Operation Manual

Table Of Contents
Verklarende woordenlijst
69
B
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd om ruis en statische elektriciteit
op internationale telefoonlijnen te
onderdrukken.
Journaalperiode
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee de faxjournalen automatisch
worden geprint. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
afdrukken zonder deze instelling op te
heffen.
LCD-aanraakscherm van 93,4 mm en
aanraakpaneel
Het LCD-aanraakscherm (Liquid Crystal
Display) op de machine geeft interactieve
berichten en opdrachten weer voor het
gebruik van de machine. U kunt het
aanraakscherm bedienen door op het
scherm te drukken of te vegen. De leds op
het aanraakpaneel, aan de rechterkant
van het LCD-aanraakscherm, zijn verlicht
wanneer ze beschikbaar zijn voor de
huidige bewerking.
Lijst Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Nummerweergave
Een dienst aangekocht van het
telefoonbedrijf waarmee u het nummer (of
de naam) kunt zien van wie u belt.
OCR (optical character recognition)
Nuance™ PaperPort™ 12SE of Presto!
De softwaretoepassing PageManager zet
een afbeelding van tekst om in tekst met
een bewerkbaar formaat.
Ontvangst zonder papier
Als deze functie is geactiveerd en het
papier in uw machine op is, worden
ontvangen faxen in het geheugen van de
machine opgeslagen.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van 3,5
seconden in de kiesreeks opnemen bij het
kiezen met behulp van de kiestoetsen of
wanneer u nummers in het adresboek
opslaat. Druk herhaaldelijk op Pauze om
een langere pauze in te voegen.
Pollen
Het proces waarbij een faxmachine een
andere faxmachine opbelt en daar
faxberichten opvraagt.
Puls
Een kiesmethode met traditionele
kiesschijf voor een telefoonlijn.
Reserveafdruk
Uw machine drukt een kopie van elke
ontvangen fax af die in het geheugen is
opgeslagen. Dit is een beveiligingsfunctie
zodat tijdens een stroomstoring geen
berichten verloren gaan.
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch.
Resterende taken
U kunt controleren welke
geprogrammeerde faxtaken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Stations-ID
De opgeslagen informatie die bovenaan
gefaxte pagina's verschijnt. Het bevat de
naam en het faxnummer van de
verzender.
Taak annuleren
Hiermee annuleert u een
geprogrammeerde afdruktaak en wist u
deze uit geheugen van de machine.