FAX-8070P MFC-9070 GEBRUIKERSHANDLEIDING
DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
II
EC Conformiteitsverklaring onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd., Brother Buji Nan Ling Factory, Golden Garden Ind.
Over deze handleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van een FAX of Multi-Function Center (MFC) van Brother. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat. Het apparaat is tevens voorzien van een Rapport-toets.
Gebruikersvriendelijk programmeren We hebben in uw faxmachine een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden. U volgt gewoon de instructies op het LCD-scherm; ze helpen u de juiste functiemenu’s, programmeringsopties en instellingen te selecteren.
Inhoudsopgave Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren Inhoudsopgave ................................................................................VI VOORDEREIDING EN BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing........ 3 FAX-8070P Overzicht van het bedieningspaneel ............................. 8 MFC-9070 Overzicht van het bedieningspaneel.............................
Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening Fax Opslaan instellen ......................................................................54 Fax Doorzenden...............................................................................54 Op Afstand Opvragen......................................................................55 KOPIËREN Hoofdstuk 10 Kopiëren Basisbewerkingen............................................................................58 Tijdelijke kopieerinstellingen.............................
Hoofdstuk 15 PC FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Inleiding .......................................................................................... 98 Brother Setup Programma............................................................... 98 Faxen via de pc (alleen bij gebruik van Windows®).................................................
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine. Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie (pagina 144), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 3). Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
■ De automatische documenteninvoer (ADF) kan maximaal 20 vel papier bevatten, die een voor een in de machine worden ingevoerd. Gebruik in de automatische documenteninvoer alleen normaal papier (64 g/m2~90 g/m2). Als u zwaarder papier gebruikt, dient u elk vel apart in te voeren; dit om te voorkomen dat het papier vastloopt. Ca. 1,3 cm ■ Maak de documentenlade open door hem naar u toe te trekken ( documentensteun uit ( 2 ).
4 Een kopie maken Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 2 Druk op Kopie. 3 Als u het kopiëren wilt stoppen, drukt u op Stop/Eindigen. Druk nogmaals op Stop/Eindigen om het originele document vrij te geven. (Zie Kopiëren, pagina 58.) 5 VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING 1 Meerdere kopieën maken 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer.
Het netsnoer aansluiten • • Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker. Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
Aansluiting op meerdere lijnen (centrale) VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. Zo kan de machine continu in de ontvangststand (ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluitingen 1 Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. EXT ANTW.APP. . E LIN 2 3 4 5 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina). Activeer het antwoordapparaat. Stel de stand voor beantwoorden in op ANT:ANTWOORDAPP. door te drukken op Ontvangst Stand.
3 Een externe telefoon aansluiten U kunt desgewenst een apart telefoontoestel op de machine aansluiten, zoals hieronder staat afgebeeld. Extern toestel Tweede toestel Extern toestel Tweede toestel Tweede toestel EXT . E LIN Wanneer dit externe toestel in gebruik is, staat op het LCD-scherm de melding TELEFOON.
FAX-8070P Overzicht van het bedieningspaneel 2 12 1 11 3 4 5 6 1 LCD-scherm Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij de programmering en de bediening van de machine. 2 Shift Met deze toets kunnen de directkiestoetsen “5” t/m “8” worden gebruikt. 3 Directkiestoetsen Met deze 4 toetsen krijgt u toegang tot 8 vooraf geprogrammeerde telefoonnummers.
8 Telefoon/Intern 9 Zoeken/Snelkiezen Met deze toets kunt u namen en nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Met een druk op deze toets, gevolgd door # en een tweecijferig nummer, kunt u ook in het kiesgeheugen opgeslagen nummers kiezen. 0 Faxtoetsen: Ontvangst Stand Met deze toets kunt u specificeren hoe de fax inkomende telefoontjes moet beantwoorden. Fax Resolutie Met deze toets kunt u de resolutie van een te verzenden fax instellen.
MFC-9070 Overzicht van het bedieningspaneel 2 1 13 12 3 4 5 6 7 1 LCD-scherm Op het LCD-scherm verschijnen meldingen die u helpen bij de programmering en de bediening van de machine. 2 Rapport Deze toets geeft u toegang tot het menu Rapporten, waar u kunt selecteren welk rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst, Journaal, Verzendrapport, Systeeminstellingen en Bestelformulier.
7 Telefoon B Navigatietoetsen: Menu/Set Met deze toets krijgt u toegang tot de menu’s en de programmeerstand, en kunt u instellingen opslaan. VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Als u de hoorn van de externe telefoon tijdens het F/T-belsignaal hebt aangenomen en het een normaal telefoontje betreft, moet u op deze toets drukken om het gesprek te voeren. of 8 Kiestoetsen Met deze toetsen worden telefoon- en faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de machine in te voeren.
Programmeerstand & Functieselectietabel - Menu openen - Naar volgende menuniveau - Optie accepteren - Door huidige menuniveau bladeren - Terug naar vorige menuniveau - Verder naar volgende menuniveau - Menu afsluiten U opent de programmeerstand door te drukken op Menu/Set. Als u de programmeerstand hebt geopend, geeft het LCDKIES & SET scherm in eerste instantie het volgende weer: Druk op 1 voor het algemene instelmenu 1.STAND.INSTELL. —of— Druk op 2 voor het faxmenu 2.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 1. STAND.INSTELL. 1. DATUM/TIJD — — Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCDscherm en op de faxberichten te staan. 19 — Voer de naam en het faxnummer in die boven aan elke faxpagina moeten worden afgedrukt. 19 2. STATIONS ID — 3. VOLUME 1. BELVOLUME HOOG HALF LAAG UIT Hiermee stelt u het volume van de bel af. 2. WAARSCH.
Om een menu te openen drukt u op Om een menu af te sluiten drukt u op Hoofdmenu Submenu Menu/Set. Stop/Eindigen. Opties Menuopties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX 1. ONTVANGST MENU 1. BEL VERTRAGING 06 05 04 03 02 F/T Aantal keren dat de bel van de machine in de stand Fax/Tel of Fax overgaat voordat wordt opgenomen.
Om een menu te openen drukt u op Hoofdmenu Submenu Stop/Eindigen. Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX (vervolg) 2. VERZEND MENU (vervolg) 1. CONTRAST 2. FAX RESOLUTIE AUTO LICHT DONKER Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. STAND. FIJN S.FIJN FOTO Hiermee wijzigt u de standaardinstelling van de faxresolutie. 3. TIJDKLOK — 4.
Om een menu te openen drukt u op Om een menu af te sluiten drukt u op Hoofdmenu Submenu Menu/Set. Stop/Eindigen. Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX (vervolg) 2. VERZEND MENU (vervolg) 8. VOORBLAD OPM. 9. INTERNATIONAAL 3. KIESGEHEUGEN 42 Hebt u problemen met internationale verzending, zet de internationale stand dan AAN. 43 — Hiermee worden nummers in het geheugen opgeslagen, die vervolgens met een druk op slechts één toets kunnen worden gekozen.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Omschrijving Pagina om te accepteren 2. FAX (vervolg) 5. AFSTAND OPTIES 1. FAX DOORZEND AAN UIT Hiermee stelt u de machine in op het naar een ander nummer doorsturen van faxen. 54 2. FAX OPSLAAN AAN UIT Met deze functie wordt uw faxmachine ingesteld om berichten op te slaan in het geheugen, zodat ze vanaf een andere locatie kunnen worden opgevraagd.
Om een menu te openen drukt u op Menu/Set. Stop/Eindigen. Om een menu af te sluiten drukt u op Hoofdmenu Submenu Opties Menuopties Omschrijving Pagina om te accepteren 3. KOPIE 1. KOPIE STAND 2. CONTRAST 4. PRINTER (Allen voor de MFC-9070) 1. PRINT OPTIES — — 1. INTERN FONT AUTO TEKST FOTO - Hiermee selecteert u de resolutie voor het kopiëren. 61 Hier stelt u het contrast van de kopie af. 61 — Hiermee kan een afdruk worden gemaakt van alle interne fonts.
1 Installatie Eerste instellingen Datum en tijd instellen 1 2 3 4 5 6 Druk op Menu/Set, 1, 1. Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Menu/Set. “02” wordt in deze machine geregistreerd als 2002. Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Menu/Set. Voer twee cijfers voor de dag in en druk op Menu/Set. Voer de tijd in 24 uurs formaat in en druk op Menu/Set. Druk op Stop/Eindigen. De stations-ID instellen U kunt uw naam, faxnummer en telefoonnummer in het geheugen van uw faxmachine opslaan.
■ Zie Tekst invoeren, pagina 151 voor nadere informatie over het invoeren van uw naam. ■ Het telefoonnummer dat u invoert, wordt alleen gebruikt voor het voorblad. ■ Als u geen faxnummer invoert, kan er ook geen verdere informatie worden ingevoerd. ■ Druk eenmaal op om een spatie tussen nummers in te voegen en druk tweemaal op deze toets om een spatie tussen letters in te voeren.
Volume van luidspreker U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 1, 3, 3. Druk op of om het volume af te stellen (UIT, LAAG, HALF of HOOG). Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. PBX en DOORVERBINDEN Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX).
Zomertijd/wintertijd instellen Met deze functie zet u de klok snel een uur vooruit of een uur terug. 1 Druk op Menu/Set, 1, 5. Het LCD-scherm geeft het volgende weer. 2 Druk op of om zomertijd of wintertijd te selecteren, en druk op Menu/Set. 3 Druk op 1 om over te schakelen van wintertijd naar zomertijd, of andersom, of druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen aan te brengen. IN ZOMERTIJD? Tonerbespaarstand Met deze functie kunt u toner besparen.
Slaapstand 1 2 Druk op Menu/Set, 1, 8. 3 4 Druk op Menu/Set. Voer met gebruik van de kiestoetsen in, hoe lang de machine stationair moet staan voordat de slaapstand wordt ingeschakeld (00 - 99). Druk op Stop/Eindigen. De kiesstand instellen (Toon/Puls) De machine is in de fabriek ingesteld op TOON. Als u echter een PULS-lijn gebruikt, volgt u onderstaande stappen om over te schakelen naar PULS. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 1, 9.
Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt de machine op verschillende manieren laten snelkiezen: met directkiesnummers (FAX-8070P), met snelkiesnummers en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen raken niet verloren als de stroom uitvalt. Directkiesnummers opslaan (alleen voor de FAX-8070P) U kunt 8 fax- en telefoonnummers opslaan die dan met één druk op een toets gekozen kunnen worden. Samen met deze nummers kunnen ook namen worden opgeslagen.
Snelkiesnummers opslaan Regelmatig gebruikte nummers kunnen ook als snelkiesnummers worden opgeslagen die met behulp van vier toetsen worden gekozen. Er zijn 100 locaties voor snelkiesnummers. (Zie Snelkiezen, pagina 27.) Voor de FAX: druk op Menu/Set, 2, 3, 2. Voor de MFC: druk op Menu/Set, 2, 3, 1. U wordt gevraagd een locatie in te voeren. 2 Voer met behulp van de kiestoetsen (00-99) een tweecijferige locatie in, en druk vervolgens op Menu/Set.
2 Een fax verzenden Het scannen afstellen Contrast Als uw document erg licht of donker is, wilt u het contrast wellicht aanpassen. Gebruik LICHT voor het verzenden van een erg licht document. Gebruik DONKER voor een erg donker document. 1 2 3 4 5 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 6 Voer een faxnummer in en druk op Fax Start. Druk op Menu/Set, 2, 2, 1. Gebruik of om AUTO, LICHT of DONKER te selecteren.
Een nummer kiezen Directkiezen (Alleen voor de FAX-8070P) 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Druk op de directkiestoets waaronder het te kiezen nummer is opgeslagen. Druk op Fax Start. Snelkiezen 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Druk op Zoeken/Snelkiezen, en vervolgens op # gevolgd door de tweecijferige code van het gewenste snelkiesnummer. Druk op Fax Start.
Combinatienummers Lange nummers kunnen worden opgesplitst en in delen worden opgeslagen als directkiesnummers (alleen voor de FAX-8070P) en snelkiesnummers. Vervolgens kunt u twee of meer van deze gedeeltelijke nummers combineren, en aanvullen met nummers die met de hand worden ingevoerd. Deze nummers kunnen in elke gewenste combinatie worden gebruikt. Zodra u op Fax Start drukt, worden de nummers in de door u bepaalde volgorde gekozen.
Verzenden Automatisch verzenden Dit is de makkelijkste manier. BELANGRIJK: bij het automatisch verzenden mag de hoorn van het externe toestel niet worden opgenomen. Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 3 Druk op Fax Start. NORMAAL GEBRUIK 1 2 Voer het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de directkiestoetsen (FAX-8070P) of de snelkiestoetsen gebruiken, of u kunt het nummer zoeken of met de hand invoeren.
Direct (ofwel real-time) verzenden Als het geheugen vol is, kan de machine documenten niet meer in het geheugen scannen alvorens ze te verzenden. In dat geval kunt u echter de optie DIRECT VERZ. activeren, de documenten in de automatische documenteninvoer plaatsen en het gewenste faxnummer invoeren. Zodra de lijn vrij is, kiest de machine het nummer en wordt de fax verzonden. 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Druk op Menu/Set, 2, 2, 5.
3 Faxen ontvangen Ontvangststand: instellingen De ontvangststand selecteren Ontvangststand Wanneer moet u deze stand gebruiken 1. ALLEEN FAX Gebruik deze functie als u alleen faxberichten wilt ontvangen (geen telefoontjes). De machine moet op een aparte lijn zijn aangesloten. De machine beantwoordt elk telefoontje automatisch alsof het een faxbericht betreft. U kunt geen normale telefoontjes ontvangen, maar u kunt wel opbellen.
De ontvangststand kiezen en wijzigen 1 Druk op de toets Ontvangst Stand. Het scherm toont uw huidige selectie. 2 Druk opnieuw op de toets zodat de volgende keuzemogelijkheid verschijnt. Na 2 seconden worden de datum en tijd weer weergegeven en worden uw nieuwe instellingen voor de ontvangststand opgeslagen. ALLEEN FAX FAX/TEL ANT:ANTWOORDAPP. HANDMATIG Als u de ontvangststand wijzigt terwijl u een andere actie uitvoert, keert het scherm terug naar die handeling.
Als de faxmachine in de stand Fax/Tel staat en de telefoon gaat, zullen alle toestellen op deze lijn het aantal keren overgaan dat u in de belvertraging hebt geselecteerd. U kunt het gesprek door de faxmachine laten beantwoorden, die dan zal bepalen of het een faxbericht of een normaal gesprek is. Als het een normaal telefoongesprek is, houdt het dubbele belsignaal net zo lang aan als u onder F/T-beltijd hebt geselecteerd.
Faxen ontvangen Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining) Als u AAN selecteert, zal de machine het inkomende document automatisch verkleinen tot het op een A4-vel past, ongeacht de grootte van het inkomende document. 1 Druk op Menu/Set, 2, 1, 5. Op het scherm verschijnt het volgende: 2 3 4 Gebruik of 5.AUTO REDUCTIE om AAN (of UIT) te selecteren. Druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Eindigen.
Ontvangen in het geheugen 1 2 Druk op Menu/Set, 2, 1, 6. 3 Druk op Stop/Eindigen. Gebruik of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Een fax uit het geheugen afdrukken Als de optie Fax Opslaan is geactiveerd (AAN), zodat u uw faxberichten vanaf een andere locatie kunt opvragen of naar een ander nummer kunt doorsturen, kunnen de faxberichten toch nog op deze faxmachine worden afgedrukt.
4 Gebruik als telefoon Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon Als u een extern telefoontoestel aansluit op uw faxmachine, kunt u normale telefoongesprekken voeren vanaf de faxmachine. Nummers kunnen met de hand worden gekozen, met de directkiestoetsen (FAX-8070P) of met de snelkiestoetsen. U kunt ook combinatienummers of de pauzeerfunctie gebruiken. (Zie Combinatienummers, pagina 28 en Pauze, pagina 28.
Directkiezen (Alleen voor de FAX-8070P) 1 2 3 Neem de hoorn van de externe telefoon op. Wacht totdat u de kiestoon hoort en druk vervolgens op de directkiestoets waaronder het te kiezen nummer is opgeslagen. (Zie Directkiesnummers opslaan (alleen voor de FAX-8070P), pagina 24.) Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer. NORMAAL GEBRUIK Als u een directkiestoets gebruikt waaraan nog geen nummer is toegewezen, hoort u een waarschuwingstoon en verschijnt op het LCD-scherm de melding NIET OPGESLAGEN.
Toon/Puls Als u uw faxmachine hebt ingesteld op het kiezen m.b.v. pulsen maar u toonsignalen moet uitzenden (bijv. voor telefonisch bankieren), volgt u onderstaande procedure. Als u de normale toetswerking gebruikt, worden er altijd toonsignalen uitgezonden en kunt u deze instructies negeren. 1 2 Neem de hoorn van het externe toestel van de haak en kies het nummer. 3 Zodra u ophangt, wordt weer overgeschakeld naar kiezen m.b.v. pulsen. Druk op # als u wordt gevraagd een nummer in te voeren.
5 Rapporten afdrukken Het verzendrapport en het journaal instellen Het verzendrapport aanpassen Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden, en of de transmissie foutloos is verlopen. Als deze functie UIT staat, wordt het rapport slechts automatisch afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie.
De toets Rapport Er zijn zes rapporten beschikbaar. 1.HELP Een lijst van de belangrijkste handelingen en functies. 2.KIESLIJST Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 3.JOURNAAL In deze lijst staat informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. TX betekent verzonden; RX betekent ontvangen. 4.VERZENDRAPPORT Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie. 5.SYSTEEM INST.
6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik Automatisch voorblad Voorblad uitsluitend voor het volgende faxbericht De stations-ID moet zijn ingesteld. (Zie De stations-ID instellen, pagina 19.) Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat alleen met een bepaald document een voorblad wordt verzonden. 1 2 3 4 5 6 7 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Druk op Menu/Set, 2, 2, 7.
Altijd een voorblad verzenden De stations-ID moet zijn ingesteld. (Zie De stations-ID instellen, pagina 19.) Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat met elk document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad wordt niet vermeld uit hoeveel pagina’s uw faxbericht bestaat. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 2, 7. 4 Als AAN is geselecteerd, verschijnen op het LCD-scherm de opties voor de voorbladopmerking.
Internationale gesprekken Soms kunnen er problemen optreden bij het verzenden van faxberichten naar het buitenland. Deze functie levert een oplossing voor dit probleem. De functie wordt automatisch afgesloten nadat het faxbericht is verzonden. 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Druk op Menu/Set, 2, 2, 9. Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat.
Groepsverzenden Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar meerdere faxnummers. Met gebruik van de toets Menu/Set kan een faxbericht worden gestuurd aan maximaal 8 directkiesnummers (FAX-8070P) en 100 snelkiesnummers en 50 handmatig ingevoerde nummers (dus maximaal 158 voor de FAX-8070P of 150 voor de MFC-9070), mits er geen locaties zijn gebruikt voor Groepsnummer, toegangscodes of creditcard nummers).
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen met één druk op een directkiestoets en de toets Fax Start (FAX-8070P) of door op vijf toetsen te drukken (Zoeken/Snelkiezen, #, plus de tweecijferige locatie van het snelkiesnummer gevolgd door Fax Start).
Een opdracht annuleren terwijl het document wordt gescand Door op Stop/Eindigen te drukken, kunt u een faxopdracht annuleren terwijl het document wordt gescand. Druk nogmaals op Stop/Eindigen om het document uit de machine uit te voeren. Een taak in de wachtlijst controleren en annuleren Taken die u in de wachtlijst hebt geplaatst, zoals uitgestelde faxtransmissies en uitgestelde pollingtaken, kunnen desgewenst geannuleerd worden. Als de machine inactief is: 1 Druk op Menu/Set, 2, 6.
Beveiligd Geheugen gebruiken Voor het activeren en uitschakelen van Beveiligd Geheugen is een wachtwoord nodig. Het wachtwoord voor Beveiligd Geheugen voor de eerste keer instellen 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 0, 1. 4 Voer het wachtwoord opnieuw in en druk op Menu/Set. 5 6 Druk op NIEUW W.W.:XXXX Voer een wachtwoord van vier cijfers in. Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. of NOGMAALS:XXXX om INSTEL BEVEILIG te selecteren.
Beveiligd Geheugen activeren 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 0, 1. Druk op of om INSTEL BEVEILIG te selecteren. Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. WACHTWOORD:XXXX Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Menu/Set. Dit is hetzelfde als het wachtwoord dat reeds in de machine is opgeslagen. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door BEVEILIGING MODE. De geheugenbeveiliging is nu geactiveerd.
7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel Als u per ongeluk de hoorn van een tweede toestel opneemt terwijl er een faxbericht binnenkomt, wordt de transmissie onderbroken of zullen sommige delen onleesbaar zijn. De code voor activeren op afstand kan ook door bellers worden gebruikt. Als u een extern antwoordapparaat gebruikt, moet uw uitgaande bericht eindigen met de mededeling “Druk op 5 1 om een fax te sturen”. (Zie Uitgaand bericht van antwoordapparaat, pagina 6.
De code voor het op afstand activeren inschakelen en de codes voor afstandsbediening wijzingen Het is mogelijk dat de codes voor het op afstand activeren en/of uitschakelen op bepaalde telefoonsystemen niet werken. De code voor het activeren is in de fabriek ingesteld op 5 1 en die voor het op afstand uitschakelen op # 5 1.
8 Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen, of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Allereerst moeten beide partijen hun faxmachines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje. (Zie Verzend Pollen, pagina 53.
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen U kunt uw machine zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen. 1 2 3 4 Druk op Menu/Set, 2, 1, 8. 5 6 Druk op Menu/Set. U wordt gevraagd het faxnummer dat u wilt pollen in te voeren. Druk op of om TIJDKLOK te selecteren en druk op Menu/Set. U wordt gevraagd in te voeren om hoe laat de polling moet worden uitgevoerd. Voer in 24-uurs formaat in om hoe laat u het pollen wilt starten.
Verzend Pollen Verzend Pollen instellen (Standaard) Verzend Pollen betekent dat uw faxmachine met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen. 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 4 Druk op 1 om DOC te selecteren als u wilt dat de machine het gedrukte document pas scant op het moment dat ze wordt gepolld,—of—Druk op 2 om GEHEUGEN te selecteren.
9 Opties voor afstandsbediening Fax Opslaan instellen Zet deze functie AAN als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken. 1 2 3 Druk op Menu/Set, 2, 5, 2. Druk op of om AAN of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Eindigen.
U kunt uw machine ook vanaf een externe lcatie bellen om deze functie te activeren, of om het nummer te wijzigen waarnaar faxen worden doorgestuurd. De code voor toegang op afstand wijzigen Zodra de faxmachine opneemt, toetst u uw code voor toegang op afstand in, zodat u vanaf de externe locatie toegang krijgt tot de functies van de machine. De code voor toegang op afstand is in de fabriek ingesteld op 1 5 9 , maar u kunt hem desgewenst wijzigen.
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw faxmachine bedienen met behulp van onderstaande opdrachten voor afstandsbediening. Wanneer u uw faxmachine opbelt en de code voor toegang op afstand invoert (deze code is in de fabriek ingesteld op 1 5 9 ), hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Faxberichten opvragen 1 2 Kies het nummer van uw faxmachine. 3 4 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 2 in. Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is 1 5 9 ). Toets met de kiestoetsen het nummer in van de externe faxmachine waarnaar de faxberichten moeten worden afgedrukt (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
10 Kopiëren Basisbewerkingen De machine als een copier gebruiken U kunt uw machine als een fotokopieermachine gebruiken en maximaal 99 kopieën van een document maken. Tijdens het kopiëren NIET aan het papier trekken. Als u wilt annuleren, drukt u op Stop/Eindigen. Druk nogmaals op Stop/Eindigen om het origineel uit te werpen. De machine begint op ongeveer 4 mm van de rand van het papier te scannen.
De melding Geheugen vol Als het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, verschijnt op het LCD-scherm de volgende melding: GEHEUGEN VOL Als u een document kopieert dat uit meerdere pagina’s bestaat en het geheugen tijdens het scannen van de eerste pagina vol raakt, drukt u op Stop/Eindigen om het kopiëren te annuleren. Begin opnieuw, maar kopieer ditmaal slechts één pagina.
Vergrote of verkleinde kopieën maken (tijdelijke instellingen) 1 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 3 4 Druk op Vergroot/Verklein. 5 6 Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken,—of—Gebruik de standaardwaarde (01). Druk op of om een vergrotings- of verkleiningsprecentage te kiezen. U kunt verkleinen tot 71% of 50% van de grootte van het origineel door te drukken op de toets .
Kopieerstand (Soort origineel) U kunt selecteren met welke resolutie het origineel gekopieerd moet worden. De standaardinstelling is AUTO, die geschikt is voor originelen met zowel tekst als foto’s. TEKST wordt gebruikt voor originelen met alleen tekst. FOTO wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s. 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer.
Speciale kopieeropties U kunt papier besparen door twee of vier pagina’s op één vel te kopiëren. 1 2 3 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. 4 5 Druk op Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken. Druk op Opties en Menu/Set. of of om SPECIALE OPTIE, te selecteren, en druk vervolgens op om 2 OP 1 of 4 OP 1 of UIT te selecteren, en druk op Menu/Set. Druk op Kopie—of—Druk op of als u nog andere instellingen wilt maken.
Kopieerkwaliteit –Standaardinstellingen De standaardinstellingen wijzigen Druk op Menu/Set, 3 om de standaardinstellingen van de kopieermodus te wijzigen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u op Menu/Set drukt om ze weer te wijzigen. Stel de kopieermodus en de contrastinstellingen af. In onderstaand schema wordt geïllustreerd hoe u op een cijfer kunt drukken om kopieerinstellingen te wijzigen. Druk op of om door de opties voor de verschillende instellingen te bladeren.
11 De machine als een printer gebruiken Speciale printerfuncties Afdrukken in Windows® De speciale printer drivers voor Microsoft® Windows® 95, 98, 98SE, Me, 2000 Professional en Windows NT® Workstation Version 4.0 staan op de cd-rom die met deze machine is geleverd. U kunt deze met behulp van het installatieprogramma gemakkelijk op een Windows ®-systeem installeren.
Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex) De meegeleverde printer drivers voor Windows® 95/98/98SE/Me en Windows NT® Workstation Version 4.0 ondersteunen handmatig tweezijdig afdrukken (handmatige duplex). (Raadpleeg het helpscherm van de printer driver voor meer informatie.) De machine drukt eerst alle even pagina’s af, waarna de Windows ®-driver u (in een informatievenstertje) vraagt het papier opnieuw te plaatsen. Strijkt u het papier glad alvorens het opnieuw te plaatsen, daar het anders kan vastlopen.
Papierlade Het papier komt met de bedrukte zijde naar beneden in de uitvoerlade aan de voorkant van de machine terecht. Bij gebruik van transparanten moet elk vel onmiddellijk uit de lade worden verwijderd, om te voorkomen dat de overige vellen vastlopen of omkrullen. De toets Reset Druk op deze toets om gegevens in het geheugen te wissen.
Papierspecificaties Voor de beste resultaten is het zaak dat u voor afdruktaken de juiste papiersoort gebruikt. Soort papier Papiersoort Losse vellen A4, Letter, Legal, B5, A5, Executive, afwijkend formaat 70-216 x 127-356 mm (2.75-8.5 x 5-14 inch) Enveloppen DL, C5, COM-10, Monarch Briefkaart 70-216 x 127-279 mm (2.75-8.5 x 5-11 inch) Organizer Day-Timer® J, K, L, M 70-216 x 127-279 mm (2.75-8.5 x 5-11 inch) Etiketten en Transparanten 70-216 x 127-356 mm (2.75-8.
12 Instellingen van de printer driver (alleen bij gebruik van Windows®) Brother’s printer driver voor de MFC-9070 gebruiken De printer driver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat, omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit gebeurt met behulp van een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). De printer drivers staan op de meegeleverde cd-rom.
Papiersoort Selecteer in het keuzemenu het Papierformaat dat u wilt gebruiken. Meerdere pagina’s afdrukken De optie Meerdere pag. afdrukken kan het beeld van een pagina verkleinen, zodat meerdere pagina’s op één vel kunnen worden afgedrukt, of kan het beeld juist vergroten zodat één pagina op meerdere vellen wordt afgedrukt. Bijv. 4 op 1 Bijv.
Papiersoort Deze machine kan op de volgende papiersoorten afdrukken. Voor het beste resultaat moet u de juiste papiersoort selecteren. Normaal papier Dun papier Dik papier Dikker papier Briefpapier Transparanten Als u normaal papier gebruikt, selecteert u Normaal papier. Als u zwaarder papier, enveloppen of ruw papier gebruikt, moet u Dik papier of Dikker papier selecteren. Voor briefpapier selecteert u Briefpapier en voor OHP-transparanten Transparanten.
Afdrukkwaliteit Resolutie De resolutie wordt als volgt gewijzigd: ◆ 300 dpi ◆ 600 dpi Tonerbespaarstand U kunt kosten besparen door de Toner-bespaarstand te activeren. Deze stand gebruikt een lagere printdichtheid. Afdrukinstellingen (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) Afdrukinstellingen worden gebruikt om de beste resultaten te krijgen met het documenttype dat wordt afgedrukt (foto’s, afbeeldingen of gescande beelden).
Inbindmarge Als u de Inbindmarge activeert, kunt u tevens een waarde voor de inbindmarge in millimeters of in inches aangegeven (0 – 8 inch) [0 – 203.2 mm]. Watermerk U kunt een logo of tekst als een watermerk in uw document opnemen. U kunt hiervoor een bitmapbestand als bronbestand gebruiken, maar u kunt ook een van de vooringestelde watermerken selecteren.
Watermerk bitmap Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmap in het vak Bestand in. U kunt echter ook Bladeren om de locatie te zoeken. U kunt ook de schaal van het beeld opgeven. Positie De instellingen voor de positie bepalen op welke plaats het watermerk op de pagina komt te staan. Pagina-instelling U kunt de functie Scaling gebruiken om te bepalen hoe groot uw document wordt afgedrukt. PRINTER/SCANNER 1.
U kunt ook de opties In spiegelbeeld afdrukken of de onjuist genaamde optie Ondersteboven bedrukken gebruiken (deze optie draait het beeld 180 graden). Opties apparaat U kunt de volgende printerfuncties instellen: • Snelle printerinstelling • Beheerder (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) • Datum & tijd afdrukken Snelle printerinstelling Met de optie Snelle printerinstelling kunt u in de driver snel instellingen maken.
Beheerder (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) Via de optie Beheerder kunt u de opties Kopíëren, Schaal en Watermerk vergrendelen en met een Wachtwoord beveiligen. Noteer uw wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u geen toegang meer krijgen tot deze instellingen.
Datum & tijd afdrukken Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op uw document afgedrukt. Klik op de knop Instelling om de Datum & Tijd van de Formaat, de Positie en het Lettertype te wijzigen. Als u voor de datum en tijd ook een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opaak. Als Opaak is geselecteerd, kunt u het Contrast van de achtergrond voor datum en tijd percentsgewijs wijzigen.
Ondersteuning Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de website Brother Solution Center en driver-updates. Brother Solutions Center Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over Brother-producten, plus antwoorden op veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van de machine.
13 Het Brother Control Centre voor Windows ® (alleen bij gebruik van Windows®) Brother Control Centre Het Brother Control Centre is een softwaretoepassing die op het scherm van uw pc verschijnt wanneer u papier in de automatische documenteninvoer plaatst. Deze software geeft u met een paar muisklikken toegang tot de meest frequent gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Centre gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten.
Het automatisch laden uitschakelen 1 2 Klik met de linkermuisknop op het pictogram Control Centre en klik op Show. Als het hoofdscherm van het Control Centre wordt weergegeven, klikt u met de linkermuisknop op de knop Configuratie Control Centre. Er wordt dan een dialoogvenster geopend met het selectievakje Popup automatisch laden: 3 Klik op het selectievakje Popup automatisch laden om het vinkje weg te halen.
De toetsen op het bedieningspaneel gebruiken U kunt de scantoetsen op het bedieningspaneel pas gebruiken nadat u de machine hebt aangesloten op een pc waarop Windows® draait, en waarop de juiste Brother-drivers voor uw Windows®systeem zijn geïnstalleerd. Als u de scantoetsen wilt gebruiken, moet de toepassing Brother Control Center op uw pc draaien.
Kenmerken van Brother Control Centre Automatische configuratie Tijdens de installatie controleert het Control Centre welke e-mailtoepassingen, tekstverwerkers en grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw e-mail, zal het Control Centre automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren.
Kopiëren Kopiëren—Met deze functie kunt u via uw pc en een willekeurige Windows ®-printer driver geavanceerde kopieerfuncties gebruiken. U kunt een pagina op een Brother MFC scannen en de kopieën afdrukken met gebruikmaking van een van de functies van de Brother MFC-printer driver. Het is echter ook mogelijk om de kopie rechtstreeks naar een op de pc geïnstalleerde Windows ®printer driver te sturen.
De scanner configureren In de toepassing Pop-Up zijn acht verschillende scanmodi opgeslagen. Telkens wanneer u een document scant, moet u de beste scanmodus selecteren. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren Tekst voor OCR Foto’s Foto’s (hoge kwaliteit) Foto’s (snel scannen) Afwijkend Kladexemplaar Kwaliteitsexemplaar Elke modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen.
Naar bestand scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Bestemmingsmap PaperPort-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map PaperPort wilt scannen.
Klik op Bladeren… als u op uw systeem wilt zoeken naar een directory of map. Klik op OK om uw instellingen op te slaan. Naar E-mail scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen.
Bestandsbijlagen Bestanden niet converteren—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van bijlagen niet wilt wijzigen. De opties voor het converteren van bestanden zijn dan niet beschikbaar (in grijs weergegeven). Alleen MAX-bestanden converteren—Klik op dit selectievakje als u bijlagen alleen wilt converteren als het PaperPort-bestanden zijn. Alle bestanden converteren indien mogelijk—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van alle bijlagen wilt wijzigen.
Naar een tekstverwerker scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Tekstverwerker Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken.
OCR-pakket—Selecteer in de lijst TextBridge Classic OCR als u de OCR-toepassing wilt gebruiken die met de Brother-software werd geïnstalleerd. Klik op de knop OCR-instellingen… om te kiezen op welke wijze de OCR-toepassing de pagina’s leest die u in uw tekstverwerker scant. Het venster Preferences wordt weergegeven: Selecteer een instelling en klik op OK. ◆ Auto-oriëntatie—Selecteer dit selectievakje als u wilt dat uw tekstverwerker de pagina leest zoals deze was opgesteld.
Kopiëren Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Kopieerinstellingen Brother MFC9070 Aantal exemplaren—Geef aan hoeveel kopieën u wilt maken.
Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. FAX Instellingen Brother PC-Fax FAX Resolutie—Fijn (200 x 200) 1 Klik op de knop FAX Opties… om de instellingen te wijzigen.
14 ScanSoft PaperPort voor Brother en ScanSoft TextBridge gebruiken ™ ® ™ ® ScanSoft™ PaperPort® voor Brother is een toepassing waarmee u documenten kunt beheren. U gebruikt PaperPort® om de gescande documenten te bekijken. PaperPort® heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren van documenten, zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met verschillende bestandsformaten combineren of ‘stapelen’, waarna u ze kunt afdrukken of archiveren.
Desktop View toont items als miniatuurweergaven Page View toont een close-up van één pagina Uw items in mappen rangschikken PaperPort® heeft een gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren en ordenen van uw items. Het archiveringssysteem bestaat uit mappen en items die u kunt selecteren en in Bureaublad-beeld kunt bekijken. Een item kan in PaperPort® of in een andere toepassing zijn gemaakt. ■ Mappen worden in de Folder View gerangschikt in een hiërarchische structuur.
ScanSoft™ TextBridge® OCR gebruiken (tekst in een beeld omzetten in tekst die u kunt bewerken) Software van: ScanSoft™ ScanSoft™ TextBridge® OCR wordt automatisch geïnstalleerd als u PaperPort® op uw computer installeert. PaperPort® kan de tekst op een PaperPort®-item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken.
Een beeldbestand exporteren 1 Selecteer de opdracht EXPORTEN in het keuzemenu Bestand van het venster PaperPort®. Het dialoogvenster Export ‘XXXXX’ As wordt geopend. 2 3 Selecteer het Station en de directory waar u het bestand wilt opslaan. 4 Geef een nieuwe bestandsnaam op en kies het bestandstype, of selecteer een naam in het tekstvak Bestandsnaam. (U kunt door de directory’s en bestandsnamen bladeren om een naam en locatie te kiezen.
Instellingen in het scannervenster Beeld ScanSoft™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge® gebruiken 95 PRINTER/SCANNER Resolutie Selecteer in de keuzelijst een resolutie waarmee moet worden gescand. Bij hogere resoluties wordt meer geheugen gebruikt en duurt het scannen langer, maar het beeld is met hoge resoluties duidelijker. Als u de instelling Ware grijstinten gebruikt, kunt u 200 x 100 dpi en 200 x 400 dpi niet gebruiken.
Afwijkend Afmetingen Selecteer voor het formaat een van de volgende instellingen: ◆ Letter (8 1/2 x 11 in.) ◆ A4 (210 x 297 mm.) ◆ Legal (8 1/2 x 14 in.) ◆ A5 (148 x 210 mm.) ◆ B5 (182 x 257 mm.) ◆ Executive (7 1/4 x 10 1/2 in.) ◆ Afmeting Business Card (60 x 90 mm.) ◆ Aangepast (door gebruiker ingesteld van 0,35 x 0,35 inch tot 8.5 x 14 in.
Een beeld snel scannen met de functie Vooraf scannen Met de functie Vooraf scannen kunt u een beeld snel met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, selecteert u de knop Starten om het beeld te scannen.
15 PC FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Inleiding In dit hoofdstuk worden de belangrijkste functies van de Brother-software besproken, zodat u snel aan de slag kunt met de MFC Software Suite. Gedetailleerde instructies voor het installeren en instellen staan in het gedeelte met de handleidingen op de cd-rom die met deze Brother-machine wordt geleverd. De MFC Software Suite voor deze machine bevat ook ScanSoft ™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge®.
Afbreken Hiermee wordt de toepassing Remote Setup afgesloten zonder dat de nieuwe instellingen aan de machine worden doorgegeven. Toepassen Als u op deze knop klikt, worden de nieuwe instellingen aan de machine doorgegeven zonder dat de toepassing Remote Setup wordt afgesloten. Afdrukken Met deze opdracht kunnen geselecteerde items op de machine worden afgedrukt. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen aan de machine zijn doorgegeven.
Het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup wordt geopend. 2 Voer de benodigde Gebruikersinformatie in. Deze informatie is vereist voor de koptekst van de fax en voor het voorblad. 3 Klik op Gebruikersinformatie om de OK op te slaan. Het verzenden instellen Klik in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup op het tabblad Bezig met verzenden om dit tabblad te openen. Buitenlijn toegang Voer het nummer in waarmee toegang wordt verkregen tot een buitenlijn.
Adresboek bestand U kunt diverse databasebestanden selecteren die u met uw adresboek kunt gebruiken. Voer het pad en de naam van het gewenste databasebestand in, of klik op Bladeren om het bestand te selecteren. Gebruikers interface Selecteer de gebruikersinterface voor het verzenddialoogvenster. U kunt kiezen tussen E-mailstijl en Faxstijl. E-mailstijl Faxstijl Snelkiesnummers instellen U opent het tabblad Snelkies door in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup te klikken op het tabblad Snelkies.
Een adres op een snelkieslocatie opslaan: 1 2 3 Klik op de snelkieslocatie waaronder u een adres of groep wilt opslaan. Klik op het adres of de groep die u onder de snelkieslocatie wilt opslaan. Klik op de knop Toevoegen >> om de gegevens onder deze snelkieslocatie op te slaan. Een snelkieslocatie wissen: 1 2 Klik op de snelkieslocatie die u wilt wissen. Klik op de knop Wissen. Het Adresboek Selecteer in het Start menu de optie Programs, Brother, MFC Software Suite, en klik vervolgens op Adresboek.
Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunnen gegevens over afzonderlijke personen of groepen worden opgenomen, en kunnen bestaande gegevens worden bewerkt en/of gewist. 1 Klik in het dialoogvenster Adresboek op het pictogram om iemand in het adresboek op te nemen. Het dialoogvenster Brother Adresboek Leden Setup wordt geopend. 2 Typ de gegevens van de persoon in het dialoogvenster Brother Adresboek Leden Setup.
3 Selecteer in het vak Beschikbare Namen de leden die in de groep moeten worden opgenomen en klik op Toevoegen >>. De leden die u aan de groep toevoegt, worden weergegeven in het vak Groepsleden. 4 Nadat u alle leden hebt geselecteerd, klikt u op OK. Gegevens van groepsleden bewerken De gegevens van een groepslid bewerken: 1 2 3 4 Selecteer de persoon of de groep waarvan u de gegevens wilt bewerken. Klik op het pictogram . Wijzig de betreffende gegevens. Klik op OK om de wijzigingen op te slaan.
4 Klik op OK om de gegevens op te slaan. 5 Typ de naam van het bestand en klik op Opslaan. U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of Vcards in uw adresboek importeren. Een ASCII-tekstbestand importeren: 1 Selecteer in uw adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Importeren en klik op Tekst, —of—Klik op Visitekaartje en ga door naar stap 5.
2 Selecteer in de kolom Beschikbare items de gegevensvelden die u wilt importeren en klik vervolgens op Toevoegen >>. Selecteer de items in de volgorde waarin ze moeten worden weergegeven. 3 Selecteer bij Deelteken - Tab of Komma, afhankelijk van het bestandsformaat dat u gaat importeren. 4 5 Klik op OK om de gegevens te importeren. Typ de naam van het bestand en klik op Openen.
Aan U kunt in elk vak informatie invullen. Als u een fax naar meerdere ontvangers verstuurt, worden de gegevens van de ontvangers niet op het voorblad afgedrukt. Formulier U kunt in elk vak informatie invullen. Opmerking Typ de opmerking die op het voorblad moet worden afgedrukt. Selecteer Voorblad Selecteer het gewenste voorbladtype. Importeer BMP bestand U kunt een bitmap-bestand invoegen, zoals uw bedrijfslogo, dat op het voorblad wordt afgedrukt.
3 Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op OK. Het dialoogvenster Fax verzenden wordt geopend. 4 Typ in het veld Aan: het faxnummer van de geadresseerde. U kunt de faxnummers ook in het adresboek selecteren door te klikken op de knop Aan:. Als u een vergissing maakt, klikt u op de knop Verwijderen om alle gegevens te wissen. 5 Als u een voorblad met een opmerking wilt verzenden, selecteert u het vak Voorblad Aan.
3 Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op OK. Het dialoogvenster Fax verzenden wordt geopend. 4 Voer een telefoonnummer in. U kunt dit op een van de volgende manieren doen: A. Voer het nummer met de kiestoetsen in. B. Klik op een van de 10 Snelkies toetsen. C. Klik op de knop Adresboek en selecteer een naam of een groep in het adresboek. 5 6 Als u een vergissing maakt, klikt u op de knop Verwijderen om alle gegevens te wissen. 7 8 Klik op Start om de fax te verzenden.
16 De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of iMac /iBook ® ™ Een Apple® Macintosh® G3, G4 of iMac™ met USB en Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 instellen Voor aansluiting op een Macintosh® hebt u een USB-kabel nodig die niet langer is dan 1,8 meter. Uw USB Apple® Macintosh® werkt alleen met deze machine als het Mac OS 8.5/8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 is geïnstalleerd. (De Brother scanner driver werkt alleen met Mac OS 8.6/9.0/9.0.4/9.1.
Om het document af te drukken: 3 Klik in de scantoepassing van uw Macintosh, bijvoorbeeld Simple Text, op het menu Bestand en selecteer Page Setup. Hier kunt u de instellingen voor Papierformaat, Oriëntatie en Scaling wijzigen, waarna u op OK klikt. 4 Klik in de scantoepassing van uw Macintosh, bijvoorbeeld Simple Text, op het menu Bestand en selecteer Print. Klik op Print om af te drukken.
Faxen via de Macintosh Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: 1 2 Maak een document in een van de Macintosh-toepassingen. Selecteer in het menu Print de optie Bestand om de fax te verzenden Het dialoogvenster Printer wordt geopend. Als Printer is geselecteerd, staat op de bovenste knop Print en is de knop Adres niet beschikbaar (is grijs weergegeven). 3 Selecteer in het menu Uitvoer pull-down de optie Fax.
In het dialoogvenster Fax verzenden staan twee vakken. In het linkervak Opgeslagen Faxnummers staan alle reeds opgeslagen faxnummers; in het rechtervak Bestemming Faxnummers worden de faxnummers die u selecteert weergegeven. 5 Adresseer de fax door het faxnummer in het vak Invoer Faxnummer te typen. —of— Selecteer een naam/nummer in het vak Opgeslagen Faxnummers en klik op >>. De geadresseerde wordt weergegeven in het vak Bestemming Faxnummers.
Het adresboek instellen U kunt nieuwe namen en groepen aan het adresboek toevoegen, zelfs op het moment dat u de fax adresseert. Een nieuwe naam toevoegen 1 Als u een nieuwe naam aan het adresboek wilt toevoegen, klikt u in het dialoogvenster Fax Verzenden op Adres. Het dialoogvenster Adresboek wordt geopend. 2 Klik op Nieuw. Het Volgende dialoogrenster wordt geopend. 3 4 5 Voer de naam en het faxnummer in. In het veld Memo kunt u desgewenst een opmerking invoeren (maximaal 15 tekens).
Een nieuwe groep toevoegen U kunt een groep van diverse personen opstellen. 1 Klik op Groep. Het dialoogvenster Groepsinstelling wordt geopend. 2 3 Typ in het veld Groepsnaam een naam voor de groep. 4 Klik op OK. Het Adresboek verschijnt weer. Selecteer in het vak Opgeslagen Faxnummers de nummers die aan de groep moeten worden toegevoegd en klik op >>. De gekozen nummers worden weergegeven in het vak onder het veld Groepsnaam.
5 Klik op OK. Het Print/Fax verschijnt weer. 6 Druk op Verzenden als u de fax nu wilt verzenden. (Volg de stappen voor het verzenden van een fax op pagina 112.) De Brother TWAIN scanner driver gebruiken met uw Apple® Macintosh® De Brother MFC Software bevat ook een TWAIN scanner driver voor Macintosh ®. De Macintosh® TWAIN scanner driver kan worden gebruikt met programma’s die TWAIN ondersteunen. U kunt PaperPort gebruiken om te scannen.
Een document scannen naar uw Macintosh G3, G4 of iMac 1 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer. Kies zo nodig de juiste instellingen in het dialoogvenster met scannerinstellingen: Resolutie Type scan Helderheid Contrast Te scannen gedeelte 3 Klik op Starten. Nadat het scannen is voltooid, wordt het beeld in uw grafische toepassing weergegeven. Instellingen in het scannervenster Beeld Resolutie Kies de scanresolutie in het pop-up menu Resolutie.
Ware grijstinten—wordt eveneens gebruikt voor documenten die fotografische beelden of afbeeldingen bevatten. Deze modus is exacter omdat hij tot 256 grijstinten gebruikt. Hij vraagt het meeste geheugen en de langste transfertijd. Te scannen gedeelte Selecteer voor Size een van de volgende instellingen: ◆ Letter (8.5 x 11 in) ◆ A4 (210 x 297 mm) ◆ Legal (8.5 x 14 in) ◆ A5 (148 x 210 mm) ◆ B5 (182 x 257 mm) ◆ Executive (7.25 x 10.5 in) ◆ Business Card (90 x 60 mm) ◆ Custom (User adjustable from 0.35 x 0.
Beeld Aanpassen Helderheid Regel de instellingen voor helderheid tot u het beste resultaat krijgt. De Brother TWAIN scanner driver biedt 100 instellingsmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een “gemiddelde” instelling wordt beschouwd. U kunt de helderheid instellen door de knop naar rechts te slepen voor een lichter beeld, of naar links voor een donkerder beeld. U kunt ook een waarde typen in het invoerveld en vervolgens op OK klikken.
3 Als u slechts een stuk van het te scannen document wilt scannen, klikt u ergens in het beeld en sleept u de muis om het gewenste deel te selecteren. 4 Plaats het document weer met de bedrukte zijde naar beneden in de automatische documenteninvoer van de Brother MFC. 5 Kies de gewenste instellingen voor Resolutie, Type scan (Grijs waarden), Helderheid, Contrast en Grootte in het dialoogvenster Scanner Setup. 6 Klik op Starten.
17 Bij gebruik van DOS Deze machine met het DOS-hulpprogramma gebruiken Alvorens de programma’s te gebruiken die in DOS lopen, dient u in uw applicaties te controleren of de naam van uw machine in de keuzelijst van printers staat. Zo niet, dan dient u de printer driver te installeren die bij de HP LaserJet 6P-emulatie hoort. Onderstaande tabel toont mogelijke combinaties van printer drivers en printeremulaties.
4 Typ X: (de letter van uw cd-rom-station) bij de DOS-prompt (C:>), en druk op Enter. C:\>X: 5 Typ CD DOS en druk op Enter. X:\>CD DOS 6 Typ RPCSETUP en druk op Enter. X:\DOS>RPCSETUP 7 Volg de instructies op het scherm. Gebruik van de Remote Printer Console Typ C:\RPCX>RPCX en druk op Enter om de Remote Printer Console te starten. Het Hoofdscherm wordt geopend. ■ LET OP: dit programma kan niet worden gebruikt vanuit een DOS-venster dat via Windows is geopend.
18 Problemen oplossen en Onderhoud Foutmeldingen Het kan gebeuren dat u problemen krijgt met uw faxmachine of met uw telefoonlijn. In dergelijke gevallen kan de machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. Onderstaande lijst geeft in alfabetische volgorde een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen. FOUTMELDING OORZAAK ACTIE AFKOELEN OGENBLIKJE AUB De temperatuur van de drumkit of U moet wachten totdat de machine tonercartridge is te hoog opgelopen.
FOUTMELDING OORZAAK ACTIE - Als de Windows® driver is geïnstalleerd, stelt u de TrueType-modus in het afdrukmenu van uw toepassing in op grafisch afdrukken. - Gebruik een lagere resolutie of maak uw document minder ingewikkeld. GEHEUGEN VOL (Wanneer de machine als een printer wordt gebruikt.) De capaciteit van het geheugen is overschreden. KAP OPEN De bovenklep is niet goed gesloten.
FOUTMELDING OORZAAK ACTIE OPGEHANGEN De faxmachine van de andere partij heeft het gesprek beëindigd. U kunt proberen contact op te nemen met de andere partij om uit te vinden waarom zij hebben opgehangen. PAPIER VAST Het opnamepapier is vastgelopen in de machine. Zie Papier vastgelopen, pagina 126. PAPIERMAAT FOUT Het is niet mogelijk om faxberichten Plaats A4-papier in de af te drukken op het papierformaat multifunctionele papierinvoer en dat is geplaatst. druk op Fax Start.
Document en papier vastgelopen Volg de instructies die betrekking hebben op de plaats waar het originele document of het afgedrukte vel is vastgelopen en verwijder het papier. Document vastgelopen Het document is niet goed in de machine ingevoerd, of het papier is te lang. 1 Maak het bedieningspaneel open. 2 Trek het vel voorzichtig naar voren uit de machine. 3 Sluit het bedieningspaneel en druk op Stop/Eindigen.
■ Vastgelopen papier verwijderen uit de multifunctionele papierinvoer Als het papier in de multifunctionele papierinvoer is vastgelopen, moet u de papierhendel naar beneden duwen en het vastgelopen papier naar boven uit de lade trekken. Maak ook de bovenklep open en controleer dat er geen stukjes papier in de machine zijn achtergebleven.
Problemen met de werking Als u denkt dat de machine niet goed functioneert, moet u eerst een paar kopieën maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de machine te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies die worden gegeven.
PROBLEEM SUGGESTIE Geen kiestoon wanneer u de hoorn opneemt Neem de hoorn van de externe telefoon op,—of—Druk op een van de normale kiestoetsen en vervolgens op Fax Start. Hoort u geen kiestoon, controleer dan de aansluitingen van het snoer tussen de machine en het telefoonstopcontact. Controleer of de externe telefoon goed op de machine is aangesloten (op EXT.-ingang). Test het telefoonstopcontact met een ander telefoontoestel.
PROBLEEM SUGGESTIE De machine drukt de eerste Uw computer herkent het signaal “Buffer vol” van de machine niet. paar pagina’s goed af, maar Controleer of de printerkabel goed is aangesloten. op sommige pagina’s ontbreekt er een gedeelte van de tekst De machine kan geen hele Gebruik een lagere resolutie. Maak uw document minder pagina’s van mijn document ingewikkeld en probeer opnieuw. Reduceer in uw applicatie de afdrukken. De melding grafische kwaliteit of gebruik minder lettergrootten.
PROBLEEM SUGGESTIE Problemen met de afdrukkwaliteit De afdrukken zijn te donker of te licht Stel de afdrukdichtheid beter in. (Zie De afdrukdichtheid instellen, pagina 34.) Er lopen witte strepen door de Dit probleem kunt u oplossen door het scannervenster met een zacht doekje te reinigen. (Zie Regelmatig onderhoud, pagina 135 en De afdruk drum reinigen, pagina 136.) Blijft het probleem aanwezig en verschijnt de melding DRUM BIJNA OP, plaats dan een nieuwe drumkit.
PROBLEEM De afgedrukte pagina’s zijn op regelmatige afstand gevlekt SUGGESTIE Dit probleem verdwijnt soms vanzelf. Probeer een aantal pagina’s achter elkaar te kopiëren om dit probleem te verhelpen, vooral als de machine langere tijd niet gebruikt is. Dit probleem kan ook worden veroorzaakt door krassen op het oppervlak van de drum, of wanneer de drum beschadigd is door overbelichting. In dat geval moet de drum worden vervangen.
De machine inpakken en vervoeren Aks u de machine gaat vervoeren, moet u de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de machine niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. 1 2 3 4 Sluit de papierlade en de papiersteun. Ontkoppel de telefoonkabel en haal het netsnoer uit het stopcontact. Zet de bovenklep open. Verwijder de drum. Verwijder de drum (inclusief de tonercartridge). Laat de tonercartridge dus in de drum zitten.
7 Verpak de faxmachine in de plastic zak en zet het geheel in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in de doos waarin het geleverd werd. 8 Doe ook alle documentatie (handleiding, gedrukt materiaal en de cd-rom), de drumkit met tonercartridge, het telefoonsnoer en de papiersteunen in de doos, zoals hieronder afgebeeld. 9 Sluit de kartonnen doos en plak hem met plakband dicht.
Regelmatig onderhoud Door uw machine regelmatig te reinigen, blijft ze in optimale conditie. Wij raden u aan om telkens wanneer u de machine reinigt ook de drum te reinigen. Gebruik nooit verdunningsmiddelen, organische oplosmiddelen of water voor het reinigen van de machine. De scanner reinigen 1 Ontkoppel de telefoonkabel en trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
Nadat de machine gebruikt is, zijn sommige onderdelen in het inwendige zeer HEET! Wanneer u de bovenklep van de machine opent, mag u de onderdelen die in onderstaande afbeelding gearceerd zijn nooit aanraken. HEET! Binnen in de machine 1 2 3 4 5 Zet de bovenklep open. Verwijder de drum. Reinig de elektrische aansluitpunten met een in alcohol gedrenkt wattenstaafje. Veeg de tandwieltjes af met een schone droge doek. Veeg het scannervenster en de tonersensor met een zachte doek schoon.
4 5 Plaats de drum weer in de machine. (Zie De drum vervangen, pagina 140.) Sluit de bovenklep. De tonercartridge vervangen De printer kan met één tonercartridge (TN-8000) ongeveer 2,200 pagina’s afdrukken. Wanneer de toner bijna op is, verschijnt het bericht VERVANG TONER. De machine wordt geleverd met een eerste tonercartridge die na ongeveer 2,200 pagina’s moet worden vervangen.
1 Zet de bovenklep open. Zorg dat de klep goed openstaat. Houd de drum aan weerskanten aan de hendels vast en til hem voorzichtig naar u toe uit de machine. Bovenklep Drumkit Zorg dat er geen toner geknoeid wordt door de drum op een stuk papier of op een doek te plaatsen. 2 Trek de hendel van de tonercartridge voorzichtig zo ver mogelijk naar voren. De tonercartridge kan pas worden verwijderd als de hendel helemaal in de richting van de pijl is bewogen.
4 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking. Plaats de lege tonercartridge in de aluminium zak en gooi het geheel weg volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Oude tonercartridge Nieuwe tonercartridge Aluminium zak • • 5 Pak een nieuwe tonercartridge pas uit wanneer u hem in de machine gaat installeren. Wanneer de tonercartridge gedurende langere tijd zonder verpakking wordt opgeslagen, gaat de kwaliteit achteruit.
7 Draai de hendel van de tonercartridge voorzichtig naar achteren, totdat hij niet meer verder kan. 8 Plaats de drum weer in de machine en sluit de bovenklep. Bovenklep Drumkit De drum vervangen De machine gebruikt een drum om tekst en beelden op papier te zetten. Als de melding DRUM BIJNA OP verschijnt, betekent dit dat de drum bijna op is en vervangen moet worden. Zorg dat u een nieuwe drum bij de hand hebt. Deze moet in sommige gevallen worden besteld bij een Brother-dealer.
Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele toner van Brother te gebruiken. Dit product dient in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie gebruikt te worden. Nadat de machine gebruikt is, zijn sommige onderdelen binnen in de machine zeer HEET! Wees dus erg voorzichtig. HEET! Binnen in de machine De drum wordt als volgt vervangen: 1 2 Zet de bovenklep open. Verwijder de oude drum.
Gooi een gebruikte drum weg volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Pak de drum goed in, zodat er geen toner geknoeid kan worden. Gooi de drum nooit met het normale huisvuil weg. 4 Pak een nieuwe drum pas uit wanneer u hem in de machine gaat installeren. Verpak de oude drum in de aluminium zak en gooi het geheel weg volgende de plaatselijk geldende voorschriften.
5 Zet de tonercartridge in de nieuwe drumkit. (Zie De tonercartridge vervangen, pagina 137.) Drumkit Tonercartridge 6 Houd de nieuwe drum bij de hendels vast en plaats hem in de machine. Sluit de bovenklep. Bovenklep Drumkit 7 De machine zal het eerste blad nu automatisch uitwerpen. Trek dit vel niet uit de machine.
19 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 Lees alle instructies aandachtig door. 5 6 Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak. 7 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, raadpleeg dan uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. 8 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker.
15 In de volgende omstandigheden moet u de stekker van het apparaat uit het stopcontact halen en de hulp inroepen van een erkend servicemonteur: ◆ Wanneer het netsnoer of de stekker is gerafeld of beschadigd. ◆ Wanneer er vloeistof over het apparaat is geknoeid. ◆ Wanneer het apparaat in de regen of in water heeft gestaan. ◆ Wanneer het apparaat niet normaal werkt en de gebruiksaanwijzing is gevolgd.
Let op Indien u andere knoppen gebruikt of afstellingen of procedures uitvoert die niet in deze handleiding worden beschreven, kan dit resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling. Onderstaand waarschuwingslabel is in de buurt van de scanner bevestigd. CAUTION ADVARSEL VARNING VARO! INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCK OEFEATED. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. CLASS 3B LASER PRODUCT.
20 Specificaties Faxspecificaties ITU-T Groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR Snelheid van modem 14400 - 2400 bps; Automatische fallback Breedte gebruikte documenten 148 mm tot 216 mm Lengte gebruikte documenten 100 mm tot 360 mm APPENDIX Compatibiliteit Breedte scannen/afdrukken 208 mm Automatische documenteninvoer Max.
Verbruiksartikelen Tonercartridge: Levensduur: maximaal 2,200 pagina’s/nieuwe cartridge (bij gebruik van A4-papier bij 5% bladvulling) Levensduur van de toner is afhankelijk van wat u gemiddeld afdrukt. Drumkit: 8,000 pagina’s bij afdrukopdrachten van 1 pagina De werkelijke levensduur van een drum wordt sterk beïnvloed door factoren zoals temperatuur, vochtigheid, papiersoort, gebruikte toner, aantal pagina’s per afdrukopdracht, enz.
Voor Windows® Besturingssysteem 95, 98, 98SE CPU (Pentium) Min. MB RAM (aanbevolen MB) 75 MHz 24 MB (32 MB aanbevolen) NT Workstation4.0 75 MHz 32 MB (64 MB aanbevolen) 2000 Professional 133 MHz 64 MB (128 MB aanbevolen) Me 150 MHz 32 MB (64 MB aanbevolen) Ruimte op harde schijf 50 MB Voor Macintosh® Besturingssysteem CPU (Pentium) Min. MB RAM (aanbevolen MB) Alle standaardmodellen voldoen aan de minimale Apple® Macintosh® vereisten. QuickDraw® G3, G4, iMac of iBook met OS8.5, 8.5.
Samenstelling en publicatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Tekst invoeren Toets eenmaal tweemaal driemaal viermaal vijfmaal 2 A B C 2 A 3 D E F 3 D 4 G H I 4 G 5 J K L 5 J 6 M N O 6 M 7 P Q R S 7 8 T U V 8 T 9 W X Y Z 9 Spaties invoegen Wilt u een spatie invoeren, druk dan tweemaal op . Corrigeren Wilt u een fout ingevoerde letter corrigeren, druk dan op om de cursor achteruit te bewegen. Wanneer de cursor voor de te corrigeren letter staat, drukt u op Stop/Eindigen.
Omtrent faxmachines Als dit de eerste keer is dat u een faxmachine gaat gebruiken, zal alles op het eerste gezicht tamelijk mysterieus lijken. U zult echter al gauw wennen aan de faxtonen op uw telefoonlijn en zult binnen de kortste keren probleemloos faxen verzenden en ontvangen. Faxtonen en aansluitbevestiging Wanneer iemand u een fax stuurt, zendt hun faxmachine faxtonen naar uw apparaat (de zgn. CNGtonen). Dit zijn zachte, onderbroken piepjes die met een tussenpoos van vier seconden worden uitgezonden.
Verklarende woordenlijst Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van het externe toestel op te nemen. Automatisch opnieuw kiezen Een functie waarmee de machine het laatste faxnummer opnieuw kan kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was of omdat er niet werd opgenomen. Automatisch voorblad Een voorgeprogrammeerd voorblad dat vanuit het geheugen van de machine wordt verzonden, zodat u niet zelf een met de hand opgesteld voorblad hoeft in te voegen.
F/T-beltijd Met deze functie kunt u instellen hoe vaak de dubbele bel van de machine overgaat om u te waarschuwen dat u een normaal telefoongesprek moet beantwoorden (als de machine in de stand Fax/Tel de telefoon automatisch heeft beantwoord). Fax Doorzenden Met deze functie wordt een faxbericht doorgestuurd naar een vooraf geprogrammeerd nummer. Fax Opslaan Faxberichten kunnen in het geheugen worden opgeslagen en vanaf een andere locatie worden opgevraagd.
Programmeerstand gebruiken De stand waarin u de instellingen van de machine kunt wijzigen. Puls Een methode die wordt gebruikt voor het kiezen van fax-/telefoonnummers. Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Resterende opdrachten U kunt precies controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren. Scannen Dit betekent dat een elektronisch beeld van een origineel document in uw computer wordt ingelezen.
Verkleinen Als deze functie is geactiveerd, wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt, zodat het op één pagina past. Verzendrapport Dit is een lijst met een overzicht van alle faxverkeer. In deze lijst staan gegevens zoals nummer van beller, datum, tijd en aantal pagina’s. Volume van waarschuwingstoon Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt.
Index D Datum & tijd afdrukken .........................76 Aansluiten (extern toestel) ...................... 7 Datum en Tijd ........................................19 Accessoires .......................................... 150 Activeren op meerdere lijnen ................ 55 De codes voor afstandsbediening wijzigen 50 Afdrukdichtheid .................................... 34 De helderheid van de kopie instellen .....61 AFKOELEN ........................................
M Gelijktijdig afdrukken en faxen .............66 Grijstinten .............................................147 Macintosh ® Groepsverzenden ....................................44 Meerdere lijnen aansluiten .......................5 G3, G4 of iMac® .............110 Menuselectietabel ..................................12 H Met de hand kiezen ................................36 Handelsmerken .....................................150 MFC Software ........................................98 HELP ...........
Stations-ID .............................................19 Pollen ..................................................... 51 Stroombespaarstand ...............................22 Pollen (Verzend) ................................... 53 SYSTEEM INST. ...................................40 Problemen ........................................... 128 Problemen oplossen ............................ 123 T Productomschrijving ........................... 147 Tekst invoeren ......................................
APPENDIX KAART VOOR AFSTANDSBEDIENING Stand voor beantwoorden wijzigen Druk op 9 8 Dan,voor TAD, drukt u op 1. (F/T), drukt u op 2. Fax, drukt u op 3. Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0. De code voor toegang op afstand gebruiken 1 Kies op een toetstelefoon het nummer van uw machine. 2 Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw code voor toegang op afstand in (159 ). 3 De machine geeft aan of er berichten zijn Code voor toegang op afstand wijzigen 1 Drukt u op Menu/Set, 2, 5, 3.
Opdrachten voor afstandsbediening Een fax opvragen Instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 6 Dan, voor Alle faxberichten opvragen drukt u op 2. Voer het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht op uw faxbericht(en). Alle faxberichten wissen drukt u op 3. Druk op 9 5 Dan, voor Deze functie uitschakelen drukt u op 1. Doorzenden activeren drukt u op 2. Nummer voor doorzenden invoeren drukt u op 4.
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun wederverkopers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.