GEBRUIKERSHANDLEIDING MFC-9120CN MFC-9320CW Versie 0 DUT
Als u de klantenservice moet bellen Vul de volgende gegevens in om deze later eenvoudig te kunnen raadplegen: Modelnummer: MFC-9120CN en MFC-9320CW (omcirkel uw modelnummer) Serienummer: 1 Aankoopdatum: Aankoopplaats: 1 Het serienummer staat op de achterkant van het toestel. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als bewijs van uw aankoop, in geval van diefstal, brand of service in geval van garantie. Registreer uw product online op http://www.brother.
Informatie over goedkeuring en mededeling aangaande samenstelling en publicatie DEZE APPARATUUR IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN VAN DE PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht, en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in andere landen.
EG-Conformiteitsverklaring ii
EG-Conformiteitsverklaring Fabrikant Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Technology (Shenzhen) Ltd., NO6 Gold Garden Ind.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Algemeen Algemene informatie 2 Gebruik van de documentatie................................................................................2 Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................2 De Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding openen .................................3 Documentatie bekijken ....................................................................................3 Brother-support openen (voor Windows®).......................
4 Beveiligingsfuncties 28 Beveiligd functieslot 2.0 (alleen voor MFC-9320CW) ..........................................28 Het beheerderswachtwoord instellen ...........................................................28 Het beheerderswachtwoord veranderen ....................................................... 29 De modus openbare gebruiker instellen........................................................29 Beperkte gebruikers instellen .....................................................................
6 Een fax ontvangen 44 Ontvangststanden................................................................................................44 De ontvangststand kiezen .............................................................................44 Ontvangststanden gebruiken...............................................................................45 Alleen Fax......................................................................................................45 Fax/Tel....................................
8 Kiezen en nummers opslaan 55 Nummers kiezen..................................................................................................55 Handmatig kiezen..........................................................................................55 Eéntoetsnummer kiezen................................................................................55 Snelkiezen .....................................................................................................55 Zoeken.............................
Paragraaf III Kopiëren 12 Kopiëren 78 Kopieën maken....................................................................................................78 Kopieermodus instellen .................................................................................78 Eén kopie maken...........................................................................................78 Meerdere kopieën maken ..............................................................................78 Kopiëren onderbreken ..............
Paragraaf V Software 15 Software- en netwerkfuncties 98 HTML-gebruikershandleiding lezen ..................................................................... 98 Windows® ......................................................................................................98 Macintosh ......................................................................................................98 Paragraaf VI Bijlagen A Veiligheid en wetgeving 100 Een geschikte plaats kiezen ..................................
Verbruiksartikelen vervangen ............................................................................155 Tonercartridge vervangen ...........................................................................157 Drumeenheden ............................................................................................162 Riemeenheid vervangen..............................................................................166 Tonerbak vervangen.....................................................................
Paragraaf I Algemeen Algemene informatie Papier en documenten laden Algemene instellingen Beveiligingsfuncties I 2 11 24 28
1 Algemene informatie Gebruik van de documentatie WAARSCHUWING 1 Waarschuwingen informeren u over de maatregelen die u moet treffen om persoonlijk letsel te voorkomen. Dank u voor de aanschaf van een Brothermachine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine. Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Algemene informatie De Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding openen c Als de modelnaam op het scherm wordt weergegeven, klikt u op de modelnaam. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. 1 Deze gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine zoals hoe u de geavanceerde functies van fax, printer, scanner, PC-fax en netwerk gebruikt. Wanneer u klaar bent voor gedetailleerde informatie over deze bewerkingen kunt u terecht in de Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding.
Hoofdstuk 1 Scaninstructies opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding: 1 Documentatie bekijken (Macintosh) 1 a Zet uw Macintosh aan. Plaats de cd-rom van Brother met naam Macintosh in het cd-romstation. b Het volgende venster wordt weergegeven. c Dubbelklik op het pictogram Documentation. d Dubbelklik op de map met de gewenste taal. e Dubbelklik op top.
Algemene informatie Scaninstructies opzoeken 1 Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden: Softwarehandleiding: 1 Scannen in hoofdstuk 8 ControlCenter2 gebruiken in hoofdstuk 9 Netwerkscannen in hoofdstuk 12 Gebruikershandleiding Presto! PageManager: Brother-support openen (voor Windows®) 1 1 U kunt hier alle benodigde contactgegevens vinden, zoals voor Web-ondersteuning (Brother Solutions Center) en op de cd-rom van Brother.
Hoofdstuk 1 Overzicht bedieningspaneel 1 De toetsen op model MFC-9120CN en model MFC-9320CW zijn gelijk.
Algemene informatie 1 3 4 5 6 7 8 01/07 15:30 Fax Res:Standaard 11 10 3 4 9 5 6 7 8 01/07 15:30 Fax Res:Standaard 11 10 9 7
Hoofdstuk 1 1 Toetsen voor ééntoetsnummers Deze 4 toetsen geven direct toegang tot 8 vooraf opgeslagen nummers. Shift Geeft u toegang tot ééntoetsnummers 5 tot en met 8 door deze ingedrukt te houden. 2 Fax-, kopieer- en afdruktoetsen Fax-toetsen: Telefoon/Intern U gebruikt deze toets voor een telefoongesprek na het oppakken van de externe hoorn tijdens het dubbele belsignaal.
Algemene informatie 6 Wis/terug Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of annuleert u de huidige instelling. OK Hiermee kunt u de instellingen op de machine opslaan. Volumetoetsen: d of c Druk hierop om terug of vooruit door de menuselecties te gaan. Druk hierop om het volume te wijzigen in de fax- of standbymodus. a of b Druk hierop om door de menu's en opties te bladeren. Adresboek: 10 Modustoetsen: Fax 1 Hiermee wordt de faxmodus van de machine geactiveerd.
Hoofdstuk 1 Indicaties van de Data-LED De Data-LED (light emitting diode) knippert afhankelijk van de status van de machine. LED Machinestatus Omschrijving Gereed De machine is gereed om af te drukken, staat in de slaapstand, er zijn geen afdrukgegevens aanwezig of de machine is uitgeschakeld. Data ontvangen De machine ontvangt data van de computer, verwerkt data in het geheugen of drukt data af. Data in het geheugen Er bevinden zich afdrukgegevens in het machinegeheugen.
2 Papier en documenten laden Papier en afdrukmedia laden b 2 De machine kan via de standaardpapierlade papier invoeren. 2 Druk op de groene ontgrendeling van de papiergeleiders (1) en verschuif de papiergeleiders voor het correcte papierformaat van het papier dat u in de lade plaatst. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten.
Hoofdstuk 2 c Wapper de stapel papier goed om vastlopen van papier en storingen te voorkomen. d Plaats het papier in de lade, en controleer of het papier onder het merkteken voor de maximale hoeveelheid papier (1) blijft. De zijde waarop u wilt afdrukken, moet naar beneden zijn gericht. 1 f Til de steunklep (1) op om te vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt.
Papier en documenten laden a Til de steunklep (1) op om te vermijden dat het papier van de neerwaarts gerichte uitvoerlade glijdt, of verwijder iedere pagina zodra deze uit de machine komt. d Plaats met beide handen één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde boven tot de voorrand van het papier de papierinvoerrol raakt. Wacht tot de machine het papier automatisch doorvoert. Wanneer u voelt dat de machine het papier naar binnen trekt, laat u het los.
Hoofdstuk 2 a Open het achterdeksel (achterste uitvoerlade). b Breng de twee grijze hendels, een links en een rechts, in uw richting omlaag zoals hieronder afgebeeld. c 14 Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer. d Schuif de papiergeleiders van de sleuf voor handmatige invoer met beide handen op de breedte van het papier dat u wilt gebruiken.
Papier en documenten laden Opmerking • Plaats het papier in de sleuf voor handmatige invoer met de te bedrukken zijde naar boven. • U kunt de machine blijven gebruiken als de scanner omhoog staat. U sluit de scanner door deze met beide handen naar beneden te duwen. 2 • Zorg dat het papier of de andere afdrukmedia (zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 17) recht en in de juiste positie in de sleuf voor handmatige invoer is gebracht.
Hoofdstuk 2 Onbedrukbaar gebied 2 Onbedrukbaar gebied voor faxen en kopieën 2 De cijfers in onderstaande afbeeldingen geven het onbedrukbaar gebied aan. 2 Gebruik 2 Documentgrootte Bovenkant (1) Links (2) Onderkant (1) Rechts (2) Letter 4 mm 3,95 mm A4 4 mm 1 mm Letter 4 mm 4 mm A4 4 mm 3 mm 1 Fax Kopiëren 1 Opmerking (Voor kopieën) Het onbedrukbaar gebied dat hierboven is aangegeven is van toepassing op een enkele kopie of een 1 op 1 kopie op papier van A4-formaat.
Papier en documenten laden Acceptabel papier en andere afdrukmedia Papiersoort en -formaat 2 De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang het type papier dat u gebruikt. U kunt de volgende afdrukmedia gebruiken: dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier, etiketten of enveloppen. Gebruik papier met een gewicht van 75 tot 90 g/m2. Plaats NOOIT verschillende typen papier tegelijk in de papierlade, anders kan het papier vastlopen of verkeerd worden ingevoerd.
Hoofdstuk 2 Capaciteit van de papierladen Papierlade 2 Papierformaat Papiersoorten Aantal vellen A4, Letter, Legal, Executive, A5, A5 (lange rand), A6, B5 (ISO), B6 (ISO) en Normaal papier, dun papier en kringlooppapier max. 250 [80 g/m2] Folio 1. Sleuf voor handmatige invoer Breedte: 76,2 tot 220 mm (Handmatige invoer) 1 Lengte:116 tot 406,4 mm Normaal papier, dun 1 vel [80 g/m2] papier, dik papier, dikker papier, bankpostpapier, 1 Envelop kringlooppapier, enveloppen en etiketten.
Papier en documenten laden Speciaal papier gebruiken De machine functioneert goed met de meeste typen xerografisch en bankpostpapier. Sommige typen papier kunnen echter van invloed zijn op de afdrukkwaliteit of bewerkingsbetrouwbaarheid. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u papier aanschaft om zeker te zijn van het gewenste resultaat. Bewaar papier in de originele verpakking en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en uit de buurt van vocht, direct zonlicht en warmte.
Hoofdstuk 2 Enveloppen 2 De meeste enveloppen zijn geschikt voor deze machine. Sommige vormen enveloppen kunnen echter mogelijk problemen met de toevoer en de afdrukkwaliteit veroorzaken. Een geschikte envelop heeft randen met rechte, scherpe vouwen en de rand mag niet dikker zijn dan twee vellen papier. De envelop moet vlak liggen en mag niet zakachtig of flodderig zijn. Koop enveloppen van hoge kwaliteit bij een leverancier die weet dat u de enveloppen gaat gebruiken in een lasermachine.
Papier en documenten laden • met flappen die niet zijn gevouwen bij aankoop • met flappen zoals hieronder afgebeeld • met beide zijden gevouwen zoals hieronder afgebeeld Als u een van de bovenstaande typen enveloppen gebruikt, kan de machine beschadigd raken. Deze schade wordt wellicht niet gedekt door enige garantie- of service-overeenkomst met Brother. De dikte, het formaat en de flapvorm van de enveloppen die u gebruikt, kunnen tot invoerproblemen leiden.
Hoofdstuk 2 Documenten laden De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken 2 2 a De ADF kan maximaal 35 pagina's bevatten en voert elk vel afzonderlijk in. Gebruik standaard papier met een gewicht van 80 g/m2 en wapper de vellen papier eerst voordat u deze in de ADF plaatst. Aanbevolen omgeving Laat documenten met correctievloeistof of inkt eerst volledig drogen.
Papier en documenten laden De glasplaat gebruiken U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina’s van een boek één voor één te faxen, te kopiëren of te scannen. Documenten mogen maximaal 215,9 mm breed en 297 mm lang zijn. 2 c Sluit het documentdeksel. BELANGRIJK Als u een boek of een lijvig document wilt scannen, laat het deksel dan niet dichtvallen en druk er niet op. Opmerking Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. a b Til het documentdeksel op.
3 Algemene instellingen Timermodus 3 Papierinstellingen Het bedieningspaneel van de machine bevat drie modustoetsen: Fax, Scan, en Kopie. Papiersoort U kunt instellen hoe lang na de laatste kopie of scan de machine terugkeert naar de faxmodus. Als u Uit selecteert, blijft de machine in de laatstgebruikte modus. Stel de machine in op het papier dat u gebruikt. Hierdoor verkrijgt u de beste afdrukkwaliteit.
Algemene instellingen Volume-instellingen Belvolume 3 3 U kunt kiezen uit een aantal belvolumeniveaus, van Hoog tot Uit. In de faxmodus drukt u op of om het volume in te stellen. Het LCD-scherm toont de huidige instelling, en telkens wanneer u op deze toets drukt, wordt het volume op een volgend niveau ingesteld. De nieuwe instelling blijft van kracht op de machine totdat u deze wijzigt. Luidsprekervolume 3 U kunt kiezen uit een aantal volumeniveaus voor de luidspreker, van Hoog tot Uit.
Hoofdstuk 3 Automatische zomer-/ wintertijd Ecologische functies 3 Toner besparen U kunt de machine zo instellen dat de zomer-/wintertijd automatisch wordt gewijzigd. De machine zal automatisch in de lente een uur vooruit worden gezet en een uur terug in de herfst. Met deze functie kunt u toner besparen. Wanneer u de tonerbespaarstand op Aan zet, worden de afdrukken lichter. De standaardinstelling is Uit. a b Druk op Menu, 1, 4. a b c Druk op Stop/Eindigen. Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Algemene instellingen Slaapstand 3 Als u de slaapstand instelt, verbruikt u minder energie, omdat de fuseereenheid wordt uitgezet terwijl de machine inactief is. U kunt kiezen hoe lang de machine inactief moet zijn voor deze in de slaapstand schakelt. De timer wordt automatisch gereset wanneer de machine een fax of computergegevens ontvangt of een kopie maakt. De standaardinstelling is 005 minuten. LCD-contrast 3 U kunt het contrast instellen zodat het LCDscherm lichter of donkerder wordt.
4 Beveiligingsfuncties Beveiligd functieslot 2.0 (alleen voor MFC-9320CW) Met de functie Beveiligd functieslot beperkt u openbare toegang tot de volgende machinefuncties: Fax Tx Fax Rx Kopiëren Scannen USB Direct Afdrukken via de pc In kleur afdrukken Met deze functie kunt u ook toegang tot menu-instellingen beperken om te voorkomen dat gebruikers de standaardinstellingen wijzigen. Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u eerst een beheerderswachtwoord invoeren.
Beveiligingsfuncties Het beheerderswachtwoord veranderen a Druk op Menu, 1, 7, 1. Beveiliging 1.Functieslot b Druk op a of b om Wachtw. inst. te kiezen. Druk op OK. c Voer het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK. d e f Toets een viercijferig nummer in voor het nieuwe wachtwoord. Druk op OK. Als op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in. Druk op OK.
Hoofdstuk 4 Beperkte gebruikers instellen U kunt gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen voor de beschikbare functies. U kunt via Web Based Management meer geavanceerde beperkte rechten instellen, zoals paginateller of de aanmeldnaam van de pc-gebruiker. (Raadpleeg voor meer informatie de netwerkhandleiding op de cd-rom.) U kunt maximaal 25 gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen.
Beveiligingsfuncties Gebruikers omschakelen Met deze instelling kunt u schakelen tussen de geregistreerde gebruikers met beperkte rechten of de openbare modus als het beveiligd functieslot is ingeschakeld. De modus beperkte gebruiker wijzigen a Houd Shift ingedrukt terwijl u op Veilig Afdrukken drukt. b Druk op a of b om uw naam te kiezen. Druk op OK. c Voer uw wachtwoord van vier cijfers in. Druk op OK.
Hoofdstuk 4 Het wachtwoord instellen 4 Opmerking • Neem contact op met uw Brotherleverancier als u het wachtwoord voor de geheugenbeveiliging bent vergeten. Geheugenbeveiliging inschakelen a Druk op Menu, 1, 7, 1. Toets een viercijferig nummer voor het wachtwoord in met behulp van de cijfers 0-9. Druk op OK. c Voer het wachtwoord opnieuw in wanneer op het LCD-scherm Nogmaals: wordt weergegeven. Druk op OK. d Druk op Stop/Eindigen.
Beveiligingsfuncties Instelslot 4 Met het instelslot kunt u een wachtwoord instellen om ervoor te zorgen dat andere personen niet per ongeluk uw machineinstellingen wijzigen. Schrijf uw wachtwoord op een geheime plaats op. Als u het wachtwoord vergeet, moeten de wachtwoorden die zijn opgeslagen in de machine worden gereset. Neem contact op met uw beheerder of met uw Brother-leverancier.
Hoofdstuk 4 Kiezen beperken 4 a b Deze functie voorkomt dat gebruikers per ongeluk een fax verzenden naar een verkeerd nummer of een verkeerd nummer bellen. U kunt de machine instellen op beperkt kiezen via de kiestoetsen, de ééntoetsnummer en via snelkiesnummers. c Als u Uit kiest, beperkt de machine de kiesmethode niet. c a b c 34 4 Druk op a of b om Uit, voer # 2x in of Aan te kiezen. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen. Druk op Menu, 2, 6, 2.
Paragraaf II Faxen Een fax verzenden Een fax ontvangen Telefoon en externe apparatuur Kiezen en nummers opslaan Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit) Pollen Rapporten afdrukken II 36 44 49 55 64 71 74
5 Een fax verzenden Faxen Faxmodus instellen 5 5 Om de faxmodus in te stellen, drukt u op (Fax) en de toets licht blauw op. Een fax via de ADF verzenden De ADF gebruiken om uw faxen te verzenden, is de eenvoudigste methode. Om een fax die wordt verwerkt te annuleren, drukt u op Stop/Eindigen. a b Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . Leg uw document met de bedrukte kant naar boven en de bovenrand eerst in de ADF tot het LCD-scherm verandert en u voelt dat het document de invoerrollen raakt.
Een fax verzenden g Groepsverzenden (alleen zwart-wit) Uw machine verzendt de fax automatisch. Opmerking Met groepsverzenden kunt u hetzelfde faxbericht naar meerdere faxnummers verzenden. U kunt een fax naar groepen, ééntoetsnummers, snelkiesnummers en maximaal 50 met de hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen. Bij het faxen van meerdere pagina’s via de glasplaat moet Direct verzenden zijn ingesteld op Uit. (Zie Direct verzenden op pagina 41.
Hoofdstuk 5 Aanvullende verzendopties Als de groepsverzending is voltooid, drukt de machine een groepsverzendrapport af zodat u de resultaten kunt bekijken. Opmerking Faxen met meerdere instellingen verzenden Het scanprofiel van het ééntoetsnummer, snelkiesnummer of groepsnummer dat u eerst kiest wordt toegepast voor groepsverzenden. Groepsverzending wordt verwerkt annuleren a b Druk op Menu, 2, 7.
Een fax verzenden Elektronische voorblad (alleen zwart-wit) Deze functie werkt alleen als u uw StationsID al geprogrammeerd hebt. (Zie de installatiehandleiding.) U kunt een voorblad automatisch met iedere fax meesturen. Op uw voorblad staan uw Stations-ID, een opmerking en de naam (of het nummer) die (dat) is opgeslagen in de ééntoetsnummers of het snelkiesgeheugen. Door Volgende Fax:Aan te kiezen kunt u ook het aantal pagina's op het voorblad weergeven. U kunt een van onderstaande opmerkingen kiezen. 1.
Hoofdstuk 5 Een voorblad voor alle faxen verzenden Contrast Voor de meeste documenten zorgt de standaardinstelling Auto voor de beste resultaten. De machine selecteert automatisch het geschikte contrast voor uw document. U kunt de machine zo instellen dat met elke fax een voorblad wordt verzonden. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 7. d Druk op a of b om een opmerking te kiezen. Druk op OK.
Een fax verzenden De standaard faxresolutie wijzigen a b c Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . Druk op Menu, 2, 2, 2. Druk op a of b om de gewenste resolutie te kiezen. Druk op OK. Opmerking U kunt vier verschillende resolutieinstellingen voor zwart-witfaxen en twee voor kleurenfaxen kiezen. Zwart-wit Standaard Geschikt voor de meeste getypte documenten. Fijn Geschikt voor documenten met een klein lettertype en wordt iets langzamer verzonden dan met de standaardresolutie.
Hoofdstuk 5 Direct verzenden voor alle faxen a b c 5 Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . Druk op a of b om Aan te kiezen. Druk op OK. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 5. 5 a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c d Plaats het document. Druk op a of b om Volgende Fax:Aan te kiezen. Druk op OK. Alleen voor de volgende fax niet direct verzenden a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 2, 5.
Een fax verzenden Taken in de wachtrij controleren en annuleren Melding Geheugen vol 5 Controleer welke taken zich nog in het geheugen bevinden om te worden verzonden. Als er geen taken in het geheugen zijn, wordt op het LCD-scherm Geen opdrachten weergegeven. U kunt een faxtaak die in het geheugen is opgeslagen en op verzending wacht, annuleren. a Druk op Menu, 2, 7. Het aantal nog te verzenden taken wordt weergegeven.
6 Een fax ontvangen 6 Ontvangststanden 6 U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten die op uw lijn aanwezig zijn. Met behulp van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Ontvangststanden gebruiken op pagina 45 voor meer informatie over de ontvangststanden.
Een fax ontvangen Ontvangststanden gebruiken Extern antwoordapparaat 6 In sommige ontvangststanden worden telefoontjes automatisch beantwoord (Alleen Fax en Fax/Telefoon). Mogelijk wilt u de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging op pagina 46.) Alleen Fax In de stand Ext. TEL/ANT handelt een extern antwoordapparaat de inkomende oproepen af. Inkomende oproepen kunnen op één van de volgende manieren worden afgehandeld: Faxen worden automatisch ontvangen.
Hoofdstuk 6 Instellingen ontvangststand Belvertraging De belvertraging bepaalt het aantal keren dat de machine overgaat voordat deze antwoordt in de standen Alleen Fax en Fax/Telefoon. Als een externe of tweede telefoon dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximaal aantal keren dat de machine over moet gaan. (Zie Handelingen bij externe of tweede toestellen op pagina 52 en Fax waarnemen op pagina 46.) a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 1.
Een fax ontvangen Als Fax waarnemen Uit is: 6 Als u in de buurt van de machine bent en een faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van de externe telefoon op te pakken, drukt u op Mono Start of Kleur Start en dan op 2 om de fax te ontvangen. De machine berekent de mate van verkleinen aan de hand van het paginaformaat van de fax en het door u ingestelde papierformaat (Menu, 1, 2, 2).
Hoofdstuk 6 Faxen in het geheugen ontvangen (alleen zwart-wit) 6 Zodra de papierlade leeg is tijdens het ontvangen van een fax, verschijnt op het scherm Geen papier en wordt u gevraagd om papier in de papierlade te plaatsen. (Zie Papier en afdrukmedia laden op pagina 11.) Als u geen papier in de papierlade kunt plaatsen, gebeurt het volgende: Als Geheugen ontv.
7 Telefoon en externe apparatuur Telefoonlijndiensten Nummerweergave De lijst Nummerweergave bekijken 7 De machine bewaart de informatie van de laatste dertig gesprekken in de lijst Nummerweergave. U kunt deze lijst bekijken of afdrukken. Wanneer de eenendertigste oproep in de machine komt, vervangt deze de informatie van de eerste oproep. a b Opmerking De service Nummerweergave verschilt per telefoonbedrijf. Neem contact op met uw plaatselijke telefoonbedrijf over de beschikbare diensten.
Hoofdstuk 7 Het type telefoonlijn instellen 7 e Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u het type telefoonlijn dienovereenkomstig wijzigen aan de hand van de volgende stappen. Als u een lijn gebruikt waarop een PBX is aangesloten, kunt u ook instellen dat de machine altijd toegang krijgt tot een buitenlijn (met het netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang krijgt tot een buitenlijn wanneer Telefoon/Intern wordt ingedrukt.
Telefoon en externe apparatuur Een extern antwoordapparaat aansluiten U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten op dezelfde lijn als uw machine. Wanneer het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, “hoort” uw machine de faxtonen afkomstig van een verzendende faxmachine. Als er faxtonen klinken, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als er geen faxtonen klinken, laat de machine een voicemail registreren door uw antwoordapparaat en wordt op het display Telefoon weergegeven.
Hoofdstuk 7 Een uitgaand bericht opnemen a 7 Neem 5 seconden stilte op aan het begin van uw bericht. Dit geeft uw machine de tijd om naar faxtonen te luisteren. b Wij adviseren u het bericht te beperken tot 20 seconden. c Het is handig om aan het einde van het uitgaande bericht van 20 seconden de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na de toon, of verzend een fax door op l51 en Start te drukken.
Telefoon en externe apparatuur Alleen voor de Fax/Tel-modus 7 Als de machine in de stand Fax/Tel staat, wordt het dubbele belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft. Een draadloze handset van een ander merk gebruiken 7 Als uw draadloze telefoon van een ander merk is aangesloten op de telefoonlijn (zie pagina 53) en de draadloze telefoon is op een andere plaats, is het handig om oproepen tijdens de belvertraging te beantwoorden.
Hoofdstuk 7 Afstandsbedieningscodes gebruiken Code voor activeren op afstand Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 4. 54 Druk op a of b om Aan te kiezen. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. 7 De voorgeprogrammeerde code voor activeren op afstand is l51. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is #51.
8 Kiezen en nummers opslaan Nummers kiezen 8 U kunt op de volgende manieren een nummer kiezen. Handmatig kiezen 8 Snelkiezen 8 Druk op (Adresboek) en druk dan op het snelkiesnummer met drie cijfers. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 58.) 8 Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het telefoon- of faxnummer in te voeren. Nummer met drie cijfers Opmerking Eéntoetsnummer kiezen Druk op het ééntoetsnummer waaronder het nummer is opgeslagen dat u wilt bellen.
Hoofdstuk 8 d Nummers opslaan Druk op Mono Start of Kleur Start. Opmerking U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: ééntoetsnummers, snelkiesnummers en groepsnummers voor het groepsverzenden van faxen. U kunt ook de standaardresolutie voor ieder ééntoetsnummer en snelkiesnummer specificeren. Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft het LCDscherm de opgeslagen naam of het opgeslagen nummer weer. Met het faxnummer kunt u ook een scanprofiel opslaan.
Kiezen en nummers opslaan Eéntoetsnummers opslaan 8 d De machine heeft vier toetsen voor ééntoetsnummers waaronder u acht fax- of telefoonnummers kunt opslaan om ze automatisch te kunnen kiezen. Om nummers 5 tot 8 te kiezen, houdt u Shift ingedrukt terwijl u op de toets van het ééntoetsnummer drukt. Als u samen met het nummer een faxresolutie wilt opslaan, kiest u een van de onderstaande opties: Om de faxresolutie op te slaan, drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 8 d e f Kies een van de volgende stappen: Voer de naam in via het bedieningspaneel (max. 15 tekens). Druk op OK. Druk op OK om het nummer of het e-mailadres zonder een naam op te slaan. Als u samen met het nummer een fax-/scanresolutie wilt opslaan, kiest u een van de onderstaande opties: Als u Fax/Telefoon hebt geselecteerd in stap b, drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK.
Kiezen en nummers opslaan Als u de opties I-FAX, Fax/Tel en E-mail hebt gedownload a e Druk op (Adresboek) en voer het locatienummer voor het driecijferige snelkiesnummer (001-200) in. Als er geen nummer onder die toets is opgeslagen, wordt op het LCD-scherm Nu registreren? weergegeven. Druk op 1 om Ja te kiezen. b Druk op a of b om Fax/Telefoon, E-Mail of IFAX te selecteren. Druk op OK.
Hoofdstuk 8 Eéntoetsnummers en snelkiesnummers wijzigen Als u probeert een ééntoetsnummer of een snelkiesnummer op te slaan op een locatie waar reeds een nummer staat, verschijnt de naam of het opgeslagen nummer op het LCD-scherm. Wanneer de machine een geplande taak heeft of wanneer u een faxdoorzendnummer heeft ingesteld, vraagt het LCD-scherm u of u het nummer wilt veranderen. a c Toets een nieuw nummer of teken in. Druk op OK.
Kiezen en nummers opslaan b Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op 1 om het opgeslagen nummer te wijzigen. Druk op 2 om af te sluiten zonder wijzigingen. #005:MIKE 1.Wijzig 2.Stop c Druk op a of b om Fax/Telefoon, E-Mail of IFAX te selecteren. Druk op OK. d Toets een nieuw nummer of teken in. Druk op OK. e Druk op d of c om de cursor naar het teken te verplaatsen dat u wilt wijzigen en druk dan op Wis/terug om het teken te wissen. Herhaal dit voor ieder teken dat u wilt verwijderen.
Hoofdstuk 8 d Als u ééntoetsnummers of snelkiesnummers wilt toevoegen, volg dan onderstaande instructies. Voor ééntoetsnummers drukt u één voor één op de betreffende toetsen. Als u de opties I-FAX, Fax/Tel en E-mail hebt gedownload a b Voor snelkiesnummers drukt u op (Adresboek) en voert u de driecijferige snelkieslocatie in. Druk op OK als u klaar bent met het toevoegen van nummers. f Ga op een van de volgende manieren te werk: Voer de naam in via het bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Kiezen en nummers opslaan h U kunt een fax-/scanresolutie samen met het nummer opslaan. Ga op een van de volgende manieren te werk: Als u Fax/IFAX hebt geselecteerd in stap d, drukt u op a of b om Std, Fijn, S.Fijn of Foto te selecteren. Druk op OK. Als u E-Mail hebt geselecteerd in stap d, drukt u op a of b om Kleur100dpi, Kleur200dpi, Kleur300dpi, Kleur600dpi, Grijs100dpi, Grijs200dpi, Grijs300dpi, Z/W200dpi of Z&W200x100 te selecteren. Druk op OK.
9 Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit) e De opties voor afstandsbediening zijn NIET beschikbaar voor kleurenfaxen. BELANGRIJK Met Opties voor afstandsbediening kunt u faxen ontvangen, terwijl u niet in de buurt van de machine bent. U kunt slechts één optie voor afstandsbediening tegelijkertijd gebruiken. Fax doorzenden 9 Met de functie Fax doorzenden kunt u de door u ontvangen faxen automatisch naar een andere machine doorzenden.
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit) Fax opslaan Met de functie Fax opslaan kunt u de door u ontvangen faxen in het geheugen van de machine opslaan. U kunt opgeslagen faxen opvragen vanaf een faxmachine op een andere locatie met behulp van de codes voor afstandsbediening. (Zie Uw faxen ophalen op pagina 68.) Uw machine drukt automatisch een kopie van de opgeslagen fax af. a b c Druk op Menu, 2, 5, 1. Druk op a of b om Fax Opslaan te kiezen. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 9 e Druk op Stop/Eindigen. BELANGRIJK Als u Reserveafdruk aan selecteert, drukt de machine de fax ook op uw machine af zodat u een kopie hebt. Dit is een veiligheidsmaatregel in geval van een stroomstoring voordat de fax is doorgestuurd, of in geval van problemen bij de ontvangende machine. De machine kan in geval van een stroomstoring de faxen maximaal 60 uur opslaan. Opmerking • Voordat u PC-Fax ontvangen kunt instellen, moet u de software MFL-Pro Suite op uw pc installeren.
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit) Opties voor afstandsbediening uitschakelen a b Druk op Menu, 2, 5, 1. Druk op a of b om Uit te kiezen. Druk op OK. Opmerking Als zich nog ontvangen faxen in het geheugen van de machine bevinden, verschijnen enkele opties op het LCD-scherm. (Zie Opties voor afstandsbediening wijzigen op pagina 66.) c Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 9 Uw toegangscode op afstand gebruiken a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer. b Als uw machine antwoordt, voert u direct uw toegangscode op afstand in. c De machine geeft aan of er berichten zijn ontvangen: Geen tonen Geen berichten ontvangen. 1 lange toon Uw faxen ophalen 9 a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer.
Opties voor afstandsbediening (alleen zwart-wit) Het nummer voor fax doorzenden wijzigen 9 U kunt vanaf een andere telefoon of faxmachine met toetsen de standaardinstellingen voor het nummer voor Fax doorzenden wijzigen. a Kies op een toetstelefoon of op een andere faxmachine uw faxnummer. b Zodra u de toon van uw machine hoort, toetst u onmiddellijk uw toegangscode op afstand in (3 cijfers gevolgd door l). Als u één lange toon hoort, zijn er berichten voor u.
Hoofdstuk 9 Opdrachten voor de afstandsbediening U kunt uw machine vanaf een ander toestel bedienen met behulp van onderstaande opdrachten. Wanneer u de machine opbelt en uw toegangscode op afstand (3 cijfers gevolgd door l) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. Opdrachten op afstand 95 Wijzig de instellingen voor Fax doorzenden of Fax opslaan 1 UIT U kunt Uit selecteren nadat u alle berichten hebt opgehaald of gewist.
10 Pollen 10 Met de functie Pollen kunt u uw machine zodanig instellen dat andere mensen faxen van u kunnen ontvangen, maar dat zij voor de oproep betalen. Met deze functie kunt u ook de faxmachine van iemand anders bellen om te pollen, zodat u voor de oproep betaalt. De functie Pollen dient op beide machines te zijn ingesteld, opdat deze kan functioneren. Niet alle faxmachines ondersteunen het pollen. Ontvang pollen Met Ontvang pollen kunt u een andere faxmachine bellen om een fax te ontvangen.
Hoofdstuk 10 Opeenvolgend pollen 10 Met Opeenvolgend pollen kunt u in één handeling documenten van diverse andere faxmachines opvragen. a Controleer of de faxmodus is ingeschakeld . b c Druk op Menu, 2, 1, 8. d Druk op a of b om Stand., Beveilig of Tijdklok te kiezen. Druk op OK. Kies één van onderstaande opties. Als u Stand. kiest, gaat u naar e. Als u Beveilig kiest, voert u een nummer van vier cijfers in, drukt u op OK en gaat u naar stap e.
Pollen h Plaats de volgende pagina op de glasplaat en druk op OK. Herhaal stappen g en h voor elke extra pagina. Het document wordt in het geheugen opgeslagen totdat het wordt gepold. h Volgende Pagina? 1.Ja 2.Nee(Zend) Opmerking Druk op 1 om nog een pagina te verzenden. Het document wordt opgeslagen en kan vanaf elk ander faxapparaat worden opgehaald totdat u de fax uit het geheugen verwijdert. Ga naar stap i. Druk op 2 of Start om het document te verzenden.
11 Rapporten afdrukken Faxrapporten c U kunt het verzendrapport gebruiken als bewijs dat u een fax hebt verzonden. In het rapport wordt de naam of het faxnummer van de ontvanger vermeld, de datum en tijd van de verzending, de duur van de verzending, het aantal verzonden pagina's en of de verzending succesvol is geweest. Voor het verzendrapport zijn verschillende instellingen beschikbaar: Aan: na elke verzonden fax wordt een rapport afgedrukt.
Rapporten afdrukken Faxjournaal 11 U kunt de machine zodanig instellen dat er op vaste tijden een faxjournaal (activiteitenrapport) wordt afgedrukt (elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of 7 dagen). De standaardinstelling is Na 50 faxen en dit betekent dat uw machine het journaal zal afdrukken als deze 50 taken heeft opgeslagen. Als u het interval op Uit zet, kunt u het rapport afdrukken via de procedure op de volgende pagina. a b c d Druk op Menu, 2, 4, 2.
Hoofdstuk 11 Een rapport afdrukken 11 MFC-9320CW: a b Druk op Menu, 6. Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om het gewenste rapport te kiezen. Druk op OK. Toets het nummer in van het rapport dat u wilt afdrukken. Druk bijvoorbeeld op 2 om de helplijst af te drukken. c d Druk op Mono Start of Kleur Start. Druk op Stop/Eindigen. MFC-9120CN: a b Druk op Rapport. Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om het gewenste rapport te kiezen. Druk op OK.
Paragraaf III Kopiëren Kopiëren III 78
12 Kopiëren Kopieën maken Kopieermodus instellen Druk op te stellen. 12 12 Meerdere kopieën maken a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d Druk op Mono Start of Kleur Start. 12 (Kopie) om de kopieermodus in Stap. Kopieën: 01 Auto 12 Voer met het bedieningspaneel het aantal kopieën in (max. 99).
Kopiëren Kopieeropties (tijdelijke instellingen) 12 Als u de kopieerinstellingen snel tijdelijk voor de volgende kopie wilt wijzigen, drukt u op de tijdelijke toetsen Kopie. U kunt verschillende combinaties gebruiken. a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d e Druk op Vergroot/Verklein. Druk op OK. Druk op a of b om Custom(25-400%) te kiezen. Druk op OK. 12 Voer via de kiestoetsen het vergrotings- of verkleiningspercentage in van 25% tot 400%.
Hoofdstuk 12 De toets Opties gebruiken 12 Met de toets Opties kunt u snel de volgende kopieerinstellingen tijdelijk instellen voor de volgende kopie.
Kopiëren De kopieerkwaliteit verbeteren 12 U kunt kiezen uit een serie kwaliteitsinstellingen. De standaardinstelling is Auto. Auto Auto is de aanbevolen stand voor normale afdrukken. Geschikt voor documenten die zowel tekst als foto’s bevatten. Foto Geschikt voor het kopiëren van foto’s. Tekst Geschikt voor documenten die uitsluitend tekst bevatten. Volg de onderstaande stappen om de kwaliteitsinstelling tijdelijk te wijzigen: a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld .
Hoofdstuk 12 Kleurverzadiging Volg de onderstaande stappen om de standaardinstelling te wijzigen: a b c Druk op Stop/Eindigen. Volg de onderstaande stappen om de helderheidinstelling tijdelijk te wijzigen: a Controleer of de kopieermodus is ingeschakeld . b c Plaats het document. d Druk op Opties. Druk op a of b om Helderheid te kiezen. Druk op OK. f Voer met het bedieningspaneel het aantal kopieën in (max. 99).
Kopiëren e f g Als u met behulp van de glasplaat kopieert: Druk op a of b om 2 op 1 (P), 2 op 1 (L), 4 op 1 (P), 4 op 1 (L) of Uit(1 op 1) te kiezen. Druk op OK. 12 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden zoals hieronder aangegeven: 2 op 1 (P) Druk op Mono Start of Kleur Start om de pagina te scannen. Als u het document in de ADF hebt geplaatst, worden de pagina's gescand en wordt het afdrukken gestart. Als u de glasplaat gebruikt, gaat u naar stap g.
Hoofdstuk 12 Melding Geheugen vol Wanneer het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, vermeldt het LCD-scherm wat u verder moet doen. Als de melding Geheugen vol wordt weergegeven terwijl u een volgende pagina scant, kunt u op Mono Start of Kleur Start drukken om de tot dusver gescande pagina's te verzenden of kunt u op Stop/Eindigen drukken om de taak te annuleren. Om meer geheugen vrij te maken, kunt u het volgende doen: De faxen afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen.
Paragraaf IV Rechtstreeks afdrukken Foto's vanaf een digitale camera afdrukken (alleen MFC-9320CW) Data vanaf een USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) 86 91 IV
13 Foto's vanaf een digitale camera afdrukken (alleen MFC-9320CW) PictBridge gebruiken Uw digitale camera instellen 13 13 13 Zet uw camera in de stand PictBridge. De volgende PictBridge-instellingen zijn wellicht op het LCD-scherm van uw met PictBridge compatibele camera beschikbaar. Sommige van deze instellingen verschillen per camera. Uw machine van Brother ondersteunt PictBridge zodat u uw machine kunt aansluiten op een met PictBridge compatibele digitale camera en uw foto's direct kunt afdrukken.
Foto's vanaf een digitale camera afdrukken (alleen MFC-9320CW) a Druk op Menu, 5, 3. USB Direct I/F 3.PictBridge b Om de PictBridge-instellingen in te stellen, drukt u op a of b om 1.Papierformaat, 2.Afdrukstand, 3.Datum & tijd, 4.Bestandsnaam, of 5.Printkwaliteit te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om een optie voor elke menu-instelling te kiezen. Druk op OK. Herhaal b tot c voor elke PictBridgeinstelling. d Druk op Stop/Eindigen.
Hoofdstuk 13 BELANGRIJK • Sluit geen ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB-direct interface om beschadiging van uw machine te voorkomen. • Verwijder de digitale camera NIET van de USB-direct interface als de machine nog bezig is met afdrukken. DPOF-afdrukken DPOF betekent Digital Print Order Format. 13 Foto's afdrukken met het beveiligd functieslot 2.
Foto's vanaf een digitale camera afdrukken (alleen MFC-9320CW) d Toets het wachtwoord in. Druk op OK. Id wijzigen PIN:XXXX Opmerking Als uw ID over beperkte rechten beschikt, worden de volgende meldingen op het LCD-scherm weergegeven. Melding Betekenis ToegangGeweigerd Het rechtstreeks afdrukken van documenten op een camera via een machine van Brother is beperkt. Limiet bereikt Het maximaal aantal pagina's dat u mag afdrukken is overschreden. De afdruktaak wordt geannuleerd.
Hoofdstuk 13 Een camera als opslagapparaat aansluiten Zelfs als uw camera niet in de stand PictBridge staat of PictBridge niet ondersteunt, kunt u uw camera als een standaard opslagapparaat aansluiten. Op deze manier kunt u foto's vanaf uw camera afdrukken. Volg de stappen in “Data rechtstreeks vanaf het USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) op pagina 92”. (Zie Uw digitale camera instellen op pagina 86 als u foto's met de stand PictBridge wilt afdrukken.
14 Data vanaf een USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) Met de functie Rechtstreeks afdrukken hebt u geen computer nodig om data af te drukken. U kunt afdrukken door eenvoudigweg uw USB-flashstation aan te sluiten op de USBdirect interface van de machine. Opmerking Een PRN- of PostScript® 3™bestand maken voor rechtstreeks afdrukken Niet alle USB-flashstations zijn compatibel met de machine.
Hoofdstuk 14 Data rechtstreeks vanaf het USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) a c Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om de instelling te kiezen die u wilt wijzigen en druk op OK en dan op a of b om een optie voor de instelling te kiezen en druk op OK. 14 Sluit uw USB-flashstation aan op de USB-direct interface (1) aan de voorzijde van de machine. De toets Direct gaat branden. Druk op Direct. Uw machine schakelt naar de stand Rechtstreeks afdrukken.
Data vanaf een USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) f Druk op Mono Start of Kleur Start om de data af te drukken. BELANGRIJK • Sluit GEEN ander apparaat dan een digitale camera of een USB-flashstation aan op de USB-direct interface om beschadiging van uw machine te voorkomen. • Verwijder het USB-flashstation of de digitale camera NIET uit de USB-direct interface als de machine nog bezig is met afdrukken.
Hoofdstuk 14 d Toets het wachtwoord in. Druk op OK. Id wijzigen PIN:XXXX Opmerking Als uw ID over beperkte rechten beschikt, worden de volgende meldingen op het LCD-scherm weergegeven. Melding Betekenis ToegangGeweigerd Het rechtstreeks afdrukken van documenten op het USB-flashstation via de machine van Brother is beperkt. Limiet bereikt Geen toestemming Het maximaal aantal pagina's dat u mag afdrukken is overschreden. De afdruktaak wordt geannuleerd.
Data vanaf een USB-flashstation afdrukken (alleen MFC-9320CW) f Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op a of b om de instelling te kiezen die u wilt wijzigen en druk op OK en dan op a of b om een optie voor de instelling te kiezen en druk op OK. Als u de huidige standaardinstellingen niet hoeft te wijzigen, gaat u naar stap g. Print bestand Papierformaat e Opmerking • U kunt de volgende instellingen kiezen: Papierformaat Mediatype Meerdere pag.
Hoofdstuk 14 96
Paragraaf V Software Software- en netwerkfuncties V 98
15 Software- en netwerkfuncties De gebruikershandleiding op de cd-rom bevat de Softwarehandleiding en Netwerkhandleiding voor de functies die beschikbaar zijn bij aansluiting op een computer (bijvoorbeeld afdrukken en scannen). Deze handleidingen bevatten handige koppelingen waarmee u rechtstreeks naar een bepaalde sectie kunt gaan. 15 b Klik op de gewenste handleiding (SOFTWAREHANDLEIDING of NETWERKHANDLEIDING) in het bovenste menu.
Paragraaf VI Bijlagen Veiligheid en wetgeving Opties Problemen oplossen en routineonderhoud Menu en functies Specificaties Verklarende woordenlijst VI 100 110 112 181 203 222
A Veiligheid en wetgeving Een geschikte plaats kiezen A A Zet de machine op een vlakke, gelijkmatige en stabiele ondergrond die vrij is van trillingen, zoals een bureau. Plaats de machine in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Kies een plaats met een stabiele temperatuur tussen 10°C en 32,5°C en een luchtvochtigheid van 20% tot 80% (zonder condensatie).
Veiligheid en wetgeving Doe het volgende om de machine veilig te gebruiken A Lees deze voorschriften voordat u probeert enig onderhoud te verrichten, en bewaar deze zodat u ze later kunt naslaan. WAARSCHUWING Er bevinden zich hoogspanningselektroden in de machine. Voordat u de binnenkant van de machine reinigt, dient u eerst het telefoonsnoer te ontkoppelen en daarna het voedingssnoer uit het stopcontact te verwijderen. Op deze manier voorkomt u een elektrische schok.
Gebruik in de buurt van de machine GEEN brandbare stoffen. Gebruik GEEN spray om de binnen- of buitenkant van de machine schoon te maken. U kunt dan brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Zie Routineonderhoud op pagina 144 voor informatie over het reinigen van de machine. Gebruik GEEN stofzuiger om gemorste toner op te ruimen. Het tonerstof zou kunnen ontbranden in de stofzuiger en eventueel een brand veroorzaken.
Veiligheid en wetgeving 5 Wij RADEN het gebruik van een verlengsnoer AF. 6 Installeer telefoonbedrading nooit tijdens onweer. Installeer een telefoonwandcontactdoos nooit op een vochtige plaats. 7 Als kabels beschadigd raken, haalt u de stekker van uw machine uit het stopcontact en neemt u contact op met uw Brother-leverancier. 8 Zet GEEN voorwerpen op de machine en houd de ventilatieopeningen vrij.
Om letsel te voorkomen, is het zaak dat u uw vingers niet in het in de afbeeldingen aangegeven gedeelte steekt. BELANGRIJK De fuseereenheid is gemarkeerd met een waarschuwingsetiket. Verwijder of beschadig het etiket NIET.
Veiligheid en wetgeving Belangrijke veiligheidsinstructies A A 1 Lees alle instructies door. 2 Bewaar deze zodat u ze later nog kunt naslaan. 3 Volg alle waarschuwingen en instructies die op het product worden aangegeven. 4 Haal de stekker van dit product uit het stopcontact voordat u de binnenkant van de machine gaat reinigen. Gebruik GEEN vloeibare reinigingsmiddelen of aerosols. Gebruik een droge, pluisvrije zachte doek om de machine te reinigen.
15 Trek de stekker van dit product uit het stopcontact en neem altijd contact op met een bevoegde servicemonteur wanneer het volgende zich voordoet: Wanneer het netsnoer defect of gerafeld is. Wanneer vloeistof in het apparaat is gemorst. Wanneer het apparaat is blootgesteld aan regen of water. Wanneer het apparaat niet normaal functioneert, ondanks het naleven van de bedieningsinstructies. Pas alleen de instellingen aan die zijn aangegeven in de bedieningshandleiding.
Veiligheid en wetgeving EU-richtlijn 2002/96/EG en EN50419 A A Alleen voor de Europese Gemeenschap Dit apparaat is gemarkeerd met het bovenstaande recyclesymbool. Dit betekent dat u het apparaat aan het einde van de levensduur apart moet aanleveren bij een daarvoor bestemd verzamelpunt en niet bij het gewone huishoudelijke afval mag afvoeren. Dit zal het leefmilieu voor ons allen ten goede komen.
Libtiff-auteursrechten en licentie A Use and Copyright Copyright© 1988-1997 Sam Leffler Copyright© 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Veiligheid en wetgeving Handelsmerken A A Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Brother is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd. Multi-Function Link is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother International Corporation. Adobe, Flash, Illustrator, PageMaker, Photoshop, PostScript en PostScript 3 zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen.
B Opties Geheugenkaart Deze machine beschikt over een standaardgeheugen van 64 MB en een sleuf om het geheugen uit te breiden (optioneel). U kunt het geheugen uitbreiden tot maximaal 576 MB door dual in-line geheugenmodules (SO-DIMMs) in te bouwen. De prestaties van de kopieermachine en de printer verbeteren wanneer u het geheugen uitbreidt.
Opties e Houd de SO-DIMM aan de randen vast en lijn de inkepingen in de SO-DIMM uit met de uitsteeksels in de sleuf. Plaats de SO-DIMM diagonaal (1), en kantel het dan richting de interfacekaart tot het op zijn plaats klikt (2). 1 f B 2 Plaats de metalen afdekking (2) en dan de plastic afdekking (1) van de SO-DIMM weer terug. 2 1 g Steek de stekker van het netsnoer van de machine eerst in het stopcontact en sluit dan de interfacekabel aan. h Sluit het telefoonsnoer aan.
C Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen oplossen C C Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen. De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/.
Problemen oplossen en routineonderhoud Telefoonlijn of -verbindingen Problemen Suggesties Kiezen werkt niet. Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Wijzig de instelling voor Toon/Puls. (Zie de installatiehandleiding.) Controleer alle aangesloten snoeren. Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine is ingeschakeld.
Faxen ontvangen (Vervolg) Problemen Suggesties Kan geen fax ontvangen. Een ander apparaat of een andere dienst op uw locatie beantwoordt de oproep voordat uw machine van Brother reageert. Om dit te testen, stelt u de belvertraging langzamer in: (vervolg) Als de antwoordmodus is ingesteld op Alleen Fax of Fax/Telefoon, vermindert u de belvertraging tot 1 keer overgaan. (Zie Belvertraging op pagina 46.) Als de antwoordmodus is ingesteld op Ext.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen verzenden Problemen Suggesties Slechte verzendkwaliteit. Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 145.) Op het verzendrapport staat RESULT:FOUT. Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw te verzenden.
Problemen met kopiëren Problemen Kan geen kopie maken. Suggesties Controleer of Kopie is verlicht. (Zie Kopieermodus instellen op pagina 78.) (Alleen bij MFC-9320CW) Neem contact op met uw beheerder om de instellingen van het beveiligd functieslot te controleren. Verticale zwarte lijn op de kopieën. Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal omdat er zich vuil of correctievloeistof op de glazen strook bevindt of omdat een of meerdere primaire corona's vuil zijn.
Problemen oplossen en routineonderhoud Problemen met afdrukken (Vervolg) Problemen Suggesties De kop- of voetteksten in het document worden op het scherm weergegeven, maar worden niet in het document afgedrukt. Er is een onbedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan. (Zie Onbedrukbaar gebied op pagina 16.) De machine drukt niet af of is met afdrukken gestopt. Druk op Opdracht Annuleren.
Problemen met papier (Vervolg) Problemen De machine voert geen papier in via de sleuf voor handmatige invoer. Suggesties Controleer of in de printerdriver Handmatig is geselecteerd. Controleer of het papier of andere afdrukmedia juist in de sleuf voor handmatige invoer is geladen. Zie Papier laden in de sleuf voor handmatige invoer op pagina 12. Hoe kan ik enveloppen afdrukken? U kunt enveloppen invoeren via de sleuf voor handmatige invoer.
Problemen oplossen en routineonderhoud Netwerkproblemen (Vervolg) Problemen Suggesties De functie netwerkscannen werkt niet. (Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding blokkeren. Volg onderstaande instructies om Windows ® Firewall te configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw software of neem contact op met de softwarefabrikant als u andere Firewall-software gebruikt. De functie PC-Fax Ontvangen via het netwerk werkt niet.
Netwerkproblemen (Vervolg) Problemen Suggesties De functie netwerkscannen werkt niet. (Windows Vista®) De functie PC-Fax Ontvangen via het netwerk werkt niet. De functie printen via het netwerk werkt niet. a b Doe het volgende als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt. Gebruikers met beheerderrechten: klik op Doorgaan. (vervolg) Voor gebruikers die geen beheerderrechten hebben: voer het beheerderwachtwoord in en klik op OK. c d e f g h i j Uw computer kan de machine niet vinden.
Problemen oplossen en routineonderhoud De afdrukkwaliteit verbeteren C Als de afdrukkwaliteit niet goed is, drukt u eerst een testpagina af (Menu, 4, 2, 3). Als de afdruk er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met uw machine te maken. Controleer de aansluitingen van de interfacekabel of probeer om een ander document af te drukken. Als de afdruk of de testpagina die is afgedrukt met de machine niet van een goede kwaliteit is, volgt u eerst de volgende stappen.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Verticale witte strepen of stroken op de pagina ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Horizontale gekleurde lijnen op de pagina ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Gekleurde vlekken om de 94 mm ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. Advies Als het probleem niet is verholpen na het afdrukken van een paar pagina's, kan het zijn dat op de drumeenheid lijm van een etiket op het drumoppervlak plakt.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit De kleur van de afdrukken is niet wat u verwacht Advies Controleer of de tonerbespaarstand op het bedieningspaneel van de machine of in de printerdriver is uitgeschakeld. Voer de kalibratie uit. (Zie Kalibreren op pagina 153.) Pas de kleur aan via de aangepaste instellingen in de driver en via het bedieningspaneel van de machine. De kleuren die de machine kan afdrukken en de kleuren op een scherm verschillen.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Advies De pagina wordt in zijn geheel in een kleur afgedrukt Stel vast welke kleur het probleem veroorzaakt en plaats een nieuwe drumeenheid. (Zie Drumeenheden vervangen op pagina 163.) Het kan zijn dat u slechts één drumeenheid hoeft te vervangen om het afdrukprobleem op te lossen. Om vast te stellen welke drumeenheid vervangen moet worden, kunt u http://solutions.brother.
Problemen oplossen en routineonderhoud Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Kreukelen Advies Gebruik de aanbevolen papiersoort. Controleer of het achterdeksel goed is gesloten. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz. ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ. 0123456789. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz.
Voorbeelden van slechte afdrukkwaliteit Gekruld of gegolfd Advies Selecteer de modus Omkrullen van papier voorkomen in de printerdriver wanneer u niet het door ons aanbevolen papier gebruikt. (Zie Andere afdrukopties (voor Windows®-printerdriver), Geavanceerde opties (voor Windows ® BR-Script-printerdriver), Afdrukinstellingen (voor Macintosh-printerdriver) of Printerfuncties (voor Macintosh BR Script-printerdriver) in de Softwarehandleiding op de cd-rom.
Problemen oplossen en routineonderhoud Kiestoonherkenning instellen Wanneer u een fax automatisch verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd, voordat het nummer wordt gekozen. Door de instelling van de kiestoon te wijzigen in Waarneming kunt u uw machine laten kiezen zodra er een kiestoon wordt gevonden. Deze instelling kan wat tijd besparen bij het versturen van één fax naar een aantal verschillende nummers.
Fout- en onderhoudsmeldingen Zoals bij alle geavanceerde kantoorapparatuur kunnen fouten optreden en kunnen verbruiksartikelen op zijn. Wanneer dat gebeurt, identificeert uw machine de fout of de vereiste routinematige onderhoudsbeurt, en toont de betreffende melding. De meest voorkomende fouten onderhoudsmeldingen vindt u hieronder. U kunt de meeste fouten oplossen en het routinematige onderhoud zelf uitvoeren.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Afkoelen Ogenblik aub De temperatuur van de drumeenheid of de tonercartridge is te hoog. De machine onderbreekt de huidige afdruktaak en gaat in de afkoelingsstand. Tijdens het afkoelen hoort u de koelventilator draaien terwijl op het LCDscherm Afkoelen en Ogenblik aub wordt weergegeven. Controleer of u de ventilator in de machine kunt horen draaien, en dat de uitlaat nergens door geblokkeerd wordt.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Communicatiefout Er is een communicatiefout opgetreden wegens slechte verbinding. Probeer de fax nogmaals te verzenden of sluit de machine aan op een andere telefoonlijn. Als het probleem nog niet is verholpen, belt u het telefoonbedrijf en vraagt u of ze uw telefoonlijn willen controleren. Document nazien Het document is niet correct geplaatst of het document dat via de ADF is gescand, was te lang.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Fuserfout De temperatuur van de fuseereenheid bereikt een bepaalde temperatuur niet binnen een bepaalde tijd. Zet de stroomschakelaar uit, wacht een paar seconden en zet hem vervolgens weer aan. Laat de machine ingeschakeld, maar raak deze 15 minuten lang niet aan. U kunt de machine maximaal 60 uur uitgeschakeld laten zonder dat de opgeslagen faxen in het geheugen verloren gaan. (Zie Faxen of faxjournaal overbrengen op pagina 137.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen Geheugen vol Het geheugen van de machine is vol. Fax bezig met verzenden of kopiëren Ga op een van de volgende manieren te werk: Druk op Mono Start of Kleur Start om de gescande pagina's te verzenden of te kopiëren. Druk op Stop/Eindigen en wacht tot andere taken zijn voltooid en probeer het vervolgens opnieuw. Wis de gegevens in het geheugen. (Zie Melding Geheugen vol op pagina 43 of pagina 84.
Problemen oplossen en routineonderhoud Foutmelding Oorzaak Wat te doen Klep open. (Klep open) Het ADF-deksel is niet volledig gesloten. Sluit het ADF-deksel van de machine en druk dan op Stop/Eindigen. Het bovendeksel is niet volledig gesloten. Sluit het bovendeksel van de machine. Het waargenomen papierformaat is korter dan het papierformaat opgegeven in de afdruktaak en om af te drukken op het gebruikte papierformaat moet het achterdeksel open staan.
Foutmelding Oorzaak Scannen Onm. XX De machine heeft een mechanisch probleem. Wat te doen Trek de stekker van de machine uit het stopcontact, wacht een paar minuten en steek de stekker dan weer in het stopcontact. (U kunt de machine maximaal 60 uur uitgeschakeld laten zonder dat de opgeslagen faxen in het geheugen verloren gaan. Zie Faxen of faxjournaal overbrengen op pagina 137.) Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met Brother Customer Service.
Problemen oplossen en routineonderhoud Faxen of faxjournaal overbrengen Faxen naar de pc overbrengen C Wanneer op het LCD-scherm een van de volgende meldingen wordt weergegeven: U kunt de faxen van het geheugen van uw machine naar uw pc overbrengen. a Init. Onmog. XX Afdrukken Onm XX Scannen Onm. XX We adviseren u uw faxen over te brengen naar een andere fax of naar uw pc. (Zie Faxen naar een andere faxmachine overbrengen op pagina 137 of Faxen naar de pc overbrengen op pagina 137.
Vastgelopen document C Volg de onderstaande stappen als het papier is vastgelopen. BELANGRIJK Na het verwijderen van een vastgelopen document controleert u of er geen papierresten zijn achtergebleven in de machine, die ervoor kunnen zorgen dat het papier opnieuw vastloopt. Het document is bovenin de ADF vastgelopen a Verwijder al het papier dat niet is vastgelopen uit de ADF. b c Open het ADF-deksel.
Problemen oplossen en routineonderhoud Vastgelopen papier C a Trek de papierlade volledig uit de machine. Om vastgelopen papier te verwijderen, volgt u de stappen in deze paragraaf. BELANGRIJK Controleer of u alle tonercartridges en drumeenheden in de machine hebt geïnstalleerd. Als deze onderdelen niet of onjuist geïnstalleerd zijn, kan papier in uw machine van Brother vastlopen.
c Zorg ervoor dat het papier de maximummarkering (b) van de papierlade niet bereikt. Druk op de groene ontgrendeling van de papiergeleiders en verschuif de papiergeleiders voor het correcte papierformaat. Zorg dat de geleiders goed in de sleuven zitten (zie Papier in de standaardpapierlade laden op pagina 11). d Plaats de papierlade stevig terug in de machine. e Druk op Mono Start of Kleur Start om verder te gaan met afdrukken.
Problemen oplossen en routineonderhoud Papier is vastgelopen aan de achterkant van de machine c C Als op het LCD-scherm Vast: achter wordt weergegeven, is het papier achter de opwaarts gerichte uitvoerlade vastgelopen. Volg deze stappen: a b Schakel de machine uit via de stroomschakelaar. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en vervolgens alle kabels en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Open het achterdeksel.
Papier is vastgelopen binnenin de machine Als op het LCD-scherm Vast binnen wordt weergegeven, voert u deze stappen uit: a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en vervolgens alle kabels en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. b Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen. c C Verwijder de volledige drumeenheid en tonercartridge-eenheid. Herhaal deze stap voor alle drumeenheden en tonercartridge-eenheden.
Problemen oplossen en routineonderhoud • Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. e Schuif elke drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. Herhaal deze stap voor alle drumeenheden en tonercartridge-eenheden. C C M Y K d Trek het vastgelopen papier voorzichtig naar buiten. C-Cyaan M-Magenta Y-Geel K-Zwart f g Sluit het bovendeksel.
Routineonderhoud Reinig de buiten- en binnenzijde van de machine regelmatig met een droge, pluisvrije doek. Reinig de binnenzijde van de machine wanneer u de tonercartridge of de drumeenheid vervangt. Als afgedrukte pagina's tonervlekken bevatten, reinigt u de binnenzijde van de machine met een droge, pluisvrije doek. C De buitenzijde van de machine schoonmaken a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en vervolgens alle kabels en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact.
Problemen oplossen en routineonderhoud e c Veeg de binnen- en buitenzijde van de papierlade af met een droge, pluisvrije zachte doek om stof te verwijderen. In de ADF-eenheid reinigt u de witte balk (1) en de glazen strook op de glasplaat (2) eronder met behulp van een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met water. 1 C 2 f Laad het papier opnieuw en plaats de papierlade stevig terug in de machine.
De LED-koppen reinigen C c WAARSCHUWING Gebruik bij het schoonmaken van de binnen- of buitenzijde van de machine GEEN ontvlambare stoffen, sprays of biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met alcohol of ammoniak. U kunt dan brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen. Zie voor meer informatie Belangrijke veiligheidsinstructies op pagina 105. Veeg de schermen van de LED-koppen (1) af met een droge, pluisvrije doek. Raak de schermen van de LED-koppen (1) niet aan met uw vingers.
Problemen oplossen en routineonderhoud De primaire corona's reinigen Als u problemen hebt met de afdrukkwaliteit, reinigt u de primaire corona's als volgt: a b Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en vervolgens alle kabels en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen.
e Schuif elke drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. De drumeenheid reinigen Kleine vlekken op afgedrukte pagina's Als uw afgedrukte pagina kleine witte of gekleurde vlekken bevat, volgt u de onderstaande stappen om het probleem te verhelpen. a Open het deksel van de sleuf voor handmatige invoer.
Problemen oplossen en routineonderhoud c Plaats met beide handen één vel blanco papier in de sleuf voor handmatige invoer tot de voorrand van het papier de papierinvoerrol raakt. Wacht tot de machine het papier automatisch doorvoert. Wanneer u voelt dat de machine het papier naar binnen trekt, laat u het los. e Drum reinigen Wachten a.u.b. C f Als de machine klaar is met reinigen, wordt Voltooid op het LCD-scherm weergegeven.
Grote vlekken op afgedrukte pagina's Als uw afdruk om de 94 mm gekleurde vlekken bevat, volgt u onderstaande stappen om het probleem te verhelpen. a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en vervolgens alle kabels en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. b Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen. C c Bekijk de testafdruk om de kleur te achterhalen die het probleem veroorzaakt.
Problemen oplossen en routineonderhoud d Druk de groene vergrendelhendel (1) naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. f Draai het wieltje van de drumeenheid met de hand en kijk ondertussen naar het oppervlak van de OPC-drum (1). 1 C 1 BELANGRIJK Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
h Plaats de tonercartridge stevig terug in de drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. i Schuif elke drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. h C Opmerking M Y K Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de juiste wijze plaatst, anders komt deze los van de drumeenheid. C-Cyaan M-Magenta Y-Geel K-Zwart j k 152 Sluit het bovendeksel van de machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud De invoerrollen voor papier reinigen d Veeg de twee invoerrollen (1) in de machine af om stof te verwijderen. C Als er problemen zijn met het invoeren van papier, reinigt u de papierinvoerrollen als volgt: a Zet de machine uit. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. b Trek de papierlade volledig uit de machine. C 1 e Plaats de papierlade weer in de machine. f Steek de stekker van het netsnoer van de machine weer in het stopcontact.
e Frequentie Druk op Stop/Eindigen. U kunt de machine instellen om regelmatig een automatische registratie uit te voeren en hoe vaak dit moet plaatsvinden. Opmerking • Als een foutmelding wordt weergegeven, drukt u op Stop/Eindigen en probeert u het opnieuw. Zie Fout- en onderhoudsmeldingen op pagina 130 voor meer informatie. • Als u met de Windows®-printerdriver afdrukt, moet u kalibreren via de Windows®-printerdriver. Zie Het tabblad Geavanceerd in de Softwarehandleiding op de cd-rom.
Problemen oplossen en routineonderhoud Verbruiksartikelen vervangen C De volgende meldingen worden op het LCD-scherm weergegeven in de modus Gereed. Deze meldingen waarschuwen tijdig dat verbruiksartikelen moeten worden vervangen voordat het einde van de gebruiksduur wordt bereikt. Het is raadzaam om reserveverbruiksartikelen aan te schaffen voordat de machine stopt met afdrukken.
U dient bepaalde onderdelen regelmatig te vervangen en de machine regelmatig te reinigen. LCD-meldingen Verbruiksartikel dat vervangen moet worden Gemiddelde gebruiksduur Hoe te vervangen Modelnaam Vervang toner Tonercartridge Zie pagina 157. TN-230BK, TN-230C, TN-230M, TN-230Y Zie pagina 163. DR-230CL 5 Zie pagina 163. DR-230CL-BK 6, DR-230CL-CMY 7 2.200 pagina's 1 2 1.400 pagina's 1 2 Drums vervangen 4 Drumeenheden 15.000 pagina's Verv.
Problemen oplossen en routineonderhoud Opmerking • Gooi de gebruikte verbruiksartikelen weg conform de plaatselijke voorschriften. (Zie EUrichtlijn 2002/96/EG en EN50419 op pagina 107.) Als u het gebruikte verbruiksartikel niet inlevert, dient u dit conform de plaatselijke voorschriften en gescheiden van huisvuil weg te gooien. Voor meer informatie neemt u contact op met de lokale afvalmaatschappij.
b Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen. d Druk de groene vergrendelhendel (1) naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid. 1 1 WAARSCHUWING BELANGRIJK Als de scanner open is, kunt u het bovendeksel niet openen. c Verwijder de drumeenheid en de tonercartridge voor de kleur aangegeven op het LCD-scherm. Gooi de tonercartridges NIET in een vuur. Deze kunnen ontploffen en verwondingen veroorzaken.
Problemen oplossen en routineonderhoud Opmerking • Dicht de tonercartridge goed af in een geschikte zak, zodat er geen toner uit de cartridge kan worden gemorst. • Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water. • Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
f Pak de nieuwe tonercartridge uit. Schud de toner rustig een paar keer heen en weer om de toner gelijkmatig in de cartridge te verdelen. BELANGRIJK • Pak de tonercartridge pas uit als u deze in de machine wilt plaatsen. Als de tonercartridge lang voor die tijd is uitgepakt, gaat de toner minder lang mee. • Wanneer u een uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of kamerverlichting plaatst, kan de eenheid beschadigd worden.
Problemen oplossen en routineonderhoud h Plaats de nieuwe tonercartridge stevig in de drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken. C M Y K C C-Cyaan M-Magenta Y-Geel K-Zwart j Sluit het bovendeksel van de machine. h Opmerking Zorg ervoor dat u de tonercartridge op de correcte wijze plaatst; anders komt deze los van de drumeenheid. i Schuif de drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine.
k Steek eerst de stekker van de machine weer in het stopcontact, en sluit dan alle kabels en het telefoonsnoer weer aan. Schakel de machine in. Meldingen drum bijna op Opmerking Als op het LCD-scherm Drum bijna op wordt aangegeven, betekent dit dat de drumset het einde van de gebruiksduur nadert. Schaf een nieuwe drumset aan (DR-230CL) voordat u de melding Drums vervangen ziet. Zie Drumeenheden vervangen op pagina 163 voor het vervangen van drumeenheden.
Problemen oplossen en routineonderhoud Melding drums vervangen Als de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven, vervangt u de drumset: Drums vervangen Drumfout Vervang drum. Zwart/ Cyaan/ Magenta/ Geel. Zie gebruikershandleiding. 1 1 Alleen de kleur die moet worden vervangen wordt aangegeven De melding Fout in drum heeft twee betekenissen: als u na doorbladeren de melding Vervang drum. krijgt, moet de drumeenheid worden vervangen.
BELANGRIJK WAARSCHUWING Als de scanner open is, kunt u het bovendeksel niet openen. c Verwijder de drumeenheid en de tonercartridge voor de kleur aangegeven op het LCD-scherm. Gooi de tonercartridges NIET in een vuur. Deze kan ontploffen en verwondingen veroorzaken. Maak de binnen- of buitenzijde van de machine NIET schoon met schoonmaakmiddelen die ammoniak of alcohol bevatten, en niet met sprays of brandbare stoffen. U kunt dan brand veroorzaken of een elektrische schok krijgen.
Problemen oplossen en routineonderhoud • Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. e Pak de nieuwe drumeenheid uit en verwijder de bescherming. C BELANGRIJK Pak de drumeenheid pas uit als u deze in de machine wilt plaatsen. Wanneer u de uitgepakte drumeenheid in direct zonlicht of kamerverlichting plaatst, kan de eenheid beschadigd worden. f Plaats de tonercartridge stevig in de nieuwe drumeenheid tot u deze op zijn plaats hoort vastklikken.
g Schuif de drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. C M Y K De drumteller resetten C Als u een drumeenheid vervangt, dient u de drumteller te resetten aan de hand van de volgende stappen: a Steek eerst de stekker van de machine weer in het stopcontact, en sluit dan alle kabels en het telefoonsnoer weer aan. Schakel de machine in. b (Voor MFC-9320CW) Druk op Menu, 8, 4.
Problemen oplossen en routineonderhoud BELANGRIJK c Verwijder de volledige drumeenheid en tonercartridge-eenheid. • Raak het oppervlak van de riemeenheid NIET aan. Als u het aanraakt, neemt de afdrukkwaliteit af. • Het op een onjuiste manier omgaan met de riemeenheid kan uw garantie laten vervallen. a Zet de machine uit. Ontkoppel eerst het telefoonsnoer en haal dan de stekker van het netsnoer uit het stopcontact. b Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen.
• Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen. d Houd de groene hendel van de riemeenheid vast en breng de riemeenheid omhoog om deze er vervolgens uit te trekken.
Problemen oplossen en routineonderhoud BELANGRIJK e Pak de nieuwe riemeenheid uit en plaats deze in de machine. Raak de grijze delen in de illustratie NIET aan om problemen met de afdrukkwaliteit te voorkomen.
f Schuif elke drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. Herhaal deze stap voor alle drumeenheden en tonercartridge-eenheden. C M Y K Als u een riemeenheid vervangt, dient u de riemeenheidteller te resetten aan de hand van de volgende stappen: a Steek eerst de stekker van de machine weer in het stopcontact, en sluit dan alle kabels en het telefoonsnoer weer aan. Schakel de machine in.
Problemen oplossen en routineonderhoud Melding vervang tonerbak C b Als de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven, vervangt u de tonerbak: Vervang tonerbak Open het bovendeksel helemaal door de hendel (1) omhoog te brengen. 1 BELANGRIJK C Gebruik de tonerbak NIET opnieuw. WAARSCHUWING Gooi de tonerbak NIET in een vuur. Deze kan exploderen. Mors geen toner. Adem toner NIET in en zorg dat er geen toner in uw ogen kan komen. a Zet de machine uit.
• Raak NOOIT de elektroden aan die u in de afbeelding ziet, om schade aan de machine door statische elektriciteit te vermijden. d Houd de groene hendel van de riemeenheid vast en breng de riemeenheid omhoog om deze er vervolgens uit te trekken. h • Wees voorzichtig bij het hanteren van de tonercartridge. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water.
Problemen oplossen en routineonderhoud e Verwijder de oranje verpakking en gooi deze weg. f Houd de groene hendel van de tonerbak vast en verwijder de tonerbak uit de machine. C h VOORZICHTIG Hanteer de tonerbak voorzichtig om te voorkomen dat u toner morst. Wanneer u toner morst op uw handen of kleding, dient u de vlekken onmiddellijk te verwijderen met koud water. Opmerking Opmerking Deze stap is alleen nodig wanneer u de tonerbak voor de eerste keer vervangt.
h Plaats de riemeenheid in de machine. i Schuif elke drumeenheid en tonercartridge-eenheid in de machine. Let erop dat de kleur van de tonercartridge overeenkomt met het gekleurde label op de machine. Herhaal deze stap voor alle drumeenheden en tonercartridge-eenheden. h C M Y K C-Cyaan M-Magenta Y-Geel K-Zwart j 174 Sluit het bovendeksel van de machine.
Problemen oplossen en routineonderhoud Periodieke onderhoudsonderdelen vervangen Periodieke onderhoudsonderdelen moeten regelmatig vervangen worden om de afdrukkwaliteit te behouden. Die hieronder aangegeven onderdelen dienen te worden vervangen na het afdrukken van circa 50.000 pagina's 1. Neem contact op met uw Brother-leverancier als de volgende melding op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Enkele pagina's van formaat A4 of Letter.
Resetfuncties C De volgende resetfuncties zijn beschikbaar: De machine resetten a 1 Netwerk U kunt de standaardfabrieksinstellingen zoals het wachtwoord en het IP-adres van de afdrukserver herstellen. Stand.instel. 7.Resetten b Druk op a of b om de gewenste resetfunctie te kiezen. Druk op OK. c Ga op een van de volgende manieren te werk: 2 Adres en fax Met Adres en fax reset u de volgende instellingen: Adresboek Druk op 1 om de instellingen te resetten en ga naar stap d.
Problemen oplossen en routineonderhoud De machine inpakken en vervoeren Wanneer u de machine vervoert, gebruikt u het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal van de machine. Als de machine niet juist wordt verpakt, kan uw garantie vervallen. WAARSCHUWING C Deze machine is zwaar en weegt ongeveer 22,9 kg. Til met minimaal twee personen de machine op om letstel te voorkomen. Zorg ervoor dat uw vingers niet beklemd raken als u de machine neerzet.
VOORZICHTIG e Plaats de bescherming op elke drumeenheid en tonercartridgeeenheden. f Verpak elke eenheid in een plastic zak en sluit de zak goed. g Houd de groene hendel vast en til de riemeenheid omhoog en uit de machine. Raak de grijs aangegeven gedeeltes in de afbeelding NIET aan.
Problemen oplossen en routineonderhoud h Verwijder de tonerbak uit de machine en verpak deze in een plastic zak en maak de zak goed dicht. j Plaats het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal terug in de machine. C i k Sluit het bovendeksel. l Plaats de tonerbak en een drumeenheid en tonercartridge-eenheid in het piepschuim. m Verpak met twee personen de machine in de plastic zak. Plaats de riemeenheid terug in de machine.
n o 180 Plaats de machine met het piepschuim in de doos. Zorg dat de voorzijde van de machine naar de markering “FRONT” op de stukken piepschuim is gericht. Plaats de stukken piepschuim voor de drumeenheid en de tonercartridgeeenheden op de machine. Plaats het netsnoer en de drie overgebleven drumeenheden en tonercartridge-eenheden in de stukken piepschuim zoals afgebeeld. p Plaats de vier kartonnen dozen bovenop. q Sluit de doos en tape deze stevig dicht.
D Menu en functies Programmeren op het scherm D Menutoetsen D D Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig te gebruiken is. Met het LCDscherm kunt u programmeren op het scherm met behulp van de menutoetsen. D Wij hebben stap-voor-stap-instructies op het scherm gecreëerd om u te helpen uw machine te programmeren. Volg eenvoudigweg de stappen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden. Het menu openen. Naar volgend menuniveau.
Het menu openen a b U kunt ook door ieder menuniveau bladeren door op a of b te drukken voor de gewenste richting. D Druk op Menu. Kies een optie. MFC-9120CN: Druk op 1 voor het algemene instelmenu. Druk op 2 voor het faxmenu. Druk op 3 voor het kopieermenu. Druk op 4 voor het printermenu. c Druk op OK als de gewenste optie op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het LCD-scherm geeft dan het volgende menuniveau weer. d Druk op a of b om naar de volgende menuselectie te gaan. e Druk op OK.
Menu en functies Menutabel D De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven. Kies & OK Kies & OK accepteren afsluiten D Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 1.Tijdklokstand — 0 Sec. Hiermee kunt u de tijd instellen om terug te keren naar de faxmodus en de tijd waarop de machine schakelt van de modus individuele gebruiker naar openbare gebruiker, bij gebruik van het beveiligde functieslot.
Pagina Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 1.Standaardinst. 3.Volume 2.Waarsch.toon (vervolg) Hiermee kunt u het volume van het geluidssignaal aanpassen. 25 (vervolg) Uit Laag Half* Hoog 3.Luidspreker Uit Laag Half* Hoog Hiermee kunt u het volume van de luidspreker aanpassen. 25 4.Aut. zomertijd — Aan* Uit De zomertijd wordt automatisch ingesteld. 26 5.Bespaarstand 1.Toner sparen Aan Uit* Verhoogt het aantal pagina’s dat de tonercartridge kan afdrukken. 26 2.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 1.Ontvangstmenu 1.Bel Vertraging (00 - 06) De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de stand Alleen fax of Fax/Tel. 46 Instelling van het dubbele belsignaal in de stand Fax/Tel. 46 (Uitsluitend in faxmodus) 02* 2.F/T Beltijd 20 Sec. 30 Sec.* Pagina 40 Sec. D 70 Sec. 3.Fax Waarnemen Aan* Uit 4.Afstandscode Aan (l51, #51) Uit* 5.Autoreductie Aan* Uit 6.
Pagina Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 2.Verzendmenu 1.Contrast Auto* 40 (vervolg) (Uitsluitend in faxmodus) Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken. Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen. 40 Licht Donker 2.Faxresolutie Standaard* Fijn Superfijn Foto 3.Tijdklok — Het tijdstip waarop de uitgestelde faxberichten moeten worden verzonden in 24-uursformaat instellen. 42 4.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 3.Adresboek 1.Directkies — Slaat maximaal 8 ééntoetsnummers op zodat u het nummer met een druk op een toets (en Start) kunt kiezen. 57 2.Snelkies — Slaat maximaal 200 snelkiesnummers op zodat u een nummer kunt kiezen door slechts op een paar toetsen (en Start) te drukken. 58 (vervolg) 4.Kies rapport Pagina D 3.Groep instell. — Hiermee kunt u maximaal 20 groepsnummers instellen voor het groepsverzenden. 61 1.
Pagina Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 2.Fax 6.Kiezen beperkt 1.Kiestoetsen Uit* U kunt de machine instellen op beperkt kiezen bij gebruik van de kiestoetsen. 34 U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van ééntoetsnummers. 34 U kunt de machine instellen op beperkt kiezen van snelkiesnummers. 34 (vervolg) voer # 2x in Aan 2.Directkies Uit* voer # 2x in Aan 3.Snelkies Uit* voer # 2x in Aan 7.Rest.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 3.Kopie 3.Contrast — b -nnnno+ a Hiermee kunt het contrast voor kopieën aanpassen. (vervolg) b -nnnon+ a b -nnonn+ a* b -nonnn+ a b -onnnn+ a 4.Kleuren aanp. 1.Rood b -nnnno+ a b -nnnon+ a Pagina 81 U kunt de kopieerresolutie verhogen als u een tekst kopieert met een verhouding van 100% via de glasplaat. Hiermee stelt u de kleur rood in voor kopieën. 82 b -nnonn+ a* b -nonnn+ a b -onnnn+ a 2.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 4.Printer 4.Reset printer — 1.Herstel Stelt de printerinstellingen weer in op de standaardfabrieksinstellingen. Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. Hiermee stelt u de kleurdichtheid in of herstelt u de fabrieksinstellingen van de kleurkalibratie. 153 Hiermee wordt de afdrukpositie van elke kleur automatisch ingesteld. 154 (vervolg) 2.Stop 5.Calibratie — Calibreren Reset 6.Auto regist. 1.Registratie 1.Start 2.Exit 2.
Menu en functies Pagina Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 5.USB Direct I/F 1.Dir. afdrukken 2.Mediatype Dun 91 (Alleen voor MFC-9320CW) (vervolg) Hiermee stelt u het mediatype in als u direct afdrukt via het USB-flashstation. Hiermee stelt u de papieropmaak in als u meerdere pagina's direct afdrukt via het USB-flashstation. 92 Hiermee stelt u de paginarichting in als u direct afdrukt via het USB-flashstation.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 5.USB Direct I/F 2.Scannen n. USB 1.Resolutie Kleur 100 dpi* Hiermee stelt u de resolutie in waarin de gescande data naar het USB-flashstation worden verzonden. Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. (Alleen voor MFC-9320CW) Kleur 200 dpi 300 dpi kleur (vervolg) 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W 3.PictBridge 2.Bestandsnaam — Voer de bestandsnaam van de gescande data in. 1.
Menu en functies Pagina Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 6.Print lijsten (MFC-9320CW) 1.Verzendrapport 1.Bekijk op LCD — 75 2.Print rapport — Hiermee drukt u een verzendrapport van uw laatste transmissie af. 2.Help — — Hiermee drukt u de Helplijst af om snel te bekijken hoe u uw machine kunt programmeren. 75 3.LijstTel-Index 1.Numeriek — 75 2.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 5.Netwerk (MFC-9120CN) 1.TCP/IP 1.Opstartmethode Auto* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het subnetmasker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen Pagina 5.Netwerk 3.Scannen > FTP — Kleur 100 dpi* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens via FTP te verzenden. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. (MFC-9120CN) Kleur 200 dpi (vervolg) 300 dpi kleur 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W D 200x100 dpi Z&W 4.Scan > netw.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP 1.Opstartmethode (MFC-9320CW) Opties Omschrijvingen Pagina Auto* Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het IP-adres in. 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] Voer het subnetmasker in. 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255].
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 2.Ethernet (MFC-9320CW) (vervolg) — Opties Omschrijvingen Pagina Auto* Selecteert de Ethernet-linkmodus. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. 100B-FD (vervolg) 100B-HD 10B-FD 10B-HD 2.WLAN 3.Standaard inst — 4.Bedraad activ. — 1.TCP/IP 1.Opstartmethode 1.Herstel 2.Stop Aan* Uit Auto* Statisch RARP De fabrieksinstelling voor een bedraad netwerk herstellen. D De bedrade LAN handmatig activeren of deactiveren.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 1.TCP/IP (MFC-9320CW) (vervolg) (vervolg) 0.IPv6 Opties Omschrijvingen Pagina Aan Het IPv6-protocol activeren/deactiveren. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, kunt u naar http://solutions. brother.com/ gaan voor meer informatie. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. Uit* (vervolg) 2.Inst. Wizard 1.Aan — U kunt uw afdrukserver configureren.
Menu en functies Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 3.Scannen > FTP — (MFC-9320CW) — Opties Omschrijvingen Pagina Kleur 100 dpi* Selecteert het bestandsformaat om de gescande gegevens via FTP te verzenden. Zie de netwerkhandleiding op de cd-rom. Kleur 200 dpi (vervolg) 300 dpi kleur 600 dpi kleur Grijs 100 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi 200 dpi Z&W D 200x100 dpi Z&W 4.Scan > netw.
Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties Omschrijvingen 8.Machine-info (MFC-9320CW) 1.Serienummer — — U kunt het serienummer van uw machine controleren. 175 2.Paginateller — Totaal U kunt controleren hoeveel pagina’s de machine tijdens haar gebruiksduur in totaal heeft afgedrukt. 175 U kunt controleren hoe lang de machineonderdelen nog meegaan (in %). 175 Selecteert de ontvangststand die het beste in uw behoeften voorziet. 44 6.Machine-info (MFC-9120CN) Fax/Lijst Kopie Print 3.
Menu en functies Tekst invoeren D Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de Stations-ID, moet tekst in teksttekens worden ingevoerd. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. De toetsen 0, # en l hebben geen letters omdat deze toetsen voor speciale tekens gebruikt worden. Druk het gewenste aantal keren (zoals u leest in deze referentietabel) op de betreffende toets van het toetsenblok om het gewenste teken te krijgen.
Speciale tekens en symbolen Druk op l, # of 0, en druk vervolgens op d of c om de cursor naar het gewenste symbool of teken te verplaatsen. Druk op OK om het te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de volgende symbolen en tekens. Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) l + , - . / m Druk op # voor :;<=>?@[]^_\~`|{} Druk op 0 voor ÄËÖÜÀÇÈÉ0 202
E Specificaties E Algemeen E Printertype LED Afdrukmethode Elektrografische LED Geheugencapaciteit 64 MB LCD-scherm (liquid crystal display) 16 tekens × 2 regels Stroombron 220 - 240 V AC 50/60Hz Stroomverbruik Piek: 1176 W Kopiëren: Circa 480 W 1 Slaapstand: (MFC-9120CN) Gemiddeld 11 W E (MFC-9320CW) Gemiddeld 12 W Stand-by: Circa 75 W Afmetingen 401 mm 428 mm Gewicht Zonder drum-/tonereenheid: Geluidsniveau Geluidsvermogen 491 mm 20,1 kg In bedrijf (in kleur kopiëren): 2
Temperatuur Vochtigheid ADF (automatische documentinvoer) In bedrijf: 10 tot 32,5°C Opslag: 0 tot 40°C In bedrijf: 20 tot 80% (niet condenserend) Opslag: 10 tot 90% (niet condenserend) Maximaal 35 pagina's (gespreid) [80 g/m2] Aanbevolen omgeving voor optimale resultaten: Temperatuur: 20 tot 30°C Papierlade 204 Vochtigheid: 50% - 70% Papier: Xerox Premier TCF 80 g/m2 of Xerox Business 80 g/m2 250 vellen [80 g/m2]
Specificaties Afdrukmedia Papierinvoer E Papierlade Papiersoort: Dun papier, Normaal papier of Kringlooppapier Papierformaat: Letter, A4, B5 (ISO), A5, A5 (lange rand), B6 (ISO), A6, Executive, Legal en Folio Papiergewicht: 60 tot 105 g/m2 Maximale capaciteit papierlade: Maximaal 250 vellen gewoon papier van 80 g/m2 E Sleuf voor handmatige invoer Papiersoort: Dun papier, Normaal papier, Dik papier, Dikker papier, Bankpostpapier, Kringlooppapier, Enveloppen of Etiketten 1 Papierforma
Fax E Compatibiliteit ITU-T Super Groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG/JPEG Modemsnelheid Automatische terugval: 33.600 bps Documentgrootte Breedte ADF: 147,3 tot 215,9 mm Lengte ADF: 147,3 tot 356,0 mm Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm Lengte glasplaat: Max. 297 mm Scanbreedte Max. 208 mm Afdrukbreedte Max.
Specificaties Kopiëren E Kleur/Monochroom Ja/Ja Documentgrootte Breedte ADF: 148 tot 215,9 mm Lengte ADF: 148 tot 355,6 mm Breedte glasplaat: Max. 215,9 mm Lengte glasplaat: Max. 297 mm Breedte kopie Max.
Scannen E Kleur/Monochroom Ja/Ja TWAIN-compatibel Ja (Windows® 2000 Professional/Windows® XP/ Windows® XP Professional x64 Edition/Windows Vista®) Mac OS X 10.3.9 of recenter 1 WIA-compatibel Ja (Windows® XP/Windows Vista®) Kleurintensiteit 24 bits kleur Resolutie Max. 19.200 × 19.200 dpi (geïnterpoleerd) 2 Max. 1.200 × 2.400 dpi (optisch) 2 (via glasplaat) Max. 1.
Specificaties Afdrukken E Emulaties PCL6, BR-Script3 (PostScript®3™) Printerdriver Host-gebaseerde driver voor Windows® 2000 Professional/ Windows® XP/Windows® XP Professional x64 Edition/ Windows Vista®/Windows Server® 2003 1/ Windows Server® 2003 x64 Edition 1/ Windows Server® 2008 1 BR-Script3 (PPD-bestand) voor Windows® 2000 Professional/ Windows® XP/Windows® XP Professional x64 Edition/ Windows Vista®/ Windows Server® 2003 1/Windows Server® 2008 1 E Macintosh-printerdriver voor Mac OS X 10.3.
Interfaces E USB Gebruik een USB 2.0-interfacekabel van maximaal 2,0 m. 1 2 LAN 3 Gebruik een Ethernet UTP-kabel van categorie 5 of hoger. Draadloze LAN (MFC-9320CW) Uw machine ondersteunt IEEE 802.11b/g draadloze communicatie met uw draadloze LAN met behulp van de infrastructuurmodus of een draadloze peer-to-peer verbinding in de Ad-hoc-modus. 1 Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een computer met een USB 1.1-interface.
Specificaties PictBridge (MFC-9320CW) E Compatibiliteit Ondersteunt de Camera & Imaging Products Association PictBridge standaard CIPA-001. Ga naar http://www.cipa.jp/pictbridge/ voor meer informatie. Interface USB-direct interface.
Rechtstreeks afdrukken (MFC-9320CW) Compatibiliteit 1 PDF-versie 1.7 1, JPEG, Exif + JPEG, PRN (gemaakt door de Brother-printerdriver), TIFF (gescand door alle MFC- of DCP-modellen van Brother), PostScript®3™ (gemaakt door Brother BR-Script 3 printerdriver), XPS versie 1.0. PDF-data met JBIG2-beeldbestanden, JPEG2000-beeldbestanden of een transparantbestand worden niet ondersteund.
Specificaties Systeemvereisten E Minimale systeemvereisten en ondersteunde pc-softwarefuncties Versie van het computerplatform en het besturingssysteem Minimumsnelheid processor Windows® besturings- Intel® Pentium® II of gelijkwaardig systeem 1 Windows® 2000 Professional 5 Ruimte op de vaste schijf voor de installatie voor drivers voor programma’s 64 MB 150 MB 310 MB 256 MB Ondersteunde Ondersteunde pc-software- pc-interface 3 functies Afdrukken, USB, PC-Fax 4, Scannen 128 MB Windows® XP Ho
Verbruiksartikelen Levensduur tonercartridge Startertonercartridge: E Circa 1.000 pagina's (A4) 1 Standaard tonercartridge: TN-230BK (zwart): Circa 2.200 pagina's (A4) 1 TN-230C (cyaan): Circa 1.400 pagina's (A4) 1 TN-230M (magenta): Circa 1.400 pagina's (A4) 1 TN-230Y (geel): Circa 1.400 pagina's (A4) 1 Drumeenheid DR-230CL 2 DR-230CL-BK 3 DR-230CL-CMY 4 Circa 15.000 pagina's (A4) 5 Riemeenheid BU-200CL Circa 50.000 pagina's (A4) Tonerbak WT-200CL Circa 50.
Specificaties Ethernet bedraad netwerk E Modelnaam netwerkkaart NC-6700h LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup. 1 2 Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003 2, Windows Server® 2003 x64 Edition 2, Windows Server® 2008 2 Mac OS X 10.3.
Beheerprogramma’s 5 BRAdmin Light voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64 Edition, Windows Server® 2008 en Mac OS X 10.3.
Specificaties Ethernet draadloos netwerk (uitsluitend MFC-9320CW) Modelnaam netwerkkaart NC-7500W LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor netwerkprinten, netwerkscannen, PC-Fax en Remote Setup 1 2. Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64 Edition, Windows Server® 2008 en Windows Server® 2008 x64 Edition 2 E E Mac OS X 10.3.
Beheerprogramma’s 5 BRAdmin Light voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows Server® 2003, Windows Server® 2003 x64 Edition, Windows Server® 2008 en Mac OS X 10.3.
Specificaties Verificatie en versleuteling alleen voor draadloze gebruikers E Verificatiemethode E De Brother-machine ondersteunt de volgende methoden: Open systeem Draadloze apparaten hebben toegang tot het netwerk zonder enige vorm van verificatie. Gedeelde sleutel Een geheime, vooraf bepaalde sleutel wordt gedeeld door alle apparaten die toegang hebben tot het draadloze netwerk. De Brother-machine gebruikt de WEP-sleutels als vooraf bepaalde sleutel.
Versleutelingsmethoden E Versleuteling wordt gebruikt om gegevens te beveiligen die via het draadloze netwerk verzonden worden. De Brother-machine ondersteunt de volgende versleutelingsmethoden: WEP Door WEP (Wired Equivalent Privacy) te gebruiken, worden de gegevens verzonden en ontvangen met een beveiligingssleutel.
Specificaties Draadloze ééntoetsconfiguratie E Wanneer uw draadloze toegangspunt óf SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup (PBC 1) óf AOSS™ ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren zonder computer. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze LAN router/het toegangspunt in combinatie met het machinemenu instellen en beveiligen. Zie de gebruikershandleiding van uw draadloze LAN-router of toegangspunt voor informatie over het gebruik van de ééndruksmodus.
F Verklarende woordenlijst F Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen. Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft. ADF (automatische documentinvoer) Het document kan in de ADF worden geplaatst, waarbij iedere pagina afzonderlijk automatisch wordt gescand. Code voor activeren op afstand Toets deze code in (l5 1) als u een faxoproep aanneemt vanaf een extern of een tweede toestel.
Verklarende woordenlijst Eéntoetsnummer Toetsen op het bedieningspaneel van de machine waarin u telefoonnummers kunt opslaan voor het snelkiezen. U kunt een tweede nummer onder elke toets opslaan als u op Shift drukt en tegelijkertijd de toets voor het ééntoetsnummer indrukt. Extern toestel Een antwoordapparaat of telefoon die op uw machine is aangesloten.
Journaalperiode De vooraf geprogrammeerde regelmaat waarmee de faxjournalen automatisch worden geprint. U kunt het faxjournaal desgewenst ook op elk ander tijdstip afdrukken zonder deze instelling op te heffen. LCD-scherm (liquid crystal display) Dit is het schermpje op uw machine waarop tijdens het programmeren meldingen verschijnen. Wanneer de machine inactief is, worden op dit schermpje de datum en de tijd weergegeven.
Verklarende woordenlijst Tijdelijke instellingen Voor elke faxtransmissie en kopie kunt u bepaalde opties selecteren zonder de standaardinstellingen te wijzigen. Toegangscode op afstand Uw eigen viercijferige code (– – –l) waarmee u uw machine kunt bellen en vanaf een ander toestel toegang tot uw machine kunt krijgen. Toon Een kiesmethode die gebruikt wordt bij toetstelefoons. Transmissie Het vanaf uw machine over de telefoonlijn verzenden van faxen naar een andere faxmachine.
G Index A Aansluiten extern ANTW. APP. (antwoordapparaat) ...............................51 externe telefoon ....................................53 Aansluiting op meerdere lijnen (PBX) ......52 Aansluitingen EXT ANTW. APP. (antwoordapparaat) ......51 externe telefoon .................................53 ADF (automatische documentinvoer) faxen .....................................................36 gebruiken ..............................................22 Adresboek .........................................
E EAP-FAST .............................................219 Eéntoetsnummers gebruiken ..............................................55 instellen .................................................57 wijzigen .................................................60 Enveloppen .................... 13, 17, 18, 19, 20 Etiketten ................................................13 Etiketten ......................... 12, 13, 17, 18, 21 Externe telefoon, aansluiten ....................
I M Informatie over de machine de resterende levensduur van onderdelen controleren .......................175 paginatellers ........................................175 status-LED ............................................10 Macintosh Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. Melding Geheugen vol ...............43, 84, 90, 95, 134 Menutabel ......................................181, 183 menutoetsen gebruiken ...................... 181 Modus, instellen faxen ...............................................
P Q Paginalay-out (N op 1) .............................82 PaperPort™ 11SE met OCR Zie de softwarehandleiding op de cd-rom en Help in de toepassing PaperPort™ 11SE om de handleidingen te openen. Papier .............................................. 17, 205 aanbevolen .................................... 17, 18 documentgrootte ........................ 207, 208 formaat ........................................... 17, 24 ladecapaciteit ........................................18 laden .........................
Resolutietoets ..................................... 8, 40 Riemeenheid vervangen ...........................................166 S Scannen Zie de softwarehandleiding op de cd-rom. Serienummer opzoeken..........Zie de binnenzijde van het voordeksel Slaapstand ...............................................27 Snelkiezen gebruiken ..............................................55 instellen .................................................58 wijzigen .................................................60 Sorteren .
De machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale Brotherbedrijven of hun dealers voeren alleen servicewerkzaamheden uit aan machines die in eigen land zijn aangeschaft.