Network User's Guide
Table Of Contents
- Netwerkhandleiding
- Geldige modellen
- Definities van opmerkingen
- BELANGRIJKE OPMERKING
- Inhoudsopgave
- Paragraaf I: Gebruik in een netwerk
- 1 Inleiding
- 2 De netwerkinstellingen van uw machine wijzigen
- 3 De machine voor een draadloos netwerk configureren (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- Overzicht
- Controleren welke netwerkomgeving u hebt
- Draadloze configuratie via tijdelijk gebruik van een USB-kabel (aanbevolen)
- Configuratie met behulp van de installatiewizard op het bedieningspaneel
- Configuratie met één druk op een knop via WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™
- Configuratie met behulp van de PIN-methode van WPS (Wi-Fi Protected Setup)
- Configuratie in de ad-hocmodus
- 4 Instellen via het bedieningspaneel
- Netwerkmenu
- TCP/IP
- Ethernet (alleen voor bedrade netwerken)
- Bedrade status (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDN, DCP-9020CDW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- Installatiewizard (alleen voor draadloze netwerken)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup)/AOSS™ (alleen draadloos netwerk)
- WPS (Wi-Fi Protected Setup) met PIN-code (alleen draadloos netwerk)
- WLAN-status (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- MAC-adres
- Instellen op standaard
- Bedraad inschakelen (voor DCP-9020CDW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- WLAN inschakelen
- E-mail/IFAX (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload)
- Fax naar Server (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload)
- Een nieuwe standaard instellen voor Scannen naar FTP
- Een nieuwe standaard instellen voor Scannen naar netwerk (Windows®)
- De netwerkinstellingen resetten naar de fabrieksstandaard
- Het netwerkconfiguratierapport afdrukken
- Het WLAN-rapport afdrukken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- Functietabel en standaardinstellingen
- Netwerkmenu
- 5 Beheer via een webbrowser
- Overzicht
- De instellingen van de machine configureren met Beheer via een webbrowser
- Een wachtwoord instellen
- Secure Function Lock 2.0
- Synchroniseren met een SNTP-server
- Afdruklogboek op netwerk opslaan
- De configuratie van Scannen naar FTP met een webbrowser wijzigen
- De configuratie van Scannen naar netwerk met een webbrowser wijzigen (Windows®)
- 6 Internetfax (MFC-9130CW, MFC-9140CDN, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW: kan worden gedownload)
- 7 Beveiligingsfuncties
- Overzicht
- Certificaten gebruiken ter beveiliging van de machine
- Meerdere certificaten beheren
- Uw netwerkmachine veilig beheren met SSL/TLS
- Veilig beheer met BRAdmin Professional 3 (Windows®)
- Documenten veilig afdrukken met SSL/TLS
- verzenden of een e-mail veilig ontvangen
- IEEE 802.1x-verificatie gebruiken
- 8 Problemen oplossen
- Paragraaf II: Verklarende woordenlijst Netwerk
- 9 Typen netwerkverbindingen en protocollen
- 10 De machine configureren voor een netwerk
- 11 Termen en concepten voor draadloze netwerken (voor HL-3180CDW, DCP-9015CDW, DCP-9020CDW, MFC-9130CW, MFC-9330CDW en MFC-9340CDW)
- 12 Bijkomende netwerkinstellingen van Windows®
- Types bijkomende netwerkinstellingen
- Drivers installeren die gebruikt worden voor afdrukken en scannen via Web Services (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- De installatie van drivers die gebruikt worden voor afdrukken en scannen ongedaan maken via Web Services (Windows Vista®, Windows® 7 en Windows® 8)
- Installatie voor Printen en scannen via het netwerk voor infrastructuurmodus bij gebruik van Vertical Pairing (Windows® 7 en Windows® 8)
- 13 Beveiligingsvoorschriften en -concepten
- Paragraaf III: Bijlagen
- A Bijlage A
- B Bijlage B
- Services gebruiken
- Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders)
- DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- ARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- TELNET-console gebruiken voor het configureren van het IP-adres
- Index
Index
147
C
C
A
Ad-hocmodus ......................................................12, 32
AES
......................................................................... 129
AOSS™
..............................................................27, 38
APIPA
...................................................... 37, 120, 144
APOP
...................................................................... 139
ARP
.................................................................120, 145
B
Bedieningspaneel ..................................................... 35
Beheer via een webbrowser
............................ 3, 8, 99
Beveiligingsvoorschriften
........................................ 137
BINARY_P1
............................................................ 142
BOOTP
...........................................................120, 144
BRAdmin Light
........................................................3, 5
BRAdmin Professional 3
................................ 3, 8, 101
BRNxxxxxxxxxxxx
................................................... 142
BRNxxxxxxxxxxxx_AT
............................................ 142
BRPrint Auditor
........................................................... 9
C
CA ........................................................................... 137
CA-certificaat
.......................................................... 137
Certificaat
..........................................................85, 137
CIFS
........................................................................ 123
CKIP
........................................................................ 131
Cryptosysteem met gedeelde sleutel
...................... 137
Cryptosysteem met openbare sleutel
..................... 137
CSR
........................................................................ 137
Custom Raw Port
.................................................... 121
D
DHCP ..............................................................120, 142
Digitale handtekening
............................................. 137
DNS-client
............................................................... 121
DNS-server
............................................................... 37
Draadloos netwerk
............................................10, 128
E
EAP-FAST .............................................................. 126
EAP-MD5
................................................................ 126
EAP-TLS
................................................................. 127
EAP-TTLS
............................................................... 127
Encryptie
................................................................. 129
Ethernet
.................................................................... 38
Externe installatie
........................................................ 3
F
Fabrieksinstellingen .................................................. 46
FTP
...................................................................69, 122
G
Gateway .................................................................... 36
Gedeelde sleutel
..................................................... 129
H
HTTP .................................................................55, 122
HTTPS
..............................................................99, 138
I
IEEE 802.1x ............................................... 15, 18, 126
Infrastructuurmodus
.................................................. 11
IP-adres
............................................................36, 124
IPP
.......................................................................... 121
IPPS
................................................................102, 138
IPv6
...................................................................37, 123
K
Kanalen ................................................................... 128
L
LEAP ....................................................................... 126
LLMNR
.................................................................... 122
LPR/LPD
................................................................. 121
M
MAC-adres .....................................6, 7, 8, 36, 39, 47,
............................................... 133, 142, 143, 144, 145
mDNS
..................................................................... 121
N
Naam van knooppunt ................................................ 36
NetBIOS-naamresolutie
.......................................... 121
Netwerk, gedeelde printer
....................................... 119
Netwerkconfiguratierapport
....................................... 47
Netwerkinstellingen resetten
..................................... 46
Netwerksleutel
........................................................ 130