Ingebouwde multiprotocol en multifunctionele ethernetafdrukserver en draadloze (IEEE 802.11b/g) multifunctionele ethernetafdrukserver NETWERKHANDLEIDING DCP-9010CN MFC-9010CN MFC-9120CN MFC-9320CW Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat op uw netwerk gaat gebruiken. U kunt op elk gewenst moment deze handleiding vanaf de cd-rom bekijken. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze indien nodig snel kunt raadplegen.
Definities van opmerkingen Overal in deze handleiding gebruiken we de volgende aanduiding: BELANGRIJK Opmerking BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product. Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies. Handelsmerken Het Brother-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Samenstelling en publicatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder toezicht van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Nummers van Brother BELANGRIJK Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u de helpdesk in het land waar u de machine hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden gebeld. Klantendienst In de Verenigde Staten 1-877-BROTHER (1-877-276-8437) In Canada 1-877-BROTHER In Brazilië helpline@brother.com.br In Europa Kijk op http://www.brother.com/ voor contactgegevens van uw plaatselijke Brother-kantoor.
Internetadres Brother Global Web Site: http://www.brother.com/ Voor veelgestelde vragen, productondersteuning, updates voor drivers en hulpprogramma's: http://solutions.brother.com/ Accessoires en verbruiksartikelen bestellen In de Verenigde Staten: 1-877-552-MALL (1-877-552-6255) 1-800-947-1445 (fax) http://www.brothermall.com/ In Canada: 1-877-BROTHER http://www.brother.
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 Overzicht....................................................................................................................................................1 Netwerkfuncties .........................................................................................................................................2 Printen via het netwerk ........................................................................................................................2 Netwerkscannen.......
3 Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) 24 Overzicht..................................................................................................................................................24 Terminologie en concepten voor draadloos netwerk ...............................................................................25 SSID (Service Set Identifier) en kanalen ...........................................................................................
6 Instellen via het bedieningspaneel 55 Netwerkmenu...........................................................................................................................................55 TCP/IP ...............................................................................................................................................55 Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) ........................................................................................
10 Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk 101 Overzicht................................................................................................................................................101 De BR-Script 3-printerdriver selecteren (TCP/IP)..................................................................................101 Voor gebruikers van Mac OS X 10.3.9 tot 10.4.x ............................................................................
13 Beveiligingsfuncties 126 Overzicht................................................................................................................................................126 Veiligheidsvoorschriften...................................................................................................................126 Beveiligingsprotocollen....................................................................................................................
B Appendix B 175 Specificaties van de afdrukserver..........................................................................................................175 Bedraad Ethernetnetwerk................................................................................................................175 Draadloos Ethernetnetwerk ............................................................................................................176 Functietabel en standaardinstellingen ..................................
1 Inleiding 1 1 Overzicht 1 Uw machine van Brother heeft een ingebouwde netwerkafdrukserver en u kunt deze gezamenlijk gebruiken op een 10/100 MB bedraad of IEEE 802.11b/802.11g draadloos ethernetnetwerk. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP ondersteunt. Deze functies zijn onder meer afdrukken, scannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen, Remote Setup en statusvenster.
Inleiding Netwerkfuncties 1 1 De machine van Brother heeft de volgende algemene netwerkfuncties. Printen via het netwerk 1 De afdrukserver biedt afdrukservices voor Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008 met ondersteuning van de TCP/IP-protocollen en voor Macintosh (Mac OS X 10.3.9 of recenter) met ondersteuning van TCP/IP. Netwerkscannen 1 U kunt documenten over het netwerk naar uw computer scannen (raadpleeg Netwerkscannen in de Softwarehandleiding).
Inleiding Beheerprogramma’s 1 1 BRAdmin Light 1 BRAdmin Light is een hulpprogramma voor de standaardconfiguratie van apparaten van Brother die op het netwerk zijn aangesloten. Het programma kan tevens worden gebruikt om op uw netwerk te zoeken naar producten van Brother, voor het weergeven van de status en voor het configureren van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres. BRAdmin Light is beschikbaar voor Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7, Windows Server® 2003/2008 en Mac OS X 10.3.
Inleiding BRPrint Auditor (Windows®) 1 1 Met de BRPrint Auditor-software is de controlefunctie van programma's voor het beheren van het netwerk van Brother ook mogelijk op lokaal aangesloten machines. Met dit hulpprogramma kan een clientcomputer informatie over het gebruik en de status verzamelen van een MFC of DCP die is aangesloten via de USBinterface. BRPrint Auditor kan deze informatie vervolgens doorgeven aan een andere computer op het netwerk met BRAdmin Professional 3 of Web BRAdmin 1.
Inleiding Afdruklogboek op netwerk opslaan 1 Met de functie Afdruklogboek op netwerk opslaan kunt u het afdruklogboek van uw machine van Brother op een netwerkserver opslaan via de CIFS. U kunt de ID, het type afdruktaak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd, het aantal afgedrukte pagina's en pagina's in kleur voor elke afdruktaak instellen. Deze functie kunt u configureren via Beheer via een webbrowser.
Inleiding Typen netwerkaansluitingen 1 1 Voorbeeld van een bedraad netwerk 1 Over het algemeen zijn er twee soorten netwerkaansluitingen: een peer-to-peer omgeving en een op het netwerk gedeelde omgeving. Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 1 In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die de toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
Inleiding Op een netwerk gedeelde printer 1 In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een “server” of een “afdrukserver” genoemd. Deze beheert het afdrukken van alle taken. 1 Clientcomputer 2 Ook wel “server” of “afdrukserver” genoemd 3 TCP/IP of USB (waar beschikbaar) 4 Printer (uw machine) In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
Inleiding Voorbeelden van een draadloos netwerk (alleen voor MFC-9320CW) 1 1 Aangesloten op een computer met een toegangspunt in het netwerk (infrastructuurmodus) 1 Bij dit type netwerk is een centrale toegangspoort het hart van het netwerk. Deze toegangspoort kan tevens fungeren als bridge of gateway naar een bedraad netwerk. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken via een toegangspoort.
Inleiding Protocollen 1 1 TCP/IP-protocollen en functies 1 Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten. De afdrukserver die met dit Brother-product wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
Inleiding WINS 1 1 Windows Internet Name Service is een informatie verstrekkende service voor de NetBIOS-naamresolutie door het consolideren van een IP-adres en een NetBIOS-naam op het lokale netwerk. LPR/LPD 1 Algemeen gebruikte afdrukprotocollen op TCP/IP-netwerken. SMTP-client 1 De SMTP-client (Simple Mail Transfer Protocol) wordt gebruikt om e-mails via het internet of intranet te versturen.
Inleiding LLMNR 1 1 Het LLMNR-protocol (Link-Local Multicast Name Resolution) zet de namen van naburige computers om als het netwerk geen DNS-server (Domain Name System) heeft. De functie LLMNR Responder werkt in zowel de IPv4- als IPv6-omgeving bij gebruik van een computer die over de functie LLMNR Sender beschikt, zoals een computer met Windows Vista® en Windows® 7.
Inleiding Ander protocol 1 1 LLTD 1 Met het protocol Link Layer Topology Discovery (LLTD) kunt u de machine van Brother gemakkelijk vinden op het Netwerkoverzicht van Windows Vista® en Windows® 7. De machine van Brother wordt weergegeven met een duidelijk herkenbaar symbool en de knooppuntnaam. De standaardinstelling voor dit protocol is UIT. U kunt met BRAdmin Professional 3-software LLTD activeren. Ga naar de downloadpagina voor uw model via http://solutions.brother.
2 De machine configureren voor een netwerk 2 Overzicht 2 2 Voordat u de machine van Brother in een netwerk gaat gebruiken, moet u eerst de software van Brother installeren en de TCP/IP-netwerkinstellingen op de machine zelf configureren. In dit hoofdstuk leert u de vereiste basisstappen om met behulp van het TCP/IP protocol af te drukken via het netwerk.
De machine configureren voor een netwerk IP-adressen, subnetmaskers en gateways 2 Als u de machine in een TCP/IP-netwerkomgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver moet zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers. Als dit niet het geval is, moeten het subnetmasker en gateway-adres worden geconfigureerd.
De machine configureren voor een netwerk Subnetmasker 2 Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie. Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2 2 • Computer 1 IP-adres: 192.168.1.2 Subnetmasker: 255.255.255.000 • Computer 2 IP-adres: 192.168.1.3 Subnetmasker: 255.255.255.000 Opmerking 0 betekent dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres. In het bovenstaande voorbeeld kunnen we communiceren met alle apparaten die een IP-adres hebben dat begint met 192.168.1.
De machine configureren voor een netwerk Schema - stap voor stap a 2 Configureer de TCP/IP-instellingen.
De machine configureren voor een netwerk Het IP-adres en subnetmasker instellen 2 BRAdmin Light gebruiken voor het configureren van de netwerkprinter 2 BRAdmin Light 2 BRAdmin Light wordt gebruikt voor de voorbereidende installatie van op het netwerk aangesloten apparaten van Brother. Het kan tevens worden gebruikt om in een TCP/IP-omgeving te zoeken naar producten van Brother, voor het weergeven van de status en voor het configureren van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres.
De machine configureren voor een netwerk c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat. Windows® Macintosh 2 Opmerking • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen (als u geen DHCP/BOOTP/RARP-server gebruikt), wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Light als Niet geconfigureerd weergegeven. • U kunt de knooppuntnaam en het MAC-adres (ethernetadres) vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Zie De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 85.
De machine configureren voor een netwerk Het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren 2 U kunt uw machine voor een netwerk configureren via het menu Netwerk van het bedieningspaneel. Zie Instellen via het bedieningspaneel op pagina 55. 2 Andere methodes gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren 2 U kunt de machine ook met andere methoden voor een netwerk configureren.
De machine configureren voor een netwerk De instellingen van de afdrukserver wijzigen 2 Opmerking (Alleen voor MFC-9320CW) Bij gebruik van een draadloos netwerk moet u de instellingen voor draadloos gebruik configureren om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen. Zie De machine voor een draadloos netwerk configureren op pagina 34. BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen a 2 2 Start BRAdmin Light.
De machine configureren voor een netwerk BRAdmin Professional 3 gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (voor Windows®) 2 Opmerking • Gebruik de meest recente versie van BRAdmin Professional 3 die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows®. 2 • Indien u een firewall van een antispyware- of antivirusprogramma gebruikt, schakelt u deze tijdelijk uit.
De machine configureren voor een netwerk Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen 2 U kunt de instellingen van de afdrukserver configureren en wijzigen via het menu Netwerk van het bedieningspaneel. Zie Instellen via het bedieningspaneel op pagina 55.
De machine configureren voor een netwerk Remote Setup voor Macintosh 2 Met de software Remote Setup kunt u veel instellingen van de MFC configureren via een Macintoshapplicatie. Wanneer u deze applicatie opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar uw Macintosh gedownload en op het scherm van de Macintosh weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u deze rechtstreeks naar de machine uploaden.
3 Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Overzicht 3 3 Volg de stappen in de Installatiehandleiding om de machine op uw draadloze netwerk aan te sluiten. Bij gebruik van Windows® raden we u aan het installatieprogramma op de cd-rom en een USB-kabel te gebruiken om de machine te configureren. Met deze methode kunt u de machine eenvoudig op het draadloze netwerk aansluiten.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Terminologie en concepten voor draadloos netwerk 3 Als u uw machine in combinatie met een draadloos netwerk wilt gebruiken, moet u de machine configureren zodat deze instellingen overeenkomen met de instellingen van het al aanwezige draadloos netwerk. In dit hoofdstuk worden de terminologie en concepten van deze instellingen uitgelegd, wat van pas kan komen bij het configureren van uw machine voor een draadloos netwerk.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) WPA-PSK/WPA2-PSK Activeert een Wi-Fi Protected Access Pre-Shared Key (WPA-PSK/WPA2-PSK), waarmee de draadloze machine van Brother met behulp van TKIP voor WPA-PSK of AES voor WPA-PSK en WPA2-PSK (WPAPersonal) verbinding kan maken met toegangspunten. LEAP Cisco Systems, Inc. heeft Cisco LEAP (Light Extensible Authentication Protocol) ontwikkeld dat voor verificatie een gebruikersidentificatie en wachtwoord gebruikt.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Netwerksleutel 3 Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels: Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. 3 • 64 (40) bits ASCII: gebruikt 5 letters. Bijvoorbeeld “WSLAN” (hoofdlettergevoelig). • 64 (40) bits hexadecimaal: gebruikt 10 hexadecimale tekens.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Schema voor het stapsgewijs configureren van een draadloos netwerk Voor infrastructuurmodus a 3 ad-hocmodus Aangesloten op een computer met een toegangspunt of Zie pagina 29. Aangesloten op een computer geschikt voor een draadloos netwerk, maar zonder toegangspunt Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt. Zie pagina 31.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Voor de ad-hocmodus a 3 Controleer welke netwerkomgeving u hebt. Zie pagina 30. Ad-hocmodus Infrastructuurmodus Aangesloten op een computer geschikt voor een draadloos netwerk, maar zonder toegangspunt b of Zie pagina 28. Aangesloten op een computer met een toegangspunt 3 Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt. Zie pagina 31.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3 Aangesloten op een computer met een toegangspunt in het netwerk (infrastructuurmodus) 3 3 1 4 2 3 1 Toegangspoort 2 Draadloze netwerkprinter (uw machine) 3 Computer met draadloze functionaliteit die is aangesloten op het toegangspunt 4 Bedrade computer zonder draadloze functionaliteit die met een ethernetkabel is aangesloten op het toegangspunt Aangesloten op een computer die draadloze fun
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Controleer welke installatiemethode voor draadloze netwerkomgeving u hebt 3 Uw draadloze netwerkmachine kunt u op vier manieren configureren. Het installatieprogramma van Brother (aanbevolen), SES/WPS/AOSS via het menu van het bedieningspaneel, het bedieningspaneel van de machine of de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup. De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Ethernetkabelmethode (Bij gebruik van Macintosh) Als er zich op het netwerk van het WLAN-toegangspunt (A) ook een ethernethub of router bevindt, kunt u de hub of router tijdelijk met een netwerkkabel (B) op de machine aansluiten. U kunt de machine dan op afstand vanaf een computer op het netwerk configureren.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup (alleen infrastructuurmodus) 3 Wanneer uw draadloos toegangspunt (A) Wi-Fi Protected Setupondersteunt, kunt u ook configureren met behulp van de PIN-methode van Wi-Fi Protected Setup. (Zie De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setupgebruiken op pagina 41.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) De machine voor een draadloos netwerk configureren 3 BELANGRIJK • Wanneer u de Brother-machine gaat aansluiten op het netwerk, adviseren we u dat u vóór de installatie contact opneemt met uw systeembeheerder. U moet de instellingen van uw draadloze netwerk weten voordat u verdergaat met de installatie.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) a b Steek de stekker van de machine in het stopcontact. Zet de machine aan. Druk op Menu, 7, 2, 7. Kies Aan met a of b en druk op OK. Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). WLAN Activeren (WLAN activeren) Aan c Druk op Menu, 7, 2, 3 voor SES/WPS/AOSS. Deze functie detecteert automatisch welke modus uw toegangspunt gebruikt (SecureEasySetup, Wi-Fi Protected Setupof AOSS™) om uw machine te configureren. WLAN 3.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) LCD-meldingen wanneer u het menu SES/WPS/AOSS van het bedieningspaneel gebruikt LCD-melding Instelling WLAN Verbindingsstatus Actie Het toegangspunt zoeken of openen, en instellingen ophalen van het toegangspunt. — 3 Verbinden SES (Verbinden: SES) Verbinden WPS (Verb. WPS bezig) Verbinding maken met het toegangspunt. — Verbinding geslaagd.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken 3 U kunt via de functie Inst. Wizard uw machine van Brother configureren. Deze bevindt zich in het menu Netwerk van het bedieningspaneel van de machine. Volg de onderstaande stappen. a Noteer de draadloze netwerkinstellingen van de toegangspoort of draadloze router. Als u deze niet weet, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of de fabrikant van uw toegangspunt/router.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Bijvoorbeeld: Netwerknaam: (SSID, ESSID) HELLO b c d Communicatiemodus Verificatiemethode Versleutelingsmodus Netwerksleutel Infrastructuur WPA2-PSK AES 12345678 3 Steek de stekker van de machine in het stopcontact. Zet de machine aan. Druk op Menu op het bedieningspaneel van de Brother-machine. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. Select. ab of OK 7.Netwerk e Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) k Druk op a of b om Infrastructuur of Ad-hoc te selecteren. Druk op OK. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Infrastructuur hebt gekozen, gaat u naar l. Als u Ad-hoc hebt gekozen, gaat u naar m. Selectiemodus Infrastructuur l 3 Kies de verificatiemethode met a of b en druk op OK. Selectie Auth. Open systeem Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Open systeem hebt gekozen, gaat u naar m.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) q Kies het type versleuteling, TKIP of AES met a of b. Druk op OK. Als u WPA/WPA2-PSK in stap l hebt gekozen, gaat u naar stap s. Als u EAP-FAST in stap l hebt gekozen, gaat u naar stap r. Type Codering? TKIP r Voer de gebruikersnaam in die u in stap a op pagina 37 hebt genoteerd. Druk op OK. Ga naar stap s. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 om tekst via het toetsenbord in te voeren.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) De PIN-methode van Wi-Fi Protected Setupgebruiken 3 Als uw draadloze toegangspunt/router Wi-Fi Protected Setup (PIN-methode) ondersteunt, kunt u uw machine eenvoudig configureren. De PIN-methode (Personal Identification Number) is één van de verbindingsmethoden die de Wi-Fi Alliance heeft ontwikkeld.
Uw machine voor een draadloos netwerk configureren (voor MFC-9320CW) Windows Vista® en Windows® 7 3 Volg deze stappen wanneer u uw computer met Windows Vista® of Windows® 7 gebruikt als registrar. Opmerking Wanneer u een computer met Windows Vista® of Windows® 7 als registrar wilt gebruiken, moet u deze eerst registreren op het netwerk. Zie de handleiding van uw toegangspunt/router. 1 (Windows Vista®) Klik op , Netwerk en vervolgens op Apparaat aan het draadloos netwerk toevoegen.
4 Draadloze configuratie voor Windows® met behulp van de installatietoepassing van Brother (voor MFC-9320CW) 4 Configuratie in infrastructuurmodus 4 Voordat u de draadloze instellingen configureert 4 4 BELANGRIJK • Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met gebruik van het installatieprogramma voor Windows® op de cd-rom die Brother bij de machine heeft geleverd.
Draadloze configuratie voor Windows® met behulp van de installatietoepassing van Brother (voor MFC-9320CW) De draadloze instellingen configureren a b Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-romstation. c Het hoofdmenu van de cd-rom wordt geopend. Klik op Voorbereidende installatie. 4 Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal.
5 Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) 5 Configuratie in infrastructuurmodus 5 Voordat u de draadloze instellingen configureert 5 BELANGRIJK • Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met gebruik van het installatieprogramma voor Macintosh op de cd-rom die Brother bij de machine heeft geleverd.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) 1 WPA/WPA2-PSK is een Wi-Fi Protected Access Pre-Shared Key waarmee de draadloze machine van Brother via TKIP- of AES-versleuteling (WPA-Personal) verbinding kan maken met toegangspunten. WPA2-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP/AES) gebruikt een Pre-Shared Key (PSK) van minimaal 8 tekens en maximaal 63 tekens.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) De draadloze instellingen configureren a b c d 5 Steek de stekker van de machine in het stopcontact. Zet de machine aan. Zet de Macintosh aan. Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-romstation. Dubbelklik op het pictogram MFL-Pro Suite op het bureaublad. Dubbelklik op het pictogram Utilities. 5 e Dubbelklik op de Setup Wizard voor draadloze apparaten.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) f Kies Stapsgewijze installatie (aanbevolen) en klik dan op Volgende. 5 g Kies Met kabel (aanbevolen) en klik dan op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) h Sluit het draadloze apparaat van Brother met een netwerkkabel op de toegangspoort aan en klik op Volgende. 5 i Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. Als de lijst leeg is, controleert u of het toegangspunt en de printer zijn ingeschakeld en klikt u op Vernieuwen. Opmerking • De standaard knooppuntnaam is “BRNxxxxxxxxxxxx”.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) j De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn. Selecteer de toegangspoort waaraan u de machine wilt koppelen en klik op Volgende. 5 Opmerking • “SETUP” is de standaard SSID van de machine. U mag deze SSID niet kiezen.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) k Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Klik op OK om verder te gaan met configureren en ga naar stap m. l Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) m Klik op Volgende. De instellingen worden naar de machine gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt. De netwerkconfiguratiepagina wordt afgedrukt. 5 Opmerking • Als u het IP-adres van de machine handmatig wilt invoeren, klikt u op IP-adres wijzigen en geeft u de benodigde IP-instellingen voor uw netwerk op.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) n Controleer de afgedrukte netwerkconfiguratiepagina. Kies de status zoals deze wordt aangegeven bij de Wireless Link Status op de netwerkconfiguratiepagina. Klik op Volgende. Als de status "Link OK." is, gaat u naar stap p. Als de status "Failed To Associate" is, gaat u naar stap o. 5 o Klik op Voltooien.
Draadloze configuratie voor Macintosh met behulp van de installatietoepassing van Brother (alleen voor MFC-9320CW) p Ontkoppel de netwerkkabel tussen de toegangspoort (hub of router) en de machine en klik op Volgende. 5 q Selecteer het vakje nadat u hebt bevestigd dat u de draadloze instellingen hebt voltooid en klik op Voltooien. De draadloze netwerkinstallatie is nu voltooid.
6 Instellen via het bedieningspaneel 6 Netwerkmenu 6 U moet eerst de correcte TCP/IP-instellingen configureren, en dan kunt u het product van Brother in een netwerkomgeving gebruiken. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de netwerkinstellingen kunt configureren via het bedieningspaneel aan de voorzijde van de machine. Met de menuopties van het Netwerk van het bedieningspaneel kunt u de machine van Brother instellen voor uw netwerkconfiguratie. Druk op Menu en druk dan op a of b om Netwerk te kiezen.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om TCP/IP te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Opstartmethode (Boot Method) te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Auto 1, Statisch 2, RARP 3, BOOTP 4 of DHCP 5 te kiezen. Druk op OK. Als u Auto, RARP, BOOTP of DHCP hebt gekozen, gaat u naar stap g. Als u Statisch hebt gekozen, gaat u naar h. g Geef aan hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen. Wij raden u aan 3 keer of meer in te voeren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel IP-adres 6 In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u de statische opstartmethode hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere opstartmethode hebt gekozen, zal de machine proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om TCP/IP te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Subnet Mask te kiezen. Druk op OK. f Voer via het toetsenbord het adres van het subnetmasker in. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 voor informatie over het invoeren van nummers en tekst.) Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Gateway 6 In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine.
Instellen via het bedieningspaneel Knooppuntnaam 6 U kunt de naam van de machine op het netwerk registreren. Deze naam wordt vaak de NetBIOS-naam genoemd, het is de naam die is geregistreerd bij de WINS-server op uw netwerk. Brother raadt de naam “BRNxxxxxxxxxxxx” aan voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk. (“xxxxxxxxxxxx” is het MAC-adres/ethernetadres van uw machine.) a b c Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om WINS Config te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Auto of Statisch te kiezen. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Automatisch 6 Er wordt automatisch een DHCP-aanvraag verstuurd om het IP-adres voor de primaire en secundaire WINSservers te bepalen. U moet Auto als BOOT Method kiezen om deze functie te kunnen gebruiken. Statisch 6 Er wordt een specifiek IP-adres voor de primaire en secundaire WINS-servers gebruikt.
Instellen via het bedieningspaneel f Druk op a of b om Primary of Secondary te kiezen. Druk op OK. g Voer via het toetsenbord het adres van de WINS Server in. (Zie Tekst invoeren op pagina 198 voor informatie over het invoeren van nummers en tekst.) Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). DNS Server 6 IP-adres van primaire DNS-server 6 Dit veld toont het IP-adres van de primaire DNS-server (Domein Naam Systeem).
Instellen via het bedieningspaneel APIPA 6 Wanneer Aan is ingeschakeld, zal de afdrukserver automatisch een Link-Local IP-adres binnen het bereik (169.254.1.0 - 169.254.254.255) toewijzen wanneer de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode (Boot Method) die u hebt ingesteld. (Zie Opstartmethode (Boot Method) op pagina 55.) Als u Uit kiest, wordt het IP-adres niet gewijzigd als de afdrukserver geen IP-adres kan krijgen via de opstartmethode die u hebt ingesteld. a b Druk op Menu.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om IPv6 te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Opmerking • Als u IPv6 op Aan zet, zet u de stroomschakelaar op uit en daarna weer op aan om dit protocol in te schakelen. • Als u IPv6 Aan hebt gekozen is deze instelling van toepassing op de bedrade en draadloze LAN-interface. Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) 6 Ethernet-verbindingsmodus.
Instellen via het bedieningspaneel SES/WPS/AOSS (alleen voor MFC-9320CW in combinatie met een draadloos netwerk) 6 Als uw draadloze toegangspunt SecureEasySetup, Wi-Fi Protected Setup (PBC 1) of AOSS™ (een druk op de knop) ondersteunt, kunt u de machine eenvoudig zonder een computer configureren. Uw Brother-machine beschikt op het bedieningspaneel over het menu SES/WPS/AOSS. Deze functie detecteert automatisch welke modus uw toegangspunt gebruikt, SecureEasySetup, Wi-Fi Protected Setupof AOSS™.
Instellen via het bedieningspaneel f De huidige status van het draadloze netwerk wordt weergegeven; Actief(11b), Actief(11g), Bedrade LAN act., WLAN UIT, Verbind. mislukt (Geen contact) of AOSS actief. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Signaal 6 In dit veld wordt de actuele signaalsterkte van het draadloze netwerk weergegeven; Signaal:Sterk, Signaal:Medium, Signaal:Zwak of Signaal:Geen. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om WLAN te kiezen.
Instellen via het bedieningspaneel Comm. Modus 6 In dit veld wordt de huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk weergegeven; Ad-hoc of Infrastructuur. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om WLAN te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Status WLAN te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Comm. Modus (Comm. modus) te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Bedraad activ. (alleen voor MFC-9320CW in combinatie met een bedraad netwerk) 6 Als u de bedrade netwerkaansluiting wilt gebruiken, stelt u Bedraad activ. in op Aan. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om Vast LAN te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Bedraad activ. te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Instellen via het bedieningspaneel E-mail/IFAX (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW: beschikbaar als download) 6 Dit menu heeft vijf opties: Mail Address, Server inst. (Serverinstell.), Setup Mail RX, Setup Mail TX en Setup Relay. Omdat u bij dit menu veel teksttekens moet invoeren, is het wellicht handiger om Beheer via een webbrowser en uw favoriete webbrowser te gebruiken om deze instellingen te configureren. (Zie Beheer via een webbrowser op pagina 106.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om Server inst. (Serverinstell.) te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om SMTP Server te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Naam of IP Address te kiezen. Druk op OK. g Voer het SMTP-serveradres in (maximaal 64 cijfers). Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). SMTP-poort 6 6 In dit veld staat het SMTP-poortnummer (voor uitgaande e-mail) op uw netwerk. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om Aut. voor SMTP te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Geen, SMTP-AUT of POP voorSMTP te kiezen. Druk op OK. g Als u Geen of POP voorSMTP in stap f hebt gekozen, gaat u naar stap k. Als u SMTP-AUT in stap f hebt gekozen, gaat u naar stap h. h Geef de accountnaam voor SMTP-verificatie op. Druk op OK. i Geef het accountwachtwoord voor SMTP-verificatie op. Druk op OK. j Toets het wachtwoord voor het account weer in. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel POP3-poort 6 In dit veld staat het POP3-poortnummer (voor inkomende e-mail) dat de machine van Brother gebruikt. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Server inst. (Serverinstell.) te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om POP3-poort te kiezen. Druk op OK. f Geef het POP3-poortnummer op. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Instellen via het bedieningspaneel Mailbox Wachtw 6 U kunt een wachtwoord specificeren voor het POP3-serveraccount, waar de internetafdruktaken moeten worden opgevraagd. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Server inst. (Serverinstell.) te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Mailbox Wachtw (Mailbox wachtw) te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Setup Mail RX 6 Auto Polling 6 Als deze functie is ingesteld op Aan controleert de machine automatisch de POP3-server op nieuwe berichten. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Auto Polling te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Header 6 Met deze optie wordt ook de inhoud van de kopregel van het ontvangen bericht afgedrukt. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Header te kiezen. Druk op OK. f Druk op a of b om Alle, Onderw.+Van+Aan of Geen te kiezen. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Instellen via het bedieningspaneel Notification 6 De notificatiefunctie stuurt het verzendende station een ontvangstbevestiging zodra de internetfax is ontvangen. Deze functie werkt alleen op internetfaxmachines die de MDN-specificatie ondersteunen. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Notification te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel g Voer de informatie over het onderwerp in (maximaal 40 cijfers). Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Size Limit 6 Niet alle e-mailservers laten toe dat u grote e-maildocumenten verzendt (de systeembeheerder bepaalt vaak een maximumgrootte voor de e-mailberichten). Als deze functie is ingeschakeld, geeft de machine Geheugen vol weer als er wordt geprobeerd om een e-mail groter dan 1 MB te verzenden.
Instellen via het bedieningspaneel f Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Setup Relay Rly Broadcast 6 6 Met deze functie kan de machine een document via internet ontvangen en dit document via traditionele analoge telefoonlijnen naar andere faxmachines doorzenden. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om E-mail/IFAX te kiezen. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Relay te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel g Voer de naam in van het domein dat een relay broadcast kan aanvragen. Druk op OK. (maximaal 30 tekens) h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Relay Report 6 Op de machine die dienst doet als relay-station voor alle relay broadcasts, kan een relay-rapport worden afgedrukt. De belangrijkste functie is om rapporten af te drukken over relay broadcasts die via de machine zijn doorgegeven.
Instellen via het bedieningspaneel Een nieuwe standaardinstelling voor Scannen naar E-mail (E-mailserver) instellen (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW: beschikbaar als download) 6 U kunt het standaard kleurenbestandstype kiezen dat zal worden gebruikt voor de functie Scannen naar e-mail (E-mailserver). (Raadpleeg Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) op pagina 116 voor informatie over Scannen naar E-mail (e-mailserver).
Instellen via het bedieningspaneel Een nieuwe standaardinstelling voor Scannen naar FTP instellen (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) 6 U kunt het standaard kleurenbestandstype voor de functie Scannen naar FTP instellen. a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. c Druk op a of b om Scannen > FTP te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Een nieuwe standaardinstelling voor Scannen naar Netwerk instellen (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) 6 U kunt het standaard kleuren- en bestandstype voor de functie Scannen naar Netwerk kiezen om een document rechtstreeks naar een server op uw plaatselijke netwerk of op internet te scannen die CIFS ondersteunt. (Raadpleeg Protocollen op pagina 9 voor informatie over het CIFS-protocol.) a b Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW: beschikbaar als download) 6 Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. De server verzendt het document dan via een standaardtelefoonlijn in de vorm van faxgegevens naar een faxnummer.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om Aan te kiezen. Druk op OK. e Druk op a of b om Prefix te kiezen. Druk op OK. f g h Voer het voorvoegsel met de kiestoetsen in. i j k Druk op OK. Druk op a of b om Achtervoegsel te kiezen. Druk op OK. Voer het achtervoegsel in met behulp van de kiestoetsen. Druk op OK. 6 Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). Fax naar Server bedienen a b c 6 Plaats het document in de ADF of op de glasplaat. Voer het faxnummer in.
Instellen via het bedieningspaneel Tijdzone via Windows® instellen 6 U kunt het tijdsverschil van uw land bepalen via de tijdzone-instelling van Windows®. a Voor Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2008: Klik op de knop , Configuratiescherm, Datum en tijd en dan op Tijdzone wijzigen. ® Voor Windows XP en Windows Server® 2003: Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Datum en tijd en kies dan Tijdzone.
Instellen via het bedieningspaneel Netwerkinstellingen terugzetten op de fabrieksinstellingen 6 Als u de standaardinstellingen van de afdrukserver wilt herstellen (alle informatie wordt hersteld, zoals het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres), volgt u de onderstaande stappen: Opmerking Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloos netwerk. a b c d e f Druk op Menu. Druk op a of b om Netwerk te kiezen. Druk op OK. Druk op a of b om Netwerkreset te kiezen.
7 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) 7 Overzicht 7 De wizard Driver installeren kan worden gebruikt om de installatie van een lokaal of op een netwerk aangesloten printer te vereenvoudigen of zelfs geheel automatisch uit te voeren. De wizard Driver installeren kan tevens worden gebruikt voor het maken van zichzelf uitpakkende uitvoerbare bestanden die, indien uitgevoerd op een externe pc, de installatie van een printerdriver geheel automatisch zullen uitvoeren.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) Op een netwerk gedeeld 7 Het apparaat is aangesloten op een netwerk en voor het beheren van afdruktaken wordt een centrale wachtrij gebruikt.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) De software van de wizard Driver installeren 7 a Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-romstation. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal. b c Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Netwerkhulpprogramma’s. Kies het installatieprogramma De Driver Deployment Wizard installeren.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) De wizard Driver installeren gebruiken a Wanneer u de wizard Driver installeren voor de eerste keer gebruikt, wordt er een welkomscherm weergegeven. Klik op Volgende. b c d Kies MFC en klik op de knop Volgende. 7 Kies het aansluitingstype voor de machine waarop u wilt afdrukken. Selecteer de gewenste optie en volg de instructies op uw scherm. Als u Brother Peer-to-Peer netwerkprinter kiest, wordt het volgende scherm weergegeven.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) e Selecteer de printerdriver die u wilt installeren. Als de gewenste printerdriver al op de computer is geïnstalleerd: Selecteer het vakje Geïnstalleerde drivers, selecteer de printer die u wilt installeren en klik dan op Volgende. Als de gewenste printerdriver niet op de computer is geïnstalleerd: 1 Klik op Diskette. 2 Kies het besturingssysteem dat u wilt gebruiken en klik dan op OK.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) g Er wordt een scherm met een overzicht geopend. Bevestig de instellingen van de driver. Een uitvoerbaar bestand maken De wizard Driver installeren kan ook worden gebruikt voor het maken van zichzelf uitpakkende .EXEbestanden. Deze zichzelf uitpakkende .EXE-bestanden kunnen op het netwerk worden opgeslagen, naar een cd-rom, USB-flashgeheugen worden gekopieerd, en kunnen zelfs per e-mail naar andere gebruikers worden verzonden.
8 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 8 Overzicht 8 Als u de printer op uw netwerk wilt aansluiten, volgt u de stappen in de Installatiehandleiding. Wij raden u aan hiervoor gebruik te maken van het installatieprogramma van Brother op de bij de machine geleverde cd-rom.
Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP De standaard TCP/IP-poort configureren 8 De printerdriver is nog niet geïnstalleerd 8 a Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-romstation. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal. b c d e f g Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Voorbereidende installatie.
Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP De printerdriver is al geïnstalleerd 8 Als u al een printerdriver hebt geïnstalleerd en deze wilt configureren om af te drukken via een netwerk, volgt u deze procedure: a (Windows Vista®) Klik op de knop , Configuratiescherm, Hardware en geluiden en dan op Printers. ® (Windows 7) Klik op de knop , Apparaten en printers.
9 Onder Windows® afdrukken via internet 9 Overzicht 9 Onder Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008 kunt u afdrukken via TCP/IP en de standaardsoftware voor het afdrukken via netwerken met het IPP-protocol die in Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008 is ingebouwd. Opmerking • Zorg dat u een IP-adres op de printer hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert.
Onder Windows® afdrukken via internet Met het IPP-protocol afdrukken onder Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008 9 Volg deze instructies als u de IPP-afdrukfuncties van Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 of Windows Server® 2003/2008 wilt gebruiken. De stappen kunnen afwijken afhankelijk van uw besturingssysteem.
Onder Windows® afdrukken via internet f Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows Vista®, Windows® 7 of Windows Server® 2008 de verbinding met de opgegeven URL. Als de printerdriver reeds geïnstalleerd is: Het printerselectiescherm wordt weergegeven in Wizard Printer toevoegen. Klik op OK. Als de geschikte printerdriver al is geïnstalleerd op uw computer, gebruiken Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2008 automatisch deze driver.
Onder Windows® afdrukken via internet Voor Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003 a (Windows® XP en Windows Server® 2003) Klik op de knop start en kies Printers en faxapparaten. (Windows® 2000) Klik op de knop start en kies Instellingen en dan Printers. b (Windows® XP en Windows Server® 2003) Klik op Een printer toevoegen om Printer toevoegen te starten. (Windows® 2000) Dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen om Printer toevoegen te starten.
Onder Windows® afdrukken via internet g Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 de verbinding met de opgegeven URL. Als de printerdriver reeds geïnstalleerd is: Het printerselectiescherm wordt weergegeven in Printer toevoegen. Als de geschikte printerdriver al is geïnstalleerd op uw computer, gebruikt Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 automatisch deze driver.
Onder Windows® afdrukken via internet Een andere URL specificeren 9 Vergeet niet dat u verschillende gegevens kunt invoeren in het URL-veld. http://IP-adres van printer:631/ipp Dit is het standaard URL-adres en we raden aan om deze URL te gebruiken. http://IP-adres van printer:631/ipp/port1 Deze optie biedt compatibiliteit met HP Jetdirect.
10 Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk Overzicht 10 10 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de printerdriver BR-Script 3 (PostScript® 3™-taalemulatie) op een netwerk met Mac OS X 10.3.9 of recenter configureert. BELANGRIJK Ga voor de meest recente drivers en informatie over het Mac OS X dat u gebruikt naar het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. De BR-Script 3-printerdriver selecteren (TCP/IP) Voor gebruikers van Mac OS X 10.3.9 tot 10.4.
Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk f (Mac OS X 10.3.9) Kies Afdrukken via IP. (Mac OS X 10.4.x) Kies IP-printer. (Mac OS X 10.3.9) g (Mac OS X 10.4.x) (Mac OS X 10.3.9) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Printeradres. (Mac OS X 10.4.x) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Adres. (Mac OS X 10.3.9) 10 (Mac OS X 10.4.x) Opmerking • Druk de netwerkconfiguratielijst af als u het IP-adres wilt controleren.
Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk h Selecteer uw Printermodel in de keuzelijst met printermodellen. Kies bijvoorbeeld Brother MFC-XXXX BR-Script3. (Mac OS X 10.3.9) i (Mac OS X 10.4.x) Klik op Voeg toe en de printer wordt weergegeven in de Printerlijst. De machine is nu gereed om af te drukken.
Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk Voor Mac OS X 10.5.x tot 10.6.x a b c d e Zet de machine AAN. f g Kies Line Printer Daemon-LPD in de lijst Protocol. 10 Via het menu Apple kiest u Systeemvoorkeuren. Klik op Afdrukken en faxen. Klik op de knop + om uw machine toe te voegen. Kies IP. 10 Geef het IP-adres van de printer op in het vak Adres. Opmerking • Druk de netwerkconfiguratielijst af als u het IP-adres wilt controleren.
Vanaf een Macintosh met de BR-Script 3-driver afdrukken via het netwerk h Via het pop-upmenu Druk af via kiest u Selecteer besturingsbestand en kies dan in het uitrolmenu uw model printer. Kies bijvoorbeeld Brother MFC-XXXX BR-Script3 en klik dan op Voeg toe. i Via het pop-upmenu Standaardprinter kiest u uw model printer als standaardprinter. De printer is nu gereed.
11 Beheer via een webbrowser 11 Overzicht 11 Wanneer u de machine wilt beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
Beheer via een webbrowser De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser 11 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaard webbrowser gebruiken. Opmerking • Wij raden het gebruik van het HTTPS-protocol aan ter beveiliging van uw internet als u de instellingen met Beheer via een webbrowser configureert.
Beheer via een webbrowser Wachtwoordinformatie 11 Beheer via een webbrowser biedt twee toegangsniveaus met wachtwoord. Gebruikers hebben toegang tot Algemene instelling, Fax-instellingen, I-Fax-instellingen (alleen MFC-9120CN en MFC-9320CW), Kopie instellingen, Instellingen afdrukken en USB Direct I/F. De standaardnaam voor de gebruikers is “user” (hoofdlettergevoelig) en het standaardwachtwoord is “access”. Beheerders hebben toegang tot alle instellingen.
Beheer via een webbrowser De instellingen van het Beveiligd functieslot 2.0 met Beheer via een webbrowser configureren (voor MFC-9320CW) 11 Standaardconfiguratie a 11 Klik op de webpagina van de MFC-XXXX op Beheerderinstellingen en klik dan op Beveiligd functieslot. 11 b Kies Aan bij Functieslot. Opmerking Om het Beveiligd functieslot te configureren via de ingebouwde webserver, moet u het beheerderswachtwoord (viercijferig nummer) invoeren.
Beheer via een webbrowser d Verwijder het vinkje bij de functies die u wilt beperken in het vak Afdrukken of Ander. Als u de paginalimiet wilt configureren, selecteert u Aan bij Paginalimiet en voert u het aantal in het vakje Max. in. Klik dan op Indienen. e Als u PC-printen op de aanmeldnaam wilt beperken, klikt u op Afdrukken vanaf pc beperken op aanmeldnaam en configureert u de instellingen. (Zie Afdrukken vanaf pc beperken op aanmeldnaam op pagina 110.
Beheer via een webbrowser c Klik op Indienen. Opmerking • Als u PC-printen per groep wilt beperken, kiest u hetzelfde Id-nummer voor elke aanmeldnaam van pc die u in de groep wilt opnemen. • Als u de functie aanmeldnaam van pc wilt gebruiken, moet het vakje Aanmeldnaam van pc gebruiken in de printerdriver geselecteerd zijn. Raadpleeg Hoofdstuk 1 in de Softwarehandleiding op de cd-rom. • De functie Beveiligd functieslot ondersteunt afdrukken met de BRScript-driver niet.
Beheer via een webbrowser De Scannen naar FTP-configuratie wijzigen met een webbrowser (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) 11 Met Scannen naar FTP kunt u rechtstreeks een document scannen naar een FTP-server op uw lokale netwerk of op het internet. (Raadpleeg Hoofdstuk 4 in de Softwarehandleiding voor meer informatie over Scannen naar FTP.) a Klik op de webpagina van de MFC-XXXX op Beheerderinstellingen en klik dan op FTP/netwerkscaninstellingen.
Beheer via een webbrowser Kwaliteit Type bestand Passieve modus Poortnummer U kunt de Passieve modus op AAN of UIT zetten, afhankelijk van uw FTP-server en de configuratie van de firewall van het netwerk. Standaard staat deze instelling op UIT. U kunt ook het poortnummer wijzigen dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server. Standaard staat deze instelling op poort 21. Over het algemeen hoeven deze twee instellingen niet te worden gewijzigd.
Beheer via een webbrowser De configuratie Scannen naar netwerk wijzigen met een webbrowser (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) 11 Met Scannen naar netwerk kunt u documenten rechtstreeks naar een gedeelde map op een CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet scannen. (Raadpleeg Protocollen op pagina 9 voor informatie over het CIFS-protocol.) U schakelt het CIFS-protocol in door het vakje voor CIFS op de pagina Netwerkconfiguratie te selecteren.
Beheer via een webbrowser Kwaliteit Type bestand Verifiëren met pincode Pincode Verificatiemethode Gebruikersnaam Wachtwoord Kerberos-serveradres 11 115
12 Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) 12 Overzicht internetfaxen 12 Met internetfaxen (IFAX) kunt u faxen verzenden en ontvangen, waarbij internet als transportmechanisme wordt gebruikt. Documenten worden als TIFF-F-bijlagen bij een e-mailbericht verzonden.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) De verbinding instellen 12 Voordat u een internetfax kunt verzenden of ontvangen, moet u de machine van Brother eerst zo configureren dat de machine met uw netwerk en uw mailserver kan communiceren.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Een fax via internet verzenden 12 Het verzenden van een internetfax gaat op dezelfde wijze als het verzenden van een normale fax.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Een e-mail of internetfax ontvangen 12 Er zijn twee manieren waarop u e-mailberichten kunt ontvangen: Via POP3 (handmatig opgevraagd) Via POP3 op regelmatige tijdstippen Bij ontvangst via POP3 moet de machine de e-mailserver pollen om de afdruktaken te ontvangen.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Relay Broadcasting 12 Met deze functie kan de machine een document ontvangen via het internet, en dit document via traditionele analoge telefoonlijnen naar andere faxmachines doorzenden. Als u de relayfunctie op uw machine wilt gebruiken, moet u de vertrouwde domeinnaam van de machine opgeven, met andere woorden, het deel van de naam achter het apenstaartje (@). Een vertrouwd domein verwijst naar het e-mailadres.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Verzenden naar meerdere telefoonnummers: 12 Als u het document naar meerdere standaardfaxmachines wilt doorsturen, voert u het adres als volgt in: a b c d Voer het telefoonnummer van de eerste faxmachine in, UKFAX@brother.co.uk (faxnummer 123). Druk op OK. Voer het telefoonnummer van de tweede faxmachine in, UKFAX@brother.co.uk (faxnummer 456). Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Setup Mail TX 12 U kunt de optie Notification in de optie Setup Mail TX instellen op Aan of Uit. Als deze is ingesteld op Aan wordt een aanvullend veld met informatie bij de gegevens verzonden. Dat veld heeft de naam “MDN”. MDN (Mail Disposition Notification): dit veld vraagt de status van de internetfax/e-mail op nadat deze via het SMTP-systeem (Send Mail Transfer Protocol) is bezorgd.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Belangrijke informatie over internetfaxen 12 Internetfaxen op een LAN-systeem is in principe hetzelfde als communiceren via e-mail; het is echter niet hetzelfde als faxcommunicatie via een vaste telefoonlijn.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Overzicht Scannen naar e-mail (e-mailserver) 12 Wanneer u Scannen naar e-mail (e-mailserver) kiest, kunt u een zwart/wit- of een kleurdocument scannen, en vanaf de machine direct naar een e-mailadres sturen. U kunt PDF of TIFF kiezen voor zwart-wit en PDF of JPEG voor kleur. Opmerking Scannen naar e-mail (e-mailserver) vereist SMTP/POP3 mailserver-ondersteuning. (Zie Beveiligingsmethoden voor berichtgeving op pagina 127.
Internetfaxen en Scannen naar E-mail (E-mailserver) (voor MFC-9120CN en MFC-9320CW) Een voorkeurnummer of snelkiesnummer gebruiken 12 U kunt een document ook rechtstreeks naar een adres scannen dat u hebt opgeslagen onder een voorkeurof snelkiesnummer. Wanneer u het document scant, worden de instellingen die u hebt geregistreerd met het voorkeur- of snelkiesnummer gebruikt voor de kwaliteit en het bestandstype.
13 Beveiligingsfuncties 13 Overzicht 13 Vandaag de dag zijn er vele beveiligingsbedreigingen voor uw netwerk en de gegevens die erop circuleren. Uw Brother-machine gebruikt enkele van de meest recente protocollen voor netwerkbeveiliging en versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemeen netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen.
Beveiligingsfuncties Beveiligingsprotocollen 13 De afdrukserver van Brother ondersteunt de volgende beveiligingsprotocollen: Opmerking Raadpleeg Beheer via een webbrowser gebruiken om de instellingen van de afdruk-/scanserver te wijzigen op pagina 22 voor informatie over het configureren van beveiligingsprotocollen. SSL (Secure Socket Layer)/TLS (Transport Layer Security) 13 Deze communicatiebeveiligingsprotocollen versleutelen gegevens om beveiligingsbedreigingen te voorkomen.
Beveiligingsfuncties De protocolinstellingen configureren 13 U kunt elk protocol en elke beveiligingsmethode in- of uitschakelen met Beheer via een webbrowser. Opmerking Wij raden u aan Microsoft® Internet Explorer® 6.0 (of recenter) of Firefox 1.0 (of recenter) voor Windows® en Safari 1.3 (of recenter) voor Macintosh te gebruiken. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.
Beveiligingsfuncties De netwerkprinter veilig beheren 13 Om uw netwerkprinter veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocollen te gebruiken. Veilig beheer met Beheer via een webbrowser 13 Wij raden u aan om het HTTPS- en SNMPv3-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om het HTTPSprotocol te kunnen gebruiken, dient u de volgende printerinstellingen door te voeren. Een certificaat en een geheime sleutel moeten worden geïnstalleerd in de printer.
Beveiligingsfuncties c U krijgt nu toegang tot de printer via HTTPS. Wij raden u aan om veilig beheer (SNMPv3) te gebruiken in combinatie met het HTTPS-protocol. Als u het SNMPv3-protocol gebruikt, dient u onderstaande stappen te volgen. Opmerking U kunt de SNMP-instellingen ook wijzigen met BRAdmin Professional 3 of Web BRAdmin. d e f g h i Klik op Netwerkconfiguratie. Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. De standaardgebruikersnaam is “admin” en het standaardwachtwoord is “access”. Klik op OK.
Beveiligingsfuncties Er zijn drie SNMP-verbindingsmodi. Toegang lezen/schrijven SNMPv3 In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de afdrukserver veilig wilt beheren. Opmerking Houd rekening met het volgende als u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt. • U kunt de afdrukserver alleen beheren via BRAdmin Professional 3, Web BRAdmin of Beheer via een webbrowser. • We raden u aan om beveiligde SSL-communicatie (HTTPS) te gebruiken.
Beveiligingsfuncties Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (voor Windows®) 13 Als u het programma BRAdmin Professional veilig wilt gebruiken, dient u de onderstaande stappen te volgen. 13 Wij raden u met klem aan om de meest recente versie van BRAdmin Professional 3 of Web BRAdmin te gebruiken, die u kunt downloaden via http://solutions.brother.com/. Als u een oudere versie van BRAdmin 1 gebruikt voor het beheren van de machines van Brother, is de gebruikersverificatie niet veilig.
Beveiligingsfuncties Documenten veilig afdrukken met IPPS 13 Om documenten veilig via internet af te drukken, kunt u het IPPS-protocol gebruiken. Opmerking • Communicatie via IPPS kan geen ongeoorloofde toegang tot de afdrukserver voorkomen. • IPPS is beschikbaar voor Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008. Om het IPPS-protocol te kunnen gebruiken, dient u de volgende printerinstellingen door te voeren.
Beveiligingsfuncties Berichtgeving met gebruikersverificatie gebruiken 13 Als u de berichtgevingsfunctie wilt gebruiken via de veilige SMTP-server die gebruikersverificatie vereist, dan moet u POP voor SMTP of SMTP-VERIF gebruiken. Deze methoden voorkomen dat onbevoegden toegang tot de mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via een webbrowser, BRAdmin Professional of Web BRAdmin gebruiken.
Beveiligingsfuncties h Op deze pagina kunt u de instellingen van POP3/SMTP configureren. Opmerking • U kunt het SMTP-poortnummer ook met Beheer via een webbrowser wijzigen. Dit komt van pas wanneer uw ISP (Internet Service Provider) de service “Outbound Port 25 Blocking (OP25B)” gebruikt. Wanneer u in plaats van het SMTP-poortnummer een specifiek nummer gebruikt dat uw ISP gebruikt voor de SMTPserver (bijvoorbeeld poort 587), kunt u via de SMTP-server een e-mail versturen.
Beveiligingsfuncties Een certificaat aanmaken en installeren 13 Met de afdrukserver van Brother kunt u SSL-/TLS-communicatie gebruiken door een certificaat en een overeenstemmende geheime sleutel te configureren. Deze afdrukserver ondersteunt twee certificatiemethoden. Een certificaat door uzelf ondertekend en een certificaat die is uitgevaardigd door een CA (Certificate Authority). Een door uzelf ondertekend certificaat gebruiken Deze afdrukserver vaardigt een eigen certificaat uit.
Beveiligingsfuncties Deze functie kan alleen worden geconfigureerd via Beheer via een webbrowser. Volg deze stappen om de pagina voor het configureren van een certificaat te openen met Beheer via een webbrowser. a b Start uw webbrowser. Typ “http://IP-adres van de printer/” in uw browser in (waar “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.
Beveiligingsfuncties Een certificaat dat door uzelf is ondertekend aanmaken en installeren 13 Een certificaat dat door uzelf is ondertekend aanmaken en installeren a b 13 Klik op Zelf ondertekend certificaat maken op de pagina Certificaat configureren. Voer een Algemene naam en een Geldigheidsdatum in en klik dan op Indienen. Opmerking • De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes.
Beveiligingsfuncties Het door uzelf ondertekende certificaat installeren op uw computer 13 Opmerking De volgende stappen zijn voor Microsoft® Internet Explorer®. Als u gebruikmaakt van een andere webbrowser, dient u de helptekst van die webbrowser te raadplegen. Voor gebruikers van Windows Vista® en Windows® 7 met beheerdersrechten a Klik op b Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik dan op Als administrator uitvoeren. 13 en Alle programma’s.
Beveiligingsfuncties c Typ “https://IP-adres van de printer/” in uw browser in om toegang te krijgen tot uw printer (waarbij “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is). Klik dan op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen). d Klik op Certificaatfout en dan op Certificaten weergeven. Volg de stappen vanaf d op pagina voor overige instructies 147.
Beveiligingsfuncties Voor gebruikers van Windows Vista® en Windows® 7 zonder beheerdersrechten 13 a Klik op b Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik dan op Als administrator uitvoeren. c Kies de Administrator waarmee u de installatie wilt uitvoeren, voer het beheerderswachtwoord in en klik daarna op OK of Ja. en Alle programma’s.
Beveiligingsfuncties d Typ “https://IP-adres van de printer/” in uw browser in om toegang te krijgen tot uw printer (waarbij “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is). Klik dan op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen). e Klik op Certificaatfout en dan op Certificaten weergeven.
Beveiligingsfuncties f Kies het tabblad Details en klik dan op Kopiëren naar bestand... g Klik op Volgende. h Controleer of DER Encoded Binary X.509 (.CER) is geselecteerd en klik dan op Volgende.
Beveiligingsfuncties i Klik op Bladeren... j Klik op Door mappen bladeren. k Selecteer een map waar u het certificaatbestand wilt opslaan, voer een bestandsnaam in en klik vervolgens op Opslaan. 13 Opmerking Als u Bureaublad kiest, wordt het certificaatbestand opgeslagen op het bureaublad van de beheerder die u hebt gekozen.
Beveiligingsfuncties l Klik op Volgende. m Klik op Voltooien. n Klik op OK.
Beveiligingsfuncties o Klik op OK. p Open de map waarin u het certificaatbestand hebt opgeslagen in k en dubbelklik op het certificaatbestand. Volg de stappen vanaf d op pagina 147 voor overige instructies.
Beveiligingsfuncties Voor Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003/2008 a b 13 Start uw webbrowser. Typ “https://IP-adres van de printer/” in uw browser in om toegang te krijgen tot uw printer (waarbij “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is die u hebt toegewezen voor het certificaat). c Als het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op Certificaat weergeven. d Klik op Certificaat installeren... via het tabblad Algemeen.
Beveiligingsfuncties e Als de Wizard Certificaat importeren is geopend, klikt u op Volgende. f Kies Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik dan op Bladeren... g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik dan op OK.
Beveiligingsfuncties h Klik op Volgende. i Klik op Voltooien.
Beveiligingsfuncties j Klik op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is. Opmerking De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt in de netwerkconfiguratielijst. (Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 85 voor informatie over het afdrukken van de netwerkconfiguratielijst.) k Klik op OK. l Nu is het certificaat dat u zelf hebt ondertekend geïnstalleerd op uw computer en is de SSL-/TLScommunicatie beschikbaar.
Beveiligingsfuncties CSR aanmaken en een certificaat installeren 13 De CSR aanmaken a b 13 Klik op CSR maken op de pagina Certificaat configureren. Voer een Algemene naam en uw informatie, zoals Organisatie, in. Klik dan op Indienen. Opmerking • Wij raden u aan om eerst het hoofdcertificaat van de CA op de computer te installeren voordat u de CSR aanmaakt. • De lengte van de Algemene naam is minder dan 64 bytes.
Beveiligingsfuncties Het certificaat op uw printer installeren 13 Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de afdrukserver. Opmerking Alleen een certificaat die uitgevaardigd is met de CSR van deze printer kan worden geïnstalleerd. a b Klik op Certificaat installeren op de pagina Certificaat configureren. c d e f Het certificaat is nu aangemaakt.
Beveiligingsfuncties Het certificaat en de geheime sleutel importeren en exporteren Het certificaat en de geheime sleutel importeren a b c d e f g 13 Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren op de pagina Certificaat configureren. Geef het bestand op dat u wilt importeren. Voer het wachtwoord in als het bestand versleuteld is en klik daarna op Indienen. Het certificaat en de geheime sleutel zijn correct geïmporteerd.
14 Problemen oplossen 14 Overzicht 14 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.
Problemen oplossen Mijn computer kan de machine/afdrukserver niet vinden. Ik kan geen verbinding maken met de machine/afdrukserver. Mijn machine/afdrukserver staat niet in het venster van Remote Setup, BRAdmin Light of BRAdmin Professional. 14 Voor Windows® Het kan zijn dat de firewall op uw computer belet dat de benodigde netwerkverbinding met de machine wordt gemaakt. In dat geval moet u de firewall op uw computer uitschakelen en de drivers opnieuw installeren.
Problemen oplossen Problemen met het installeren van de Network Print Software 14 Onder Windows® wordt de afdrukserver van Brother niet gevonden tijdens het installeren van de Network Print Software of de printerdriver. De afdrukserver van Brother wordt niet gevonden met gebruik van de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS X.
Problemen oplossen Voor een draadloos netwerk (alleen MFC-9320CW): 14 Opmerking Controleer of de instelling voor een draadloos netwerk op uw machine op ON (aan) staat. Controleer of het draadloze signaal op het LCD-scherm in de modus Gereed of Slaap de infrastructuurmodus volgt: (Sterk)/ (Medium)/ (Zwak) Uw machine is verbonden met het draadloze netwerk. Als het signaal (Geen) is, is uw machine niet verbonden met het draadloze netwerk.
Problemen oplossen e Als u stap a tot d hierboven geprobeerd hebt en het probleem niet verholpen is, moet u de afdrukserver terugzetten op de fabrieksinstellingen en de voorbereidende installatie opnieuw uitvoeren. (Raadpleeg Netwerkinstellingen terugzetten op de fabrieksinstellingen op pagina 85 voor nadere informatie over het herstellen van de fabrieksinstellingen.
Problemen oplossen Problemen met afdrukken 14 De taak wordt niet afgedrukt 14 Controleer de status en configuratie van de afdrukserver. a b Controleer of de machine ingeschakeld en online is en klaar is om af te drukken. c Controleer als volgt of de afdrukserver op uw netwerk wordt herkend: Druk de netwerkconfiguratielijst af en controleer of de instellingen zoals het IP-adres geschikt zijn voor uw netwerk. Het probleem wordt mogelijk veroorzaakt door verkeerde of dubbele IP-adressen.
Problemen oplossen Fout tijdens het afdrukken 14 Als u probeert af te drukken terwijl andere gebruikers grote taken afdrukken (bijvoorbeeld een groot aantal pagina's of pagina's in kleur met veel afbeeldingen en met hoge resolutie), kan de printer uw taak pas accepteren als de grote taak is afgedrukt. Als de tijd die u moet wachten een bepaalde grens overschrijdt, vindt er een time-out plaats die een foutmelding veroorzaakt.
Problemen oplossen Problemen met scannen en PC-Fax 14 De netwerkscanfunctie werkt niet onder Windows® De functie Netwerk PC Fax werkt niet onder Windows® 14 De instellingen van de firewall op uw pc staan wellicht niet toe dat de benodigde netwerkverbinding wordt gemaakt. Volg de onderstaande instructies om de firewall uit te schakelen. Gebruikt u persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de handleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software.
Problemen oplossen h Als u poort 137 voor netwerkscannen, afdrukken en PC Fax ontvangen wilt toevoegen, voert u de onderstaande informatie in: 1. In Beschrijving van de service: voert u een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld: “Brother PC Fax ontvangen”. 2. In Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: voert u “Localhost” in. 3. In Nummer van de externe poort voor deze service: voert u “137” in. 4.
Problemen oplossen j Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkaansluiting voor netwerkscannen of afdrukken, selecteert u het vakje Bestands- en printerdeling op het tabblad Uitzonderingen en klikt u op Toepassen. Opmerking Vergeet niet om uw firewall weer te activeren nadat het softwarepakket van Brother is geïnstalleerd. Gebruikers van Windows® 7: 14 a Klik op de knop , Configuratiescherm, Systeem en beveiliging en klik op Windows Firewall.
Problemen oplossen n Voer de onderstaande informatie in om een poort toe te voegen: Voor netwerkscannen Kies UDP en voer “54925” in bij Specifieke poorten:. Klik op Volgende. Voor netwerk PC-Fax Kies UDP en voer “54926” in bij Specifieke poorten:. Klik op Volgende. o p q r Selecteer De verbinding toestaan en klik op Volgende. Vink de gewenste items aan en klik op Volgende. Voer een omschrijving in bij Naam: (bv. “Brother Scanner” of “Brother PC-Fax”) en klik op Voltooien.
Problemen oplossen Problemen bij een draadloos netwerk oplossen (voor MFC-9320CW) Problemen met draadloze aansluiting De draadloze netwerkaansluiting wordt soms uitgeschakeld. 14 14 14 De status van de draadloze netwerkaansluiting ondervindt invloed van de omgeving waar de printer van Brother en andere draadloze apparaten zijn opgesteld.
Problemen oplossen Protocol-specifieke problemen 14 Problemen met IPP oplossen onder Windows® 2000/XP, Windows Vista®, Windows® 7 en Windows Server® 2003/2008 14 Ik wil nummer 631 niet als poortnummer gebruiken. 14 Als u poort 631 gebruikt voor afdrukken via IPP, kan het zijn dat de firewall uw afdrukgegevens niet laat passeren. Gebruik in dat geval een ander poortnummer (poort 80), of configureer de firewall zodat deze wel gegevens doorlaat via poort 631.
A Appendix A A Services gebruiken A Een service is een bron die beschikbaar is voor computers die willen afdrukken op de afdrukserver van Brother. De afdrukserver van Brother biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen): Typ HELP bij de opdrachtprompt voor een overzicht van ondersteunde opdrachten.
Appendix A Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) A Raadpleeg Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 17 om uit te vinden hoe u de machine met BRAdmin Light voor een netwerk kunt configureren. DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A Het Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) is een van de geautomatiseerde mechanismen die worden gebruikt voor het toewijzen van een IP-adres.
Appendix A Bepaalde implementaties van BOOTP-hostsoftware reageren alleen op BOOTP-verzoeken als u in het configuratiebestand een download-bestandsnaam hebt opgenomen. In dat geval maakt u een leeg bestand op de host en specificeert u de bestandsnaam en zijn pad in het configuratiebestand. Net als bij RARP, zal de afdrukserver zijn IP-adres bij de BOOTP-server opvragen zodra de printer wordt aangezet.
Appendix A ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A Als u BRAdmin niet kunt gebruiken en het netwerk geen DHCP-server gebruikt, kunt u ook de opdracht ARP gebruiken. De ARP-opdracht is beschikbaar op UNIX-systemen en op Windows®-systemen waarop TCP/IP is geïnstalleerd.
Appendix A TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres A U kunt ook de opdracht TELNET gebruiken om het IP-adres te wijzigen. TELNET biedt een doeltreffende methode om het IP-adres van de machine te wijzigen. Er moet echter reeds een geldig IP-adres in de afdrukserver zijn geprogrammeerd. Typ TELNET bij de opdrachtpromt van de systeemprompt, waarbij het IP-adres van de afdrukserver is.
Appendix A De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS gebruiken voor het configureren van het IP-adres A De serversoftware Web BRAdmin is ontworpen voor het beheren van alle apparatuur van Brother die op een LAN/WAN-netwerk is aangesloten. Door de serversoftware Web BRAdmin te installeren op een computer waarop IIS 1 draait, kunnen beheerders met een webbrowser verbinding maken met de Web BRAdminserver, die daarna met het apparaat zelf zal communiceren.
Appendix A Installeren met gebruik van webservices (Bij gebruik van Windows Vista® en Windows® 7) A De stappen kunnen afwijken afhankelijk van uw besturingssysteem. Opmerking • Zorg dat u een IP-adres op de machine hebt geconfigureerd voordat u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert. Zie Het IP-adres en subnetmasker instellen op pagina 17 als u het IP-adres niet hebt geconfigureerd.
Appendix A Installeren met gebruik van een op het netwerk gedeelde wachtrij of Share (alleen printerdriver) A Opmerking Als u verbinding wilt maken met een gedeelde printer op het netwerk, raden wij u aan uw systeembeheerder te vragen naar de wachtrij of sharenaam van de printer voordat u met de installatie begint. a b c d e f g Start het installatieprogramma op de cd-rom en volg de instructies in de Installatiehandleiding.
B Appendix B B B Specificaties van de afdrukserver B Bedraad Ethernetnetwerk Modelnaam netwerkkaart NC-6700h type2 LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten en dan printen via het netwerk en netwerkscannen, via de pc faxen en op afstand instellingen maken. 1 2 Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, B Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows® 7, Windows Server® 2003/2008 en Windows Server® 2003 x64 Edition 2 Mac OS X 10.3.
Appendix B Draadloos Ethernetnetwerk B B Modelnaam netwerkkaart NC-7500w type2 LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten en dan printen via het netwerk en netwerkscannen, via de pc faxen en op afstand instellingen maken 1 2. Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista®, Windows® 7, Windows Server® 2003/2008 en Windows Server® 2003 x64 Edition Mac OS X 10.3.
Appendix B Netwerkbeveiliging 128 (104) / 64 (40) bit WEP, WPA2-PSK (AES), WPA-PSK (TKIP/AES), LEAP (CKIP), EAP-FAST (TKIP/AES) Ondersteunings SecureEasySetup, Wi-Fi Protected Setup, AOSS™ programma's installeren 1 PC-Fax verzenden voor Mac 2 Alleen afdrukken voor Windows Server® 2003/2008 3 Ga naar http://solutions.brother.com/ voor de meest recente driver-updates 4 U kunt BRAdmin Professional en Web BRAdmin downloaden via http://solutions.brother.com/. Deze zijn alleen bedoeld voor Windows®.
Appendix B Functietabel en standaardinstellingen B B MFC-9010CN en DCP-9010CN B De fabrieksinstellingen worden dik gedrukt en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 4.Netwerk 1.TCP/IP 1.Opstartmethode (Boot Method) Auto* Statisch RARP BOOTP DHCP (Als u Auto, RARP, BOOTP of DHCP kiest, wordt u gevraagd om in te voeren hoe vaak de machine het IPadres moet proberen te verkrijgen.) 2.IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 3.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 4.Netwerk 1.TCP/IP 0.IPv6 Aan (vervolg) (vervolg) 2.Ethernet B Uit* — Auto* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD 0.Netwerkreset 1.Herstel 1.Ja 2.Nee 2.Stop 1 Als de machine wordt aangesloten op het netwerk, stelt de machine automatisch het IP-adres en het subnetmasker in op waarden die geschikt zijn voor uw netwerk. MFC-9120CN B De fabrieksinstellingen worden dik gedrukt en met een sterretje weergegeven.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 1.TCP/IP 7.WINS Server Primary (vervolg) (vervolg) B [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 8.DNS Server Primary [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 9.APIPA Aan* Uit 0.IPv6 Aan Uit* 2.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 5.Netwerk 4.Scan > netw. — (vervolg) Opties Kleur 100 dpi* (Als u de optie Kleur kiest) Kleur 200 dpi PDF* 300 dpi kleur Beveiligde PDF 600 dpi kleur JPEG Grijs 100 dpi XPS Grijs 200 dpi (Als u de optie Grijs kiest) Grijs 300 dpi PDF* 200 dpi Z&W Beveiligde PDF 200x100 dpi Z&W JPEG B XPS (Als u de optie Zwart-wit kiest) PDF* Beveiligde PDF TIFF 5.Time Zone — — UTC+XX:XX UTC-XX:XX 0.Netwerkreset 1.Herstel 1.Ja 2.Nee 2.
Appendix B MFC-9120CN (Internet Fax en Scannen naar E-mail Server beschikbaar als download) B Opmerking Download de benodigde software via de downloadpagina van de website van het Brother Solutions Center om deze functie te gebruiken. (http://solutions.brother.com/) De fabrieksinstellingen worden dik gedrukt en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 1.TCP/IP 1.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 1.TCP/IP 9.APIPA Aan* (vervolg) (vervolg) B Uit 0.IPv6 Aan Uit* 2.Ethernet — Auto* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.E-mail/IFAX 1.Mail Address Naam (maximaal 60 tekens) 2.Server inst. 1.SMTP Server (Serverinstell.) 2.SMTP-poort Naam (maximaal 64 tekens) IP Address [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] 00025* [00001-65535] 3.Aut. voor SMTP Geen* SMTP-AUT POP voorSMTP 4.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 3.E-mail/IFAX 3.Setup Mail RX 4.Del Error Mail Aan* (vervolg) (vervolg) (vervolg) Uit 5.Notification B Aan MDN Uit* 4.Setup Mail TX 1.Sender Subject 2.Size Limit (maximaal 40 tekens) Aan Uit* 3.Notification Aan Uit* 5.Setup Relay 1.Rly Broadcast Aan Uit* 2.Relay Domain RelayXX: Relay (01 - 10) 3.Relay Report Aan Uit* 4.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties Opties 5.Netwerk 5.Scannen > FTP — Kleur 100 dpi* (Als u de optie Kleur kiest) Kleur 200 dpi PDF* 300 dpi kleur Beveiligde PDF 600 dpi kleur JPEG Grijs 100 dpi XPS Grijs 200 dpi (Als u de optie Grijs kiest) Grijs 300 dpi PDF* 200 dpi Z&W Beveiligde PDF 200x100 dpi Z&W JPEG (vervolg) B XPS (Als u de optie Zwart-wit kiest) PDF* Beveiligde PDF TIFF 6.Scan > netw.
Appendix B MFC-9320CW B B De fabrieksinstellingen worden dik gedrukt en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP Opties 1.Opstartmethode (Boot Method) Auto* Statisch RARP BOOTP DHCP (Als u Auto, RARP, BOOTP of DHCP kiest, wordt u gevraagd om in te voeren hoe vaak de machine het IP-adres moet proberen te verkrijgen.) 2.IP Address [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 3.Subnet Mask [000-255].[000-255]. [000-255].
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 8.DNS Server B (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 9.APIPA Aan* Uit 0.IPv6 Aan Uit* 2.Ethernet — Auto* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.Standaard inst (Standaardinst.) 1.Herstel — 2.Stop — 4.Bedraad activ. — Aan* Uit 2.WLAN 1.TCP/IP 1.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 1.TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 5.Knooppunt naam (Node naam) BRWxxxxxxxxxxxx 6.WINS Config Auto* B (maximaal 32 tekens) Statisch 7.WINS Server (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 8.DNS Server (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255].
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 5.Status WLAN (vervolg) Opties 1.Status (vervolg) B Actief(11b) Actief(11g) Bedrade LAN act. WLAN UIT Verbind. mislukt (Geen contact) AOSS actief 2.Signaal Signaal:Sterk Signaal:Medium Signaal:Zwak Signaal:Geen 3.Scannen > FTP 3.SSID — 4.Comm. Modus (Comm. modus) Ad-hoc 6.Standaard inst (Standaardinst.) 1.Herstel — 2.Stop — 7.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 4.Scan > netw. — (vervolg) Opties Kleur 100 dpi* (Als u de optie Kleur kiest) Kleur 200 dpi PDF* 300 dpi kleur Beveiligde PDF 600 dpi kleur JPEG Grijs 100 dpi XPS Grijs 200 dpi (Als u de optie Grijs kiest) Grijs 300 dpi PDF* 200 dpi Z&W Beveiligde PDF 200x100 dpi Z&W JPEG B XPS (Als u de optie Zwart-wit kiest) PDF* Beveiligde PDF TIFF 5.Time Zone — — UTC+XX:XX UTC-XX:XX 0.Netwerkreset 1.Herstel — 1.Ja 2.Nee 2.
Appendix B MFC-9320CW (Internet Fax en Scannen naar E-mail Server beschikbaar als download) B Opmerking Download de benodigde software via de downloadpagina van de website van het Brother Solutions Center om deze functie te gebruiken. (http://solutions.brother.com/) De fabrieksinstellingen worden dik gedrukt en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP Opties 1.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 1.Vast LAN 1.TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 8.DNS Server B (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 9.APIPA Aan* Uit 0.IPv6 Aan Uit* 2.Ethernet — Auto* 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD 3.Standaard inst (Standaardinst.) 1.Herstel — 2.Stop — 4.Bedraad activ. — Aan* Uit 2.WLAN 1.TCP/IP 1.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 1.TCP/IP (vervolg) (vervolg) (vervolg) Opties 5.Knooppunt naam (Node naam) BRWxxxxxxxxxxxx 6.WINS Config Auto* B (maximaal 32 tekens) Statisch 7.WINS Server (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 8.DNS Server (Primary) [000-255].[000-255]. [000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* (Secondary) [000-255].[000-255].
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 2.WLAN 5.Status WLAN (vervolg) Opties 1.Status B Actief(11b) Actief(11g) (vervolg) Bedrade LAN act. WLAN UIT Verbind. mislukt (Geen contact) AOSS actief 2.Signaal Signaal:Sterk Signaal:Medium Signaal:Zwak Signaal:Geen 3.E-mail/IFAX 3.SSID — 4.Comm. Modus (Comm. modus) Ad-hoc 6.Standaard inst (Standaardinst.) 1.Herstel — 2.Stop — 7.WLAN Activeren (WLAN activeren) — Aan 1.Mail Address Naam (maximaal 60 tekens) 2.Server inst.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 3.E-mail/IFAX 3.Setup Mail RX (vervolg) Opties 1.Auto Polling (vervolg) B Aan* Uit 2.Poll Frequency 10Min* (01Min tot 60Min) 3.Header Alle Onderw.+Van+Aan Geen* 4.Del Error Mail Aan* Uit 5.Notification Aan MDN Uit* 4.Setup Mail TX 1.Sender Subject (maximaal 40 tekens) 2.Size Limit Aan Uit* 3.Notification Aan Uit* 5.Setup Relay 1.Rly Broadcast Aan Uit* 2.Relay Domain RelayXX: Relay (01 - 10) 3.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 4.Scannen > mail (vervolg) — Opties Kleur 100 dpi* (Als u de optie Kleur kiest) Kleur 200 dpi PDF* 300 dpi kleur Beveiligde PDF 600 dpi kleur JPEG Grijs 100 dpi XPS Grijs 200 dpi (Als u de optie Grijs kiest) Grijs 300 dpi PDF* 200 dpi Z&W Beveiligde PDF 200x100 dpi Z&W JPEG B XPS (Als u de optie Zwart-wit kiest) PDF* Beveiligde PDF TIFF 5.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuselecties 7.Netwerk 6.Scan > netw. — (vervolg) Opties Kleur 100 dpi* (Als u de optie Kleur kiest) Kleur 200 dpi PDF* 300 dpi kleur Beveiligde PDF 600 dpi kleur JPEG Grijs 100 dpi XPS Grijs 200 dpi (Als u de optie Grijs kiest) Grijs 300 dpi PDF* 200 dpi Z&W Beveiligde PDF 200x100 dpi Z&W JPEG B XPS (Als u de optie Zwart-wit kiest) PDF* Beveiligde PDF TIFF 7.Fax naar Server (Fax nr Server) — 8.Time Zone — — Aan Uit* — UTC+XX:XX UTC-XX:XX 0.
Appendix B Tekst invoeren B B Wanneer u bepaalde menuselecties wilt instellen, zoals het e-mailadres, moet u teksttekens invoeren. Op de toetsen van het toetsenbord zijn letters weergegeven. Op de toetsen: 0, # en l zijn geen letters afgebeeld omdat deze toetsen voor speciale tekens worden gebruikt.
Appendix B Letters herhalen B B Als u een teken wilt invoeren dat is toegewezen aan dezelfde toets als het vorige teken, drukt u op c om de cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u nogmaals op de betreffende toets. Speciale tekens en symbolen B Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor op het gewenste symbool of teken te zetten. Druk op OK om het te selecteren. De onderstaande symbolen en tekens worden weergegeven, afhankelijk van het menu dat u hebt geselecteerd.
C Index A E Accessoires en verbruiksartikelen ..............................iv AES ........................................................................... 26 Afdrukken vanaf een Macintosh .............................. 101 Afdrukken via een netwerk ........................................ 92 Afdrukken via internet ...........................................1, 95 Afdrukken via TCP/IP ................................................ 92 AOSS™ .......................................................
Index N T NetBIOS-naamresolutie .............................................. 9 Netwerk, gedeelde printer ........................................... 7 Netwerkconfiguratielijst ............................................. 85 Netwerkinstellingen herstellen .................................. 85 Netwerksleutel .......................................................... 27 O TCP/IP ..................................................................9, 55 Tekst invoeren ......................................