Operation Manual

Table Of Contents
Een fax ontvangen
35
4
Opdrachten voor de afstandsbediening 4
U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van de opdrachten in de tabel.
Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert,
hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren.
Opdrachten op afstand Wat u moet doen
95 Wijzig de instellingen voor Fax
doorzenden of Fax opslaan
1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of
gewist.
2 Fax doorzenden Eén lange toon betekent dat de wijziging is geaccepteerd. Als
u drie korte piepjes hoort, kunt u geen wijzigingen doorvoeren
omdat er niet aan een van de voorwaarden is voldaan (er is
bijvoorbeeld geen nummer opgegeven waarnaar faxen moeten
worden doorgestuurd). U kunt het maximale aantal beltonen
registreren (zie Het nummer voor fax doorzenden wijzigen
uu pagina 36). Wanneer u het nummer hebt ingevoerd,
functioneert fax doorzenden.
4 Nummer voor fax doorzenden
6 Fax opslaan
96 Een fax opvragen
2 Alle faxen opvragen Voer het nummer in van de faxmachine waarop het
opgeslagen faxbericht moet worden ontvangen (zie Uw faxen
ophalen uu pagina 36).
3 Faxen in het geheugen wissen Als u één lange toon hoort, zijn de faxberichten uit het
geheugen gewist.
97 De ontvangststatus
controleren
1 Fax U kunt controleren of uw machine faxberichten heeft
ontvangen. Als dat het geval is, hoort u één lange toon. Als er
geen berichten zijn ontvangen, hoort u drie korte piepjes.
98 De ontvangststand wijzigen
1 Extern Antwoordapparaat Als u één lange toon hoort, is de wijziging geaccepteerd.
2 Fax/Tel
3 Uitsluitend fax
90 Afsluiten Druk op 90 om de afstandsbediening af te sluiten. Wacht op de
lange toon en leg vervolgens de hoorn op de haak.