GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-8880DN MFC-8890DW Versie B DUT/BEL-DUT
Als u de klantenservice moet bellen Vul de volgende gegevens in voor toekomstige referentie: Modelnummer: MFC-8880DN en MFC-8890DW (Omcirkel uw modelnummer) Serienummer: 1 Aankoopdatum: Aankoopplaats: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service bij garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in andere landen.
EG Conformiteitsverklaring ii
EC-verklaring van overeenstemming Fabrikant Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Technology (Shenzhen) Ltd., NO6 Gold Garden Ind.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 Gebruik van de documentatie................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen ............................3 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Toegang tot ondersteuning door Brother (voor Windows®)........
4 Beveiligingsfuncties 30 Beveiligd functieslot 2.0 ....................................................................................... 30 Het beheerderswachtwoord instellen ........................................................... 30 Het beheerderswachtwoord veranderen ....................................................... 31 De openbare modus instellen........................................................................ 31 Beperkte gebruikers instellen ........................................
6 Een fax ontvangen 49 Ontvangstmodus..................................................................................................49 De ontvangststand kiezen .............................................................................49 Ontvangststanden gebruiken...............................................................................50 Alleen Fax......................................................................................................50 Fax/Tel....................................
Nummers opslaan................................................................................................ 64 Een pauze opslaan........................................................................................ 64 Eéntoetsnummers opslaan............................................................................ 64 Snelkiesnummers opslaan ............................................................................ 66 Eéntoets- en snelkiesnummers wijzigen ...........................................
Paragraaf III 12 Kopiëren Kopieën maken 84 Kopiëren ..............................................................................................................84 Kopieermodus instellen .................................................................................84 Eén kopie maken ...........................................................................................84 Meerdere kopieën maken ..............................................................................84 Kopiëren onderbreken .
Paragraaf VI Bijlagen A Veiligheid en wetgeving 104 Een geschikte plaats kiezen .............................................................................. 104 Doe het volgende om de machine veilig te gebruiken ....................................... 106 Belangrijke veiligheidsinformatie ................................................................. 110 IEC60825-1+A2:2001 Specificatie .............................................................. 111 Het apparaat loskoppelen........................
D Menu en functies 166 Programmeren op het scherm ...........................................................................166 Menutabel....................................................................................................166 Opslag in het geheugen ..............................................................................166 Menutoetsen ......................................................................................................166 Het menu openen ............................
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Papier en documenten laden Algemene instelling Beveiligingsfuncties I 2 11 23 30
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie 1 Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om persoonlijk letsel te voorkomen. Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie De softwarehandleiding en de netwerkhandleiding raadplegen c 1 Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine. Zaken zoals de gevorderde eigenschappen van fax, printer, scanner, PC-Fax en netwerk komen hier niet aan bod. Wanneer u klaar bent voor gedetailleerdere informatie over deze functies, kunt u de Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding raadplegen.
Hoofdstuk 1 Instructies voor het scannen opzoeken b Het volgende venster wordt weergegeven. c Dubbelklik op het pictogram Documentation. d Als het scherm voor de taalkeuze verschijnt, dubbelklikt u op de gewenste taal. e Dubbelklik op het bovenste paginabestand om de Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding te bekijken in HTML-formaat. f Klik op de documentatie die u wilt lezen. 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen.
Algemene informatie Instructies voor het scannen opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding: 1 Scannen in hoofdstuk 9 ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 10 1 1 U kunt alle benodigde contacten vinden, zoals webondersteuning (Brother Solutions Center). Klik op Brother-support in het hoofdmenu.
Hoofdstuk 1 Overzicht bedieningspaneel 1 MFC-8880DN en MFC-8890DWhebben dezelfde toetsen. 1 Voorkeurtoetsen Deze 20 toetsen geven direct toegang tot 40 vooraf opgeslagen nummers. Shift Geeft u toegang tot ééntoetsnummers 21 tot 40 door deze ingedrukt te houden. 2 Status-LED De LED knippert en verandert van kleurafhankelijk van de machinestatus. 3 LCD Hierop worden meldingen weergegeven die u helpen bij de configuratie en het gebruik van uw machine.
Algemene informatie 1 5 Kiestoetsen (voor NederLand) Gebruik deze toetsen om telefoon- en faxnummers te kiezen en als toetsenbord om gegevens in de machine in te voeren. De toets # schakelt de kies-modus tijdens een gesprek tijdelijk om van puls naar toon. 6 Stop/Eindigen Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of een menu verlaten. 7 Start Hiermee kunt u faxen verzenden, kopieën maken, of scannen. 8 Kopietoetsen: Dubbelzijdig U kunt Duplex selecteren om dubbelzijdig af te drukken.
Hoofdstuk 1 10 Fax- en telefoontoetsen: Telefoon/Intern U gebruikt deze toets voor een telefoongesprek na het oppakken van de externe hoorn tijdens de F/T pseudo-beltoon. Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u deze toets gebruiken om toegang te krijgen tot een buitenlijn, om de telefoniste terug te bellen of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel. Resolutie Hiermee stelt u de faxresolutie in. Zoeken/Snelkiezen Hiermee kunt u nummers opzoeken die in het geheugen zijn opgeslagen.
Algemene informatie Status-LED-aanduidingen 1 De Status-LED (light emitting diode) knippert en verandert van kleur afhankelijk van de machinestatus. LED Machinestatus Omschrijving Slaapstand De machine is uitgeschakeld of staat in de slaapstand. Warmt op De machine warmt op om af te drukken. Klaar De machine is klaar om af te drukken. Ontvangt gegevens De machine ontvangt gegevens van de computer, verwerkt gegevens in het geheugen of drukt gegevens af.
Hoofdstuk 1 Rood Deksel open Het frontdeksel of fuseerdeksel staat open. Sluit het deksel. Toner leeg Vervang de tonercartridge. Papierfout Plaats papier in de lade of verwijder vastgelopen papier. Controleer de boodschap op het LCD-scherm. Scanner vergrendeld Zorg ervoor dat de scannervergrendeling ontgrendeld is. Overige Controleer de boodschap op het LCD-scherm. Opmerking Wanneer de machine uitgeschakeld is of in de slaapstand staat, is de LED gedoofd.
2 Papier en documenten laden Papier en afdrukmedia laden De machine kan papier laden vanuit de standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de multifunctionele lade. Houd rekening met het volgende als u papier in de papierlade plaatst: 2 Papier in de standaardpapierlade plaatsen 2 2 2 Afdrukken op normaal papier, dun papier, kringlooppapier of transparanten vanuit de papierlade 2 a Trek de papierlade volledig uit de machine.
Hoofdstuk 2 c Waaier de stapel papier goed door om te voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd. Papier plaatsen in de multifunctionele lade (MPlade) 2 U kunt tot 3 enveloppen of speciale afdrukmedia plaatsen in de MP-lade of tot 50 vellen normaal papier. Gebruik deze lade om af te drukken of te kopiëren op dik papier, bankpostpapier, enveloppen, etiketten of transparanten. d Plaats papier in de lade, en controleer of het papier onder het merkteken voor maximaal papier (1) blijft.
Papier en documenten laden b c Open de MP-lade en laat deze voorzichtig zakken. e Plaats de enveloppen (maximaal 3), het dikke papier, de etiketten of de transparanten in de MP-lade met de bovenkant eerst en de te bedrukken zijde naar boven gericht. Zorg ervoor dat het papier de maximum markering niet overschrijdt (b). Trek de steunklep (1) van de MP-lade uit en vouw de steunflap (2) open.
Hoofdstuk 2 Niet-afdrukbaar gebied 2 Niet-afdrukbaar gebied voor faxen en kopieën 2 De afbeelding toont de delen waarop niet kan worden gedrukt. 2 2 1 Gebruik Document grootte Bovenkant (1) Onderkant (1) Rechts (2) Fax Letter 3 mm 4 mm A4 3 mm 4 mm Letter 3 mm 4 mm A4 3 mm 2 mm Kopie 1 Links (2) Opmerking (Voor kopieën) Het hierboven weergegeven onbedrukbare gedeelte geldt voor een enkele kopie of een 1-bij-1-kopie op A4-papier.
Papier en documenten laden Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt. U kunt de volgende printmedia gebruiken: dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier, transparanten, etiketten of enveloppen. Voor de beste resultaten volgt u onderstaande instructies: Gebruik papier dat geschikt is voor kopiëren op normaal papier.
Hoofdstuk 2 Type en formaat van het papier Multifunctionele lade (MP-lade) 2 De machine laadt papier vanuit de geïnstalleerde standaardpapierlade, de optionele onderste lade of de multifunctionele lade. U kunt tot 50 vellen normaal papier (80 g/m2) of tot 3 enveloppen plaatsen in de MP-lade. De stapel papier mag niet hoger zijn dan de aanduiding voor de maximale papierhoogte op de papiergeleider voor de breedte.
Papier en documenten laden Aanbevolen papierspecificaties 2 De volgende papierspecificaties zijn geschikt voor deze machine. Gewicht 75-90 g/m2 Dikte 80-110 µm Ruwheid Hoger dan 20 sec.
Hoofdstuk 2 Te vermijden soorten papier BELANGRIJK Sommige typen papier bieden niet het gewenste resultaat of kunnen schade veroorzaken aan de machine. Gebruik GEEN papier: • met een grove textuur • dat extreem glad of glanzend is • dat gekruld of scheef is 1 1 1 2 mm • dat gecoat is of een chemische vernislaag heeft • dat beschadigd, gekreukeld of gevouwen is 2 Enveloppen 2 De meeste enveloppen zijn geschikt voor deze machine.
Papier en documenten laden Te vermijden types enveloppen 2 BELANGRIJK • met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop • met flappen zoals hieronder getoond Gebruik GEEN enveloppen: • die beschadigd, gekruld of verkreukeld zijn of een ongebruikelijke vorm hebben • die extreem glanzend zijn of een grove structuur hebben • met klemmetjes, nietjes of dichtbinders 2 • met beide zijden gevouwen zoals hieronder getoond • met zelfklevende plakrand • die zakachtig zijn • die niet scherp gevouwen zijn • die
Hoofdstuk 2 Etiketten De machine kan afdrukken op de meeste typen etiketten die bedoeld zijn voor een lasermachine. Etiketten dienen een plaklaag op basis van acryl te hebben omdat dit materiaal beter bestand is tegen de hoge temperaturen in de fuser unit. De plaklaag dient niet in contact te komen met enig deel van de machine, omdat de etiketten dan aan de drumeenheid of rollen blijven kleven waardoor papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit kunnen optreden.
Papier en documenten laden Documenten laden Met behulp van de automatische documentinvoer (ADF) 2 Documenten die u wilt faxen, moeten 148 tot 215,9 mm breed en 148 tot 355,6 mm lang zijn, en een standaardgewicht hebben van [80 g/m2]. a 2 Vouw ADF-documentsteunklep (1) en ADF-steun (2) uit. 2 De ADF kan maximaal 50 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik standaardpapier 80 g/m2 en waaier de pagina's altijd door voordat u ze invoert in de ADF.
Hoofdstuk 2 Met behulp van de glasplaat U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's van een boek of één pagina per keer te faxen, kopiëren of scannen. Documenten kunnen tot 215,9 mm breed en 355,6 mm hoog zijn. Opmerking Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. a b 22 Til het documentdeksel op. Gebruik de documentgeleiders links om het document in het midden van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden. 2 c Sluit het documentdeksel.
3 Algemene instelling Timermodus Op het bedieningspaneel van de machine zijn drie modustoetsen aanwezig: Fax, Scan en Kopie. U kunt instellen hoe lang na de laatste kopie of scan de machine terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit selecteert, blijft de machine in de laatst gebruikte modus. 3 Papierinstellingen c 3 Stel de machine in op het papier dat u gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit.
Hoofdstuk 3 Papierformaat U kunt tien papierformaten gebruiken voor het afdrukken van kopieën: A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 L, A6, B5, B6 en Folio, en vier formaten voor het afdrukken van faxen: A4, Letter, Legal en Folio. Als u een ander papierformaat in de lade plaatst, dient u ook de instelling van het papierformaat te wijzigen zodat de machine het document of een binnenkomende fax passend op de pagina kan plaatsen.
Algemene instelling Opmerking • Wanneer u de documenten in de ADF plaatst en MP>T1>T2 of T1>T2>MP geselecteerd is, zoekt de machine naar de lade met het meest geschikte papier en neemt papier uit die lade. Als er geen geschikt papier aanwezig is in de lades, neemt de machine papier uit de lade met de hoogste prioriteit. • Wanneer u de glasplaat gebruikt, wordt uw document gekopieerd via de lade met de hoogste prioriteit, zelfs wanneer er een geschiktere papiersoort beschikbaar is in een andere papierlade.
Hoofdstuk 3 Ladegebruik in de afdrukmodus U kunt de standaardlade kiezen die de machine gebruikt voor het afdrukken vanaf de computer. a b Druk op Menu, 1, 6, 3. Druk op a of b om Alleen lade 1, Alleen lade 2 1, Alleen MP-lade, MP>T1>T2 1 of T1>T2 1>MP te selecteren. Druk op OK. 1 c Alleen lade 2 of T2 wordt enkel weergegeven als de optionele lade is geplaatst. Druk op Stop/Eindigen.
Algemene instelling Volume luidspreker U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus voor de luidspreker, van Hoog tot Uit. a b c Druk op Menu, 1, 3, 3. Druk op a of b om Uit, Laag, Half of Hoog te selecteren. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen. 3 Automatische zomer/wintertijd 3 U kunt de machine zo instellen dat de zomer/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst. a b Druk op Menu 1, 4.
Hoofdstuk 3 Ecologische functies Toner sparen Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit. a b c Druk op Menu, 1, 5, 1. Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen. Opmerking Wij raden het gebruik van de tonerbespaarstand af voor het afdrukken van foto's of afbeeldingen met grijstinten.
Algemene instelling De scannerlamp uitschakelen 3 De scannerlamp blijft 16 uur branden alvorens automatisch uit te schakelen om de levensduur van de lamp te verlengen en het stroomverbruik te verminderen. 3 Om de scannerlamp handmatig uit te schakelen, drukt u tegelijk op de toetsen d en c. De scannerlamp blijft uitgeschakeld tot u de scanfunctie opnieuw gebruikt. Opmerking Als u de lamp geregeld uitschakelt, verkort dit de levensduur van de lamp.
4 Beveiligingsfuncties Beveiligd functieslot 2.0 Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u de openbare toegang tot de volgende machinefuncties: PC-printen USB Direct Print Kopiëren Fax Tx Fax Rx Scannen 4 • Alleen beheerders kunnen beperkingen instellen en wijzigingen aanbrengen voor iedere gebruiker. • Wanneer het Beveiligde functieslot aan staat, kunt u alleen 1.Contrast en 7.Voorblad inst. gebruiken in het faxmenu.
Beveiligingsfuncties Het beheerderswachtwoord veranderen De openbare modus instellen 4 a b Druk op Menu, 1, 8, 1. Druk op a of b om Wachtw. inst. te selecteren. Druk op OK. Met de functie Openbare gebruiker kunt u de beschikbare functies voor openbare gebruikers beperken. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via deze instelling hebt geactiveerd. U kunt één Openbare gebruiker instellen.
Hoofdstuk 4 Beperkte gebruikers instellen U kunt gebruikers instellen met beperkingen en een wachtwoord voor functies die voor hen beschikbaar zijn. Met Beheer via een webbrowser kunt u geavanceerdere beperkingen instellen, zoals een beperking op het aantal pagina's of via de inlognaam van een pc. (Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.) U kunt maximaal 25 gebruikers met beperkingen en een wachtwoord instellen. a b Druk op Menu, 1, 8, 1.
Beveiligingsfuncties Beveiligd functieslot aan/uitzetten Als u het verkeerde wachtwoord invoert, wordt op het LCD-scherm Fout wachtwoord weergegeven. Voer het juiste wachtwoord opnieuw in. Beveiligd functieslot aanzetten Gebruikers omschakelen 4 Met deze instelling kunt u schakelen tussen geregistreerde beperkte gebruikers of openbare gebruikers wanneer Beveiligd functieslot aanstaat. Overschakelen naar de functie Beperkte gebruiker a b Druk op Menu, 1, 8, 1.
Hoofdstuk 4 Instelslot Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machineinstellingen wijzigen. Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeten bent, moet u de wachtwoorden resetten die in de machine zijn opgeslagen. Neem contact op met uw beheerder of Brother-leverancier.
Beveiligingsfuncties Het wachtwoord voor het instelslot wijzigen a b Druk op Menu, 1, 8, 2. Druk op a of b om Wachtw. inst. te selecteren. Druk op OK. c Voer uw viercijferig wachtwoord in. Druk op OK. d Toets een viercijferig nummer in voor het nieuwe wachtwoord. Druk op OK. e f Voer uw nieuwe wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 4 Beperken kiezen 4 a b Met deze functie kunt u vermijden dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden of het verkeerde nummer bellen. U kunt de machine instellen zodat het kiezen wordt beperkt via de kiestoetsen, ééntoetsnummers, snelkiezen en LDAPzoekfunctie. c Als u Uit selecteert, beperkt de machine de kiesmethode niet. a b c Als u Aan selecteert, beperkt de machine alle mogelijkheden om faxen te verzenden en te telefoneren via de betreffende kiesmethode.
Paragraaf II Fax Een fax verzenden Een fax ontvangen Telefoon en externe apparatuur Het kiezen en opslaan van nummers Opties voor afstandsbediening Pollen Rapporten afdrukken II 38 49 56 62 70 77 80
5 Een fax verzenden Faxen Faxmodus instellen 5 5 Druk op (Fax) om de faxmodus in te stellen. De toets licht blauw op. Een eenzijdige fax verzenden vanaf de ADF De ADF gebruiken om uw faxen te verzenden, is de eenvoudigste methode. Druk op Stop/Eindigen om een fax in behandeling te annuleren. a b Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . Plaats uw document met de bedrukte zijde naar boven in de ADF.
Een fax verzenden b Ga op een van de volgende manieren te werk: Als uw document over de lange zijde wordt gekeerd, drukt u op a of b om Lange rand te selecteren. Druk op OK. Lange zijde Staand Liggend Als uw document over de korte zijde wordt gekeerd, drukt u op a of b om Korte rand te selecteren. Druk op OK. Korte zijde Staand c Liggend Een fax vanaf de glasplaat verzenden 5 U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s van een boek te faxen, of om een document pagina na pagina te faxen.
Hoofdstuk 5 Een fax in behandeling annuleren Opmerking Bij het faxen van meerdere pagina’s vanaf de glasplaat moet Direct verzenden zijn ingesteld op Uit. (Zie Direct verzenden op pagina 45.) Documenten in Letter-, Legalof Folio-formaat faxen vanaf de glasplaat Wanneer u documenten in Letter-, Legal- of Folio-formaat faxt, moet u het formaat van de glasplaat instellen op Letter of Legal/Folio. Doet u dit niet, dan zal er een stuk van uw fax ontbreken. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld .
Een fax verzenden Groepsverzenden Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar groepen, ééntoetsnummer, snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen. U kunt groepsverzendingen maken naar 390 verschillende nummers. Dit is afhankelijk van hoeveel groepen, toegangscodes of creditcardnummers u hebt opgeslagen, en van het aantal uitgestelde of opgeslagen faxen in het geheugen.
Hoofdstuk 5 Aanvullende verzendopties Faxen met meer instellingen verzenden Voordat u een fax gaat verzenden, kunt u een willekeurige combinatie van de volgende instellingen wijzigen: contrast, resolutie, internationale modus, timer voor uitgestelde faxen, pollen, directe verzendingen of instellingen voorblad. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . Telkens nadat een instelling is geaccepteerd, wordt u gevraagd of u nog meer instellingen wilt invoeren. 22.Verzendmenu Volgende? a 1.Ja b 2.
Een fax verzenden Uw eigen opmerkingen opstellen Toets bijvoorbeeld 0, 2 in voor 2 pagina's of 0, 0 als u dit vak leeg wilt laten. Als u een fout maakt, drukt u op d of Wis/terug om terug te keren en het aantal pagina's opnieuw in te voeren. 5 U kunt zelf twee opmerkingen opstellen. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 8. Voor elke fax een voorblad verzenden Druk op a of b om 5. of 6. te selecteren om uw eigen opmerking op te slaan. Druk op OK.
Hoofdstuk 5 Contrast 5 Faxresolutie veranderen Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Auto voor de beste resultaten. Het apparaat selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document. De kwaliteit van een fax kan worden verbeterd door de faxresolutie te wijzigen. De resolutie kan worden gewijzigd voor de volgende fax of voor alle faxen. Als uw document erg licht of donker is, kan de kwaliteit van de fax worden verbeterd door het contrast te wijzigen.
Een fax verzenden De standaard faxresolutie-instelling wijzigen Tweevoudige werking 5 5 a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 2. U kunt een nummer kiezen, en beginnen met de fax in het geheugen te scannen, zelfs wanneer de machine uit het geheugen zendt, faxen ontvangt of PC-gegevens afdrukt. Het LCD-scherm toont het nieuwe taaknummer. Druk op a of b om de gewenste resolutie te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 5 Direct verzenden voor alle faxen a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 5. b c a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c d Plaats het document. 5 Druk op Menu, 2, 2, 5. Druk op a of b om Volgende Fax:Aan te selecteren. Druk op OK. Druk op Menu, 2, 2, 9. Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK. Uitgestelde fax 5 50 faxen in het geheugen opslaan om ze binnen 24 uur te verzenden. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld .
Een fax verzenden Uitgestelde groepsverzending Alvorens de uitgestelde faxen te verzenden, zal uw machine u helpen met besparen door alle faxen in het geheugen op bestemming en geprogrammeerde tijd te sorteren. Alle uitgestelde faxen die geprogrammeerd zijn om op hetzelfde tijdstip naar hetzelfde faxnummer te worden verzonden, worden als één fax verzonden om transmissietijd te besparen. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 4. d Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 5 Een fax handmatig verzenden Handmatig verzenden 5 5 Bij handmatige verzending hoort u de kiestoon, de beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het verzenden van een fax. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d e Haal de hoorn van een externe telefoon van de haak en luister of er een kiestoon is. Kies het faxnummer dat u wilt bereiken. Wanneer de faxtoon hoort, drukt u op Start. Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap 1 om een fax te verzenden.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangstmodus 6 U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 50 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Hoofdstuk 6 Ontvangststanden gebruiken Handmatig 6 In sommige ontvangstmodi worden telefoontjes automatisch beantwoord (Alleen Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging op pagina 51.) Alleen Fax 6 In de stand Alleen Fax wordt elk telefoontje automatisch beantwoord alsof het een faxbericht betreft.
Een fax ontvangen Instellingen ontvangststand Belvertraging De instelling voor belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Alleen Fax en Fax/Telefoon. Als er zich een externe of tweede telefoon op dezelfde lijn van de machine bevindt, selecteert u het maximale aantal beltonen. (Zie Werken met een tweede toestel op pagina 59 en Fax waarnemen op pagina 52.) a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 1.
Hoofdstuk 6 Fax waarnemen 6 Als de functie Fax waarnemen is ingesteld op Aan: De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Wanneer u op het LCD-scherm de melding Ontvangst ziet of wanneer u via de hoorn het "tjirpende" geluid hoort, legt u de hoorn op de haak. De machine handelt vervolgens alles af. De printdichtheid instellen U kunt de instelling voor de printdichtheid aanpassen en zo de afgedrukte pagina's lichter of donkerder maken.
Een fax ontvangen Aanvullende ontvangsthandelingen Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken Wanneer u Aan selecteert, verkleint de machine automatisch elke pagina van een binnenkomende fax zodat deze op een pagina van het formaat A4, Letter, Legal of Folio past. De machine berekent het verkleiningspercentage aan de hand van de papiergrootte van de fax en uw instellingen voor Papierformaat (Menu, 1, 2, 2). a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 5.
Hoofdstuk 6 De stempel voor faxontvangst instellen U kunt de machine instellen zodat de ontvangsttijd en -datum bovenaan in het midden van iedere ontvangen faxpagina worden afgedrukt. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 9. d Druk op Stop/Eindigen. Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK.
Een fax ontvangen Een fax uit het geheugen afdrukken 6 Als u de functie Fax opslaan gebruikt (Menu, 2, 5, 1), kunt u nog steeds een fax afdrukken uit het geheugen wanneer u zich bij de machine bevindt. (Zie Fax opslaan op pagina 71.) a b c Druk op Menu, 2, 5, 3. Druk op Start. Druk op Stop/Eindigen. Ontvangst zonder papier 6 6 Wanneer de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, wordt Geen papier weergegeven op het LCD-scherm. Plaats papier in de papierlade.
7 Telefoon en externe apparatuur Telefoonlijndiensten Het type telefoonlijn instellen Opmerking 7 • U kunt de nummers 0 tot en met 9, #, l en ! gebruiken. 7 (Druk op Telefoon/Intern om "!" weer te geven.) Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
Telefoon en externe apparatuur Een externe TAD aansluiten U kunt een extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) aansluiten op dezelfde lijn als uw machine. Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine een voicemail registreren door uw ANTW.APP. en wordt op het display Telefoon weergegeven.
Hoofdstuk 7 Een uitgaand bericht opnemen a Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw machine tijd om naar faxtonen te luisteren. b Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden. c U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht (20 seconden) de code voor Activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: "Spreek een bericht in na de toon of verzend een fax door te drukken op l51 en Start.
Telefoon en externe apparatuur Externe telefoons en tweede telefoons Uitsluitend voor Fax/Telmodus Als de machine in de stand Fax/Tel staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Opmerking U moet de Codes voor afstandsbediening inschakelen om de code voor Activeren op afstand l51 en de code voor Deactiveren op afstand #51 te kunnen gebruiken. (Zie Codes voor afstandsbediening gebruiken op pagina 60.
Hoofdstuk 7 Een externe of tweede telefoon aansluiten 7 U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding. (voor Nederland) 1 2 Een draadloze externe handset niet van het merk Brother gebruiken Als uw draadloze telefoon (niet Brother) verbonden is met het telefoonsnoer (zie pagina 60) en u de draadloze hoorn vaak ergens anders mee naartoe neemt, is het eenvoudiger oproepen te beantwoorden tijdens de belvertraging.
Telefoon en externe apparatuur Code voor deactiveren op afstand 7 Als u een telefoonoproep ontvangt en de machine in de stand F/T staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt na de aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep op een tweede toestel aanneemt, kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen door op #51 te drukken (zorg ervoor dat u hierop drukt tussen de belsignalen in).
8 Het kiezen en opslaan van nummers Nummers kiezen 8 Druk tegelijk op Zoeken/Snelkiezen en Shift en voer het driecijferige snelkiesnummer in. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 66.) U kunt op de volgende manieren een nummer kiezen. Handmatig kiezen Snelkiezen 8 Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het telefoon- of faxnummer in te voeren. Eéntoetsnummer kiezen Druk op het voorkeurstoets waaronder het nummer is opgeslagen dat u wilt bellen. (Zie Eéntoetsnummers opslaan op pagina 64.
Het kiezen en opslaan van nummers Zoeken U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die in het ééntoetsgeheugen en het snelkiesgeheugen zijn opgeslagen. (Zie Eéntoetsnummers opslaan op pagina 64 en Snelkiesnummers opslaan op pagina 66.) a b c Druk op Zoeken/Snelkiezen. Druk op de toetsen op het bedieningspaneel voor de eerste paar letters van de naam. (Gebruik het schema in Tekst invoeren op pagina 191 bij het invoeren van de letters.) Druk op OK.
Hoofdstuk 8 Nummers opslaan 8 De snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt. 8 Een scanprofiel bestaat uit de resolutie en andere scaninstellingen die u kiest wanneer u een nummer opslaat. U zult bijvoorbeeld worden gevraagd om standaard, fijn, superfijn of foto te selecteren als u de Fax/Tel-optie hebt geselecteerd.
Het kiezen en opslaan van nummers Opmerking Als u E-Mail hebt geselecteerd en het emailadres opslaat, kunt u het e-mailadres alleen in de scanmodus gebruiken. Als u IFAX hebt geselecteerd en het emailadres opslaat, kunt u het e-mailadres alleen in de faxmodus gebruiken. d Kies een van de onderstaande opties: Voer de naam in met behulp van het bedieningspaneel (max. 15 tekens). Druk op OK. Druk op OK om het nummer of emailadres naamloos op te slaan.
Hoofdstuk 8 Snelkiesnummers opslaan 8 e U kunt vaak gebruikte nummers opslaan als snelkiesnummers, zodat u bij het kiezen slechts enkele toetsen hoeft in te drukken (Zoeken/Snelkiezen, het driecijferige nummer en Start). De machine kan 300 snelkiesnummers opslaan (001 - 300). Als u een fax-/scanresolutie wilt opslaan bij het nummer, kiest u een van de onderstaande opties: Indien u F/T hebt geselecteerd in stap b, drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK.
Het kiezen en opslaan van nummers Eéntoets- en snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een ééntoets- of een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam of het opgeslagen nummer op het LCD-scherm. Wanneer de machine een geplande taak heeft of wanneer u een faxdoorzendnummer heeft ingesteld, vraagt de LCD u of u het nummer wilt veranderen. a b Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Menu, 2, 3, 1 om een opgeslagen voorkeursnummer te wijzigen.
Hoofdstuk 8 Voor snelkiesnummers houdt u Shift ingedrukt terwijl u op Zoeken/Snelkiezen drukt en voert u daarna de driecijferige locatie voor het snelkiesnummer in. Op het LCD-scherm verschijnen de geselecteerde voorkeursnummers met een l en snelkiesnummers met een # (bijvoorbeeld l006, #009). f Druk op OK wanneer u klaar bent met het toevoegen van nummers. g Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer de naam in met behulp van het bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Het kiezen en opslaan van nummers Snelkiesnummers combineren U kunt bij het kiezen meer dan een snelkiesnummer combineren. Deze functie kan nuttig zijn als u een toegangscode moet kiezen voor een goedkoper tarief van een andere interlokale serviceprovider. U kunt bijvoorbeeld '555' opslaan op snelkiestoets #003 en '7000' op snelkiestoets #002. U kunt beide gebruiken om het nummer '555-7000' te kiezen door onderstaande toetsen in te drukken: Houd Shift ingedrukt en druk op Zoeken/Snelkiezen, 003.
9 Opties voor afstandsbediening e Met Opties voor afstandsbediening kunt u faxen ontvangen, terwijl u niet in de buurt van de machine bent. BELANGRIJK U kunt slechts één optie voor afstandsbediening tegelijkertijd gebruiken. Fax doorzenden Met de functie Fax Doorzenden kunt u automatisch ontvangen faxen doorsturen naar een andere machine.Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt de machine ook de fax af. a b c Druk op Menu, 2, 5, 1. Druk op a of b om Fax Doorzenden te selecteren. Druk op OK.
Opties voor afstandsbediening Fax opslaan Met de functie Fax opslaan kunt u de door u opgeslagen faxen in het geheugen van de machine opslaan. U kunt opgeslagen faxen opvragen vanaf een faxmachine op een andere locatie met behulp van de opdrachten op afstand. (Zie Faxberichten opvragen op pagina 74.) Uw machine drukt automatisch een kopie van de opgeslagen fax af. a b c Druk op Menu, 2, 5, 1. Druk op a of b om Fax Opslaan te selecteren. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 9 BELANGRIJK Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt de machine de fax ook op uw machine af zodat u een kopie hebt. Dit is een veiligheidsmaatregel in geval van een stroomstoring voordat de fax is doorgestuurd of in geval van problemen bij de ontvangende machine. De machine kan faxen maximaal 60 uur bewaren wanneer er een stroomstoring is. Opmerking • Voordat u de PC Faxontvangst kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op de PC installeren.
Opties voor afstandsbediening Afstandsbediening Als u op 2 drukt, worden de faxen in het geheugen niet gewist of naar uw pc overgebracht en blijft de instelling ongewijzigd. Met de functie afstandsbediening kunt u uw opgeslagen faxen opvragen, wanneer u niet in de buurt van uw machine bent. U kunt uw machine bellen vanaf iedere willekeurige toetstelefoon of faxmachine, om vervolgens de toegangscode op afstand te gebruiken om uw berichten op te vragen.
Hoofdstuk 9 Gebruik van de toegangscode op afstand a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer. b Wanneer de machine antwoordt, voert u onmiddellijk de toegangscode op afstand in. c De machine geeft aan of er faxberichten zijn ontvangen: Geen tonen Geen berichten ontvangen. Faxberichten opvragen 9 a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer.
Opties voor afstandsbediening Het nummer voor fax doorzenden wijzigen 9 U kunt vanaf een andere telefoon of faxmachine met toetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax doorzenden wijzigen. a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer. b Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u onmiddellijk uw toegangscode op afstand in (3 cijfers gevolgd door l). Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
Hoofdstuk 9 Faxopdrachten op afstand U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten op afstand 95 Wijzig de instellingen voor Fax doorzenden of Fax opslaan 1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of gewist.
10 Pollen 10 Met de functie Pollen kunt u machine zodanig instellen dat andere mensen faxen van u kunnen ontvangen, maar dat zij voor de oproep betalen. Met deze functie kunt u ook de faxmachine van iemand anders bellen om te pollen, zodat u voor de oproep betaalt. De functie Pollen dient op beide machines te zijn ingesteld, opdat dit kan functioneren. Niet alle faxmachines ondersteunen het pollen. Ontvang pollen b c d Druk op Menu, 2, 1, 8. Druk op a of b om Stand. te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 10 Opeenvolgend pollen 10 Met Opeenvolgend pollen kunt u in één bewerking documenten van diverse andere faxmachines opvragen. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 8. d Druk op a of b om Stand., Beveilig of Tijdklok te selecteren. Druk op OK. Kies één van onderstaande opties. Als u Stand. selecteert, gaat u verder met stap e. Als u Beveilig selecteert, voert u een viercijferig nummer in, drukt u op OK en gaat u naar stap e.
Pollen h Plaats de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. Herhaal stappen g en h voor elke extra pagina. Uw machine verzendt de fax automatisch. f 22.Verzendmenu Volgende? a 1.Ja b 2.Nee Select. ab of OK Opmerking Het document wordt opgeslagen en kan vanaf elk ander faxapparaat worden opgehaald totdat u de fax uit het geheugen verwijderd. g h Om de fax uit het geheugen te wissen, drukt u op Menu, 2, 7. (Zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren op pagina 47.
11 Rapporten afdrukken Faxrapporten 11 • Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld selecteert, wordt het beeld alleen weergegeven op het Verzendrapport als Direct verzenden is ingesteld op Uit. (Zie Direct verzenden op pagina 45.) Sommige faxrapporten (verzendrapport en faxjournaal) kunnen automatisch of handmatig afgedrukt worden.
Rapporten afdrukken Faxjournaal 11 U kunt de machine zodanig instellen, dat er op vaste tijden een faxjournaal (journaal) wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). De standaardinstelling is Na 50 faxen; dit betekent dat uw machine het journaal zal afdrukken als deze 50 taken heeft opgeslagen. Als u het interval op Uit zet, kunt u het rapport afdrukken via de procedure op de volgende pagina. a b c d Druk op Menu, 2, 4, 2. Druk op a of b om een interval te selecteren.
Hoofdstuk 11 Een rapport afdrukken a b 11 Druk op Menu, 6. Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om het gewenste rapport te selecteren. Druk op OK. Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op 2 om de helplijst af te drukken. c d 82 Druk op Start. Druk op Stop/Eindigen.
Paragraaf III Kopiëren Kopieën maken III 84
12 Kopieën maken Kopiëren 12 Kopieermodus instellen 1 2 3 6 1 Contrast 2 Kwaliteit 3 Kopieerverhouding 4 Ladeselectie 5 Aantal exemplaren 6 Helderheid Eén kopie maken a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. 12 Druk op (Kopie) om de kopieermodus te activeren. 4 12 Druk op Start. Meerdere kopieën maken 5 a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d Druk op Start.
Kopieën maken Kopieeropties (tijdelijke instellingen) 12 Gebruik de tijdelijke Kopie toetsen als u de kopieerinstellingen snel tijdelijk wilt wijzigen voor de volgende kopie. U kunt verschillende combinaties gebruiken. Met de instelling Auto berekent de machine de reductieratio die het beste past bij het papierformaat waarop de papierlade is ingesteld. (Zie Papierformaat op pagina 24.) De instelling Auto is uitsluitend beschikbaar wanneer u de ADF gebruikt.
Hoofdstuk 12 Opmerking Opties voor paginalay-out 2 op 1 P, 2 op 1 L, 4 op 1 P of 4 op 1 L zijn niet beschikbaar met Vergroten/verkleinen. Kopieerkwaliteit verbeteren 12 U kunt kiezen uit een serie kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Auto. Auto Auto is de aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die zowel tekst als foto’s bevatten. Tekst Geschikt voor documenten die uitsluitend tekst bevatten. Foto Geschikt voor het kopiëren van foto’s.
Kopieën maken Kopieën sorteren met behulp van de ADF 12 U kunt meerdere kopieën sorteren. De pagina’s worden gestapeld in de volgorde 1 2 3, 1 2 3, 1 2 3 enz. a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document in de ADF. d e Druk op Sorteren. Druk op Start. U kunt de kopieerresolutie van de tekst wijzigen naar 1200x600dpi als u de glasplaat gebruikt, Tekst als Contrast/Kwaliteit hebt geselecteerd en 100% als vergrotings- of verkleiningspercentage hebt geselecteerd.
Hoofdstuk 12 Helderheid 12 Pas de helderheid aan om kopieën donkerder of lichter de maken. Volg de onderstaande stappen om de helderheidsinstelling tijdelijk te wijzigen: a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d Druk op a of b om Helder te selecteren. f BELANGRIJK 01 Druk op c om een lichtere kopie te maken of op d om een donkerdere kopie te maken. Druk op OK. Druk op Start.
Kopieën maken g Wanneer u kopieert vanaf de glasplaat: Nadat de machine de pagina gescand heeft, drukt u op 1 om de volgende pagina te scannen. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden zoals hieronder aangegeven: Flatbed kopie: Volgende Pagina? a 1.Ja b 2.Nee Select. ab of OK h Plaats de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. Herhaal stap g en h voor elke pagina die u in deze indeling gebruikt. i Druk op 2 in stap g om te stoppen nadat alle pagina's zijn gescand.
Hoofdstuk 12 Duplexkopiëren (dubbelzijdig) dubbelzijdig i enkelzijdig Staand 12 1 Als u de functie duplexkopiëren wilt gebruiken, plaatst u het document in de ADF. Als u de melding Geheugen vol krijgt wanneer u dubbelzijdig kopieert, dient u extra geheugen te installeren. (Zie De melding geheugen vol op pagina 92.) 1 2 2 Liggend 11 Duplexkopiëren (over de lange zijde) 1 2 enkelzijdig i dubbelzijdig Staand 1 a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document.
Kopieën maken Geavanceerd duplexkopiëren (over de korte zijde) e 12 Druk op a of b om 2zijdigi1zijdig of 1zijdigi2zijdig te selecteren. Druk op OK. Staand Duplex Geavanc. a2zijdigi1zijdig b1zijdigi2zijdig 1 Select. ab of OK Geavanceerd dubbelzijdig i enkelzijdig f 1 2 2 Druk op Start om het document te kopiëren. Opmerking Liggend Duplexkopiëren met een dubbelzijdig Legal-document is niet beschikbaar.
Hoofdstuk 12 Ladeselectie 12 U kunt de gebruikte lade wijzigen voor de volgende kopie. a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d e Druk op Lade Selecteren. f Voer met het bedieningspaneel het aantal kopieën in (max. Druk op d of c om MP>T1, T1>MP, #1(XXX) 1 of MP(XXX) 1 te selecteren. Druk op OK. Druk op Start. Druk op MP>T1 of M>T1>T2 T1>MP of T1>T2>M #1(XXX) 1 #2(XXX) 1 MP(XXX) 1 1 XXX staat voor het papierformaat dat u hebt ingesteld in Menu, 1, 2, 2.
Paragraaf IV Rechtstreeks afdrukken Gegevens afdrukken vanaf een USBflashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt 94 IV
13 Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt Met de functie Direct Print hebt u geen computer nodig om gegevens af te drukken. U kunt afdrukken door eenvoudig een USBflashgeheugen in de USB-poort van de machine te plaatsen. U kunt ook een camera aansluiten en rechtstreeks vanaf de camera afdrukken als deze is ingesteld op USB Mass Storage. Opmerking • Bepaalde USB-flashgeheugens werken mogelijk niet op deze machine.
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt Een PRN of PostScript® 3™bestand aanmaken voor rechtstreeks afdrukken 13 Opmerking De schermen in dit onderdeel variëren afhankelijk van het programma en het besturingssysteem. Gegevens rechtstreeks afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt a a Klik in de menubalk van een programma op Bestand en daarna op Afdrukken.
Hoofdstuk 13 Opmerking • Als de instelling Direct Print van Beveiligd functieslot 2.0 voor alle gebruikers is ingesteld op "Deactiveren" (ook bij de instellingen voor de openbare modus), wordt "Niet beschikbaar" weergegeven op het LCD-scherm, waarna de machine terugkeert naar de stand Gereed. U kunt de functie Direct Print niet gebruiken. • Als u een beperkte gebruikers-ID gebruikt zonder toegang tot de functie Direct Print bij Beveiligd functieslot 2.
Gegevens afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen of vanaf een digitale camera die massaopslag ondersteunt Opmerking Opmerking • U kunt de volgende instellingen selecteren: Papierformaat Mediatype • Als u de standaardpapierlade wilt wijzigen waaruit papier wordt genomen, drukt u op Menu, 1, 6, 3 om de instelling voor de papierlade te wijzigen. • U kunt de standaardinstellingen voor Direct Print wijzigen via het bedieningspaneel wanneer de stand Direct Print niet geactiveerd is.
Hoofdstuk 13 De foutmeldingen begrijpen 13 Eens u vertrouwd bent met de soorten fouten die zich kunnen voordoen bij het afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen met Direct Print, kunt u eenvoudig problemen identificeren en oplossen. Geheugen vol Deze melding wordt weergegeven als u werkt met afbeeldingen die te groot zijn voor het machinegeheugen. Onbruikb. app. Deze melding wordt weergegeven als u een incompatibel of gebrekkig apparaat aansluit op de USB-poort.
Paragraaf V Software Software- en netwerkfuncties V 100
14 Software- en netwerkfuncties De HTML-gebruikershandleiding op de cdrom bevat de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding. De gebruikershandleiding op de cd-rom bevat de Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bv. afdrukken en scannen). Deze handleidingen bevatten handige koppelingen waarmee u rechtstreeks naar een bepaalde sectie kunt gaan.
Software- en netwerkfuncties Windows® 14 Opmerking Zie Documentatie bekijken (Windows®) op pagina 3 als u de software nog niet hebt geïnstalleerd. a Selecteer in het menu Start Brother, MFC-XXXX bij de programma's en klik daarna op Gebruikershandleidingen in HTML-formaat. b Klik op de gewenste handleiding (SOFTWAREHANDLEIDING of NETWERKHANDLEIDING) in het hoofdmenu. c Klik in de lijst links van het venster op de titel waarvan u de inhoud wilt weergeven.
Hoofdstuk 14 102
Paragraaf VI Bijlagen Veiligheid en wetgeving Menuselecties Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst VI 104 116 118 166 193 214
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen Zet de machine op een plat, stabiel oppervlak zoals een bureau. Kies een plaats die vrij is van trillingen en schokken. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats met een stabiele temperatuur tussen 10°C en 32,5°C en een luchtvochtigheid van 20% tot 80% (zonder condensatie). WAARSCHUWING Zorg dat de machine NIET wordt blootgesteld aan direct zonlicht, overmatige warmte, vocht of stof.
Veiligheid en wetgeving VOORZICHTIG Plaats de machine niet op een plaats waar veel mensen lopen. Plaats de machine niet op een tapijt. Sluit de machine NIET aan op stopcontacten die worden gestuurd door wandschakelaars of automatische timers, of op dezelfde stroomkring als grote apparaten die de stroomtoevoer kunnen verstoren. Onderbreking van de stroomtoevoer kan informatie in het geheugen van de machine wissen.
Doe het volgende om de machine veilig te gebruiken Lees deze voorschriften voordat u probeert enig onderhoud te verrichten, en bewaar ze zodat u ze later kunt naslaan. WAARSCHUWING Er bevinden zich hoogspanningselektroden in de machine. Voordat u de binnenkant van de machine reinigt, dient u eerst de telefoonlijn te ontkoppelen en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact te verwijderen. Zo vermijdt u elektrische schokken. Hanteer de stekker NOOIT met natte handen.
Veiligheid en wetgeving Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ontvlambare stoffen, sproeivloeistoffen of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen die alcohol of ammoniak bevatten. U kunt zo namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Raadpleeg Routineonderhoud op pagina 149 voor informatie over het schoonmaken van de machine. GEEN stofzuiger gebruiken voor het schoonmaken van gemorste toner.
VOORZICHTIG Wanneer u de machine pas hebt gebruikt, zijn sommige onderdelen in de machine erg heet. Wanneer u het frontdeksel of het achterpaneel van de machine opent, mag u NOOIT de onderdelen van de grijze zones in de afbeelding aanraken. Plaats uw handen niet op de rand van de machine onder het documentdeksel zoals aangegeven in de afbeelding om letsels te voorkomen. Om letsels te voorkomen, dient u te vermijden uw vingers in de plaatsen te steken die in de afbeeldingen worden weergegeven.
Veiligheid en wetgeving Wanneer u de machine verplaatst, houd hem dan vast bij de handgrepen onder de scanner. BELANGRIJK De fuseereenheid is gemarkeerd met een waarschuwingsetiket. Verwijder of beschadig het etiket NIET.
Belangrijke veiligheidsinformatie 1 Lees alle instructies door. 2 Bewaar ze, zodat u ze later nog kunt naslaan. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven. 4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact alvorens de binnenkant van de machine te reinigen. Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen of aërosols. Gebruik een droge, pluisvrije doek om het apparaat schoon te maken. 5 Zet dit product NIET op een onstabiel oppervlak, stelling of tafel.
Veiligheid en wetgeving Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water. Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de bedieningsinstructies. Pas alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding. Een verkeerde afstelling van andere functies kan leiden tot schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het apparaat weer naar behoren te laten werken.
Het apparaat loskoppelen A Installeer dit product in de buurt van een goed bereikbaar stopcontact. In noodgevallen moet u het netsnoer uit het stopcontact trekken om de stroom volledig uit te schakelen. LAN-verbinding A VOORZICHTIG Sluit dit apparaat NIET aan op een LAN-verbinding die kan blootstaan aan overspanningen. Radiostoring A Dit product voldoet aan EN55022 (publicatie CISPR 22)/Klasse B.
Veiligheid en wetgeving EU-richtlijn 2006/66/EG - de batterij verwijderen of verplaatsen A Dit product bevat een batterij die gedurende de hele levensduur van het product kan blijven werken. U mag deze batterij niet vervangen. Aan het einde van de levensduur van de machine moet deze batterij worden verwijderd en gerecycleerd volgens de juiste voorschriften.
Libtiff-auteursrechten en licentie A Use and Copyright Copyright© 1988-1997 Sam Leffler Copyright© 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Veiligheid en wetgeving Handelsmerken A Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. Microsoft, Windows, Windows Server en Internet Explorer zijn wettig gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
B Menuselecties Optionele papierlade (LT-5300) Een optionele onderste lade kan worden geïnstalleerd met een capaciteit van maximaal 250 vellen papier van 80 g/m2. Wanneer een optionele lade is geplaatst, heeft de machine een maximale capaciteit van 550 vellen normaal papier. Neem contact op met uw Brother-leverancier als u een optionele onderste lade wilt aanschaffen. B Geheugenbord B Deze machine heeft standaard 64 MB geheugen en één uitbreidingssleuf voor extra geheugen.
Menuselecties Extra geheugen plaatsen a Schakel de machine uit. Ontkoppel het telefoonsnoer. b Koppel de interfacekabel los van de machine en trek het netsnoer uit het stopcontact. B e Neem de SO-DIMM aan de zijkanten vast en breng de inkepingen in de SO-DIMM op een lijn met de uitsteeksel in de sleuf. Plaats de SO-DIMM schuin (1) en druk deze vervolgens in de richting van het interfacebord tot hij op zijn plaats klikt (2).
C Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen oplossen C C Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/.
Problemen oplossen en routineonderhoud Telefoonlijn of -verbindingen Problemen Suggesties Kiezen werkt niet. Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. C Wijzig de instelling voor Toon/Puls. (Zie de installatiehandleiding.) (voor Nederland) C Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine aanstaat.
Inkomende oproepen afhandelen C Problemen Suggesties De machine registreert een spraakverbinding als een faxtoon. Als de functie Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine door te drukken op Stop/Eindigen. Probeer dit probleem te vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op pagina 52.
Problemen oplossen en routineonderhoud Afdrukproblemen Problemen Geen print. C Suggesties Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine aanstaat. Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 160.) Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.) Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Scanproblemen C Problemen Suggesties Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op. Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteer de TWAIN-stuurprogramma. OCR (optische tekstherkenning) werkt niet. Probeer de inleesresolutie te verhogen. De functie netwerkscannen werkt niet. Zie Netwerkproblemen op pagina 123. Softwareproblemen C Problemen Suggesties Onmogelijk software te installeren of te printen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen met het papier (Vervolg) Problemen Suggesties Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende enveloppeformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie.
Netwerkproblemen (Vervolg) Problemen Suggesties De functie netwerkscannen werkt niet. (Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om Windows® Firewall te configureren. Gebruikt u andere persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software. De functie PC-FAX Ontvangen via netwerk werkt niet. De functie netwerkprinten werkt niet.
Problemen oplossen en routineonderhoud Netwerkproblemen (Vervolg) Problemen Suggesties De functie netwerkscannen werkt niet. (Windows Vista®): De functie PC-FAX Ontvangen via netwerk werkt niet. De functie netwerkprinten werkt niet. a Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet, C Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen. b Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u het volgende.
De afdrukkwaliteit verbeteren Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Witte lijnen op de pagina Advies Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd of erg dik papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 15.) Controleer of u het correcte mediatype hebt gekozen in het printerstuurprogramma of in het menu voor het instellen van de papiersoort.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Advies Controleer of u geschikt papier gebruikt. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 15.) ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Grijze achtergrond FGH ABCDE ijk h fg e d c ab ABCD abcde 01234 Pagina scheef afgedrukt Controleer de omgeving van de machine. Factoren zoals een hoge temperatuur en een hoge vochtigheidsgraad kunnen leiden tot grijze achtergronden.
EFGHIJKLMN ABCDEFG Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Kreuken in de enveloppe Advies a b Open het achterdeksel. c Verstuur de afdruktaak opnieuw. Trek aan de blauwe hendel tot de markering (c) op een lijn staat met de markering ( ) zoals hieronder weergegeven. Opmerking Wanneer u klaar bent met afdrukken, opent u het achterdeksel en zet u de twee blauwe hendels terug op hun originele positie. Controleer de papiersoort en -kwaliteit.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Advies Draai het papier in de papierlade om, en druk nogmaals af. (Exclusief briefhoofdpapier) Als het probleem zich nog steeds voordoet, verzet u de antikrulhendel als volgt: C 1 Open het achterdeksel. 2 Til de hendel op (1) en verschuif de hendel (2) in de richting van de pijl. Gekruld 1 2 Til de steunklep van de uitvoerlade op (1). 1 Selecteer Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Advies Maak tien kopieën van een leeg, wit vel papier. (Zie Meerdere kopieën maken op pagina 84.) Wanneer het probleem niet is opgelost, kan het zijn dat er in de drumeenheid lijm van een etiket op het OPC-drumoppervlak plakt. Reinig de drumeenheid. (Zie De drumeenheid reinigen op pagina 154.) De drumeenheid is misschien beschadigd. Installeer een nieuwe drum. (Zie De drumeenheid vervangen op pagina 160.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Tonervlekken Advies Controleer of u geschikt papier gebruikt. Gestructureerd papier kan dit probleem veroorzaken. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt op pagina 15.) Maak de printcorona en de drumeenheid schoon. (Zie De primaire corona reinigen op pagina 152 en De drumeenheid reinigen op pagina 154.) De drumeenheid is misschien beschadigd.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit ABCDEFGH abcdefghijk ABCD abcde 01234 Zwarte lijnen onder aan de pagina Advies Reinig de printcorona in de drumeenheid door de blauwe lip te verschuiven. Zorg ervoor dat u het lipje weer terugzet in de oorspronkelijke stand (a). (Zie De primaire corona reinigen op pagina 152.) De tonercartridge is misschien beschadigd. Plaats een nieuwe tonercartridge. (Zie Een tonercartridge vervangen op pagina 157.) De drumeenheid is misschien beschadigd.
Problemen oplossen en routineonderhoud Kiestoonherkenning instellen Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd alvorens te beginnen met het kiezen van het nummer. Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers.
Fout- en onderhoudsmeldingen Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fouten onderhoudsmeldingen vindt u hieronder. U kunt de meeste foutmeldingen en meldingen betreffende routineonderhoud zelf oplossen.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Communicatiefout Er is een communicatiefout opgetreden wegens slechte verbinding. Probeer de fax nogmaals te verzenden of probeer de machine aan te sluiten op een andere telefoonlijn. Als het probleem nog niet is verholpen, belt u dan het telefoonbedrijf en vraag of ze uw telefoonlijn willen controleren. Document nazien Het document is niet goed geplaatst of het document dat via de ADF werd gescand, was te lang.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Fax bezig met verzenden of kopiëren Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Start om de gescande pagina's te verzenden of te kopiëren. Druk op Stop/Eindigen, wacht tot de andere actieve bewerkingen voltooid zijn en probeer daarna opnieuw. Wis de gegevens in het geheugen. (Zie De melding Geheugen vol op pagina 48 of pagina 92.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Onderdelen verv. De lasereenheid moet vervangen worden. Neem contact op met uw Brother-leverancier om de lasereenheid te vervangen. Het papiertoevoerpakket voor Lade 1 moet vervangen worden. Neem contact op met uw Brother-leverancier om de PF Kit 1 te vervangen. Het papiertoevoerpakket voor Lade 2 moet vervangen worden. Neem contact op met uw Brother-leverancier om de PF Kit 2 te vervangen.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Toner Bijna Op Als Toner Bijna Op verschijnt op het LCD-scherm, kunt u nog steeds afdrukken. De machine laat u echter weten dat de tonercartridge bijna leeg is en dat u de toner binnenkort zult moeten vervangen. Bestel nu een nieuwe tonercartridge. Vast in lade1 Het papier is vastgelopen in de papierlade van de machine. (Zie Papieropstoppingen op pagina 141.) Vast MP-lade Het papier is vastgelopen in de MP-lade van de machine. (Zie Papieropstoppingen op pagina 141.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen overbrengen, of faxjournaal Faxen naar de pc overbrengen C Wanneer het LCD toont: U kunt de faxen van het geheugen van uw machine naar uw PC overbrengen. a Afdrukken Onm XX Scannen Onm. XX We adviseren u uw faxen over te brengen naar een andere fax of naar uw PC. (Zie Faxen overbrengen naar een andere faxmachine op pagina 139 of Faxen naar de pc overbrengen op pagina 139.) Controleer of u PC-Fax ontv. hebt ingesteld op de machine.
Vastgelopen documenten C Volg onderstaande stappen, als het papier is vastgelopen. BELANGRIJK Na het verwijderen van een vastgelopen document controleert u of er geen papierresten zijn achtergebleven in de machine, die ervoor kunnen zorgen dat het papier opnieuw vastloopt. Het document is bovenin de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Open het ADF-deksel. Trek het vastgelopen document er naar links uit.
Problemen oplossen en routineonderhoud Document is vastgelopen in de duplexlade a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b Trek het vastgelopen document er naar rechts uit. c Papieropstoppingen C C Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u onderstaande stappen. BELANGRIJK Bevestig dat u zowel een tonercartridge als een drumeenheid in de machine hebt geïnstalleerd.
BELANGRIJK d Waaier het papier goed door en plaats het terug in de MP-lade. e Wanneer u papier plaatst in de MP-lade, dient u ervoor te zorgen dat het papier de maximummarkering aan beide kanten van de lade niet overschrijdt. Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, teneinde schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden.
Problemen oplossen en routineonderhoud Papier is vastgelopen in papierlade 1 of 2. b C Gebruik beide handen om het vastgelopen papier traag te verwijderen. Wanneer het LCD-scherm Vast in lade1 of Vast in lade2 weergeeft, dient u deze stappen te volgen: a C Trek de papierlade volledig uit de machine. Voor Vast in lade1: c Zorg ervoor dat het papier niet boven de maximum markering (b) van de papierlade uitsteekt.
b Gebruik beide handen om het vastgelopen papier traag te verwijderen. c Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. d Pak de drumeenheid en de tonercartridge-module er langzaam uit. Het vastgelopen papier kan mogelijk samen met de tonercartridge en de drumeenheid worden verwijderd.
Problemen oplossen en routineonderhoud Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet om schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden. Het papier zit vast tussen het geheel van drumeenheid en tonercartridge a C Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. C e f g Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. b Pak de drumeenheid en de tonercartridge-module er langzaam uit.
c Druk de blauwe vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. Neem het eventuele vastgelopen papier uit de drumeenheid. BELANGRIJK e Plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid tot u hem op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de blauwe vergrendelhendel automatisch omhoog. f Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. g Sluit het voordeksel.
Problemen oplossen en routineonderhoud Het papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine a c C Open het achterdeksel (achterste uitvoerlade). Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. C d b Trek de lippen aan de linker- en rechterkant naar u toe om het fuseerdeksel (1) te openen. Pak de drumeenheid en de tonercartridge-module er langzaam uit. 1 e Trek het vastgelopen papier uit de fuseereenheid.
g h 148 Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. Het papier is vastgelopen in de duplexlade. a Trek de duplexlade volledig uit de machine. b Trek het vastgelopen papier uit de machine of uit de duplexlade. c Plaats de duplexlade weer in de machine. Sluit het voordeksel.
Problemen oplossen en routineonderhoud Routineonderhoud b C Trek de papierlade volledig uit de machine. WAARSCHUWING Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. C Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN ENKELE sproeivloeistof of biologisch oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. (Zie voor meer informatie Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 110.
g De scanner reinigen a Schakel de machine uit. Koppel eerst het telefoonsnoer en alle kabels los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. b Til het documentdeksel op (1). Reinig het witte plastic oppervlak (2) en de glasplaat (3) eronder met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water. 1 2 3 c In de ADF-eenheid reinigt u de witte balk (1) en de glazen strook op de glasplaat (2) eronder met behulp van een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water.
Problemen oplossen en routineonderhoud Het scannervenster reinigen WAARSCHUWING Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenkant van de machine GEEN ENKELE ontvlambare stof en GEEN ENKELE sproeivloeistof of biologisch oplosmiddel/vloeistof. U kunt dan namelijk brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Raadpleeg Belangrijke veiligheidsinformatie op pagina 110 voor meer informatie hierover.
c Veeg het scannervenster (1) schoon door het af te vegen met een droge, pluisvrije zachte doek. De primaire corona reinigen Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, reinigt u de corona als volgt: a Schakel de machine uit. Koppel eerst het telefoonsnoer en alle kabels los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. b Open het voordeksel en pak het geheel van drumeenheid en tonercartridge er langzaam uit. 1 d Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud • Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, teneinde schade aan de machine tengevolge van statische elektriciteit te vermijden. d Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. C c Reinig de primaire corona in de drumeenheid door het blauwe lipje voorzichtig een paar keer van links naar rechts en weer terug te schuiven. e f Sluit het voordeksel.
De drumeenheid reinigen C c Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, reinigt u de drumeenheid als volgt. a Schakel de machine uit. Koppel eerst het telefoonsnoer los en trek vervolgens het netsnoer uit het stopcontact. b Open het voordeksel en pak het geheel van drumeenheid en tonercartridge er langzaam uit. Druk de blauwe vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. BELANGRIJK • Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge.
Problemen oplossen en routineonderhoud e Draai het wieltje van de drumeenheid met de hand en kijk ondertussen naar het oppervlak van de OPC-drum (1). g 1 f Als u de vlek op de drum hebt gevonden die overeenkomt met het afdrukvoorbeeld, veegt u het oppervlak van de drum voorzichtig schoon met een droog wattenstaafje totdat stof of lijmresten verwijderd zijn. Plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid tot u hem op zijn plaats hoort vastklikken.
De verbruiksartikelen vervangen C Wanneer de machine aangeeft dat de levensduur van het verbruiksartikel is verstreken, moet u het vervangen. Tonercartridge Drumeenheid Bestelnummer TN-3230, TN-3280 Bestelnummer DR-3200 BELANGRIJK • We raden u aan het gebruikte verbruiksartikel op een stuk papier te plaatsen om te voorkomen dat het materiaal dat zich erin bevindt per ongeluk wordt gemorst.
Problemen oplossen en routineonderhoud Een tonercartridge vervangen C a Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. Met de high yield tonercartridges kunt u circa 8.000 pagina's 1 afdrukken en met de standaardtonercartridges kunt u circa 3.000 pagina's 1 afdrukken. Het werkelijke aantal pagina's hangt af van het type document dat u meestal print (bv. standaardbrief of gedetailleerde grafische afbeeldingen).
c Druk de blauwe vergrendelhendel naar beneden en neem de gebruikte tonercartridge uit de drumeenheid. WAARSCHUWING Gooi de tonercartridges NIET in het vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken. derhalve afgeraden op deze machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud f Plaats de nieuwe tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u hem op zijn plaats hoort vastklikken. Wanneer u de cartridge correct plaatst, komt de vergrendelhendel automatisch omhoog. h Installeer het geheel van drumeenheid en tonercartridge opnieuw in de machine. C i Opmerking Zorg ervoor dat u de tonercartridge correct plaatst, anders komt hij los van de drumeenheid.
De drumeenheid vervangen De machine gebruikt een drumeenheid om afbeeldingen op papier te zetten. Als Onderdelen verv. Drumeenheid wordt weergegeven op het LCD-scherm, is de drumeenheid bijna aan het einde van zijn levensduur en dient u een nieuwe drumeenheid te kopen. Zelfs wanneer Onderdelen verv. Drumeenheid verschijnt op het LCD-scherm, kunt u nog een tijdje doorgaan met afdrukken voordat u de drumeenheid werkelijk moet vervangen.
Problemen oplossen en routineonderhoud a Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. c Druk de blauwe vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. BELANGRIJK • Raak de gearceerde delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. b Pak de drumeenheid en de tonercartridge-module er langzaam uit. • Pak een nieuwe drumeenheid pas uit vlak voordat u deze installeert.
f Plaats het geheel van nieuwe drumeenheid en tonercartridge in de machine. Sluit het frontdeksel niet. g Druk op Wis/terug. Drum vervangen ? a 1.Ja b 2.Nee Select. ab of OK Druk op 1 om te bevestigen dat u een nieuwe drum plaatst. h Wanneer op het LCD Geaccepteerd verschijnt, sluit u het voordeksel. Periodieke onderhoudsonderdele n vervangen C De periodieke onderhoudsonderdelen moeten regelmatig vervangen worden om een goede afdrukkwaliteit te behouden.
Problemen oplossen en routineonderhoud Informatie over de machine Het serienummer controleren Resetten C Druk op Stop/Eindigen. C U kunt de paginatellers van de machine bekijken voor kopieën, afgedrukte pagina's, rapporten, lijsten of een totaal overzicht. a b Druk op Menu, 8, 2. c Druk op Stop/Eindigen.
De machine inpakken en vervoeren Opmerking Koppel de interfacekabel los voor u Netwerk of Alle instell. selecteert. De instellingen resetten a (voor Nederland) Druk op Menu, 0, 7. (voor België) Druk op Menu, 0, 6. b Druk op a of b om het resettype te selecteren. Druk op OK. c Druk op a of b om 1.Herstel of 2.Stop te selecteren. Druk op OK. d Als u 1.Herstel selecteert in stap c, zal u worden gevraagd de machine te herstarten. Druk op a of b om 1.Ja of 2.Nee te selecteren Druk op OK. Als u 1.
Problemen oplossen en routineonderhoud e Open het frontdeksel door te drukken op de ontgrendelknop voor het frontdeksel. f Neem de drumeenheid en de tonercartridge uit de machine. Laat de tonercartridge in de drumeenheid zitten. g Plaats de drumeenheid en tonercartridge in een plastic zak en sluit de plastic zak. h i Sluit het voordeksel.
D Menu en functies Programmeren op het scherm D Menutoetsen D Uw machine is zodanig ontworpen dat zij eenvoudig te gebruiken is. Met het LCDscherm kunt u programmeren op het scherm met behulp van de menutoetsen. Wij hebben stap-voor-stap-instructies op het scherm gecreëerd om u te helpen uw machine te programmeren. Volg eenvoudigweg de stappen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden. Menutabel Het menu openen. Naar volgend menuniveau. D Optie accepteren.
Menu en functies Het menu openen a b D Druk op Menu. Kies een optie. Druk op 1 voor het Standaardinst.menu. Druk op 2 voor het Faxmenu. D Druk op 3 voor het Kopiemenu. Druk op 4 voor het Printermenu. Druk op 5 voor het USB Direct I/Fmenu. Druk op 6 voor het menu Print lijsten. Druk op 7 voor het Netwerkmenu. Druk op 8 voor het menu Machineinfo. Druk op 9 voor het Servicemenu. 1 Druk op 0 voor de Stand.instel..
Menutabel D De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Kies & OK Kies & OK Hoofdmenu Submenu Menuselecties 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — — Opties Omschrijvingen Hiermee kunt u de tijd instellen om terug te keren naar de faxmodus en de tijd waarop de machine overgaat van individuele gebruiker op openbare gebruiker, bij gebruik van het beveiligde functieslot. 23 Hiermee kunt u de papiersoort in de MPlade instellen.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties 1.Standaardinst. 2.Papier 2.Papierformaat (vervolg) (vervolg) 1.MP-bak Opties Omschrijvingen A4* Hiermee kunt u het papierformaat in de MP-lade instellen. Letter Pagina 24 Legal Executive A5 A5 L D A6 B5 B6 Folio Ieder 2.Bovenlade A4* Letter Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen. 24 Hiermee kunt u het papierformaat in de optionele papierlade #2 instellen. 24 Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 3.Volume 2.Waarsch.toon Uit 26 (vervolg) (vervolg) Hiermee kunt u het volume van het geluidssignaal aanpassen. Hiermee kunt u het volume van de luidspreker aanpassen. 27 De zomertijd wordt automatisch ingesteld. 27 Verhoogt het aantal geprinte pagina’s van de tonercartridge. 28 Bespaart stroom. 28 Hiermee kunt u de lade instellen die wordt gebruikt in de Kopieermodus.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 6.Lade gebruiken 3.Afdrukken Alleen lade 1 (vervolg) (vervolg) Hiermee kunt u de lade instellen die wordt gebruikt bij PCprinten. Alleen lade 2 Alleen MP-lade Pagina 26 MP>T1>T2* T1>T2>MP (Lade #2 of T2 wordt alleen weergegeven als de optionele papierlade geïnstalleerd is.) 7.LCD-contrast D Hiermee stelt u het contrast van het LCD-scherm af. 29 1.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 1.Ontvangstmenu 1.Bel Vertraging (00-06) De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de stand alleen fax of Fax/Tel. 51 Instelling van het dubbele belsignaal in de stand Fax/Tel, om een normaal telefoontje te signaleren. 51 Hiermee kunt u faxberichten ontvangen zonder op Start te drukken.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 2.Verzendmenu 1.Contrast Auto* 44 (vervolg) (Uitsluitend in faxmodus) Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken. Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen. 44 Licht Pagina Donker 2.Faxresolutie Standaard* Fijn Superfijn D Foto 3.Tijdklok — Het tijdstip waarop de uitgestelde faxberichten moeten worden verzonden, in 24uursformaat instellen. 46 4.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 3.Adresboek 2.Snelkies — 66 (vervolg) (vervolg) Slaat tot 300 snelkiesnummers op zodat u een nummer kunt kiezen door slechts op een paar knoppen te drukken (en Start). 3.Groep instell. — Hiermee kunt u tot 20 groepsnummers instellen voor het groepsverzenden. 67 Aan Hier stelt u het verzendrapport in. 80 Hiermee stelt u de tijdsinterval in voor het afdrukken van het faxjournaal.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 6.Kiezen beperkt 2.Directkies Uit* 36 (vervolg) (vervolg) U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van ééntoetsnummers. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van snelkiesnummers. 36 U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van LDAPservernummers. 36 voer # 2x in Aan 3.Snelkies Uit* voer # 2x in Aan 4.LDAP-server Uit* voer # 2x in Aan D 7.Rest.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 4.Printer 1.Emulatie — Auto(EPSON)* Selecteert de emulatiemodus. Raadpleeg de softwareha ndleiding op de cd-rom. Auto(IBM) HP LaserJet BR-Script 3 Epson FX-850 IBM Proprinter 2.Printopties 1.Intern font 1.HP LaserJet 2.BR-Script 3 3.Duplex 2.Configuratie — Hiermee kunt u een lijst afdrukken met de printerinstellingen van de machine. 3.Testafdruk — Hiermee drukt u een testpagina af.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Opties Omschrijvingen 5.USB Direct I/F 1.Direct Print 3.Meerdere pag. Menuselecties 1op1* (vervolg) (vervolg) 2op1 Hiermee kunt u de paginastijl instellen bij het rechtstreeks afdrukken van meerdere pagina's vanaf een USBflashgeheugen. 4op1 9op1 Pagina 95 16op1 25op1 D 1 op 2x2 pag. 1 op 3x3 pag. 1 op 4x4 pag. 1 op 5x5 pag. 4.Afdrukstand Portret* Landschap 5.Sorteren Aan* Uit 6.Printkwaliteit Normaal* Fijn 7.Pdf-optie Document* Document&Markup Doc.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 5.USB Direct I/F 2.Scannen n. USB 1.Resolutie Kleur 100 dpi* Hiermee kunt u de resolutie instellen waarmee gescande gegevens worden verzonden naar een USBflashgeheugen. Raadpleeg de softwareha ndleiding op de cd-rom. (vervolg) Kleur 200 dpi 300 dpi kleur 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W 6.Print lijsten 2.Bestandsnaam — Voer de bestandsnaam van de gescande gegevens in. 1.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 1.TCP/IP 1.Opstartmethode Auto* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. (MFC-8880DN) Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het subnetmasker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 2.Ethernet — Auto* Selecteert de Ethernet-linkmodus. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. (MFC-8880DN) 100B-FD (vervolg) 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.E-mail/IFAX 1.Mail Address — — Voer het mailadres in. (maximaal 60 tekens) 2.Server inst. 1.SMTP Server Naam? Voer het SMTPserveradres in. (maximaal 64 tekens) IP Address ? [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 2.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 3.E-mail/IFAX 3.Setup Mail RX 2.Poll Frequency 10Min* (MFC-8880DN) (vervolg) (vervolg) (01-60) Om het interval in te stellen voor het controleren van de POP3-server op nieuwe berichten. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. (vervolg) 3.Header Alle Onderw.+Van+Aan Geen* 4.Del Error Mail Aan* Uit 5.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 5.Scannen > FTP — Kleur 100 dpi* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens via FTP te verzenden. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. (MFC-8880DN) Kleur 200 dpi (vervolg) 300 dpi kleur 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W 6.Scan > netw.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP 1.Opstartmethode (MFC-8890DW) Opties Omschrijvingen Pagina Auto* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het subnetmasker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 2.Ethernet (MFC-8890DW) (vervolg) — Opties Omschrijvingen Pagina Auto* Selecteert de Ethernet-linkmodus. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. 100B-FD (vervolg) 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.Standaard inst — 1.Herstel 2.Stop 4.Bedraad activ. — Aan* Uit 2.WLAN 1.TCP/IP 1.Opstartmethode Auto* Statisch RARP De instelling voor bedraad netwerk weer op standaardinstelling herstellen.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 1.TCP/IP (MFC-8890DW) (vervolg) (vervolg) 9.APIPA Opties Omschrijvingen Pagina Aan* Wijst automatisch het IP-adres toe van het link-local adresbereik. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. Uit (vervolg) 0.IPv6 Aan Uit* 2.Inst. Wizard Aan — U kunt uw printserver configureren. — U kunt de instellingen voor een draadloos netwerk gemakkelijk configureren met de éénknopsmethode.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 2.WLAN 6.Standaard inst 1.Herstel (MFC-8890DW) (vervolg) De instelling voor draadloos netwerk weer op standaardinstelling herstellen. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. 2.Stop (vervolg) 7.WLAN Activeren Aan Uit* 3.E-mail/IFAX De draadloze LAN handmatig activeren of deactiveren. 1.Mail Address — — Voer het mailadres in. (maximaal 60 tekens) 2.Server inst. 1.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 7.Netwerk 3.E-mail/IFAX 3.Setup Mail RX 1.Auto Polling Aan* (MFC-8890DW) (vervolg) Hiermee wordt automatisch de POP3-server gecontroleerd op nieuwe berichten. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. Uit (vervolg) 2.Poll Frequency 10Min* (01-60) 3.Header Alle Onderw.+Van+Aan Geen* 4.Del Error Mail Aan* Uit 5.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 4.Scannen > mail — — Opties Omschrijvingen Pagina Kleur 100 dpi* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens via e-mail te verzenden. Raadpleeg de netwerkha ndleiding op de cd-rom. (MFC-8890DW) Kleur 200 dpi (vervolg) 300 dpi kleur 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W 5.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 8.Machine-info 1.Serienummer — — U kunt het serienummer van uw machine controleren. 163 Totaal U kunt controleren hoeveel pagina’s de machine tijdens haar gebruiksduur in totaal heeft afgedrukt. 163 U kunt de resterende levensduur van een onderdeel van de machine controleren. 163 2.Paginateller — Fax/Lijst Kopie Print 3.DuurOnderdelen 1.Drumeenheid 2.Fuser 3.Laser 4.PF-kit MP 5.PF-kit 1 6.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 0.Stand.instel. 1.Ontvangstmodus — Alleen Fax* Selecteert de ontvangststand die het beste in uw behoeften voorziet. Fax/Telefoon Ext. TEL/ANT Pagina 49 Handmatig 2.Datum&Tijd — — De datum en de tijd komen op het LCDscherm en op de kopteksten van de verzonden faxen te staan. 3.Stations-ID — Fax: Naam: Stelt de naam en het faxnummer in die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt. Toon* Selecteert de kiesmodus. Tel: 4.
Menu en functies Tekst invoeren D Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de Stations-ID, moet tekst in teksttekens worden ingevoerd. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. Op de toetsen 0, # en l zijn geen letters gedrukt omdat deze worden gebruikt voor speciale tekens. Druk het gewenste aantal keren (zoals u leest in deze referentietabel) op de betreffende toets van het cijferblok om het gewenste teken te krijgen.
Speciale tekens en symbolen Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor op het gewenste symbool of teken te zetten. Druk op OK om het symbool of teken te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de volgende symbolen en tekens. Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ' ( ) l + , - .
E Specificaties E Algemeen E Printertype Laser Afdrukmethode Elektrofotografie door halfgeleiderlaser Geheugencapaciteit 64 MB LCD-scherm (liquid crystal display) 22 tekens × 5 regels Stroombron 220 - 240 V 50/60 Hz Stroomverbruik Piek: 1080 W Kopiëren: Gemiddeld 680 W 1 Slaapstand: (MFC-8880DN) Gemiddeld 18 W E (MFC-8890DW) Gemiddeld 19 W Stand-by: 1 Gemiddeld 85 W Wanneer u een kopie maakt van één vel.
Geluidsniveau Geluidsvermogen In bedrijf (kopiëren) 1: Voor België LwAd = 6,53 Bell Voor andere landen LwAd = 6,54 Bell Kantoorapparatuur met LwAd > 6,30 Bell (A) is niet geschikt voor gebruik in een ruimte waar personen vooral intellectueel werk verrichten. Dergelijke apparatuur dient in een aparte ruimte te worden geplaatst om geluidsoverlast te vermijden.
Specificaties Afdrukmedia Papierinvoer E Papierlade Papiersoort: Dun papier, normaal papier, bankpostpapier, transparanten 1 of kringlooppapier Papierformaat: Letter, A4, B5(ISO), A5, A5 (lange zijde), B6(ISO), A6 en Executive Papiergewicht: 60 tot 105 g/m2 Maximale capaciteit papierlade: Maximaal 250 vellen van 80 g/m2 Normaal papier Multifunctionele lade (MP-lade) Papiersoort: Dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, transparanten, kringlooppapier, enveloppen of etiket
Papieruitvoer Duplexprinten 196 Uitvoerlade Maximaal 150 vellen (met de bedrukte zijde naar beneden op de uitvoerlade uitgeworpen) Achterste uitvoerlade Eén vel (met de bedrukte zijde naar boven op de achterste uitvoerlade uitgeworpen) Papierformaat: A4 Papiergewicht: 60 tot 105 g/m2 Handmatig tweezijdig afdrukken: Ja Automatische Duplex: Ja
Specificaties Fax E Compatibiliteit ITU-T Super groep 3 Duplexfaxen (ontvangen) Ja Duplex faxen (ontvangen) MH/MR/MMR/JBIG Modemsnelheid Automatische terugval: 33.600 bps Afmetingen van eenzijdig document Breedte ADF: 148 tot 215,9 mm Lengte ADF: 148 tot 355,6 mm Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm Lengte glasplaat: Max. 355,6 mm Afmetingen van dubbelzijdig document (Duplex) Breedte ADF: 148 tot 215,9 mm Lengte ADF: 148 tot 297,0 mm Scanbreedte Max. 208 mm Afdrukbreedte Max.
Voorkeursnummers 40 (20 × 2) Snelkiezen 300 stations Groepen Maximaal 20 Groepsverzenden 390 stations Automatisch opnieuw kiezen Drie keer bij vijf minuten tussenpauze Belvertraging 0, 1, 2, 3, 4, 5 of 6 beltonen (voor Nederland) 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 of 10 beltonen (voor België) Bron van communicatie Openbaar telefoonnetwerk Verzenden vanuit het geheugen Maximaal 600 1/500 2 pagina's Ontvangst zonder papier Maximaal 600 1/500 2 pagina's 1 'Pagina's' verwijst naar de 'Brother standaa
Specificaties Kopiëren E Kleur/Monochroom Zwart-wit Afmetingen van enkelzijdig document Breedte ADF: 148 tot 215,9 mm Lengte ADF: 148 tot 355,6 mm Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm Lengte glasplaat: Max. 355,6 mm Afmetingen van dubbelzijdig document (Duplex) Breedte ADF: 148 tot 215,9 mm Lengte ADF: 148 tot 297,0 mm Breedte: Max.
Scannen E Kleur/Monochroom Ja/Ja Duplexscannen Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/XP/ XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) Mac OS® X 10.3.9 of recenter 1 WIA-compatibel Ja (Windows® XP/Windows Vista®) Kleurintensiteit 24-bitskleur Resolutie Max.
Specificaties Afdrukken E Emulaties PCL6, BR-Script3 (PostScript®3), IBM Pro-Printer XL, Epson FX-850 Printerdriver Host-gebaseerde driver voor Windows® 2000 Professional/ XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®/ Windows Server® 2003 1/Windows Server® 2003 x64 Edition 1/ Windows Server® 2008 1 E BR-Script3 (PPD-bestand) voor Windows® 2000 Professional/ XP/XP Professional x64 Edition/Windows Vista®/ Windows Server® 2003 1/Windows Server® 2003 x64 Edition 1/ Windows Server® 2008 1 Macintosh® pri
Interfaces 1 E Parallel Een afgeschermde parallelle tweerichtingskabel die compatibel is met IEEE 1284 en niet langer is dan 2,0 m. 1 USB Gebruik een USB 2.0-interfacekabel (type A/B) die niet langer is dan 2,0 m. 2 3 LAN-kabel Gebruik een Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloze LAN (MFC-8890DW) Uw machine ondersteunt IEEE 802.11b/g-draadloze communicatie met uw draadloze LAN met behulp van de infrastructuurmodus of een draadloze peer-to-peer verbinding in Ad-hoc-modus.
Specificaties Functie Direct Print Compatibiliteit 1 E PDF versie 1.7 1, JPEG, Exif + JPEG, PRN (aangemaakt door de Brother-printerdriver), TIFF (bij scannen met alle MFC- of DCPmodellen van Brother), PostScript®3™ (aangemaakt door de Brother BR-Script 3-printerdriver), XPS versie 1.0. PDF-bestanden die een JBIG2-beeldbestand, een JPEG2000-beeldbestand of transparante bestanden bevatten, worden niet ondersteund.
Systeemvereisten E Minimum systeemvereisten en ondersteunde PC-softwarefuncties Minimumsnelheid Computerplatform processor & versie hoofdbesturingssysteem Minimum Aanbevolen Ruimte op de hoeveelheid hoeveelheid vaste schijf voor RAM RAM de installatie Ondersteunde PC-softwarefuncties Ondersteunde PC-interface 3 voor voor drivers programma’s Windows® Windows® Intel® Pentium® II besturings 2000 of gelijkwaardig systeem 1 Professional 5 256 MB 150 MB 310 MB Afdrukken, PC-Fax 4, Scannen 128 MB Windows®
Specificaties Windows® Windows besturings Server® systeem 1 2003 (drukt uitsluitend af via een netwerk) Macintosh®besturings systeem Intel® Pentium® III of gelijkwaardig 256 MB 512 MB 50 MB N.v.t. Afdrukken 10/100 Base-Tx (ethernet), Draadloos 802.
Verbruiksartikelen Levensduur tonercartridge E Standaard tonercartridge: TN-3230: Circa 3.000 pagina's (A4) 1 High-yield tonercartridge: Drumeenheid TN-3280: Circa 8.000 pagina's (A4) 1 DR-3200: Circa 25.000 pagina's (A4) 2 1 Het cijfer voor de gemiddelde cartridgecapaciteit is in overeenstemming met ISO/IEC 19752. 2 De drumcapaciteit is een gemiddelde waarde, en kan verschillen met het soort gebruik.
Specificaties Bedraad Ethernetnetwerk E Modelnaam netwerkkaart NC-6800h type 2 LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup. 1 2 Ondersteuning van Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003 2 en Windows Server® 2003 x64 Edition 2, Windows Server® 2008 2 Mac OS® X 10.3.
Managementhulpprogramma’s 5 BRAdmin Light voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64 Edition, Windows Server® 2008 en Mac OS® X 10.3.
Specificaties Ethernet draadloos netwerk (alleen MFC-8890DW) Modelnaam netwerkkaart NC-7600w type 2 LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup 1 2. Ondersteuning van Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003 2, Windows Server® 2003 x64 Edition 2 en Windows Server® 2008 2 E Mac OS® X 10.3.
Managementhulpprogramma’s 5 BRAdmin Light voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64 Edition, Windows Server® 2008 en Mac OS® X 10.3.
Specificaties Verificatie en encryptie alleen voor draadloze gebruikers E Verificatiemethode E De Brother-machine ondersteunt de volgende methode: Open systeem Draadloze apparaten hebben toegang tot het netwerk zonder enige verificatie. Gemeenschappelijke sleutel Een geheime, vooraf bepaalde sleutel wordt gedeeld door alle apparaten die toegang hebben tot het draadloze netwerk. De Brother-machine gebruikt de WEP-sleutels als vooraf bepaalde sleutel.
WEP Door WEP (Wired Equivalent Privacy) te gebruiken, worden de gegevens verzonden en ontvangen met een beveiligingssleutel. TKIP TKIP (Temporal Key Integrity Protocol) voorziet in een sleutel per pakket, een mix van controle van de gegevensintegriteit en een mechanisme voor het opnieuw instellen van de sleutel. AES AES (Advanced Encryption Standard) is een Wi-Fi-geautoriseerde, sterke encryptiestandaard. CKIP Het originele Key Integrity Protocol voor LEAP door Cisco Systems, Inc.
Specificaties Draadloze ééntoetsconfiguratie E Wanneer uw draadloze toegangspunt SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup (PBC 1) of AOSS™ ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder dat u uw draadloze netwerkinstellingen kent. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze LAN router/het toegangspunt in combinatie met het machinemenu instellen en beveiligen.
F Verklarende woordenlijst F Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina om beurten automatisch wordt gescand. Afstandsbediening De mogelijkheid om via een toetstelefoon toegang krijgen tot uw machine. ANTW.APP. (antwoordapparaat) U kunt een extern ANTW.APP.
Verklarende woordenlijst F/T-beltijd Het aantal keren dat de Brother-machine dubbel overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoongesprek moet beantwoorden (wanneer de ontvangstmodus op Fax/Tel staat). Fax doorzenden Met deze functie wordt een ontvangen fax, die in het geheugen is opgeslagen, doorgestuurd naar een ander vooraf geprogrammeerd nummer. Fax opslaan U kunt faxen in het geheugen opslaan. Fax/Tel In deze stand kunt u faxen en telefoontjes ontvangen.
Lijst Gebruikersinstellingen Een afgedrukt rapport met de huidige instellingen van de machine. Resolutie Het aantal verticale en horizontale lijnen per inch. Lijst Tel-Index Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor voorkeurs- en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. Resterende taken U kunt controleren welke geprogrammeerde faxtaken nog in het geheugen staan en deze taken afzonderlijk annuleren.
Verklarende woordenlijst Tweede toestel Een telefoon op het faxnummer die in een afzonderlijke contactdoos is gestoken. Tweevoudige werking Uw machine kan uitgaande faxen of geprogrammeerde taken in het geheugen scannen, terwijl ze een fax aan het verzenden is of een binnenkomende fax aan het ontvangen of printen is. Uitgestelde fax Een fax die op een gespecificeerd later tijdstip van die dag wordt verzonden.
G Index A Aansluiten extern antwoordapparaat (ANTW.APP.) ........................................57 externe telefoon ....................................60 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......58 Aansluitingen EXT Antwoordapparaat (ANTW.APP.) ......57 externe telefoon .................................60 ADF (automatische documentinvoer) faxen .....................................................38 met behulp van .....................................21 Afdruk kwaliteit ...............................
Drumeenheid controleren (resterende levensduur) .........................................163 reinigen ...................................... 152, 154 vervangen ...........................................160 Duplex (dubbelzijdig) afdrukken vanaf een USB-flashgeheugen ..........97 kopiëren ......................................... 90, 91 problemen oplossen ...........................141 Duplextoets (dubbelzijdig) ........... 38, 90, 91 E EAP-FAST .............................................
Glasplaat faxen .....................................................39 met behulp van .....................................22 Grijswaarden ................................. 197, 200 Groepen voor groepsverzenden ..............67 Groepsverzenden ....................................41 annuleren ..............................................41 groepen instellen voor ...........................67 H Handmatig kiezen ....................................................62 ontvangen ...............................
scannen Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom. O Onderhoud, routine ................................149 de resterende levensduur van de drumeenheid en de periodieke onderhoudsonderdelen controleren ....163 vervangen drumeenheid ....................................160 tonercartridge ...................................157 Opstoppingen document ............................................140 papier ..................................................141 Overzicht bedieningspaneel .......................
Resolutie afdrukken ............................................201 fax (standaard, fijn, superfijn, foto) .............................. 44, 197 instelling voor volgende fax ...................44 kopiëren ..............................................199 scannen ..............................................200 Resolutie-toets .........................................44 Resolutietoets ............................................8 S Scannen Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom. Serienummer zoeken.
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service voor machines die in hun eigen land zijn aangeschaft.