Netwerkhandleiding Multifunctionele ethernet afdrukserver aan boord met meerdere protocollen en Deze Netwerkhandleiding biedt u nuttige informatie over bedrade en draadloze netwerkinstellingen, beveiligingsinstellingen en internetfaxinstellingen bij het gebruik van uw Brother-machine. U kunt er eveneens informatie vinden over ondersteunde protocollen en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Geldige modellen Deze gebruikershandleiding is van toepassing voor de volgende modellen. HL-3180CDW/DCP-9015CDW/9020CDN/9020CDW/MFC-9130CW/9140CDN/9330CDW/9340CDW Definities van opmerkingen Overal in deze gebruikershandleiding gebruiken we de volgende aanduidingen. BELANGRIJK BELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Inhoudsopgave Paragraaf I 1 Gebruik in een netwerk Inleiding 2 Netwerkfuncties .........................................................................................................................................2 Andere netwerkfuncties .......................................................................................................................
WLAN-status (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) ............................................................................................38 MAC-adres ........................................................................................................................................39 Instellen op standaard ......................................................................................................................
7 Beveiligingsfuncties 84 Overzicht..................................................................................................................................................84 Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine ............................................................................85 Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser ..........................................................87 Een certificaat aanmaken en installeren.................................
11 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 128 Uw netwerk specificeren........................................................................................................................128 SSID (Service Set Identifier) en kanalen .........................................................................................128 Beveiligingsvoorschriften ..................................................................
Paragraaf I Gebruik in een netwerk Inleiding De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Instellen via het bedieningspaneel Beheer via een webbrowser Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Beveiligingsfuncties Problemen oplossen 2 5 10 35 55 73 84 109 I
1 Inleiding 1 1 Netwerkfuncties 1 U kunt uw Brother-machine delen op een 10/100 MB bedraad 1 of IEEE 802.11b/g/n draadloos (voor draadloze modellen) ethernetnetwerk met behulp van de interne netwerkafdrukserver. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP ondersteunt. Het volgende schema toont de netwerkfuncties en verbindingen die door de verschillende besturingssystemen worden ondersteund.
Inleiding Besturingssystemen Windows® XP Windows Vista® Windows Server® 2003/2008/2012 Mac OS X v10.6.8, 10.7.x, 10.8.x r r 1 Windows® 7 Windows® 8 Afdrukken Scannen uu Softwarehandleiding PC-Fax verzenden 1 r r r r r uu Softwarehandleiding PC-Fax ontvangen 1 r uu Softwarehandleiding BRAdmin Light 2 r r r r r r r Raadpleeg pagina 5. BRAdmin Professional 3 3 Raadpleeg pagina 8. Beheer via een webbrowser Raadpleeg pagina 55.
Inleiding Andere netwerkfuncties 1 1 Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) 1 Met internetfax (IFAX) kunt u faxen verzenden en ontvangen, waarbij internet als verzendmechanisme wordt gebruikt. (Zie Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) uu pagina 73.
2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen 2 Hoe kunt u de netwerkinstellingen van uw machine wijzigen (IP-adres, subnetmasker en gateway) 2 U kunt de netwerkinstellingen van de machine wijzigen met het bedieningspaneel, BRAdmin Light, Beheer via een webbrowser en BRAdmin Professional 3. Lees dit hoofdstuk voor meer informatie. Het bedieningspaneel gebruiken 2 U kunt uw machine voor een netwerk configureren met het menu van het bedieningspaneel Netwerk.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen Het IP-adres, het subnetmasker en de gateway instellen met BRAdmin Light 2 OPMERKING • U kunt de recentste versie van Brother BRAdmin Light downloaden op http://solutions.brother.com/. • Voor meer geavanceerd machinebeheer gebruikt u de meest recente versie van BRAdmin Professional 3 die u kunt downloaden op http://solutions.brother.com/. Dit programma is alleen bedoeld voor Windows ®.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat. Windows® Macintosh 2 OPMERKING • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen (u gebruikt geen DHCP/BOOTP/RARPserver) wordt het apparaat in het venster van BRAdmin Light weergegeven als Niet geconfigureerd. • U kunt de naam van het knooppunt en het MAC-adres (ethernetadres) vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 47).
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen Andere beheerprogramma's 2 Naast BRAdmin Light beschikt uw Brother-machine over de volgende beheerprogramma's. U kunt uw netwerkinstellingen wijzigen met behulp van deze programma's. 2 Beheer via een webbrowser 2 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken.
De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen BRPrint Auditor (Windows®) 2 Met de software BRPrint Auditor kunt u hetzelfde comfort van de Brother-programma's voor netwerkbeheer gebruiken voor het opvolgen van lokaal verbonden machines. Deze utility maakt het een clientcomputer mogelijk om gebruiks- en statusinformatie van een Brother-machine te verkrijgen via de parallelle of USBinterface.
3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 3 3 Overzicht 3 Om uw machine aan te sluiten op een draadloos netwerk, raden wij u een van de installatiemethoden uit het Installatiehandleiding aan. De gemakkelijkste installatiemethode is de draadloze installatiemethode die gebruik maakt van de installatiecd-rom en een USB-kabel.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3 Aangesloten op een computer met een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (infrastructuurmodus) 3 3 1 4 2 3 1 WLAN-toegangspunt/-router 1 1 Als uw computer Intel® MWT (My WiFi Technology) ondersteunt, kunt u uw computer gebruiken als een door WPS (Wi-Fi Protected Setup) ondersteund toegangspunt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt zonder een WLAN-toegangspunt/-router in het netwerk (ad-hocmodus) 3 Dit type netwerk heeft geen centraal WLAN-toegangspunt/centrale WLAN-router. De draadloze clients communiceren rechtstreeks met elkaar.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen) 3 Wij raden u aan voor deze methode een computer te gebruiken die draadloos verbonden is met uw netwerk. U kunt de machine op afstand configureren vanaf een computer op het netwerk door gebruik te maken van een USB-kabel (A) 1.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) a Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Voor configuratie van een draadloos Enterprise-netwerk 3 Als u uw machine configureert voor een draadloos netwerk met IEEE 802.1x-ondersteuning, noteert u uw verificatiemethode, versleutelingsmethode, gebruikers-ID en wachtwoord.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) OPMERKING • Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA (Certificate Authority) installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) (Macintosh) 3 1 Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Klik op Start Here OSX. Selecteer uw machine en klik op Volgende. 2 Kies Draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Volgende. c d Kies Ja, ik heb een USB-kabel voor gebruik bij de installatie. en klik vervolgens op Volgende.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel 3 U kunt het bedieningspaneel van de machine gebruiken om de instellingen voor het draadloze netwerk te configureren. Via de functie Inst. Wizard van het bedieningspaneel kunt u de machine van Brother eenvoudig aansluiten op uw draadloos netwerk.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Handmatige configuratie via het bedieningspaneel a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) h Voer de netwerksleutel in die u hebt opgeschreven in stap a. (voor informatie over het invoeren van tekst: uu Installatiehandleiding.) Druk op OK. Als u alle tekens hebt ingevoerd, drukt u op Ja om uw instellingen door te voeren. Ga naar stap i.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Uw machine configureren als de SSID niet wordt doorgegeven a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) h Voer de SSID-naam in. (voor informatie over het invoeren van tekst: uu Installatiehandleiding.) Druk op OK. i j Druk op Infrastructuur wanneer hierom wordt gevraagd. Selecteer en druk op de verificatiemethode. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u Open systeem hebt geselecteerd, gaat u verder naar stap k.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) De machine voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren. U zult deze informatie nodig hebben voor u doorgaat met de configuratie. Controleer en noteer de huidige draadloze netwerkinstellingen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) OPMERKING • Als u de machine configureert met behulp van EAP-TLS-verificatie, moet u het clientcertificaat uitgevaardigd door een CA installeren voor u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor het clientcertificaat. Als u meer dan één certificaat hebt geïnstalleerd, raden wij aan dat u de naam noteert van het certificaat dat u wilt gebruiken.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) OPMERKING Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de inwendige verificatiemethode verschillen. m Kies het versleutelingstype TKIP of AES. Voer een van de volgende handelingen uit: Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap n. Ga naar stap o voor overige verificatiemethodes.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) q Voer het gebruikers-ID in dat u hebt opgeschreven in stap a. Druk op OK. (voor informatie over het invoeren van tekst: uu Installatiehandleiding.) Voer een van de volgende handelingen uit: Als u EAP-TLS gebruikt als verificatiemethode, gaat u verder naar stap s. Ga naar stap r voor overige verificatiemethodes.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ 3 U kunt WPS of AOSS™ via het bedieningspaneelmenu gebruiken voor het configureren van uw draadloze netwerkinstellingen als uw WLAN-toegangspunt/-router (A) WPS (PBC 1) of AOSS™ ondersteunt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) f Wanneer Start WPS of AOSS op uw draadloze toegangspunt/router en druk op [OK]. wordt weergegeven op het aanraakscherm, drukt u op de knop WPS of AOSS™ op uw draadloze toegangspunt/router. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw draadloze toegangspunt/router voor instructies. Druk vervolgens op OK.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) 3 Wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router WPS (PIN-methode) ondersteunt, kunt u de machine gemakkelijk configureren. De PIN-methode (Personal Identification Number) is een van de verbindingsmethoden die Wi-Fi Alliance® heeft ontwikkeld.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) d Veeg naar boven of beneden of druk op a of b om WPS met pincode weer te geven. Druk op WPS met pincode. e Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Nee om te annuleren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 1 (Windows Vista®) Klik op de knop en vervolgens op Netwerk. (Windows® 7) Klik op de -knop en vervolgens op Apparaten en printers. (Windows® 8) Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen en vervolgens op Configuratiescherm.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Configuratie in de ad-hocmodus 3 Een geconfigureerde SSID gebruiken 3 Als u de machine wilt koppelen met een computer waarop de Ad-hocmodus reeds geactiveerd is met een geconfigureerde SSID, dient u de volgende stappen uit te voeren: a 3 Wij raden u aan de instellingen van het draadloos netwerk neer te schrijven alvorens de machine te configureren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) f Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Nee om te annuleren. g De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's. Selecteer de SSID die u hebt opgeschreven in stap a met behulp van a of b. Druk op OK.
De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) e Wanneer WLAN inschakelen? wordt weergegeven, drukt u op Ja om te bevestigen. De wizard voor de draadloze instellingen wordt gestart. Druk op Nee om te annuleren. f De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID's. Kies met a of b. Druk op OK. g Voer de SSID-naam in.
4 Instellen via het bedieningspaneel 4 Netwerkmenu 4 De Netwerk-menuselecties van het bedieningspaneel laten u toe de machine van Brother in te stellen voor uw netwerkconfiguratie. (Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel: uu Basis gebruikershandleiding.) Druk op , Alle instell. en vervolgens op Netwerk. Selecteer het menu met de instellingen die u wilt configureren. (Raadpleeg Functietabel en standaardinstellingen uu pagina 48 voor meer informatie over het menu.
Instellen via het bedieningspaneel IP-adres 4 In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u een BOOT Method van Statisch hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere methode dan Statisch hebt gekozen, zal de machine proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol.
Instellen via het bedieningspaneel IP-adres van secundaire WINS-server 4 Dit veld specificeert het IP-adres van de secundaire WINS-server. Dit wordt gebruikt als een back-up voor het adres van de primaire WINS-server. Als de primaire server niet beschikbaar is, kan de machine zichzelf aanmelden bij een secundaire server. Als er een waarde anders dan nul is ingesteld, neemt de machine contact op met deze server om de naam te registreren bij de Windows® Internet Name Service.
Instellen via het bedieningspaneel Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) 4 Met de ethernet-verbindingsmodus kan de afdrukserver middels automatische onderhandelingen in 100BASE-TX full of half duplex of in 10BASE-T full of half duplexmodus werken. OPMERKING Als u deze waarde niet goed configureert, kunt u niet met de afdrukserver communiceren.
Instellen via het bedieningspaneel SSID 4 Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam weergegeven. Comm.-modus 4 Dit veld toont de huidige communicatiemodus van het draadloze netwerk. MAC-adres 4 Het MAC-adres is een uniek getal dat wordt toegekend voor de netwerkinterface van de machine. U kunt het MAC-adres van uw machine vinden via het bedieningspaneel.
Instellen via het bedieningspaneel E-mailadres 4 U kunt het e-mailadres van uw machine instellen. Server instellen 4 SMTP SMTP-server In dit veld verschijnt de knooppuntnaam of het IP-adres van een SMTP-mailserver (uitgaande emailserver) op uw netwerk. 4 (bv. "mailhost.brothermail.net" of "192.000.000.001") SMTP-poort In dit veld staat het SMTP-poortnummer (voor uitgaande e-mail) op uw netwerk. Ver. voor SMTP U kunt een beveiligingsmethode voor e-mailwaarschuwingen specificeren.
Instellen via het bedieningspaneel POP3 SSL/TLS U kunt de versleutelingsmethode kiezen voor de machine en de POP3-server. Cert. verifiëren U kunt ervoor kiezen het beveiligingscertificaat tussen de machine en de POP3-server al dan niet te gebruiken. APOP U kunt APOP (Authenticated Post Office Protocol) in- of uitschakelen. 4 Mail RX-instellingen 4 Autom. pollen Wanneer dit is ingesteld op Aan, controleert de machine automatisch de POP3-server op nieuwe berichten.
Instellen via het bedieningspaneel Formaatbeperking Niet alle e-mailservers laten toe dat u grote e-maildocumenten verzendt (de systeembeheerder bepaalt vaak een maximumgrootte voor de e-mailberichten). Met deze functie ingeschakeld zal de machine Geheugen vol weergeven wanneer e-maildocumenten worden verzonden die groter zijn dan 1 MB. Het document wordt niet verzonden en er wordt een foutrapport afgedrukt. U moet uw document opsplitsen in kleinere documenten die wel door de mailserver worden aanvaard.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) 4 Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. De server verzendt het document via een standaardtelefoonlijn in de vorm van faxgegevens naar een faxnummer.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server inschakelen 4 U kunt het voor- en het achtervoegsel voor de faxserver in de machine opslaan. a Druk op b c Druk op Alle instell. d Veeg naar boven of beneden of druk op a of b om Faxen naar server weer te geven. Druk op Faxen naar server. e f g h i j k Druk op Aan. l Druk op . Veeg naar boven of beneden of druk op a of b om Netwerk weer te geven. Druk op Netwerk. 4 Druk op Prefix.
Instellen via het bedieningspaneel Fax naar Server gebruiken a b c 4 Plaats het document in de ADF (automatische documentinvoer) of op de glasplaat. Voer het faxnummer in. Druk op Fax Start. De machine verzendt het bericht over een TCP/IP-netwerk naar de faxserver. Een nieuwe standaard instellen voor Scannen naar FTP 4 U kunt de standaardkleur en het standaardbestandstype voor de functie Scan naar FTP instellen. (Voor informatie over het gebruik van Scannen naar FTP: uu Softwarehandleiding.
Instellen via het bedieningspaneel De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard 4 U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres). OPMERKING • Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk. • U kunt de standaardinstellingen van de afdrukserver ook herstellen met de BRAdmin-toepassingen of Beheer via een webbrowser.
Instellen via het bedieningspaneel Het netwerkconfiguratierapport afdrukken 4 OPMERKING Naam van knooppunt: De naam van het knooppunt wordt weergegeven op het netwerkconfiguratierapport. De standaardnaam van het knooppunt is "BRNxxxxxxxxxxxx" voor een bedraad netwerk of "BRWxxxxxxxxxxxx" voor een draadloos netwerk. ("xxxxxxxxxxxx" is het MACadres/Ethernetadres van de machine.
Instellen via het bedieningspaneel Functietabel en standaardinstellingen 4 De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. OPMERKING (Voor MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) • De functies Internetfaxen, Fax naar Server en Scannen naar e-mailserver zijn verkrijgbaar als downloads. • Als u deze functie wilt gebruiken, moet u de benodigde firmware downloaden van de pagina "Downloads" voor uw model bij het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk LAN met kabel TCP/IP (Vervolg) (DCP-9020CDN, (Vervolg) DCP-9020CDW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) (Vervolg) Opties DNS-server Primary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* Secondary [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk WLAN TCP/IP (Vervolg) (HL-3180CDW, (Vervolg) DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Opties IP Address [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Subnet Mask [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].[000]* 1 Gateway [000-255].[000-255].[000-255].[000-255] [000].[000].[000].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Netwerk WLAN Status WLAN (Vervolg) (HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Actief(11b) (Vervolg) AOSS actief Status Actief(11n) Actief(11g) Bedraad LAN actief (Niet beschikbaar voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, MFC-9130CW) WLAN uit 4 Verbinding mislukt Signaal Sterk Medium Zwak Geen SSID — Comm.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk Wi-Fi Direct 2 Statusinformatie (Vervolg) (HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Opties Status Groepseigenaar actief(**) ** = aantal apparaten Cliënt actief Niet verbonden Uit Bedraad LAN actief (Niet beschikbaar voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, MFC-9130CW) (Vervolg) Signaal 4 Sterk Medium Zwak Geen (Wanneer Groepseigenaar ingesteld is op Aan, wordt het signaal ingesteld op Sterk.
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Opties Netwerk E-mail/IFAX Server instellen POP3 (Vervolg) (MFC-9130CW, (Vervolg) MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) POP3-server Naam (maximaal 64 tekens) IP Address [000-255].[000-255].[000-255].
Instellen via het bedieningspaneel Hoofdmenu Submenu Menuopties Netwerk E-mail/IFAX (Vervolg) (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Setup Mail TX Opties Sender Subject — Internetfax-taak* (Maximaal 40 tekens) Size Limit — Aan Uit* (Vervolg) Notification — 4 Aan Uit* Setup Relay Groepsverzenden — Aan Uit* Relay Domain — RelayXX: Relay(01 - 10) Relay Report — Aan Uit* Handmatig ontvangen POP3 — Web Connect- Proxy-instell.
5 Beheer via een webbrowser 5 Overzicht 5 Voor het beheren van uw machine met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer) kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de vermelde functie uitvoeren of de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen.
Beheer via een webbrowser De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser 5 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol) of HTTPS (Hyper Text Transfer Protocol over Secure Socket Layer), kunt u een standaardwebbrowser gebruiken. OPMERKING • Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor uw veiligheid wanneer u de instellingen configureert met Beheer via een webbrowser.
Beheer via een webbrowser Een wachtwoord instellen 5 Wij raden u aan een aanmeldwachtwoord in te stellen om ongeoorloofde toegang tot Beheer via een webbrowser te vermijden. a b c d Klik op Beheerder. Voer het wachtwoord in dat u wilt gebruiken (maximaal 32 tekens). Voer het wachtwoord opnieuw in het vak Bevestigen: nieuw wachtwoord in. Klik op Indienen. Voer de volgende keer dat u Beheer via een webbrowser gebruikt het wachtwoord in het vak Log in in, en klik vervolgens op .
Beheer via een webbrowser Secure Function Lock 2.0 5 Secure Function Lock 2.0 van Brother helpt u geld te besparen en de beveiliging te verhogen door de functies van uw machine van Brother te beperken. Met Secure Function Lock kunt u wachtwoorden configureren voor specifieke gebruikers. U kunt toegang toekennen voor sommige of alle functies of een paginabeperking opleggen. Dit houdt in dat enkel gemachtigde personen deze functies kunnen gebruiken.
Beheer via een webbrowser De instellingen van Secure Function Lock 2.0 configureren met Beheer via een webbrowser Basisconfiguratie 5 5 a b c Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Beveiligd functieslot. d Vink de functies die u wilt beperken uit in het vak Printactiviteiten of het vak Ander. Als u het maximale aantal pagina's wilt configureren, vinkt u het selectievakje Aan aan in Paginalimiet en voert u daarna het aantal in in het vak Max..
Beheer via een webbrowser De openbare modus instellen 5 U kunt de openbare modus instellen en kiezen welke functies beschikbaar zijn voor openbare gebruikers. Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren om gebruik te maken van de functies die u via deze instelling hebt geactiveerd. OPMERKING De openbare modus omvat afdruktaken verzonden via AirPrint, Google Cloud Print en Brother iPrint&Scan. a b Vink het vakje uit van de functies die u wilt beperken in het vak Openbare modus.
Beheer via een webbrowser Andere functies 5 U kunt de volgende functies instellen in Secure Function Lock 2.0: Alle tellers resetten U kunt de paginateller resetten door te klikken op Alle tellers resetten. Exporteren als CSV-bestand U kunt de huidige paginatellerstand, inclusief informatie over Id-nummer/naam, exporteren als een CSVbestand. Laatste tellerstand De machine onthoudt de paginatelling nadat de teller werd gereset.
Beheer via een webbrowser Synchroniseren met een SNTP-server 5 SNTP is het protocol dat wordt gebruikt voor het synchroniseren van de tijd die door de machine wordt gebruikt voor verificatie bij de SNTP-tijdserver (dit is niet de tijd die wordt weergegeven op het aanraakscherm van de machine). U kunt de tijd die door de machine wordt gebruikt regelmatig synchroniseren met de Coordinated Universal Time (UTC) die wordt aangeleverd door de SNTP-tijdserver.
Beheer via een webbrowser Synchronisatie-interval Voer het aantal uur in tussen pogingen tot synchroniseren met de server (1 tot 168 uur). OPMERKING • U moet Datum&tijd configureren om de tijd die door de machine wordt gebruikt te synchroniseren met de SNTP-tijdserver. Klik op Datum&tijd en configureer vervolgens Datum&tijd op het scherm Algemeen. U kunt de datum en tijd configureren via het bedieningspaneel van de machine. 5 • Selecteer het vakje Synchroniseer met SNTP-server.
Beheer via een webbrowser Afdruklogboek op netwerk opslaan 5 De functie Afdruklogboek op netwerk opslaan maakt het u mogelijk om het bestand met het afdruklogboek van uw Brother-machine op te slaan op een netwerkserver via CIFS 1. U kunt het ID, het type afdruktaak, de naam van de taak, de gebruikersnaam, de datum, de tijd en het aantal afgedrukte pagina's voor elke afdruktaak bijhouden.
Beheer via een webbrowser De instellingen voor "Afdruklogboek op netwerk opslaan" configureren met Beheer via een webbrowser a Klik op Beheerder op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Afdruklog op Netwerk opslaan. b c Kies Aan bij Afdrukrapport. 5 U kunt de volgende instellingen met een webbrowser configureren. Host-adres Het hostadres is de hostnaam van de CIFS-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld: mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.
Beheer via een webbrowser Gebruikersnaam Voer de gebruikersnaam in voor de verificatie (maximaal 96 tekens). OPMERKING Als de gebruikersnaam een onderdeel is van een domein, voert u de gebruikersnaam als volgt in: user@domain of domain\user. Wachtwoord Voer het wachtwoord in voor de verificatie (maximaal 32 tekens). Kerberos-serveradres (indien nodig) Voer het KDC-hostadres (bijvoorbeeld: mijnpc.voorbeeld.com) (tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.168.56.189) in.
Beheer via een webbrowser Instelling voor foutdetectie 5 U kunt kiezen welke actie er wordt ondernomen wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server wegens een netwerkfout. a Selecteer Afdr. annuleren of Log negeren en afdr. bij Instelling foutdetectie van Afdruklog op Netwerk opslaan. Afdr. annuleren Als u Afdr. annuleren selecteert, worden de afdruktaken geannuleerd wanneer het afdruklogboek niet kan worden opgeslagen op de server. OPMERKING 5 Zelfs als u Afdr.
Beheer via een webbrowser Foutmeldingen begrijpen 5 U kunt de foutstatus nagaan op het aanraakscherm van uw machine of via Verbindingsstatus in Beheer via een webbrowser. Time-out van server. Informeer bij beheerder. Deze melding wordt weergegeven wanneer er geen verbinding met de server kan worden gemaakt. Zorg ervoor dat: • Het serveradres correct is. • De server is verbonden met het netwerk. • De machine is verbonden met het netwerk. 5 Verificatiefout. Informeer bij beheerder.
Beheer via een webbrowser "Afdruklogboek op netwerk opslaan" gebruiken met Secure Function Lock 2.0 5 Wanneer Secure Function Lock 2.0 geactiveerd is, worden de namen van de geregistreerde gebruikers voor de functies kopiëren, Fax RX, Web Connect Print en USB Direct Print (indien beschikbaar) bijgehouden in het rapport Afdruklogboek op netwerk opslaan. Voorbeeld van het afdruklogboek met gebruikers van Secure Function Lock 2.
Beheer via een webbrowser d Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel op de pagina Scannen. U kunt nu de volgende instellingen van Scan naar FTP met een webbrowser configureren en wijzigen: Profielnaam (maximaal 15 tekens) Host-adres (FTP-serveradres) Gebruikersnaam Wachtwoord Directory opslaan Bestandsnaam Kwaliteit 5 Type bestand Scangrootte glasplaat Bestandsgr.
Beheer via een webbrowser De configuratie van Scannen naar netwerk met een webbrowser wijzigen (Windows®) 5 Met Scan naar netwerk kunt u documenten rechtstreeks naar een gedeelde map op een CIFS-server 1 scannen op uw lokaal netwerk of op het internet: uu Softwarehandleiding voor meer informatie over Scannen naar netwerk 1 Het Common Internet File System (CIFS) is de standaardmanier waarop pc-gebruikers bestanden en printers delen in Windows®.
Beheer via een webbrowser d Klik op Scannen naar FTP/netwerkprofiel op de pagina Scannen. U kunt nu de volgende instellingen van Scan naar netwerk met een webbrowser configureren en wijzigen: Profielnaam (maximaal 15 tekens) Host-adres Directory opslaan Bestandsnaam Kwaliteit Type bestand Scangrootte glasplaat 5 Bestandsgr.
6 Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Overzicht internetfaxen 6 6 Met internetfaxen (IFAX) kunt u faxen verzenden en ontvangen, waarbij internet als transportmechanisme wordt gebruikt. Documenten worden verstuurd als TIFF-F-bijlagen bij een e-mailbericht.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden U kunt een ontvangen e-mailbericht of standaardfaxberichten doorzenden naar een ander e-mailadres of naar een andere faxmachine. Zie voor meer informatie Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden uu pagina 78.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Internetfax gebruiken 6 Voordat u internetfax gebruikt, moet u de Brother-machine eerst configureren zodat de machine met uw netwerk en uw mailserver kan communiceren. U kunt deze items configureren met het bedieningspaneel, Beheer via een webbrowser, Externe installatie of BRAdmin Professional 3.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) OPMERKING • Als u het internetfaxadres handmatig wilt invoeren, laadt u het document in de machine en voert u een van de volgende handelingen uit. • Druk op en druk vervolgens op om cijfers, letters of speciale tekens te kiezen. Voer het adres in en druk vervolgens op Fax Start. Voor meer informatie over het handmatig invoeren van het internetfaxadres: uu Basis gebruikershandleiding.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Een internetfax ontvangen 6 Er zijn twee manieren waarop u e-mailberichten kunt ontvangen: Via POP3 op regelmatige tijdstippen Via POP3 (handmatig opgevraagd) Bij ontvangst via POP3 moet de machine de e-mailserver pollen om de gegevens te ontvangen.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Bijkomende internetfaxopties 6 Ontvangen e-mail- en faxberichten doorzenden 6 U kunt een ontvangen e-mailbericht of standaardfaxberichten doorzenden naar een ander e-mailadres of naar een andere faxmachine. Ontvangen berichten kunnen ook via e-mail naar een computer of internetfax worden doorgezonden. U kunt deze echter ook via een standaardtelefoonlijn naar een andere machine doorzenden.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Relay-groepsverzending vanaf een machine FAX@brother.com 6 UKFAX@brother.co.uk 123456789 1 UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) 1 Internet Wanneer uw machine bijvoorbeeld het e-mailadres FAX@brother.com heeft en u een document vanaf deze machine naar een machine in Engeland met het e-mailadres UKFAX@brother.co.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Verzenden naar meerdere telefoonnummers: 6 Als u het document naar meerdere standaardfaxmachines wilt doorsturen, voert u het adres als volgt in: a b c d Druk op Fax. e f Druk op Nummer toevoeg. Plaats het document. Druk op Opties. Veeg naar boven of beneden of druk op a of b om Rondsturen weer te geven. Druk op Rondsturen.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) Relay-groepsverzending vanaf een computer UKFAX@brother.co.uk 6 123456789 1 UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) 1 Internet U kunt vanaf uw computer ook een e-mail verzenden en deze naar een faxmachine laten doorsturen. De methode voor het invoeren van het telefoonnummer van de faxmachine die de doorgestuurde e-mail zal ontvangen, is afhankelijk van de mailtoepassing die u gebruikt.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) TX-verificatiemail 6 Het transmissieverificatierapport ondersteunt twee functies. Met het verzendverificatierapport kunt u om een bericht vragen van het station dat de internetfax of e-mail heeft ontvangen en verwerkt. Het ontvangstverificatierapport wordt naar het verzendende station gestuurd zodra een internetfax of e-mail goed is ontvangen en verwerkt.
Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload) OPMERKING Om de TX-verificatiemail correct te ontvangen, dient u de volgende instellingen te configureren. • Afzender • Schakel Notificatie bij Mail TX-instellingen in. • Wijzig Kop bij Mail RX-instellingen naar Allen of Onderwerp+Van+Aan. • Ontvanger • Schakel Notificatie bij Mail RX-instellingen in.
7 Beveiligingsfuncties 7 Overzicht 7 Vandaag de dag zijn er vele beveiligingsdreigingen voor uw netwerk en de gegevens die erop circuleren. Uw Brother-machine gebruikt enkele van de recentste protocollen voor netwerkbeveiliging en -versleuteling. Deze netwerkfuncties kunnen worden geïntegreerd in uw algemeen netwerkbeveiligingsplan om uw gegevens te helpen beschermen en ongeoorloofde toegang tot de machine te verhinderen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u deze kunt configureren.
Beveiligingsfuncties Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine 7 Uw Brother-machine ondersteunt het gebruik van meerdere beveiligingscertificaten zodat u de machine kunt gebruiken voor een veilig beheer en een veilige verificatie en communicatie. De volgende beveiligingscertificaten kunnen met deze machine worden gebruikt. SSL/TLS-communicatie IEEE 802.1x-verificatie SSL-communicatie voor SMTP/POP3 De Brother-machine ondersteunt de volgende certificaten.
Beveiligingsfuncties CA-certificaat Als u een CA-certificaat gebruikt dat de CA (Certificate Authority) zelf identificeert en over de geheime sleutel ervan beschikt, dient u vóór de configuratie een CA-certificaat van de CA te importeren. (Zie Een CA-certificaat importeren en exporteren uu pagina 97.) OPMERKING • Als u gebruik wilt maken van SSL/TLS-communicatie, raden we u aan eerst uw systeembeheerder te contacteren.
Beveiligingsfuncties Een certificaat configureren met Beheer via een webbrowser 7 Deze functie kan alleen worden geconfigureerd via Beheer via een webbrowser. Volg deze stappen om de pagina voor het configureren van een certificaat te openen met Beheer via een webbrowser. a b Start uw webbrowser. Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: v192.168.1.
Beveiligingsfuncties Een certificaat aanmaken en installeren 7 Schema voor het stap voor stap aanmaken en installeren van een certificaat Certificaat door uzelf ondertekend of Certificaat van een CA Maak een certificaat door uzelf ondertekend aan met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 88.) Maak een CSR aan met Beheer via een webbrowser. (Zie pagina 89.) Installeer het door uzelf ondertekende certificaat op uw computer. (Zie pagina 91.
Beveiligingsfuncties e Het certificaat door uzelf ondertekend is met succes aangemaakt en opgeslagen in het geheugen van uw machine. Om SSL/TLS-communicatie te kunnen gebruiken, moet het certificaat dat u zelf hebt ondertekend eveneens op uw computer worden geïnstalleerd. Raadpleeg Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer uu pagina 91 voor meer informatie hierover. Een CSR aanmaken a b 7 Klik op CSR maken op de pagina Certificaat.
Beveiligingsfuncties Het certificaat installeren op uw machine 7 Wanneer u een certificaat ontvangt van een CA, volgt u onderstaande stappen om het te installeren op de afdrukserver. OPMERKING Alleen een certificaat die uitgevaardigd is met de CSR van deze machine kan worden geïnstalleerd. Als u een andere CSR wilt aanmaken, dient u ervoor te zorgen dat het certificaat geïnstalleerd is voor u een andere CSR aanmaakt. Maak een andere CSR aan na het installeren van het certificaat op de machine.
Beveiligingsfuncties Het certificaat kiezen 7 Zodra u het certificaat hebt geïnstalleerd, volgt u onderstaande stappen om het certificaat te kiezen dat u wilt gebruiken. a b c Klik op Netwerk. Klik op Protocol. Klik op HTTP-serverinstellingen en kies vervolgens het certificaat uit de vervolgkeuzelijst Selecteer het certificaat. 7 Het certificaat door uzelf ondertekend installeren op uw computer 7 OPMERKING • De volgende stappen zijn voor Windows® Internet Explorer®.
Beveiligingsfuncties Voor gebruikers van Windows Vista®, Windows® 7, Windows® 8, Windows Server® 2008 en Windows Server® 2012 die beheerdersrechten hebben a 7 (Windows Vista®/Windows® 7/Windows Server® 2008) Klik op de knop en selecteer Alle programma's. ® (Windows 8) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram (Internet Explorer) op de taakbalk. (Windows Server® 2012) Klik op (Internet Explorer) en klik vervolgens met de rechtermuisknop op het pictogram (Internet Explorer) op de taakbalk.
Beveiligingsfuncties c Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres van de machine of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat). Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen). 7 d Klik op Certificaatfout en klik daarna op Certificaten weergeven.
Beveiligingsfuncties Voor gebruikers van Windows® XP en Windows Server® 2003 7 a b Start uw webbrowser. c Wanneer het dialoogvenster met de veiligheidswaarschuwing verschijnt, voert u één van de volgende handelingen uit: Typ "https://IP-adres van machine/" in uw browser om toegang te krijgen tot uw machine (hierbij staat "IP-adres van machine" voor het IP-adres of de naam van het knooppunt die u hebt gekozen voor het certificaat). Klik op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen)..
Beveiligingsfuncties f U dient een locatie te specificeren om het certificaat te installeren. We raden u aan om Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan te kiezen en vervolgens te klikken op Bladeren.... g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik vervolgens op OK. h Klik op Volgende.
Beveiligingsfuncties i j Klik op Voltooien. Druk op Ja als de vingerafdruk (duimafdruk) correct is. OPMERKING De vingerafdruk (duimafdruk) wordt afgedrukt op het netwerkconfiguratierapport (zie Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 47). k l 7 Klik op OK. Het certificaat dat u zelf hebt ondertekend, is geïnstalleerd op uw computer en de SSL/TLScommunicatie is beschikbaar.
Beveiligingsfuncties Het door uzelf ondertekende certificaat, het certificaat uitgevaardigd door een CA en de geheime sleutel exporteren a b 7 Klik op Exporteren weergegeven bij Certificaten op de pagina Certificaat. Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen. OPMERKING Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast. c d e Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
Beveiligingsfuncties Meerdere certificaten beheren 7 Met deze functie voor meerdere certificaten kunt u alle certificaten beheren die u hebt geïnstalleerd met Beheer via een webbrowser. Na het installeren van een certificaat kunt u op de pagina Certificaat zien welke certificaten geïnstalleerd zijn en vervolgens de inhoud van elk certificaat bekijken, het certificaat verwijderen of het exporteren.
Beveiligingsfuncties Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS 7 Om uw netwerkmachine veilig te kunnen beheren, dient u de beheerprogramma's met beveiligingsprotocols te gebruiken. Veilig beheer met Beheer via een webbrowser 7 Wij raden u aan het HTTPS-protocol te gebruiken voor een veilig beheer. Om deze protocollen te kunnen gebruiken, dient u de volgende machine-instellingen door te voeren. OPMERKING Het HTTPS-protocol is standaard ingeschakeld.
Beveiligingsfuncties g Zorg ervoor dat de SNMP-instelling geactiveerd is en klik vervolgens op Geavanceerde instellingen bij SNMP. h U kunt de SNMP-instellingen configureren op onderstaand scherm. 7 Er zijn drie SNMP-verbindingsmodi. 7 Toegang lezen/schrijven SNMP v1/v2c In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 1 en versie 2c van het SNMP-protocol. In deze modus kunt u alle Brother-toepassingen gebruiken.
Beveiligingsfuncties Toegang lezen/schrijven SNMPv3 In deze modus gebruikt de afdrukserver versie 3 van het SNMP-protocol. Gebruik deze modus als u de afdrukserver veilig wilt beheren. OPMERKING • Let op het volgende wanneer u de modus Toegang lezen/schrijven SNMPv3 gebruikt. • U kunt de afdrukserver alleen beheren via BRAdmin Professional 3 of Beheer via een webbrowser. • Behalve BRAdmin Professional 3 worden alle toepassingen die gebruik maken van SNMPv1/v2c geweerd.
Beveiligingsfuncties Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS 7 Om documenten veilig met het IPP-protocol af te drukken, kunt u het IPPS-protocol gebruiken. De IPPS-instellingen met een webbrowser configureren: a Klik op Netwerk op de webpagina van de machine en klik vervolgens op Protocol. Als het selectievakje IPP al is aangevinkt, gaat u verder met stap e. b c d e f g Vink het selectievakje IPP aan en klik vervolgens op Indienen. Herstart de machine om de configuratie te activeren.
Beveiligingsfuncties verzenden of een e-mail veilig ontvangen 7 Configuratie met behulp van Beheer via een webbrowser 7 U kunt het beveiligd verzenden van e-mails met gebruikersverificatie of het verzenden en ontvangen van e-mails met SSL/TLS configureren op het scherm van Beheer via een webbrowser. a b Start uw webbrowser. Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver).
Beveiligingsfuncties Een e-mail verzenden met gebruikersverificatie 7 Deze machine ondersteunt de methodes POP voor SMTP en SMTP-AUTH voor het verzenden van e-mails via een e-mailserver waarvoor gebruikersverificatie is vereist. Deze methoden voorkomen dat onbevoegde gebruikers toegang tot de e-mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via een webbrowser of BRAdmin Professional 3 gebruiken.
Beveiligingsfuncties Een e-mail veilig verzenden of ontvangen met behulp van SSL/TLS 7 Deze machine ondersteunt de methodes SSL/TLS voor het verzenden of ontvangen van een e-mail via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL/TLS-communicatie vereist is. Voor het verzenden of ontvangen van e-mail via een e-mailserver die gebruik maakt van SSL/TLS-communicatie, dient u SMTP over SSL/TLS of POP3 over SSL/TLS correct te configureren.
Beveiligingsfuncties IEEE 802.1x-verificatie gebruiken 7 U kunt IEEE 802.1x-verificatie configureren voor een bedraad of draadloos netwerk. Configuratie van IEEE 802.1x-verificatie via Beheer via een webbrowser 7 Als u IEEE 802.1x-verificatie configureert voor een bedraad of draadloos netwerk met behulp van Beheer via een webbrowser, volgt u de onderstaande instructies. U kunt de IEEE 802.
Beveiligingsfuncties a b Start uw webbrowser. Voer "vIP-adres van de machine/" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: v192.168.1.2/ OPMERKING • Als u een domeinnaamsysteem gebruikt of een naam NetBIOS inschakelt, kunt u een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter" in plaats van het IP-adres.
Beveiligingsfuncties Geen verificatie Het servercertificaat kan altijd vertrouwd worden. De verificatie wordt niet uitgevoerd. CA-cert. De verificatiemethode voor het controleren van de CA-betrouwbaarheid van het servercertificaat, door gebruik te maken van het CA-certificaat dat werd verstrekt door de CA die het servercertificaat heeft ondertekend. CA-cert.
8 Problemen oplossen 8 Overzicht 8 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de Brother-machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.com/. Ga naar het Brother Solutions Center op http://solutions.brother.com/ en klik op Handleidingen op de pagina voor uw model om de andere handleidingen te downloaden.
Problemen oplossen Ik kan de configuratie van het draadloze netwerk niet voltooien. Vraag Interface Oplossing Mijn machine krijgt geen verbinding tijdens de draadloze instelling. draadloos Schakel uw draadloze router uit en daarna weer in. Probeer vervolgens de draadloze instellingen opnieuw te configureren. Zijn uw beveiligingsinstellingen (SSID/netwerksleutel) correct? draadloos Controleer en kies indien nodig de correcte beveiligingsinstellingen.
Problemen oplossen De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk tijdens de installatie van de MFL-Pro Suite. Vraag Interface Oplossing bedraad/ Druk het netwerkconfiguratierapport af en controleer dat Ethernet Link Is uw machine verbonden met het netwerk en heeft het draadloos Status of Wireless Link Status op Link OK is ingesteld. Raadpleeg Het netwerkconfiguratierapport afdrukken uu pagina 47.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. Vraag Interface Oplossing Gebruikt u beveiligingssoftware? bedraad/ Raadpleeg Ik gebruik beveiligingssoftware. uu pagina 115.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Oplossing Wordt er een beschikbaar IP-adres toegewezen aan uw Brother-machine? bedraad/ 1 (Windows® XP) draadloos Klik op de knop Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires en Windows Verkenner en vervolgens op Deze computer. (vervolg) (Windows Vista ®/Windows® 7) Klik op de knop en Computer.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Oplossing Is de vorige afdruktaak mislukt? bedraad/ Verwijder de mislukte afdruktaak uit de afdrukwachtrij van uw computer als draadloos deze nog steeds aanwezig is.
Problemen oplossen De Brother-machine kan niet afdrukken of scannen via het netwerk. De Brother-machine wordt niet gevonden op het netwerk nadat deze met succes werd geïnstalleerd. (Vervolg) Vraag Interface Oplossing Ik heb alle bovenstaande oplossingen gecontroleerd en geprobeerd, maar de Brother-machine drukt niet af/scant niet. Kan ik nog iets anders proberen? bedraad/ Maak de installatie van MFL-Pro Suite ongedaan en installeer deze draadloos opnieuw. Ik gebruik beveiligingssoftware.
Problemen oplossen Ik wil controleren of mijn netwerkapparaten correct werken. Vraag Interface Oplossing Is de Brother-machine, het toegangspunt/de router of de netwerkhub ingeschakeld? bedraad/ Zorg ervoor dat u alle instructies van Controleer eerst het volgende: draadloos uu pagina 109 hebt gecontroleerd. bedraad/ Druk het netwerkconfiguratierapport af. (Zie Het netwerkconfiguratierapport Waar kan ik de netwerkinstellingen van mijn draadloos afdrukken uu pagina 47.
Paragraaf II Verklarende woordenlijst Netwerk Typen netwerkverbindingen en protocollen De machine configureren voor een netwerk Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® Beveiligingsvoorschriften en -concepten 118 124 128 132 137 II
9 Typen netwerkverbindingen en protocollen 9 Typen netwerkverbinding 9 Voorbeeld van een bedrade netwerkaansluiting 9 Peer-to-peer-afdrukken via TCP/IP 9 In een peer-to-peer-omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
Typen netwerkverbindingen en protocollen Op een netwerk gedeelde printer 9 In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een "server" of een "afdrukserver" genoemd. Hij beheert het afdrukken van alle taken.
Typen netwerkverbindingen en protocollen Protocollen 9 TCP/IP-protocollen en -functies 9 Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten. De afdrukserver die met de Brother-machine wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP = Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
Typen netwerkverbindingen en protocollen DNS-client 9 De afdrukserver van Brother ondersteunt de DNS-clientfunctie (DNS = Domain Name System). Met deze functie kan de afdrukserver met gebruikmaking van zijn eigen DNS-naam met andere apparaten communiceren. NetBIOS-naamresolutie 9 Met Network Basic Input/Output System name resolution kunt u tijdens de netwerkverbinding het IP-adres verkrijgen van het andere toestel op basis van zijn naam NetBIOS.
Typen netwerkverbindingen en protocollen TELNET 9 Het TELNET-protocol stelt u in staat om de netwerkapparaten op een TCP/IP-netwerk te bedienen via uw computer. SNMP 9 Het SNMP (Simple Network Management Protocol) wordt gebruikt voor het beheren van netwerkapparaten zoals computers, routers en netwerkklare machines van Brother. De afdrukserver van Brother ondersteunt SNMPv1, SNMPv2c en SNMPv3. OPMERKING Raadpleeg Beveiligingsprotocollen uu pagina 138 voor meer informatie over het SNMPv3-protocol.
Typen netwerkverbindingen en protocollen SNTP 9 Het Simple Network Time Protocol wordt gebruikt om computerklokken op een TCP/IP-netwerk te synchroniseren. U kunt de SNTP-instellingen configureren met Beheer via een webbrowser. (Zie Synchroniseren met een SNTP-server uu pagina 62 voor meer informatie.) CIFS 9 Het Common Internet File System is de standaardmanier waarop pc-gebruikers bestanden en printers delen in Windows®. IPv6 9 IPv6 is het internetprotocol van de nieuwe generatie.
10 De machine configureren voor een netwerk 10 IP-adressen, subnetmaskers en gateways 10 Als u de machine in een genetwerkte TCP/IP-omgeving wilt gebruiken, moet u het IP-adres en het subnetmasker configureren. Het IP-adres dat u toewijst aan de afdrukserver, moet zich op hetzelfde logische netwerk bevinden als uw hostcomputers. Is dit niet het geval, dan moeten het subnetmasker en gatewayadres worden geconfigureerd.
De machine configureren voor een netwerk Subnetmasker 10 Subnetmaskers beperken de netwerkcommunicatie. Voorbeeld: computer 1 kan communiceren met computer 2 • Computer 1 IP-adres: 192.168.1.2 Subnetmasker: 255.255.255.000 • Computer 2 IP-adres: 192.168.1.3 Subnetmasker: 255.255.255.000 Wanneer er een 0 voorkomt in het subnetmasker, betekent dit dat er geen limiet bestaat voor communicatie op dit deel van het adres.
De machine configureren voor een netwerk IEEE 802.1x-verificatie 10 IEEE 802.1x is een IEEE-standaard voor bedrade en draadloze netwerken die de toegang van onbevoegde netwerkapparaten verhindert. Uw Brother-machine (aanvrager) verstuurt een verificatieaanvraag naar een RADIUS-server (verificatieserver) via uw toegangspunt (verificator). Nadat uw aanvraag werd geverifieerd door de RADIUS-server, krijgt uw machine toegang tot het netwerk.
De machine configureren voor een netwerk EAP-TTLS EAP-TTLS (Extensible Authentication Protocol-Tunneled Transport Layer Security) werd ontwikkeld door Funk Software en Certicom. EAP-TTLS creëert een gelijkaardige versleutelde SSL-tunnel als bij PEAP tussen een client en een verificatieserver voor het verzenden van een gebruikersidentificatie en wachtwoord. EAP-TTLS zorgt voor een wederzijdse verificatie tussen de server en de client.
11 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) 11 Uw netwerk specificeren 11 SSID (Service Set Identifier) en kanalen 11 U moet de SSID en een kanaal configureren om aan te geven met welk draadloos netwerk u verbinding wilt maken. SSID Elk draadloos netwerk heeft een eigen, unieke netwerknaam; in technische termen wordt dit een SSID genoemd.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een persoonlijk draadloos netwerk 11 Een persoonlijk draadloos netwerk is een klein netwerk, zoals een draadloos thuisnetwerk, zonder IEEE 802.1x-ondersteuning. Raadpleeg Verificatie- en versleutelingsmethoden voor een draadloos Enterprise-netwerk uu pagina 130 als u de machine wilt gebruiken in een draadloos netwerk met IEEE 802.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Netwerksleutel 11 Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een waarde van 64 bit of 128 bit die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. • 64 (40) bits ASCII: Gebruikt 5 teksttekens.
Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW) Versleutelingsmethoden 11 TKIP Raadpleeg TKIP uu pagina 129 voor TKIP. AES Raadpleeg AES uu pagina 129 voor AES. CKIP Het oorspronkelijke Key Integrity Protocol voor LEAP van Cisco Systems, Inc.
12 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® 12 Types bijkomende netwerkinstellingen 12 De volgende functies kunnen worden gebruikt als u bijkomende netwerkinstellingen wilt configureren.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® d (Windows Vista®) Klik op en selecteer vervolgens Netwerk. ® (Windows 7) Klik op , Configuratiescherm, Netwerk en internet en vervolgens op Computers en apparaten in het netwerk weergeven. (Windows® 8) Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad. Wanneer de menubalk verschijnt, klikt u op Instellingen en op Pc-instellingen wijzigen en klikt u vervolgens op Apparaten.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® De installatie van drivers die gebruikt worden voor afdrukken en scannen ongedaan maken via Web Services (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8) 12 Om Web Services te verwijderen van een computer, volgt u de onderstaande instructies. a (Windows Vista®) Klik op en selecteer vervolgens Netwerk. ® (Windows 7) Klik op , Configuratiescherm, Netwerk en internet en vervolgens op Computers en apparaten in het netwerk weergeven.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® Installatie voor Printen en scannen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing (Windows® 7 en Windows® 8) 12 Windows® Vertical Pairing is een technologie waarmee u uw machine die Vertical Pairing ondersteunt, kunt verbinden met uw infrastructuurnetwerk met behulp van de PIN-methode van WPS en de functie Web Services.
Bijkomende netwerkinstellingen van Windows® a b c Schakel uw machine in. Zet uw machine op WPS-modus (PIN-methode). Raadpleeg Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup) uu pagina 29 voor informatie over het configureren van uw machine voor gebruik van de PIN-methode. (Windows® 7) Klik op de knop en vervolgens op Apparaten en printers. ® (Windows 8) Verplaats uw muis naar de rechterbenedenhoek van uw bureaublad.
13 Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsfuncties 13 13 Beveiligingsvoorschriften 13 CA (Certificate Authority) Een CA is een entiteit die digitale certificaten uitvaardigt (vooral X.509-certificaten) en instaat voor de binding tussen de data-items in een certificaat. CSR (Certificate Signing Request) Een CSR is een bericht dat wordt verzonden van een verzoeker naar een CA om een certificaat aan te vragen.
Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsprotocollen SSL (Secure Socket Layer) / TLS (Transport Layer Security) 13 13 Deze communicatiebeveiligingsprotocols versleutelen gegevens om beveiligingsbedreigingen te voorkomen. HTTPS 13 De versie van het internetprotocol Hyper Text Transfer Protocol (HTTP) dat SSL gebruikt. IPPS 13 De versie van het afdrukprotocol IPP (Internet Printing Protocol) dat SSL gebruikt.
Beveiligingsvoorschriften en -concepten Beveiligingsmethoden voor verzenden en ontvangen van e-mail 13 OPMERKING U kunt de beveiligingsmethoden configureren met Beheer via een webbrowser. Raadpleeg De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser uu pagina 56 voor meer informatie. POP voor SMTP (PbS) 13 De gebruikersverificatiemethode wanneer e-mail via een client wordt verzonden.
Paragraaf III Bijlagen Bijlage A Bijlage B III 141 142
A Bijlage A A Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties Interface Ethernet 3 10BASE-T, 100BASE-TX Draadloos 1 IEEE 802.11b/g/n (infrastructuurmodus/ad-hocmodus) A IEEE 802.
B Bijlage B B Services gebruiken B Een service is een bron die beschikbaar is voor computers die willen afdrukken op de afdrukserver van Brother. De afdrukserver van Brother biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen): Typ HELP bij de opdrachtprompt voor een overzicht van ondersteunde opdrachten.
Bijlage B RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B Voor u het IP-adres configureert met behulp van RARP, dient u de Boot Method van de machine in te stellen op RARP. U kunt de opstartmethode wijzigen met het bedieningspaneelmenu Netwerk van de machine, met BRAdmin, Externe installatie (voor MFC-modellen) of met Beheer via een webbrowser. Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kunt u configureren met de functie Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer.
Bijlage B BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B Voor u het IP-adres configureert met behulp van BOOTP, dient u de Boot Method van de machine in te stellen op BOOTP. U kunt de opstartmethode wijzigen met het bedieningspaneelmenu Netwerk van de machine, met BRAdmin, Externe installatie (voor MFC-modellen) of met Beheer via een webbrowser. BOOTP is een alternatief voor RARP. Het voordeel van BOOTP is dat ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen worden.
Bijlage B ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres B Als u BRAdmin niet kunt gebruiken en het netwerk geen DHCP-server gebruikt, kunt u ook de opdracht ARP gebruiken. De ARP-opdracht is beschikbaar op Windows®-systemen waarop TCP/IP is geïnstalleerd, en op UNIX-systemen.
Bijlage B TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres B U kunt ook de opdracht TELNET gebruiken om het IP-adres te wijzigen. TELNET biedt een doeltreffende methode om het IP-adres van de machine te wijzigen. Er moet echter reeds een geldig IP-adres in de afdrukserver zijn geprogrammeerd. Typ TELNET bij de opdrachtprompt van de systeemprompt, waar het IP-adres van de afdrukserver is.
C Index C A F Ad-hocmodus ......................................................12, 32 AES ......................................................................... 129 AOSS™ ..............................................................27, 38 APIPA ...................................................... 37, 120, 144 APOP ...................................................................... 139 ARP .................................................................120, 145 Fabrieksinstellingen ..........
Index O W Ondersteunde protocollen en beveiligingsfuncties ................................................. 141 Open systeem ......................................................... 129 Web Services ......................................... 122, 132, 134 WEP ........................................................................ 129 WINS ....................................................................... 121 WINS Config .............................................................