een fout hebt gemaakt, kunt u alle gegevens wissen met de knop Wissen. 5 6 Als u ook een voorblad wilt verzenden, klikt u op Voorblad Aan en vervolgens op het pictogram Voorblad om de informatie op het voorblad in te vullen of te bewerken.
3 Selecteer Brother PC-FAX als printer en klik op Toepassen. Het dialoogvenster voor het verzenden van de fax wordt geopend: 4 Toets in het veld Aan: het faxnummer van de ontvanger. U kunt de faxnummers ook in het adresboek selecteren door op de Aan: te klikken. Als u een foutief nummer hebt ingevoerd, klikt u op de knop Verwijderen om alle gegevens in de velden te verwijderen. Als u een voorblad met een opmerking wilt meezenden, klikt u op het selectievakje Voorblad aan.
PC-Fax instellen voor het ontvangen (alleen Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® WS 4.0) PC-FAX ontvangen uitvoeren Selecteer in het Start menu de optie Programma’s, Brother, MFL-Pro Suite MFC-8840D en selecteer PC-FAX ontvangen. Het PC-FAX pictogram wordt weergegeven op uw taakbalk voor deze Windows® sessie. Uw PC instellen 1 2 3 4 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw taakbalk en klik vervolgens op PC-Fax RX Setup.
5 6 7 Selecteer in Bestandsformaat .tif of .max om te selecteren in welk formaat het document wordt opgeslagen. Het standaardformaat is .tif. Indien u dat wenst, kunt u het vakje Speel een wave bestand af bij fax ontvangst aankruisen en het pad voor een Wave bestand aangeven. Om PC-FAX automatisch in te stellen voor ontvangen bij het opstarten van Windows®, selecteert u het vakje Voeg toe aan map Opstarten.
Een fax op de PC ontvangen (alleen voor Windows® XP) Een fax automatisch ontvangen Voordat u faxberichten automatisch kunt ontvangen, moet u de juiste Windows® XP driver (Windows® XP In-box driver of Brother Windows® XP driver) installeren. Nadat de driver is geïnstalleerd, moet u deze informatie lezen voor het configureren van uw Windows® XP PC om faxberichten te ontvangen. 1 Om het ontvangen van faxberichten aan te zetten, klikt u op Fax configureren in het menu Printertaken.
3 Daarna ziet u een pictogram Faxnummer in de map Printers en faxapparaten. Indien het pictogram Faxnummer niet wordt weergegeven, klikt u op Een lokale faxprinter installeren in het menu Printertaken. 4 Selecteer Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires, Communicatie, Fax, Fax-console. Indien u uw faxverbinding nog niet hebt geconfigureerd, ziet u het volgende scherm. Voer uw gegevens in voor de toegang naar een buitenlijn en klik op OK.
6 Voer de gegevens van de afzender in en klik op Volgende. 7 Selecteer Brother MFC-8440 of MFC-8840D uit de keuzelijst Selecteer het gewenste faxapparaat. Selecteer het keuzevakje Ontvangen inschakelen. Geef aan na hoeveel beltonen de MFC zal opnemen. Klik op Volgende.
8 Voer de TSID (Transmitting Subscriber Identification, id van verzendend station) in en klik op Volgende. 9 Voer de CSID (Called Subscriber Identification, id van aangeroepen station) in en klik op Volgende.
10 Selecteer of u een ontvangen fax wilt afdrukken of als bestand opslaan en klik op Volgende. 11 Klik op Voltooien. Wanneer het ontvangen van faxberichten is ingeschakeld, kunt u Remote Setup niet uitvoeren. Om Remote Setup te gebruiken, moet u Ontvangen inschakelen in stap 7 niet aankruisen. Voor meer informatie over het verzenden en ontvangen met PC-FAX leest u het beste de Help in Fax-console. De installatie van PC-FAX is nu voltooid.
Ontvangen faxberichten bekijken Ontvangen faxberichten worden weergegeven in de Fax Console. Klik op Start, plaats de muisaanwijzer op Alle programma’s, Bureau-Accessoires, Communicatie, Fax en klik op Fax-console om de Fax-console te openen. In het linker deelvenster moet u de map Fax uitbreiden (als dat niet al is gebeurd). De map Fax bevat de volgende submappen: ■ Een map Binnenkomend met faxberichten die momenteel worden ontvangen. ■ Een map Postvak IN met faxberichten die reeds zijn ontvangen.
MFC met een 18 De Macintosh gebruiken ® Een Apple® Macintosh® met USB instellen ■ Voor aansluiting van de MFC op een Macintosh®, hebt u een USB-kabel nodig die niet langer is dan 1,80 meter. Sluit de MFC niet aan op een USB-poort op een toetsenbord of een USB-hub zonder voeding. ■ Enkele omschrijvingen in dit hoofdstuk zijn gebaseerd op de MFC-8840D. Deze omschrijvingen hebben eveneens betrekking op de MFC-8440.
De printerdriver van Brother met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® 8.6-9.2) gebruiken Een printer selecteren: 1 Open de Kiezer via het Apple menu. 2 Klik op het pictogram Brother Laser. Klik in het rechterdeelvenster van de Kiezer op de printer waarop u wilt afdrukken. Sluit de Kiezer. Een document afdrukken: 1 Vanaf een toepassing zoals Presto!® PageManager®, klik op Bestand en selecteer Page Setup. U kunt de instellingen voor Papierformaat, Afdrukstand en Schaal aanpassen en op de knop OK klikken.
2 Vanaf een toepassing zoals Presto!® PageManager®, klik op Bestand en selecteer Afdrukken. Klik op Afdrukken om af te drukken. Indien u Aantal, Pagina’s, Resolutie, Papierbron en Soort papier wilt aanpassen, moet u dat doen voordat u op Afdrukken klikt. In Opties kunt u de functie Duplex selecteren. Automatisch tweezijdig afdrukken is alleen beschikbaar op de MFC-8840D.
De printerdriver van Brother met uw Apple® Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken De opties voor het instellen van de pagina selecteren 1 Vanaf een toepassing zoals Presto!® PageManager®, klik op Bestand en selecteer Page Setup. Controleer of MFC-8440 en MFC-8840D is geselecteerd in het keuzevakje Stel in voor. U kunt de instellingen voor Papierformaat, Afdrukstand en Schaal aanpassen en op de knop OK klikken. 2 Vanaf een toepassing zoals Presto!® PageManager®, klik op Bestand en selecteer Afdrukken.
Speciale instellingen Selecteer de Soort papier, Resolutie en andere instellingen. Druk op Aantal & Pagina’s om de instellingen te wijzigen. Duplex Automatisch tweezijdig afdrukken is alleen beschikbaar op de MFC-8840D.
Instellingen afdrukken De PS-driver van uw Apple® Macintosh® gebruiken Om de PS-driver op een netwerk te gebruiken, raadpleegt u het beste de NC-9100h netwerkhandleiding op CD-ROM Om de PS-driver te gebruiken met een USB-verbinding, moet u Emulatie instellen op BR-Script 3 (Menu, 4, 1) voordat u het USB-snoer aansluit. (Raadpleeg De emulatie selecteren op pagina 11-18.
Bij gebruik van Mac OS® 8.6 t/m 9.2 1 2 Bij gebruik van Mac OS® 8.6 tot 9.04 Open de map Apple Extra’s. Open de map Apple LaserWriter programmatuur. Bij gebruik van Mac OS® 9.1 tot 9.2 Open de map Applications (Mac OS® 9). Open de map Utilities.* * De schermafbeeldingen hebben betrekking op Mac OS® 9.04. Open het pictogram Bureaubladprinterbeheer.
3 Selecteer Printer (USB) en klik op OK. 4 Klik op Wijzig... in het PostScript™ printerbeschrijvingsbestand (PPD). Selecteer Brother MFC-8840D en klik op Selecteer.
5 Klik op Wijzig... in Selectie USB Printer. Selecteer Brother MFC-8840D en klik op Selecteer. 6 Klik op Maak aan.
7 Geef de naam van uw MFC (MFC-8840D) en klik op Bewaar. 8 Selecteer Stop in het menu Archief. 9 Klik op het pictogram MFC-8840D op het Bureaublad. 10 Selecteer Standaardprinter in het menu Print.
Voor gebruikers van Mac OS® X U moet de PS-driver als volgt installeren. Indien u een USB-snoer gebruikt en u werkt in Mac OS® X, kunt u slechts één printerdriver voor een MFC registreren in het Print Center. Indien er al een Brother Native Driver (MFC-8440/8840D) is aangegeven in de lijst met printers, moet u deze eerst wissen en dan de PS-driver installeren. Om de PS-driver te gebruiken met een USB-verbinding, moet u Emulatie instellen op BR-Script 3 (Menu, 4, 1) voordat u het USB-snoer aansluit.
3 Open het pictogram met het Print Center. 4 Klik op Voeg printer toe.... 5 Selecteer USB.
6 Selecteer MFC-8840D en klik op Voeg toe. 7 Selecteer Stop ’Afdrukbeheer’ in het menu Afdrukbeheer.
Een fax via uw Macintosh® verzenden Bij gebruik van Mac OS® 8.6 - 9.2 Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh® een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: 1 Maak een document in een van de Macintosh®-toepassingen. 2 Selecteer in het menu Archief de optie Afdrukken om een fax te verzenden. Het printerdialoogvenster wordt geopend: 3 Als Printer is geselecteerd, staat op de bovenste knop Print en wordt de knop Adres in grijs weergegeven. Selecteer in het keuzemenu Uitvoer de optie Fax.
4 5 6 Klik op Verzenden. Het dialoogvenster Verzenden wordt geopend: Het dialoogvenster Verzenden heeft twee keuzelijsten. In de linkerlijst staan alle reeds Opgeslagen faxnummers en in de rechterlijst worden de Bestemming faxnummers weergegeven. U adresseert de fax door het faxnummer in het vak Invoer faxnummer te typen. Nadat u uw fax hebt geadresseerd, klikt u op de knop voor Fax verzenden.
Voor gebruikers van Mac OS® X Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh® een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: 1 Maak een document in een van de Macintosh®-toepassingen. 2 Selecteer in het menu Archief de optie Afdrukken om een fax te verzenden. Het printerdialoogvenster wordt geopend: 3 Selecteer Fax verzenden in de keuzelijst.
4 Selecteer Fax in de keuzelijst Uitvoer. 5 U adresseert de fax door het faxnummer in het vak Invoer Faxnummer te typen en op Print te klikken. Indien u een fax naar meerdere nummers wilt verzenden, klikt u op Voeg toe nadat u het eerste faxnummer hebt ingevoerd. Het faxnummer van de bestemmeling wordt toegevoegd in het dialoogvenster.
Een vCard van het Mac OS® X Adresboek slepen 1 2 Klik op de knop Adresboek. Sleep een vCard van het Mac OS® X Adresboek naar Bestemming Faxnummers. Nadat u uw fax hebt geadresseerd, klikt u op de knop voor Print.
De vCard moet een fax kantoor of fax privé nummer bevatten. Wanneer u fax kantoor of fax privé selecteert in de keuzelijst Opgeslagen Faxnummers, worden alleen faxnummers van deze categorie uit het Mac OS® X adresboek gebruikt. Indien het faxnummer slechts in één categorie van het Max OS® X adresboek is opgeslagen, wordt het overgenomen, ongeacht de categorie die u hebt ingesteld (kantoor of privé).
De Brother TWAIN-scanner driver gebruiken met uw Macintosh® De Brother MFC software wordt geleverd met een TWAIN-compatibele scannerdriver voor Macintosh®. U kunt deze TWAIN-scannerdriver voor Macintosh® gebruiken met alle toepassingen die de TWAIN-specificaties ondersteunen. Scannen in Mac OS® X wordt ondersteund vanaf Mac OS® X 10.2.1 of recenter. Toegang krijgen tot de scanner Start uw Macintosh® TWAIN-compliant toepassing.
Een beeld naar uw Macintosh® scannen U kunt een hele pagina scannen, —OF— een gedeelte van de pagina scannen nadat u het document snel hebt gescand. Een hele pagina scannen 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documentinvoer, of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Kies zo nodig de volgende instellingen in het dialoogvenster met scannerinstellingen: Resolutie Type scan Te scannen gedeelte Helderheid Contrast Klik op Starten.
Een afbeelding vooraf scannen Met de functie voor het vooraf scannen kunt u een beeld snel en met een lage resolutie scannen. In het te scannen gedeelte wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld er zal uitzien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Klik wanneer u tevreden bent met wat u ziet op Starten om het beeld te scannen.
Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Selecteer de scanresolutie in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer transfertijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Type scan Zwart-wit—Selecteer Zwart-wit voor tekst of lijntekeningen. Voor fotografische beelden selecteert u het grijze beeldtype (foutendiffusie) of de ware grijstinten. Grijs (Foutdiffusie)—wordt gebruikt voor documenten die fotografische beelden of afbeeldingen bevatten. (Foutendiffusie is een methode waarbij beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt door in plaats van grijze stippen zwarte stippen in een specifieke matrix te plaatsen.
Te scannen gedeelte Kies voor de grootte een van de volgende opties: ■ Letter 8.5 x 11 in ■ A4 210 x 297 mm ■ Legal 8.5 x 14 in ■ A5 148 x 210 mm ■ B5 182 x 257 mm ■ Executive 7.25 x 10.5 in ■ Business Card 90 x 60 mm ■ Afwijkend (door de gebruiker gedefinieerd van 0.35 x 0.35 in. tot 8.5 x 14 in of 8.9 x 8.9 mm tot 216 x 356 mm) Als u een afwijkend formaat hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte bijstellen. Klik en sleep met ingedrukte muisknop om het beeld bij te knippen.
Het beeld bijstellen Helderheid Stel de Helderheid zodanig af, dat u het beste beeld krijgt. De TWAIN-scannerdriver van Brother biedt 100 intellingsmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een ‘gemiddelde’ instelling wordt beschouwd. U kunt de Helderheid instellen door het schuifbalkje naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het invoerveld typen. Klik op OK.
Presto!® gebruiken PageManager® Presto!® PageManager® is een toepassing voor het beheren van documenten in uw computer. Omdat het compatibel is met de meeste beeldbewerkingsprogramma’s, biedt Presto!® PageManager® u ongekende controle over uw computerbestanden. U kunt eenvoudig en snel documenten beheren en uw e-mail en bestanden lezen met de ingebouwde OCR-software van Presto!® PageManager® Indien u de MFC als scanner gebruikt, adviseren wij dat u Presto!® PageManager® gebruikt.
Systeemvereisten ■ ■ ■ ■ PowerPC processor Systeem 8.6, 9X, 10.1, of recenter CD-ROM drive Vaste schijf met minimaal 120 MB beschikbare schijfruimte Aanbevolen: ■ 8-bit kleur of betere videokaart. ■ Eudora Mail of Outlook Express e-mailsoftware Technische ondersteuning [Duitsland] Firmanaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: URL: Firmanaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: URL: NewSoft Europe Regus Center Fleethof Stadthausbrucke 3 20355 Hamburg, Germany 49-40-37644530 49-40-37644500 contact@newsoft.eu.
[Frankrijk] Firmanaam: Adres: Telefoon: E-mail: Partners In Europa Unit 14, Distribution Centre Shannon Ind. Est Shannon, Co. Clare Ierland 33-1-49462340 Newsoft@pie.ie [Italië] Firmanaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: V.I.P Not Open 166821700 532786999 supporto@gensoftonline.com [Spanje] Firmanaam: Adres: Telefoon: Fax: E-mail: Atlantic Devices Caputxins, 58, 08700 Igualada 938040702-33 938054057 support@atlanticdevices.com [Overige landen] E-mail: tech@newsoft.eu.
MFC Remote Setup (Mac OS® X) Met de toepassing MFC Remote Setup kunt u de MFC snel instellen door te profiteren van de snelheid en het gemak van programmering via uw Macintosh®. Als u deze toepassing opent, worden de instellingen van de MFC automatisch naar uw Macintosh® gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze direct naar de MFC uploaden. Het pictogram voor de toepassing ‘MFC Remote Setup’ is te vinden in Macintosh® HD/Library/Printers/Brother/Utility.
Afdrukken Met deze opdracht kunnen geselecteerde items op de MFC worden afgedrukt. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen aan de MFC zijn doorgegeven. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de MFC te uploaden en klik op Afdrukken. Exporteren Met deze opdracht worden de huidige instellingen in een bestand opgeslagen. Importeren Met deze opdracht worden de instellingen in het bestand gelezen.
19 Scannen in een netwerk (alleen Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en XP) Om de MFC te gebruiken als netwerkscanner, moet de NC-9100h netwerkkaart in de MFC geïnstalleerd zijn. Bovendien moeten TCP/IP en mail server instellingen zijn geconfigureerd wanneer u Scan naar e-mail (E-mail server) gebruikt. U kunt de instellingen van de NC-9100h netwerkkaart wijzigen vanaf het bedieningspaneel of met de Professional utility of Web Management BRAdmin. (raadpleeg de handleiding van de NC-9100h op de CD-ROM.
2 *Selecteer Eigenschappen om het dialoogvenster Eigenschappen netwerkscanner te zien. Klik op het tabblad Netwerkinstellingen in het dialoogvenster en selecteer een methode om de MFC te specificeren als netwerkscanner voor uw PC.
Specificeer uw machine per adres Voer het IP-adres van de MFC in het veld IP Address in. Klik op Toepassen en op OK. Specificeer uw machine per naam Voer de naam van de MFC node in het veld Node Name in. Klik op Toepassen en op OK. Zoeken in een lijst met beschikbare apparaten Klik op Bladeren en selecteer het apparaat dat u wil gebruiken. Klik op OK. Klik op Toepassen en op OK.
3 Klik op het tabblad Scan naar Knop in het dialoogvenster en voer de naam van uw PC in het veld Display Name in. Het LCD-scherm van de MFC geeft de naam weer die u hier invoert. De standaardinstelling is de naam van uw PC. U kunt hier een naam invoeren. 4 U kunt het ontvangen van ongewenste documenten vermijden door een PIN-code van 4 cijfers in te stellen. Voer uw PIN-code in het veld PIN Number en Retype PIN Number in.
De scantoets gebruiken Scannen naar e-mail (PC) Wanneer u Scan naar e-mail (PC) selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. De Brother SmartUI activeert de standaard e-mailtoepassing op de ingestelde PC zodat het document naar de geadresseerde kan worden verzonden. U kunt een zwart-witdocument of kleurendocument scannen. Dit wordt dan als bijlage verzonden bij het e-mailbericht.
5 Druk op of om de PC te kiezen die u wil gebruiken voor het e-mailen van uw document. Druk op Set. Wanneer het LCD-scherm u vraagt een PIN-code in te voeren, voert u op het bedieningspaneel de 4 cijfers van de PIN-code voor de betreffende PC in. Druk op Set. De MFC begint het document te scannen. Scannen naar e-mail (e-mailserver) Wanneer u Scan naar e-mail (e-mailserver) selecteert, kunt u een zwart-witdocument document of kleurendocument scannen en direct naar een e-mail adres verzenden vanaf de MFC.
6 7 8 9 10 Druk op of om 150dpi 16kleuren, 300dpi 16kleuren, 600dpi 16kleuren, 200 dpi zwartwit of 200×100 dpi z/w te selecteren. Druk op Set. Wanneer u 150dpi 16kleuren, 300dpi 16kleuren of 600dpi 16kleuren selecteert in 6, gaat u verder naar stap 7. —OF— Wanneer u 200 dpi zwartwit of 200×100 dpi z/w selecteert in stap 6, gaat u verder naar stap 8. Druk op of om PDF of JPEG te selecteren. Druk op Set. Druk op of om PDF of TIFF te selecteren. Druk op Set. U wordt gevraagd een adres in te voeren.
Naar beeld scannen Wanneer u Scan naar beeld selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. De Brother SmartUI activeert de standaard grafische toepassing op de betreffende PC. U kunt de configuratie van de toets Scan wijzigen. (Voor Windows® 98/Me/2000: Raadpleeg Naar beeld scannen op pagina 14-14.) (Voor Windows® XP: Raadpleeg Apparatuursectie: de configuratie van de toets Scan to wijzigen op pagina 15-5 t/m 15-10.
Scan naar OCR Wanneer u Scan naar OCR selecteert, wordt uw document gescand en direct naar de PC verzonden die u in het netwerk hebt ingesteld. De Brother SmartUI activeert ScanSoft® OmniPage® en converteert uw document naar tekst. Deze tekst kunt u dan weergeven en bewerken in een tekstverwerker op de betreffende PC. U kunt de configuratie van de toets Scan wijzigen. (Voor Windows® 98/Me/2000: Raadpleeg Naar OCR scannen (tekstverwerker) op pagina 14-12 t/m 14-13.
Naar een bestand scannen Wanneer u Scan to File selecteert, kunt u een zwart/wit-document of kleurendocument scannen en direct verzenden naar een PC in het netwerk. Het bestand wordt opgeslagen in de map en met het bestandsformaat dat u op de betreffende PC hebt geconfigureerd in de Brother SmartUI. U kunt de configuratie van de toets Scan wijzigen. (Voor Windows® 98/Me/2000: Raadpleeg Naar bestand scannen op pagina 14-8 t/m 14-9.
Netwerk PC-FAX 20 Brother software Network PC-FAX inschakelen Om de MFC te gebruiken als netwerk PC-FAX, moet de NC-9100h netwerkkaart in de MFC geïnstalleerd zijn. Bovendien moet TCP/IP en mail server instellingen zijn geconfigureerd wanneer u Scan to E-mail (E-mail server) gebruikt. (Raadpleeg Brother PC-FAX software gebruiken op pagina 17-1.
Het verzenden instellen Om alle functies van Netwerk PC-FAX te kunnen gebruiken adviseren wij de optie Netwerk PC-FAX Setup in het tabblad Sending van de Brother PC-FAX Setup aan te zetten. 1 U opent het tabblad Sending in het dialoogvenster PC-FAX door te klikken op —OF— Selecteer in het Start menu de optie Alle Programma’s, Brother, MFL-Pro Suite MFC-8840D en selecteer PC-FAX Instelling. 2 Klik Geldig aan. Deze software kan worden gebruikt in een netwerkomgeving en met een lokaal aangesloten machine.
Extra opties in het adresboek Wanneer de optie Netwerk PC-FAX Geldig is geselecteerd, ziet u drie extra opties in het adresboekvenster. 1 Klik in het dialoogvenster Adresboek op het pictogram om een lid toe te voegen. Het dialoogvenster Brother Adresboek Leden Setup wordt geopend: 2 3 4 Voer in dit dialoogvenster de gegevens van de betreffende persoon in. Naam en fax zijn verplichte velden. U kunt ook een e-mailadres en MFC-adres voor het betreffende lid invoeren.
De Brother Netwerk PC-FAX Software gebruiken Met de Brother Network PC-FAX kunt u vanaf uw PC toepassingsen documentbestanden verzenden als een standaard fax. U maakt een bestand op de computer waarna u het als een Network PC-FAX vanaf de PC kunt verzenden. U kunt bovendien een voorblad met opmerking toevoegen. U hoeft alleen de ontvangende partijen invoeren als Leden of Groepen in uw PC-FAX adresboek of u voert het adres of faxnummer van de contactpersoon in de Gebruikersinterface in.
Een Network PC-FAX verzenden vanaf een Macintosh® toepassing Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh® een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: Bij gebruik van Mac OS® 8.6 - 9.2 1 2 Volg de stappen van de installatiehandleiding. Volg de stappen op pagina 18-14. Voor gebruikers van Mac OS® X 1 2 Volg de stappen van de installatiehandleiding. Volg de stappen op pagina 18-16.
21 Belangrijke informatie IEC 60825 specificatie Dit apparaat is een Class I laserproduct, zoals bepaald in IEC 60825. Het onderstaande label is bijgevoegd in de landen waar dit noodzakelijk is. CLASS 1 LASER PRODUCT APPAREIL À LASER DE CLASSE 1 LASER KLASSE 1 PRODUKT Deze machine heeft een Class 3B laserdiode die onzichtbare laserstraling in de scannerunit straalt. De scannerunit mag in geen geval worden geopend. Laserdiode Golflengte: Vermogen: Categorie: 760 - 810 nm 5 mW max.
Voor uw veiligheid Voor een veilige werking moet de meegeleverde stekker in een normaal stopcontact worden gestoken dat via het huishoudelijk net geaard is. Het feit dat dit apparaat naar tevredenheid werkt, betekent niet per se dat de voeding is geaard en dat de installatie volkomen veilig is. Het is in uw eigen belang dat u in geval van twijfel omtrent de aarding een bevoegd elektricien raadpleegt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Lees alle instructies door. Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. Volg alle waarschuwingen en instructies die op het apparaat worden aangegeven. Zet het apparaat uit alvorens het te reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een vochtige doek om het apparaat schoon te maken. Gebruik het apparaat niet in de buurt van water. Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel.
11 12 13 14 15 Zorg dat de opening voor ontvangen faxberichten van de MFC nooit wordt geblokkeerd. Plaats nooit een voorwerp in het pad van inkomende faxberichten. Wacht totdat de MFC de pagina’s heeft uitgeworpen alvorens ze aan te raken. Trek de stekker uit de wandcontactdoos en raadpleeg een geautoriseerde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet: ■ Wanneer het netsnoer defect of uitgerafeld is. ■ Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst.
Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. © Copyright 2003 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden. Windows, Microsoft en Windows NT zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft in de VS en andere landen.
oplossen en 22 Problemen routineonderhoud Problemen oplossen BELANGRIJK Voor technische hulp en voor hulp bij de bediening van de MFC, dient u contact op te nemen met een informatiecentrum in het land waar u de machine hebt gekocht. Er dient vanuit het betreffende land te worden gebeld. Foutmeldingen Zoals met alle verfijnde kantoorproducten het geval kan zijn, kan het gebeuren dat u problemen krijgt met deze machine.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Papierform. fout Wanneer u deze fout ziet, komt het papier in de papierlade niet overeen met het formaat dat u hebt ingesteld in Menu, 1, 3. Plaats het correcte papierformaat of verander de standaardinstelling. (Raadpleeg De Tijdklokstand instellen op pagina 4-6). Scanslot nazien Het scanslot is gesloten. Zet de scannervergrendeling los en druk op Stop/Exit. Communicatiefout Er is een communicatiefout opgetreden wegens slechte verbinding.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Niet opgeslagen U hebt geprobeerd een ééntoetsnummer of snelkiesnummer te gebruiken dat niet is opgeslagen. Stel het ééntoetsnummer of snelkiesnummer in. (Raadpleeg Eéntoetsnummers opslaan op pagina 7-1 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 7-3.) Geheugen vol U kunt geen gegevens in het geheugen opslaan. (Fax bezig met verzenden) Druk op Stop/Exit en wacht tot de andere processen zijn afgewerkt en probeer opnieuw.
FOUTMELDINGEN FOUTMELDING OORZAAK WAT TE DOEN Open deksel Een vel, een stuk papier of een papierklem zit vast in de MFC. Open het frontdeksel. Wanneer u vastgelopen papier of een ander voorwerp ziet, dient u dit voorzichtig te verwijderen en het frontdeksel te sluiten. Wanneer dit bericht niet verdwijnt, dient u het frontdeksel nog eens te openen en te sluiten. Wanneer de MFC niet zelf kan resetten en terugkeren naar de datum- en tijdnotatie, geeft de display Machinefout XX weer.
Vastgelopen papier Afhankelijk van de plaats waar het papier is vastgelopen, volgt u de betreffende instructies om het probleem op te lossen. Het document is bovenaan de ADF vastgelopen. 1 2 3 4 5 Verwijder alle papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. Open het ADF-deksel. Trek het vastgelopen document rechts uit. Sluit het ADF-deksel. Druk op Stop/Exit. Het document is in de ADF vastgelopen. 1 Verwijder alle papier uit de ADF dat niet is vastgelopen. 2 Til het documentdeksel op.
Vastgelopen papier Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u onderstaande stappen. WARNING Wanneer u de MFC pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de MFC erg heet. Wanneer u het frontdeksel of de papierlade achteraan de MFC opent, mag u nooit de onderdelen aanraken die in onderstaande illustratie gearceerd zijn. HEET Vooraanzicht HEET Achteraanzicht Verwijder het vastgelopen papier als volgt.
1 2 Trek de papierlade helemaal uit de MFC. Trek het vastgelopen papier uit de MFC. 3 4 Druk op de ontgrendelknop en open het frontdeksel. Verwijder de drumeenheid. Trek het vastgelopen papier uit de MFC. Wanneer u de drumeenheid niet gemakkelijk kan verwijderen, mag u dit in geen geval forceren. U kunt beter het vastgelopen papier uit de papierlade proberen trekken.
WARNING Om te vermijden dat de MFC wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de elektroden (zie onderstaande illustratie) niet aanraken. 5 Open de uitvoerlade achteraan. Trek het vastgelopen papier uit de fusereenheid. Wanneer het vastgelopen papier kan worden verwijderd, gaat u naar stap 7. Wanneer u het papier achteraan uit de MFC moet trekken, kan de fuser vuil worden door tonerpoeder en kunnen de volgende afdrukken vuil zijn. Print enkele testpagina’s tot de fuser weer schoon is.
WARNING Wanneer u de MFC pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de MFC erg HEET! Wacht tot de MFC is afgekoeld voor u de interne onderdelen van de MFC aanraakt. HEET! Achteraanzicht 6 Open de klep waar u het vastgelopen papier kunt verwijderen (het fuserdeksel). Trek het vastgelopen papier uit de fuser. Klep waar vastgelopen wordt verwijderd (fuserdeksel) 7 Sluit het deksel. Sluit de uitvoerlade achteraan.
8 9 10 11 Duw de ontgrendeling naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. Verwijder eventueel vastgelopen papier in de drumeenheid. Installeer de drumeenheid weer in de MFC. Installeer de papierlade in de MFC. Sluit het frontdeksel. Papier is vastgelopen in de duplexlade (voor MFC-8840D) 1 Trek de duplexlade en de papierlade uit de MFC. 2 Trek het vastgelopen papier uit de MFC.
3 Schuif de duplexlade en de papierlade weer in de MFC. ■ Het bericht Jam Duplex wordt weergegeven wanneer u een vel papier uit de uitvoerlade met de bedrukte zijde naar beneden hebt verwijderd en slechts een zijde is bedrukt. ■ Wanneer de hefboom voor de papierinstelling voor duplexprinten niet correct is ingesteld voor het papierformaat, kan het papier vastlopen en is de afdruk niet correct op het blad gepositioneerd.
Als u problemen met de MFC hebt Als u denkt dat uw faxen er niet goed uitzien, raden wij u aan om eerst een kopie te maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de MFC te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies. PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met het afdrukken of ontvangen van faxen Tekst staat te dicht op elkaar, en horizontale strepen op de pagina, of de boven- en onderkant van tekst ontbreekt.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met het verzenden van faxen Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of de scanner van de MFC goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen. (Raadpleeg De scanner reinigen op pagina 22-24.) Op het verzendrapport staat ‘RESULT:NG’ of ‘RESULT:ERROR’. Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer het faxbericht nogmaals te verzenden.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de printer De MFC print niet. Controleer de volgende punten: • De MFC is aangesloten en de stroomschakelaar is Aan. (Zie de Handleiding voor snelle installatie.) • De tonercartridge en drumeenheid zijn correct geïnstalleerd. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina 22-32.) • De interfacekabel is goed aangesloten tussen de MFC en de computer. (Raadpleeg de handleiding voor snelle installatie.) • Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
PROBLEEM SUGGESTIES De foutmelding “Kan niet afdrukken naar LPT1” of “LPT1 in gebruik” wordt weergegeven. 1. Controleer of de MFC aan is (netsnoer aangesloten en stroomschakelaar aan) en dat deze direct is aangesloten op de computer met de IEEE-1284 bi-directionele parallelle kabel. De kabel mag niet door een ander randapparaat gaan (zoals een Zip Drive, externe CD-ROM Drive, of Switch box). 2. Op het LCD-scherm van de MFC mag geen foutmelding staan. 3.
PROBLEEM SUGGESTIES Problemen met de afdrukkwaliteit De afgedrukte pagina’s zijn gekruld. Dun of dik papier dat buiten de standaard valt, kan dit probleem veroorzaken. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. (Raadpleeg De papiersoort instellen op pagina 4-7 en Soort papier op pagina 12-4.) De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig. U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt—OF—Het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd.
De afdrukkwaliteit verbeteren In dit deel vindt u informatie over volgende onderwerpen: Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH CDEF abcdefghijk defg ABCD abcde 01234 Vage afdruk ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Grijze achtergrond Beeldschaduw Advies Controleer de omgeving van de printer. Factoren, zoals vochtigheid, hoge temperatuur enz. kunnen deze storing veroorzaken. (Raadpleeg Een geschikte plaats kiezen op pagina vi.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Advies Wanneer het probleem niet is opgelost na enkele afdrukken, zit er misschien lijm van de etiketten op de OPC-drum. 94 mm Reinig de drumeenheid als volgt: 94 mm Witte vlekken op zwarte tekst op een afstand van 94 mm 1 Plaats het afdrukvoorbeeld voor de drumeenheid en bepaal de exacte plaats van de slechte afdruk. 94 mm 94 mm Zwarte vlekken op een afstand van 94 mm 2 Draai de drum met de hand en controleer nauwkeurig het oppervlak van de OPC-drum.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Zwarte tonerresten op de pagina ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Witte lijnen op de pagina Advies De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer nieuwe drumeenheid. (Raadpleeg De drumeenheid vervangen op pagina 22-32.) Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Raadpleeg Omtrent papier op pagina 2-1.) Wanneer u etiketten voor laserprinters gebruikt, kan de lijm soms op de OPC-drum blijven kleven.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Krul of golf B DEFGH abc efghijk A CD bcde 1 34 Plooien of kreuken Advies Controleer de papiersoort en de papierkwaliteit. Door hoge temperaturen en een hoge vochtigheid kan het papier gaan krullen. Als u de printer niet vaak gebruikt, is het papier misschien te lang in de papierlade blijven zitten. Draai de stapel papier in de papierlade om. Blader het papier en draai het 180° in de papierlade. Probeer te printen via de rechte uitvoerbaan.
De MFC inpakken en vervoeren Als u de MFC gaat transporteren, moet u de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de MFC niet correct inpakt, kan de garantie vervallen. 1 Zet de stroomschakelaar van de MFC uit. 2 Haal de telefoonstekker van de MFC uit het telefooncontact. 3 Haal het netsnoer van de MFC uit het stopcontact. De scanner vergrendelen 4 Zet de scannerhefboom omhoog om de scanner te vergrendelen. Deze hefboom zit links van de glasplaat.
6 Verwijder de drumeenheid en de tonercartridge. Laat de tonercartridge in de drumeenheid zitten. 7 Doe de drumeenheid en tonereenheid in de plastic tas en sluit de tas. 8 Sluit het frontdeksel. Klap de steun in van de uitvoerlade met bedrukte zijde naar beneden. Verwijder het telefoonsnoer. Verpak de MFC in de plastic tas en doe deze in de originele doos met het originele verpakkingsmateriaal.
10 Verpak de drumeenheid met de tonercartridge, het telefoonsnoer, het stroomsnoer en het afdrukmateriaal in de originele doos – zie illustratie: 11 Sluit de doos en maak deze dicht met verpakkingstape.
Routineonderhoud De scanner reinigen Zet de stroomschakelaar van de MFC uit en open het documentdeksel. Reinig de glasplaat en de glazen strook met een droge doek en de witte plaat met isopropylalcohol op een pluisvrije doek.
De printer reinigen Voorzichtig ■ Gebruik nooit isopropylalcohol om het bedieningspaneel schoon te maken. Het paneel kan barsten. ■ Gebruik geen schoonmaakalcohol om het venster van de laserscanner te reinigen. ■ Raak het scannervenster nooit aan met de vingers. ■ De drumeenheid bevat toner, u moet deze dus voorzichtig hanteren. Wanneer u toner morst op uw handen of kledij, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water. 1 Zet de stroomschakelaar van de MFC uit en open het frontdeksel.
3 Reinig het scannervenster voorzichtig met een droge, zachte doek. Gebruik nooit isopropylalcohol. Scannervenster De drumeenheid reinigen U plaatst de drumeenheid met de toner best op een doek of een groot vel papier opdat er geen toner zou gemorst worden. 1 Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe lipje een paar keer van rechts naar links te schuiven. 2 Zet het blauwe lipje in de oorspronkelijke stand en vergrendel deze (▼).
De tonercartridge vervangen De MFC kan tot 6.700 pagina’s printen met een “hoge capaciteit” tonercartridge. Wanneer de tonercartridge bijna leeg is, geeft het LCD-scherm Tonerniv. laag weer. De MFC wordt geleverd met een standaardtonercartridge die na circa 3.500 pagina’s moet worden vervangen. Het werkelijke aantal pagina’s hangt af van het type document dat u meestal print (b.v. standaard brief of gedetailleerde tekeningen).
1 Open het frontdeksel en verwijder de drumeenheid. Voorzichtig ■ Zet de drumeenheid op een doek of een groot blad papier opdat geen toner wordt gemorst. ■ Om te vermijden dat de MFC wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de hieronder getoonde elektroden nooit aanraken.
2 Druk de vergrendeling naar beneden en trek de tonercartridge uit de drumeenheid. Vergrendeling Voorzichtig Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kledij, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water. 3 Pak de nieuwe tonercartridge uit. Doe de lege tonercartridge in de aluminium tas en verwijder deze conform de geldende reglementeringen. Voorzichtig ■ Pak de nieuwe tonercartridge uit net voor u deze in de MFC installeert.
4 Schud de tonercartridge vijf tot zes keer heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen in de cartridge. 5 Verwijder het beschermplaatje. 6 Schuif de nieuwe tonercartridge in de drumeenheid tot hij vastklikt. Als u de cartridge correct hebt geplaatst, gaat de vergrendeling automatisch omhoog.
7 Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe lipje een paar keer van rechts naar links te schuiven. Zet het blauwe lipje terug in de oorspronkelijke stand (▼) voor u de drumeenheid met de tonercartridge opnieuw installeert. Oorspronkelijke stand (▼) 8 Lipje Corona Installeer de drumeenheid met de tonercartridge en sluit het frontdeksel.
De drumeenheid vervangen De MFC gebruikt een drumeenheid om afbeeldingen op papier te zetten. Wanneer het LCD-scherm de melding Drum bijna leeg weergeeft, is de drumeenheid aan het einde van de gebruiksduur en dient u een nieuwe aan te schaffen. Ook wanneer het LCD-scherm Drum bijna leeg weergeeft, kunt u nog een tijdje printen zonder de drumeenheid te vervangen. Wanneer de afdrukkwaliteit echter sterk achteruitgaat (ook voor Drum bijna leeg is weergegeven), dient u de drumeenheid te vervangen.
Volg deze stappen om de drumeenheid te vervangen: 1 Druk op de ontgrendelknop en open het frontdeksel. 2 Verwijder de oude drumeenheid met de tonercartridge. Plaats deze op een doek of een vel papier opdat geen toner wordt gemorst. Voorzichtig Om te vermijden dat de printer wordt beschadigd door statische elektriciteit, mag u de hieronder getoonde elektroden nooit aanraken.
3 Druk de vergrendeling naar beneden en trek de tonercartridge uit de drumeenheid. (Raadpleeg De tonercartridge vervangen op pagina 22-27.) Vergrendeling Verwijder de lege drumeenheid conform de plaatselijk geldende reglementeringen. Gooi toner niet weg bij het huishoudelijk afval. Dicht de drumeenheid goed af, zodat geen toner kan worden gemorst. Voor meer informatie over het verwijderen van toner neemt u contact op met de afvalmaatschappij.
De levensduur van de drumeenheid controleren U kunt zien hoelang de drum nog meegaat. 1 Druk op Menu, 2, 0, 2. 20.Diversen 2.Levensduur 2 Het LCD-scherm geeft gedurende 5 seconden de resterende Resterend:100% levensduur van de drum in % weer. Ook wanneer de resterende levensduur 0% is, kunt u de drumeenheid blijven gebruiken tot u problemen krijgt met de afdrukkwaliteit.
23 Optionele accessoires Geheugenkaart De geheugenkaart wordt op de hoofdbesturingskaart in de MFC geïnstalleerd. Wanneer u extra geheugen plaatst, verhoogt u het prestatievermogen van de printer en de copier.
De optionele geheugenkaart installeren WARNING ■ Het oppervlak van het moederbord NOOIT aanraken binnen de 15 minuten na het uitzetten van de stroom. ■ Voordat u de optionele geheugenkaart installeert, moet u controleren of er geen faxberichten in het geheugen zijn opgeslagen. 1 Trek de telefoonstekker uit, zet de stroomschakelaar van de MFC uit, trek de stekker van de MFC uit het stopcontact en trek de interfacekabel uit.
2 Verwijder het zijpaneel. Maak de twee schroeven los en verwijder de metalen beschermplaat. 3 Pak de DIMM uit en houdt deze vast aan de randen. WARNING DIMM-kaarten kunnen zelfs door erg kleine hoeveelheden statische elektriciteit worden beschadigd. Raak de geheugenchips op de kaart niet aan. Draag een antistatische polsband wanneer u de kaart installeert of verwijdert. Wanneer u geen antistatische polsband hebt, dient u het blote metaal op de printer regelmatig aan te raken.
5 6 7 8 9 10 Duw de DIMM recht in het slot (stevig aandrukken). De vergrendelingen aan weerzijden van de DIMM moeten vastklikken. (Om een DIMM te verwijderen moet u de vergrendelingen ontgrendelen.) Monteer de metalen plaat en bevestig deze met de twee schroeven. Monteer het zijpaneel. Sluit het telefoonsnoer opnieuw aan. Sluit de interfacekabels aan die u voordien hebt verwijderd. Sluit het stroomsnoer weer aan en zet de stroomschakelaar van de MFC aan.
Netwerkkaart (LAN) Wanneer u de optionele netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) installeert, kunt u de MFC in het netwerk inbinden voor Internet FAX, Netwerk Scanner, Netwerk Printer en Netwerk Management. WARNING Het oppervlak van het moederbord NOOIT aanraken binnen de 15 minuten na het uitzetten van de stroom. Voor meer informatie over het configureren van de netwerkkaart raadpleegt u de netwerkhandleiding van de NC-9100h op de CD-ROM die bij de MFC is geleverd.
Voor de installatie Wees voorzichtig bij het hanteren van de NC-9100h. Deze kaart bevat delicate elektronische componenten die kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Om dergelijke schade te vermijden dient u onderstaande voorzorgen te nemen. ■ Laat de NC-9100h in de antistatische verpakking tot u de kaart gaat installeren. ■ Controleer of u goed bent geaard voor u de NC-9100h aanraakt. Gebruik indien mogelijk een antistatische polsband en een aardingsmatje.
WARNING Zet de stroomschakelaar van de MFC uit voor u de NC-9100h installeert (of verwijdert). 2 Verwijder het zijpaneel. Maak de twee schroeven los en verwijder de metalen beschermplaat. 3 Maak de twee schroeven los en verwijder de metalen afdekplaat.
4 Steek de NC-9100h in connector P1 op het moederbord (zie illustratie) en zet (stevig drukken) de NC-9100h vast met de twee schroeven. 5 Monteer het metalen afdekplaatje en bevestig dit met de twee schroeven. Monteer het zijpaneel. Sluit het telefoonsnoer opnieuw aan. Sluit de interfacekabels aan die u voordien hebt verwijderd. Sluit het stroomsnoer weer aan en zet de stroomschakelaar van de MFC aan. Druk op de Test-toets en druk de pagina met de netwerkconfiguratie af.
Stap 2: De NC-9100h aansluiten op een Unshielded Twisted Pair 10BASE-T of 100BASE-TX Ethernet netwerk Om de NC-9100h aan te sluiten op een 10BASE-T of 100BASE-TX netwerk hebt u een “Unshielded Twist Pair”-kabel nodig. De kabel moet aan de ene zijde worden aangesloten op een vrije poort van uw Ethernet hub en de andere zijde moet worden aangesloten op de 10BASE-T of 100BASE-TX connector (een RJ45 Connector) van de NC-9100h.
Link/Speed LED is groen: 10 BASE T Ethernet De Link/Speed LED is groen wanneer de printserver is aangesloten op een 10 BASE T Ethernet netwerk. Active LED is geel: De Active LED knippert wanneer de printserver gegevens ontvangt of verzendt. Wanneer er een geldige verbinding is met het netwerk, knippert de LED oranje of groen. TEST-TOETS Kort drukken: de netwerkconfiguratie wordt afgedrukt. Lang drukken (meer dan 5 seconden): de netwerkconfiguratie wordt teruggezet naar de standaard fabrieksinstellingen.
Papierlade #2 U kunt het accessoire Papierlade #2 (LT-500) gebruiken als een derde papierbron. Papierlade #2 kan maximaal 250 vel 80 g/m2 bevatten.
V Verklarende woordenlijst ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt ingescand. Antwoordapparaat U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten op de aansluiting EXT. van de MFC of het telefoonwand contact (voor België). Autom. verkleinen Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt. Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van een externe telefoon op te nemen.
Compatibiliteitsgroep De mogelijkheid van een faxmachine om te communiceren met een andere faxmachine. Tussen de ITU-T groepen is compatibiliteit verzekerd. Contrast Instelling om te compenseren voor donkere of lichte documenten. Faxen of kopiëren van donkere documenten worden lichter en omgekeerd. Direct verzenden Als het geheugen vol is, kunt u faxberichten onmiddellijk verzenden.
Grijstinten De grijstinten die voor het kopiëren en faxen van foto's worden gebruikt. Groepsnummer Een combinatie van snelkiesnummers die zijn opgeslagen onder snelkieslocaties en die gebruikt worden voor het groepsverzenden. Groepsverzenden Een en hetzelfde faxbericht naar meerdere locaties zenden.
Pollen Een proces waarbij een faxmachine een andere faxmachine opbelt en daar documenten opvraagt. Programmeermodus De stand waarin u de instellingen van de MFC kunt wijzigen. Pulse Een kiesmethode voor een telefoonlijn (traditionele kiesschijf). Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Zie ook: Standaard, Superfijn en Foto. Resterende taken U kunt controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren.
Toon Een kiesmethode die gebruikt wordt bij toetstelefoons. Transmissie Het vanaf de MFC over de telefoonlijn verzenden van documenten naar een andere faxmachine. Drumeenheid Een afdrukapparaat voor de MFC. True Type lettertypen De lettertypen die worden gebruikt in de Windows® besturingssystemen. Indien u de Brother True Type lettertypen installeert, zijn meer soorten lettertypen beschikbaar voor Windows® toepassingen.
S Specificaties Omschrijving van het product De MFC-8440 en MFC-8840D zijn 5 in 1 Multi-Function Centers: Printer, Copier, Kleurenscanner, Fax en PC-FAX (via uw PC). De MFC-8840D biedt ook duplexprinten.
Algemeen (vervolg) Temperatuur: Vochtigheid In bedrijf: Opslag: In bedrijf: Opslag: 10 - 32.
Fax Compatibiliteit ITU-T Groep 3 Coderingsysteem: MH/MR/MMR/JBIG Modemsnelheid 33600-2400 bps Automatische fallback Documentgrootte Breedte ADF: 148 mm tot 216 mm Hoogte ADF: 148 mm tot 356 mm Breedte scanner: Max. 212 mm Hoogte scanner: Max. 356 mm Scanbreedte 208 mm Afdrukbreedte 208 mm Grijstinten 64 grijstinten Pollingtypen Stand.
Scanner Kleur/Monochroom Kleur/Monochroom TWAIN-compatibel (Voor Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional en Windows NT® Workstation versie 4.0) Mac OS® 8.6-9.2/Mac OS® X 10.1/10.2.1 of recenter WIA-compatibel Ja (Windows® XP) Resolutie Max. 9600 × 9600 dpi (geïnterpoleerd) Max. 600 × 2,400 dpi (optisch) * Maximum 1200 x 1200 dpi scanning onder Windows® XP (resolutie max.
Printer Emulatie PCL6 (Brother Printing System for Windows® emulatie van HP LaserJet) en BR-Script (PostScript®) Level 3 Printerdriver Windows® 98/98SE/Me/2000 Professional/XP en Windows NT® Workstation Version 4.0 driver met ondersteuning van Brother Native Compression mode en bi-directional capability Apple® Macintosh® QuickDraw® Driver en PostScript (PPD) voor Mac OS® 8.6-9.2/ Mac OS® X 10.1/10.2.1 of hoger Resolutie HQ1200 (Max.
Vereisten voor de computer Minimale systeemvereisten Processor Minimale snelheid Minimale hoeveelheid RAM Aanbevolen hoeveelheid RAM Beschikbare ruimte op de harde schijf Driver Toepassingssoftware*1 98, 98SE Pentium 75 MHz 24 MB 32 MB 80 MB 100 MB Me Pentium 150 MHz 32 MB 64 MB NT® Workstation 4.0 Pentium 75 MHz 2000 Professional Pentium 133 MHz 64 MB 128 MB XP Pentium 233 MHz 128 MB 256 MB Mac OS® 8.6 9.
Verbruiksartikelen Levensduur tonercassette TN-3030: standaard tonercassette – max. 3500* pagina’s TN-3060: Speciale tonercassette – max. 6700* pagina’s *(bij afdruk op formaat letter of A4 met 5% dekkingsgraad.) De levensduur van toner varieert volgens de aard van de gemiddelde printtaak. Levensduur drum Max. 20.000 pagina’s/drum unit (DR-3000) Er zijn talrijke factoren die de levensduur van de drum kunnen beïnvloeden (temperatuur, vochtigheid, soort papier, toner en aantal pagina’s per printtaak).
Netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) MFC-8440 (optioneel) MFC-8840D (optioneel) Wanneer u de optionele netwerkkaart (LAN) (NC-9100h) installeert, kunt u de MFC in het netwerk inbinden voor Internet FAX, Network Scanner, Network Printer en Network Management software. SMTP/POP3 E-mail Services zijn vereist voor Internet Fax. Ondersteuning van: Windows® 98/Me/NT® 4.0/2000/XP Novell NetWare 3.X, 4.X, 5.X Mac OS® 8.6 - 9.2, X 10.0-10.2.
Optional External Wireless Print/Scan Server (NC-2200w) NC-2200w External Wireless Print/Scan Server (Optional) Door de optionele Externe Draadloze Print/Scan Server (NC-2200w) met uw MFC te verbinden kunt u printen en scannen in een draadloos netwerk. Network types IEEE802.11b draadloos LAN Support for Windows® 98/98SE/Me/2000/XP en WIndowsNT® Mac OS® X 10.2.
Index A Aansluiten extern ANTW.APP. ........ 1-15 extern toestel .................. 1-14 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) .............................. 1-18 ADF (automatische documentinvoer) ...............6-1 ADF deksel ....................... 22-5 Afdruk gebied ............................10-1 Afdrukmedia ........................ 2-1 Als u de standaardinstelling van de scan wilt wijzigen, klikt u op het tabblad Scaninstellingen. .... 15-9 Annuleren fax doorzenden ................
inschakelen ...................... 8-2 Fax Waarnemen ................. 5-4 Fax, stand-alone ontvangen ........................ 5-1 belvertraging, instellen ... 5-2 doorzenden ................... 8-5 duplexprinten .............. 5-13 opvragen vanaf een ander toestel ......................... 8-6 problemen ................. 22-12 verkleinen om op papier te passen ........................ 5-5 verzenden aan het einde van een gesprek ....................... 6-6 annuleren uit het geheugen ........................
faxnummer automatisch opnieuw kiezen ...............6-9 groepen .......................... 6-17 snelkiesnummers ............. 7-8 toegangscodes en creditcardnummers ......... 7-9 Zoeken ............................. 7-7 Kopieer lade gebruiken ................ 4-13 papier ............................... 2-1 Kopiëren contrast ........................ 10-20 Duplex/N in 1 ................ 10-12 een kopie ...............10-3, 10-4 glasplaat ......................... 10-4 kopieermodus instellen .....
Print fax uit geheugen .............. 5-7 Printen de afdrukkwaliteit verbeteren .................................... 22-17 De toets Secure ........... 11-17 driver .............................. 12-1 dubbelzijdig (duplex printen) ...................................... 11-3 emulatie Windows® ....... 11-1, 11-18, 12-17 Emulatie selecteren ..... 11-18 enveloppen: ................. 11-12 lade voor handmatige invoer ...................................... 11-5 multifunctionele lade ...... 11-6 op dik papier .....
Tekst invoeren .................... 4-3 tekst, invoeren ..................... 4-3 speciale tekens ................ 4-4 TELEFOON/BEANTW. (antwoordapparaat), extern ......................................... 1-15 aansluiten ....................... 1-14 Telefoon/Beantw. (antwoordapparaat), extern ........................................... 5-1 Telefoon/Beantw. extern ontvangststand ................. 5-1 Telefoonlijn aansluitingen .................. 1-17 meerdere lijnen (PBX) .... 1-18 problemen ................
Opvragen vanaf een ander toestel - Overzicht Telefoon/Beautw. Fax/Telefoon Alleen Fax op Als u voicemail of faxen wilt ontvangen wanneer u niet bij de MFC bent, kunt u de onderstaande kaart gebruiken als geheugensteuntje om uw berichten vanaf een ander toestel op te vragen. Knip de kaart uit, vouw deze dobbel, zoals aangegeven en bewaar deze in uw portemonnee of organizer.
O-2
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.