Software User's Guide
Table Of Contents
- SOFTWAREHANDLEIDING
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I: Windows®
- 1 Afdrukken
- De Brother-printerdriver gebruiken
- Een document afdrukken
- Duplex (dubbelzijdig) printen
- Gelijktijdig scannen, afdrukken en faxen
- Bedieningstoets voor de printer
- Statusvenster
- Instellingen van de printerdriver (voor Windows®)
- De instellingen van de printerdriver openen (voor Windows®)
- Functies in Windows® printerdriver
- Functies in de BR-Script 3 (PostScript® 3™ taalemulatie)- driver compatibel met printer
- 2 Scannen
- Een document scannen met de TWAIN-driver
- Een document scannen met de WIA-driver (alleen voor Windows® XP)
- De scantoets gebruiken (voor gebruik van USB of parallelle kabel)
- ScanSoft® PaperPort® SE met OCR gebruiken
- Items bekijken
- Uw items in mappen rangschikken
- Snelle koppelingen naar andere toepassingen
- Met ScanSoft® Omnipage® OCR kunt u tekst in een beeld omzetten in tekst die u kunt bewerken
- U kunt items uit andere toepassingen importeren
- U kunt items in andere bestandsformaten exporteren
- ScanSoft® PaperPort® SE met OCR verwijderen
- 3 ControlCenter2
- 4 Netwerkscannen (voor modellen met ingebouwde netwerkondersteuning)
- 5 Remote Setup (niet mogelijk voor DCP-modellen)
- 6 Brother PC-FAX Software (niet mogelijk voor DCP-modellen)
- Faxen via de PC
- Snelkiezen instellen
- Het Brother-adresboek
- Iemand in het adresboek opnemen
- Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen
- Gegevens van groepsleden bewerken
- Een naam of een groep verwijderen
- Het adresboek exporteren
- In het adresboek importeren
- Bestand verzenden als PC-Fax met faxstijl-gebruikersinterface
- Bestand verzenden als PC-Fax met de gebruikersinterface in e-mailstijl
- PC-FAX Ontvangen
- 1 Afdrukken
- Paragraaf II: Apple® Macintosh®
- 7 Afdrukken en faxen
- Een Apple® Macintosh® met USB instellen
- Bedieningstoets voor de printer
- Status Monitor
- De Brother Laser driver voor Macintosh® (Mac OS® X) gebruiken
- De Brother Laser driver voor Macintosh® (Mac OS® 9.1 tot 9.2) gebruiken
- BR-Script3 gebruiken (Post Script® 3™ taalemulatie- printerdriver)
- Een fax verzenden (niet mogelijk voor DCP-modellen)
- 8 Scannen
- 9 ControlCenter2 (voor Mac OS® 10.2.4. of recenter)
- 10 Netwerkscannen (niet beschikbaar voor DCP-8060)
- 11 Remote Setup (niet mogelijk voor DCP- modellen)
- 7 Afdrukken en faxen
- Index
- brother DUT
9. ControlCenter2 (voor Mac OS
®
10.2.4. of recenter)
149
Met ControlCenter2 kunt u de hardware voor de toets Scan op uw machine en de bedieningsknop Software
voor elke scanfunctie configureren. Om de hardeware voor de toets Scan op de machine te configureren,
kiest u het tabblad Bedieningsknop Apparaat in het configuratiemenu voor alle SCAN-knoppen. Om de
bedieningsknop Software in ControlCenter2 te configureren, kiest u het tabblad Bedieningsknop Software
in het configuratiemenu voor elk van de SCAN-knoppen.
CUSTOM SCAN 9
U kunt de knopnaam en instellingen voor elk van deze knoppen naar eigen wens aanpassen door op een
knop te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en de configuratiemenu’s te volgen.
KOPIE / PC-FAX 9
KOPIE - Hiermee kunt u de Macintosh
®
en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen
gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en de kopieën afdrukken met een van de functies van
de printerdriver voor de machine of u kunt de kopieën naar een standaardprinterdriver verzenden die op de
Macintosh
®
is geïnstalleerd, inclusief netwerkprinters.
PC-FAX - Hiermee kunt u een pagina of document scannen en het beeld automatisch als een fax vanaf de
Macintosh
®
verzenden. (Niet mogelijk voor DCP modellen.)
U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier knoppen configureren.
INSTELLINGEN APPARAAT 9
U kunt de instellingen van de machine configureren.
Remote Setup
Hiermee kunt u het programma Remote Setup openen. (Zie Remote Setup (niet mogelijk voor DCP-
modellen) op pagina 176.)
Quick-Dial
Hiermee kunt u het venster Kiesgeheugen voor Remote Setup openen. (Zie Remote Setup (niet mogelijk
voor DCP-modellen) op pagina 176.)
Statusvenster
Hiermee kunt u het hulpprogramma Status Monitor openen.