Network User's Guide

Table Of Contents
6
67
6
Instellen via het bedieningspaneel
Hoofdmenu voor het instellen van het LAN
U kunt het LAN-menu van het bedieningspaneel gebruiken om de netwerkinstellingen te configureren. Druk
op Menu en dan op cijfertoets 6 voor LAN en ga vervolgens naar de menuoptie die u wilt configureren.
Houd er rekening mee dat de machine wordt geleverd met de applicaties Remote Setup voor Windows
®
en
voor Macintosh
®
, BRAdmin Professional voor Windows
®
, BRAdmin Light voor Mac OS
®
X 10.2.4 of recenter
en het HTTP-protocol (beheer via een webbrowser) voor Windows
®
en Macintosh
®
, waarmee u vele
aspecten van het netwerk kunt configureren. Raadpleeg De instellingen van de afdrukserver wijzigen op
pagina 12 voor Windows
®
en De instellingen van de afdrukserver wijzigen op pagina 105 voor Macintosh
®
.
TCP/IP (BEDRAAD) / TCP/IP (WLAN)
Als u de machine met de Ethernetkabel op het netwerk aansluit, moet u de menuoptie
TCP/IP (BEDRAAD)
kiezen.
Als u de machine op het draadloze Ethernetnetwerk aansluit, moet u de menuoptie
TCP/IP (WLAN)
kiezen.
Dit menu heeft tien opties: Boot Method, IP Address, Subnet Mask, Gateway, Knooppunt naam, WINS
Config, WINS Server, DNS Server APIPA en IPv6.
BOOT Method
De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine haar IP-adres krijgt. De standaardinstelling is Autom.
1
(Voor bedraad) Druk op Menu, 6, 1, 1, 1.
(Voor draadloos) Druk op Menu, 6, 2, 1, 1.
2
Druk op of om Autom., Statisch, RARP, BOOTP of DHCP te selecteren.
3
Druk op OK.
4
Druk op Stop/Eindigen.
Automatische modus
In deze modus zoekt de machine op het netwerk naar een DHCP-server. Als er een DHCP-server wordt
gevonden en de configuratie van deze server toewijzing van een IP-adres voor de machine toelaat, dan wordt
het door de DHCP-server toegewezen IP-adres gebruikt. Als er geen DHCP-server beschikbaar is, zoekt de
machine een BOOTP-server. Als er een BOOTP-server beschikbaar is en deze server correct is
geconfigureerd, vraagt de machine het IP-adres bij de BOOTP-server op. Als er geen BOOTP-server
beschikbaar is, zal de machine naar een RARP-server zoeken. Als de RARP-server niet reageert, zal de
machine een APIPA-adres gebruiken, Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
op pagina 133. Deze procedure kan 2 à 3 minuten duren en we raden u daarom aan de
netwerkconfiguratielijst af te drukken om te controleren dat u de juiste netwerkinstellingen hebt gemaakt.
Statische modus
In deze modus moet u het IP-adres voor de machine handmatig toewijzen. Nadat het IP-adres is opgegeven,
wordt het op het toegewezen adres vastgezet.