Software User's Guide

Table Of Contents
9. ControlCenter2 (voor Mac OS
®
10.2.4. of recenter)
149
Met ControlCenter2 kunt u de hardware voor de toets Scan op uw machine en de bedieningsknop Software
voor elke scanfunctie configureren. Om de hardeware voor de toets Scan op de machine te configureren,
kiest u het tabblad Bedieningsknop Apparaat in het configuratiemenu voor alle SCAN-knoppen. Om de
bedieningsknop Software in ControlCenter2 te configureren, kiest u het tabblad Bedieningsknop Software
in het configuratiemenu voor elk van de SCAN-knoppen.
CUSTOM SCAN 9
U kunt de knopnaam en instellingen voor elk van deze knoppen naar eigen wens aanpassen door op een
knop te klikken terwijl u de Ctrl-toets ingedrukt houdt en de configuratiemenu’s te volgen.
KOPIE / PC-FAX 9
KOPIE - Hiermee kunt u de Macintosh
®
en een printerdriver voor geavanceerde kopieerbewerkingen
gebruiken. U kunt een pagina op de machine scannen en de kopieën afdrukken met een van de functies van
de printerdriver voor de machine of u kunt de kopin naar een standaardprinterdriver verzenden die op de
Macintosh
®
is geïnstalleerd, inclusief netwerkprinters.
PC-FAX - Hiermee kunt u een pagina of document scannen en het beeld automatisch als een fax vanaf de
Macintosh
®
verzenden. (Niet mogelijk voor DCP modellen.)
U kunt de gewenste instellingen op maximaal vier knoppen configureren.
INSTELLINGEN APPARAAT 9
U kunt de instellingen van de machine configureren.
Remote Setup
Hiermee kunt u het programma Remote Setup openen. (Zie Remote Setup (niet mogelijk voor DCP-
modellen) op pagina 176.)
Quick-Dial
Hiermee kunt u het venster Kiesgeheugen voor Remote Setup openen. (Zie Remote Setup (niet mogelijk
voor DCP-modellen) op pagina 176.)
Statusvenster
Hiermee kunt u het hulpprogramma Status Monitor openen.