Network User's Guide

Table Of Contents
Instellen via het bedieningspaneel
85
6
Fax naarServer
Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte
faxserver verzenden. De server verzendt het document dan via een standaardtelefoonlijn in de vorm van
faxgegevens naar een faxnummer. Wanneer de functie Fax naar Server is ingeschakeld, worden alle
faxtransmissies van de machine automatisch naar de faxserver gezonden, die ze dan als een fax zal
verzenden. U kunt met de handmatige functie nog steeds faxen vanaf de machine verzenden (raadpleeg voor
meer informatie het hoofdstuk in de gebruikershandleiding dat het handmatig verzenden van faxen
omschrijft).
Als u een document naar de faxserver verzendt, moet de juiste syntaxis voor die server worden gebruikt. Het
faxnummer van bestemming moet worden verzonden met een prefix en achtervoegsel, die overeenkomen
met de parameters die de faxserver gebruikt. In de meeste gevallen is de syntaxis voor de prefix “fax=” en
de syntaxis voor het achtervoegsel de domeinnaam van de e-mailgateway van de faxserver. Aan het begin
van het achtervoegsel moet ook het symbool @ worden opgenomen. De gegevens van de prefix en het
achtervoegsel moeten eerst in de machine worden opgeslagen, pas dan kunt u de functie Fax naar Server
gebruiken. Bestemmingsfaxnummers kunnen worden opgeslagen als directkies- of snelkiesnummers, of
kunnen met de kiestoetsen worden ingevoerd (nummers kunnen uit maximaal 20 cijfers bestaan). Als u
bijvoorbeeld een document naar faxnummer 123-555-0001 wilt verzenden, wordt de volgende syntaxis
gebruikt.
Opmerking
Uw faxserverapplicatie dient een e-mailgateway te ondersteunen.
fax=123-555-0001@faxserver.bedrijfsnaam.com
Prefix
Achtervoegsel
Bestemmingsfaxnummer