Ingebouwde multiprotocol en multifunctionele Ethernetafdrukserver en draadloze (IEEE 802.11b/g) multifunctionele Ethernetafdrukserver NETWERKHANDLEIDING MFC-9840CDW Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat op uw netwerk gaat gebruiken. U kunt deze handleiding vanaf de cd-rom in HTML-formaat bekijken. Bewaar de cd-rom op een veilige plaats, zodat u deze wanneer nodig snel kunt raadplegen.
Definitie van Waarschuwing, Let op en Opmerking In deze handleiding worden de volgende aanduidingen gebruikt: Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde situatie moet reageren of geven tips over de werking van een handeling in combinatie met andere functies. Handelsmerken Brother en het Brother-logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken en BRAdmin Light en BRAdmin Professional zijn handelsmerken van Brother Industries, Ltd. UNIX is een wettig gedeponeerd handelsmerk van The Open Group.
BELANGRIJKE OPMERKING Dit product is goedgekeurd voor gebruik in alleen het land waar het gekocht is. Gebruik dit product alleen in het land van aankoop; bij gebruik in een ander land kunnen de voorschriften voor draadloze telecommunicatie en elektrische voeding overtreden worden. Windows® XP staat in dit document voor Windows® XP Professional, Windows® XP Professional x64 Edition en Windows® XP Home Edition.
Nummers van Brother BELANGRIJK Voor technische ondersteuning en hulp bij de bediening van de machine dient u het land waar u de machine hebt gekocht te bellen. Er dient vanuit dat land te worden gebeld. Klantendienst In de Verenigde Staten 1-800-284-4329 In Canada 1-877-BROTHER In Europa Kijk op http://www.brother.com of neem contact op met uw plaatselijke Brotherkantoor voor nadere informatie.
Brother fax-back system (USA) Brother has set up an easy-to-use fax-back system so you can get instant answers to common technical questions and information about all our products. This is available 24 hours a day, seven days a week. You can use the system to send the information to any fax machine. Call the number below and follow the recorded instructions to receive a fax about how to use the system and an Index of the subjects you can get information about.
Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 Overzicht....................................................................................................................................................1 Netwerkfuncties .........................................................................................................................................3 Afdrukken in een netwerk ....................................................................................................................3 Scannen in een netwerk .
De instellingen van de afdrukserver wijzigen...........................................................................................30 BRAdmin Professional gebruiken om de draadloze instellingen te wijzigen (voor Windows®) .........30 Het bedieningspaneel gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen ......................31 Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen ..................................
7 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) 105 Overzicht................................................................................................................................................105 Aansluitingsmethoden ...........................................................................................................................105 Peer-to-peer ....................................................................................................................................
13 Internetfaxen 124 Overzicht................................................................................................................................................124 De verbinding instellen ....................................................................................................................124 Toetsfuncties op het bedieningspaneel ...........................................................................................125 Een fax via internet verzenden .......................
A Appendix A 168 Services gebruiken ................................................................................................................................168 Andere manieren om het IP-adres in te stellen (voor geavanceerde gebruikers en beheerders) ................................................................................168 DHCP gebruiken voor het configureren van het IP-adres ...............................................................
1 Inleiding 1 1 Overzicht 1 Deze machine van Brother heeft een ingebouwde netwerkafdrukserver en kan worden gedeeld op een 10/100 MB bedraad of IIEEE 802.11b/802.11g draadloos Ethernetnetwerk. De afdrukserver ondersteunt diverse functies en verbindingsmethoden, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt op een netwerk dat TCP/IP ondersteunt. Deze functies zijn onder meer afdrukken, scannen, PC-Fax verzenden, PC-Fax ontvangen, Remote Setup en statusvenster.
Inleiding Vanwege deze factoren is draadloos niet altijd de beste verbindingsmethode voor alle documenttypen en applicaties. Als u grote bestanden afdrukt, zoals lange documenten met een combinatie van tekst en grote grafische afbeeldingen, is de bedrade Ethernetmethode wellicht sneller. Met USB worden de gegevens het snelste overgedragen. De MFC-9840CDW van Brother kan weliswaar in zowel een bedraad als een draadloos netwerk worden gebruikt, maar u kunt slechts een van deze methoden tegelijk gebruiken.
Inleiding Netwerkfuncties 1 1 De machine van Brother heeft de volgende algemene netwerkfuncties. Afdrukken in een netwerk 1 De afdrukserver biedt afdrukservices voor Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003 met ondersteuning van de TCP/IP-protocollen en voor Macintosh® (Mac OS® X 10.2.4 of recenter) met ondersteuning van TCP/IP. Scannen in een netwerk 1 U kunt documenten over het netwerk naar uw computer scannen (raadpleeg Netwerkscannen in de softwarehandleiding).
Inleiding BRAdmin Professional (voor Windows®) 1 1 BRAdmin Professional is een hulpprogramma dat meer geavanceerde functies biedt voor het beheren van op een netwerk aangesloten apparaten van Brother. Het programma kan tevens worden gebruikt om op uw netwerk te zoeken naar producten van Brother, voor het weergeven van de status en voor het configureren van algemene netwerkinstellingen, zoals het IP-adres van een computer waarop een Windows®-systeem draait.
Inleiding Typen netwerkverbinding 1 1 Voorbeeld van netwerkverbinding 1 Over het algemeen zijn er twee soorten netwerkverbinding: een peer-to-peer omgeving en een op het netwerk gedeelde omgeving. Peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 1 In een peer-to-peer omgeving kan elke computer rechtstreeks gegevens uitwisselen met alle apparaten. Er is geen centrale server die toegang tot bestanden en het delen van printers beheert.
Inleiding Op een netwerk gedeelde printer 1 1 In een gedeelde netwerkomgeving stuurt elke computer gegevens via een centraal beheerde computer. Een dergelijke computer wordt vaak een 'server' of een 'afdrukserver' genoemd. Hij beheert het afdrukken van alle taken. 1 Client-computer 2 Ook wel 'server' of 'afdrukserver' genoemd 3 TCP/IP of USB (waar beschikbaar) 4 Printer (uw machine) In een groter netwerk bevelen wij de op het netwerk gedeelde afdrukmethode aan.
Inleiding Voorbeeld van draadloze netwerkverbinding 1 1 Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, met een toegangspoort in het netwerk (infrastructuurmodus) 1 Bij dit type netwerk is een centrale toegangspoort het hart van het netwerk. Deze toegangspoort kan tevens fungeren als bridge of gateway naar een bedraad netwerk. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken via een toegangspoort.
Inleiding Er is een toegangspoort in het netwerk, maar de computer ondersteunt geen draadloze functies 1 Bij dit type netwerk is een centrale toegangspoort het hart van het netwerk. De toegangspoort is aangesloten op een computer die met de Ethernetkabel geen draadloze functies ondersteunt. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken via een toegangspoort.
Inleiding Protocollen 1 1 TCP/IP-protocollen en functies 1 Protocollen zijn gestandaardiseerde sets regels volgens welke gegevens over een netwerk worden overdragen. Protocollen bieden de gebruiker toegang tot op het netwerk aangesloten apparaten. De afdrukserver die met dit Brother-product wordt gebruikt, ondersteunt het TCP/IP-protocol (TCP/IP = Transmission Control Protocol/Internet Protocol).
Inleiding IPP 1 1 Het Internet Printing Protocol (IPP versie 1.0) stelt u in staat documenten via het internet rechtstreeks naar een beschikbare printer af te drukken. mDNS 1 Met mDNS kan een afdrukserver van Brother zichzelf automatisch configureren, zodat hij in een Applesysteem kan werken dat met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X is ingesteld. (Mac OS® X 10.2.4 of recenter).
Inleiding IPv6 1 1 Deze machine is compatibel met IPv6, het internetprotocol van de nieuwe generatie. Kijk voor meer informatie over het IPv6-protocol op http://solutions.brother.com.
2 De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Overzicht 2 2 2 Voordat u de machine van Brother op uw netwerk gaat gebruiken, moet u eerst de software van Brother installeren en de TCP/IP-netwerkinstellingen op de machine zelf configureren. Wij raden u aan hiervoor het automatische installatieprogramma op de cd-rom van Brother te gebruiken, aangezien dit programma u door de installatie van de software en netwerkbenodigdheden leidt.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Als er geen DHCP/BOOTP/RARP-server beschikbaar is, zal het APIPA-protocol automatisch een IP-adres binnen het bereik 169.254.1.0 t/m 169.254.254.255 toewijzen. Raadpleeg APIPA gebruiken voor het configureren van het IP-adres op pagina 170 voor meer informatie over APIPA. Wanneer het APIPA-protocol is uitgeschakeld, is het IP-adres voor een afdrukserver van Brother 192.0.0.192.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Het IP-adres en subnetmasker instellen 2 BRAdmin Light gebruiken om de netwerkprinter te configureren 2 BRAdmin Light 2 BRAdmin Light wordt gebruikt voor de voorbereidende installatie van op het netwerk aangesloten apparaten van Brother.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding c Dubbelklik op het niet-geconfigureerde apparaat. Windows® Macintosh® 2 Opmerking • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP/BOOTP/RARP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Light als niet geconfigureerd weergegeven. • U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Het bedieningspaneel gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren 2 U kunt de machine via het LAN-menu van het bedieningspaneel voor een netwerk configureren. Raadpleeg Instellen via het bedieningspaneel op pagina 77. Andere methodes gebruiken om de machine voor een netwerk te configureren 2 2 U kunt de machine ook met andere methoden voor een netwerk configureren.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding De instellingen van de afdrukserver wijzigen 2 BRAdmin Light gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen a 2 Start BRAdmin Light. Bij gebruik van Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003 Klik op Start / Alle programma's 1/ Brother / BRAdmin Light / BRAdmin Light. 1 Programma’s bij gebruik van Windows® 2000 Bij gebruik van Mac OS® X 10.2.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Beheer via een webbrowser gebruiken om de afdruk-/scaninstellingen te wijzigen 2 Wanneer u de instellingen van de afdrukserver wilt wijzigen met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaard webbrowser gebruiken. Opmerking • Wij raden u aan Microsoft Internet Explorer 6.0® (of recenter) of Firefox ® 1.0 (of recenter) voor Windows® en Safari™ 1.0 voor Macintosh® te gebruiken.
De machine configureren voor een netwerk met een Ethernetkabelverbinding Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen (niet beschikbaar voor Windows Server® 2003) 2 Remote Setup voor Windows® 2 Met de software Remote Setup kunt u de netwerkinstellingen configureren via een Windows®-applicatie. Wanneer u deze applicatie opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar de pc gedownload en op het computerscherm weergegeven.
3 De machine voor een draadloos netwerk configureren 3 Overzicht 3 Als u de machine op een draadloos netwerk wilt aansluiten, volgt u de stappen in de installatiehandleiding. Wij raden u aan de installatiewizard in het menu LAN van het bedieningspaneel van de machine te gebruiken. Met deze methode kunt u de machine makkelijk op het draadloze netwerk aansluiten. Volg de instructies in de meegeleverde installatiehandleiding.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Aangesloten op een computer die draadloze functies ondersteunt, zonder een toegangspoort in het netwerk (ad-hoc modus) 3 Dit type netwerk heeft geen centrale toegangspoort. De draadloze clients communiceren rechtstreeks met elkaar. Wanneer het draadloze apparaat van Brother (uw machine) deel uitmaakt van dit netwerk, ontvangt het alle afdruktaken rechtstreeks van de computer die de gegevens verzendt.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Controleren welke netwerkomgeving u hebt 3 De installatieprocedure varieert, afhankelijk van uw netwerkomgeving. Configureren met gebruik van SecureEasySetup™ 3 Als uw draadloze toegangspoort(A) SecureEasySetup™ ondersteunt, hebt u geen computer nodig om de printer te configureren. De toegangspoort (router) en uw machine kunnen automatisch onderhandelen met gebruik van de procedure SecureEasySetup™.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Configureren met gebruik van een draadloze computer 3 Als u een computer met draadloze functies hebt, moet u de draadloze instellingen van de computer op de ad-hoc modus instellen, zodat u rechtstreeks verbinding met de machine kunt maken om deze te configureren.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Verificatie en versleuteling 3 De meeste draadloze netwerken gebruiken bepaalde beveiligingsinstellingen. Deze beveiligingsinstellingen bepalen de verificatie (de manier waarop het apparaat zich bij het netwerk bekend maakt) en de versleuteling (de manier waarop de gegevens worden versleuteld wanneer deze over het netwerk worden verstuurd).
De machine voor een draadloos netwerk configureren Netwerksleutel 3 Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels: Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. 64 (40) bits ASCII: 3 Gebruikt 5 letters. Bijv. "WLLAN" (hoofdlettergevoelig) 64 (40) bits hexadecimaal: Gebruikt 10 hexadecimale tekens. Bijv. "71f2234aba" 128 (104) bits ASCII: Gebruikt 13 letters. Bijv.
De machine voor een draadloos netwerk configureren De machine voor een draadloos netwerk configureren 3 U kunt de draadloze netwerkmachine op drie manieren configureren: met het bedieningspaneel van de machine (aanbevolen), met de software SecureEasySetup™ en met het automatische installatieprogramma op de cd-rom. De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken 3 U kunt de afdrukserver configureren met gebruik van de functie Inst. Wizard.
De machine voor een draadloos netwerk configureren i Selecteer met a of b. Druk op OK. Ga naar j. j Geef een nieuwe SSID op. (Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 185 voor informatie over het invoeren van tekst.) Druk op OK. k Druk op a of b om Infrastructure te selecteren. Druk op OK. Ga naar l. Ga naar m als u Ad-hoc selecteert. l Selecteer de verificatiemethode met gebruik van a of b en druk op OK. Ga naar stap m als u Open systeem selecteert.
De machine voor een draadloos netwerk configureren De software SecureEasySetup™ gebruiken om de machine voor een draadloos netwerk te configureren 3 Het is makkelijker om het draadloze netwerk met de software SecureEasySetup™ te configureren dan om dit handmatig te doen. U kunt het draadloze netwerk met een druk op de knop van de draadloze router of toegangspoort instellen en beveiligen. De router of toegangspoort moet echter wel SecureEasySetup™ ondersteunen.
De machine voor een draadloos netwerk configureren h Als de volgende melding wordt weergegeven, drukt u op a of b om Aan te selecteren, waarna u op OK drukt. Deze instelling schakelt de bedrade netwerkinterface uit. 72.WLAN WLAN Activeren ? a Aan b Uit Select. ab of OK i 3 De draadloze netwerkverbindingsstatus met gebruik van SecureEasySetup™ wordt weergegeven: Bezig Verb. WLAN, Verbonden of Verbinding NG. Bezig Verb.
De machine voor een draadloos netwerk configureren De instellingen van de afdrukserver wijzigen 3 Nadat u de machine voor een draadloos netwerk hebt geconfigureerd, kunt u de draadloze instellingen wijzigen met behulp van BRAdmin Professional, de software Remote Setup of het bedieningspaneel aan de voorzijde van de machine van Brother.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Opmerking • Als de afdrukserver is ingesteld op de standaardinstellingen en er geen DHCP/BOOTP/RARP-server wordt gebruikt, wordt het apparaat op het scherm van BRAdmin Professional weergegeven als APIPA. • U kunt de knooppuntnaam en het Ethernetadres (hierboven Adres van knooppunt) vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken.
De machine voor een draadloos netwerk configureren Remote Setup gebruiken om de instellingen van de afdrukserver te wijzigen 3 Remote Setup voor Windows® 3 Met de software Remote Setup kunt u de netwerkinstellingen configureren vanaf een Windows®-computer. Wanneer u deze applicatie opent, worden de instellingen van de machine automatisch naar de pc gedownload en op het computerscherm weergegeven. Als u de instellingen wijzigt, kunt u ze rechtstreeks naar de machine uploaden.
4 Draadloze configuratie voor Windows® 4 Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met gebruik van het automatische installatieprogramma voor Windows®, dat staat op de cd-rom die Brother met de machine heeft geleverd. U kunt de machine ook via het bedieningspaneel instellen en dat is de methode die wij aanbevolen. Raadpleeg de installatiehandleiding of De machine voor een draadloos netwerk configureren op pagina 20.
Draadloze configuratie voor Windows® e Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Andere drivers of programma's installeren. 4 Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma start.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. f Klik op Setup Wizard draadloze LAN.
Draadloze configuratie voor Windows® g Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. 4 h Selecteer Handmatig en klik op de knop Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® i Het raadzaam om het draadloze apparaat van Brother voor het configureren tijdelijk met een netwerkkabel op een vrije poort van uw toegangspoort, hub of router aan te sluiten. Als u tijdelijk via een netwerkkabel verbinding kunt maken: Selecteer Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik op Volgende. Ga naar j.
Draadloze configuratie voor Windows® k Als u de optie Deze computer heeft draadloze functies hebt geselecteerd, moet u ook het vakje Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus selecteren. Klik daarna op Volgende. Ga naar l. 4 Als u een bedrade computer gebruikt, selecteert u De computer maakt via een netwerkkabel verbinding met het draadloze netwerk, waarna u de draadloze instellingen via het bedieningspaneel moet configureren.
Draadloze configuratie voor Windows® l U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten nadat de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten. Keer daarna terug naar stap 4 en ga verder met de installatie, maar sla stap 11, 12 en 13 over. • Bij gebruik van Windows® Vista™: Volg de onderstaande stappen voor het tijdelijk wijzigen van de draadloze instellingen op de computer: 1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
Draadloze configuratie voor Windows® n De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de toegangspoort en de machine aanstaan en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 4 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar xxxx de naam van uw model is) is BRNxxxxxx of BRWxxxxxx (xxxxxx zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). o De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als uw toegangspoort de SSID niet doorgeeft, kunt u deze handmatig toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer. • Is de lijst leeg, controleer dan of de voeding van de toegangspoort is ingeschakeld en of deze de SSID doorgeeft, en controleer vervolgens of de machine en de toegangspoort zich binnen het bereik voor draadloze communicatie bevinden. Klik vervolgens op Vernieuwen.
Draadloze configuratie voor Windows® q Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze machine van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Selecteer de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® s Volg de instructies op uw computerscherm. Als u bij i de optie Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten selecteert: Koppel de netwerkkabel tussen de toegangspoort (hub of router) en de machine los en klik op Volgende. Ga naar t.
Draadloze configuratie voor Windows® t De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u MFL-Pro Suite installeren in het menu van de cd-rom.
Draadloze configuratie voor Windows® Configureren met een toegangspoort die SecureEasySetup™ ondersteunt Voor Windows® 2000/XP of Windows Vista™ 4 4 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 7, 0 voor Factory Reset, Herstel en kies Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma start.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. f Klik op Setup Wizard draadloze LAN. 4 g Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. h Selecteer het volgende en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® i Lees de melding op uw scherm en klik op Volgende. 4 j Raadpleeg de handleiding van uw toegangspoort voor informatie over het instellen van de modus SecureEasySetup™ op uw toegangspoort. k Zet de machine in de modus SecureEasySetup™. Druk op Menu, 7, 2, 3 voor SecurEasySetup. Opmerking Als op het LCD de melding Verbinding NG wordt weergegeven, moet u het opnieuw proberen. l Klik op Voltooien. m n De configuratie is nu voltooid.
Draadloze configuratie voor Windows® Configureren in ad-hoc modus 4 Voor Windows® 2000 Professional/XP of Windows Vista™ 4 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 7, 0 voor Factory Reset, Herstel en kies Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking Als dit venster niet wordt weergegeven, gebruikt u Windows® Verkenner om het programma start.exe uit te voeren via de hoofdmap van Brothers cd-rom. f Klik op Setup Wizard draadloze LAN. 4 g Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. h Selecteer Handmatig en klik op de knop Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® i Selecteer Ik kan mijn apparaat niet met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten. Klik op Volgende. 4 j Selecteer Deze computer heeft draadloze functies en controleer dat Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus niet is geselecteerd. Klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® k U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als u wordt gevraagd de computer opnieuw op te starten nadat de draadloze instellingen zijn gewijzigd, moet u de computer opnieuw opstarten. Keer daarna terug naar stap 4 en ga verder met de installatie, maar sla stap 9, 10 en 11 over. • Bij gebruik van Windows® Vista™: Volg de onderstaande stappen voor het tijdelijk wijzigen van de draadloze instellingen op de computer: 1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm.
Draadloze configuratie voor Windows® m De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de machine aanstaat en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 4 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar xxxx de naam van uw model is) is BRWxxxxxx (xxxxxx zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). n De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Windows® Opmerking • Als uw ad-hoc doelnetwerk de SSID-naam niet doorgeeft en niet in de lijst wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen om dit handmatig toe te voegen. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het nummer van het Kanaal. • Als de lijst leeg is, moet u controleren of de machine zich binnen het bereik van draadloze communicatie bevindt. Klik vervolgens op Vernieuwen.
Draadloze configuratie voor Windows® p Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze machine van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Selecteer de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Windows® r Klik op Volgende. De instellingen worden naar de machine gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt. 4 Opmerking Als u het IP-adres van de machine handmatig wilt wijzigen, klikt u op IP-adres wijzigen en geeft u de benodigde IP-instellingen voor uw netwerk op. s Om te communiceren met het geconfigureerde draadloze apparaat, moet u de computer met dezelfde draadloze instellingen configureren.
Draadloze configuratie voor Windows® t De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u MFL-Pro Suite installeren in het menu van de cd-rom.
5 Draadloze configuratie voor Macintosh® 5 Hieronder wordt uitgelegd hoe u de machine van Brother in een netwerkomgeving kunt installeren met gebruik van het automatische installatieprogramma voor Macintosh®, dat staat op de cd-rom die Brother met de machine heeft geleverd. U kunt de machine ook via het bedieningspaneel instellen en dat is de methode die wij aanbevolen. Raadpleeg de installatiehandleiding of De machine voor een draadloos netwerk configureren op pagina 20.
Draadloze configuratie voor Macintosh® f Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. 5 g Selecteer Handmatig en klik op de knop Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® h Het raadzaam om het draadloze apparaat van Brother voor het configureren tijdelijk met een netwerkkabel op een vrije poort van uw toegangspoort, hub of router aan te sluiten. Als u tijdelijk via een netwerkkabel verbinding kunt maken: Selecteer Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten en klik op Volgende. Ga naar f.
Draadloze configuratie voor Macintosh® j Als u de optie Deze computer heeft draadloze functies hebt geselecteerd, moet u ook het vakje Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus selecteren. Klik daarna op Volgende. Ga naar k. 5 Als u een bedrade computer gebruikt, selecteert u De computer maakt via een netwerkkabel verbinding met het draadloze netwerk, waarna u de draadloze instellingen via het bedieningspaneel moet configureren.
Draadloze configuratie voor Macintosh® k U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® m De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de toegangspoort en de machine aanstaan en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. 5 Opmerking De standaardnaam van de NC-xxxx (waar xxxx de naam van uw model is) is BRNxxxxxx of BRWxxxxxx (xxxxxx zijn de laatste zes cijfers van het Ethernetadres). n De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Opmerking • Als uw toegangspoort de SSID niet doorgeeft, kunt u deze handmatig toevoegen door op de knop Toevoegen te klikken. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het kanaalnummer. • Is de lijst leeg, controleer dan of de voeding van de toegangspoort is ingeschakeld en of deze de SSID doorgeeft, en controleer vervolgens of de machine en de toegangspoort zich binnen het bereik voor draadloze communicatie bevinden. Klik vervolgens op Vernieuwen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® p Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, wordt het volgende scherm weergegeven. Let er bij het configureren van de draadloze machine van Brother op, dat de configuratie overeenkomt met de instellingen van verificatie en versleuteling die op uw bestaande draadloze netwerk worden gebruikt. Selecteer de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® r Volg de instructies op uw computerscherm. Als u bij h de optie Ik kan mijn apparaat tijdelijk met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten selecteert: Koppel de netwerkkabel tussen de toegangspoort (hub of router) en de machine los en klik op Volgende. Ga naar s.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Configureren met een toegangspoort die SecureEasySetup™ ondersteunt Voor Mac OS®X 10.2.4 of recenter 5 5 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 7, 0 voor Factory Reset, Herstel en kies Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Macintosh® f Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. 5 g Selecteer het volgende en klik op Volgende. h Lees de melding op uw scherm en klik op Volgende. i Raadpleeg de handleiding van uw toegangspoort voor informatie over het instellen van de modus SecureEasySetup™ op uw toegangspoort.
Draadloze configuratie voor Macintosh® j Zet de machine in de modus SecureEasySetup™. Druk op Menu, 7, 2, 3 voor SecurEasySetup. Opmerking Als op het LCD de melding Verbinding NG wordt weergegeven, moet u het opnieuw proberen. k Klik op Voltooien. 5 l m De configuratie is nu voltooid. Zet de machine weer op een plaats binnen het bereik van de toegangspoort. De draadloze installatie is nu voltooid.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Configureren in ad-hoc modus 5 Voor Mac OS®X 10.2.4 of recenter 5 BELANGRIJK Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LANinstellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Druk op Menu, 7, 0 voor Factory Reset, Herstel en kies Ja om de wijziging te accepteren. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.
Draadloze configuratie voor Macintosh® f Lees de Belangrijke boodschap en klik op Volgende. 5 g Selecteer Handmatig en klik op de knop Volgende. h Selecteer Ik kan mijn apparaat niet met een netwerkkabel op de toegangspoort aansluiten. Klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® i Selecteer Deze computer heeft draadloze functies en controleer dat Ik gebruik een toegangspoort in infrastructuurmodus niet is geselecteerd. Klik op Volgende. 5 j U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals de SSID of het kanaal op de computer. U hebt deze nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de pc te herstellen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® k Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze machine, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de machine die op het scherm worden weergegeven. Klik op Volgende. 5 l De volgende lijst wordt geopend. Is de lijst leeg, controleer dan dat de machine aanstaat en klik op Vernieuwen. Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Opmerking • Als uw ad-hoc doelnetwerk de SSID-naam niet doorgeeft en niet in de lijst wordt weergegeven, klikt u op Toevoegen om dit handmatig toe te voegen. Volg de instructies voor het invoeren van de Naam (SSID) en het nummer van het Kanaal. • Als de lijst leeg is, moet u controleren of de machine zich binnen het bereik van draadloze communicatie bevindt. Klik vervolgens op Vernieuwen.
Draadloze configuratie voor Macintosh® Opmerking • Als u meer dan een WEP-sleutel wilt instellen, klikt u op Geavanceerd. • Als u de verificatie- of versleutelingsinstellingen van uw netwerk niet kent, moet u de netwerkbeheerder om deze gegevens vragen. p Geef een nieuwe SSID-naam op en selecteer de Verificatiemethode en Versleutelingsmodus in de keuzelijsten van deze vakjes. Toets vervolgens de Netwerksleutel in en klik op Volgende.
Draadloze configuratie voor Macintosh® r Om te communiceren met het geconfigureerde draadloze apparaat, moet u de computer met dezelfde draadloze instellingen configureren. Wijzig de instellingen op de computer, zodat deze hetzelfde zijn als de draadloze instellingen op dit scherm. Klik op Volgende. (De instellingen in dit scherm zijn slechts een voorbeeld. Uw eigen instellingen zullen anders zijn.) 5 s De draadloze installatie is nu voltooid. Klik op Voltooien.
6 Instellen via het bedieningspaneel 6 LAN-menu 6 U moet eerst de correcte TCP/IP-instellingen configureren, pas dan kunt u het product van Brother in een netwerkomgeving gebruiken. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de netwerkinstellingen kunt configureren via het bedieningspaneel aan de voorzijde van de machine. U kunt de machine van Brother via het menu LAN van het bedieningspaneel voor uw netwerk configureren. Druk op Menu en dan op a of b om LAN te selecteren.
Instellen via het bedieningspaneel d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om BOOT Method te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Autom., Statisch, RARP, BOOTP of DHCP te selecteren. Druk op OK. Als u Autom., RARP, BOOTP of DHCP kiest, gaat u naar g. Als u Statisch selecteert, gaat u naar h. g Geef aan hoe vaak de machine moet proberen om het IP-adres te verkrijgen. Wij raden u aan 3 keer of meer in te voeren. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen.
Instellen via het bedieningspaneel IP Address 6 In dit veld verschijnt het huidige IP-adres van de machine. Als u de statische opstartmethode hebt gekozen, voert u nu het IP-adres in dat u aan de machine wilt toewijzen (vraag uw netwerkbeheerder welk IP-adres u mag gebruiken). Als u een andere opstartmethode hebt gekozen, zal de machine proberen om het IP-adres te bepalen via het DHCP- of BOOTP-protocol.
Instellen via het bedieningspaneel g Voer het adres van het subnetmasker in. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen. Gateway 6 In dit veld verschijnt het adres van de huidige gateway of router van de machine. Als u DHCP of BOOTP niet gebruikt om het gateway- of routeradres op te vragen, kunt u het gewenste adres zelf opgeven. Als u geen gateway of router hebt, mag u in dit veld niets invullen. Vraag uw netwerkbeheerder als u niet zeker bent. a b Druk op Menu.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om Knooppunt naam te selecteren. Druk op OK. f g Druk op 1 om Wijzig instell te selecteren. h Druk op Stop/Eindigen. Voer de naam van het knooppunt in. Druk op OK. WINS Config 6 De selectie in dit veld bepaalt hoe de machine het IP-adres van de WINS-server krijgt. a b Druk op Menu. c (Voor bedraad) Druk op a of b om BEDRAAD te selecteren. (Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel WINS Server 6 IP-adres van primaire WINS-server 6 In dit veld verschijnt het IP-adres van de primaire WINS-server (Windows® Internet Naming Service). Als er een waarde anders dan nul is ingesteld, neemt de machine contact op met deze server om de naam te registreren bij de Windows® Internet Name Service. IP-adres van secundaire WINS-server 6 Dit veld specificeert het IP-adres van de secundaire WINS-server.
Instellen via het bedieningspaneel a b Druk op Menu. c (Voor bedraad) Druk op a of b om BEDRAAD te selecteren. (Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om DNS Server te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Primary of Secondary te selecteren. Druk op OK. g h Druk op 1 om Wijzig instell te selecteren. i Druk op Stop/Eindigen. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel IPv6 6 Deze machine is compatibel met IPv6, het internetprotocol van de nieuwe generatie. Als u het IPv6-protocol wilt gebruiken, selecteert u Aan. De standaardinstelling voor IPv6 is Uit. Kijk voor meer informatie over het IPv6-protocol op http://solutions.brother.com. a b Druk op Menu. c (Voor bedraad) Druk op a of b om BEDRAAD te selecteren. (Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om TCP/IP te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Ethernet (alleen voor bedrade netwerken) 6 Ethernet-verbindingsmodus. Met de optie Auto kan de afdrukserver middels automatische onderhandelingen in 100BASE-TX full of half duplex of in 10BASE-T full of half duplex werken. U kunt de verbindingsmodus van de server vast instellen op 100BASE-TX Full Duplex (100B-FD) of Half Duplex (100B-HD) en 10BASE-T Full Duplex (10B-FD) of Half Duplex (10B-HD).
Instellen via het bedieningspaneel Status WLAN (alleen voor draadloze netwerken) 6 Status 6 Dit veld toont de huidige status van het draadloze netwerk: Actief (11b), Actief (11g), Bedrade LAN act., WLAN UIT of Verbinding NG. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Status WLAN te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Status te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel SSID 6 Dit veld toont de huidige SSID van het draadloze netwerk. Er worden maximaal 32 tekens van de SSID-naam weergegeven. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Status WLAN te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om SSID te selecteren. Druk op OK. f g De huidige SSID van het draadloze netwerk wordt weergegeven. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. 6 Druk op Stop/Eindigen. Comm.
Instellen via het bedieningspaneel Standaard inst 6 Met de optie Standaard inst kunt u de standaardwaarden van de bedrade of draadloze instellingen herstellen. Raadpleeg De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen op pagina 103 als u zowel de bedrade als de draadloze instellingen wilt herstellen. a b Druk op Menu. c (Voor bedraad) Druk op a of b om BEDRAAD te selecteren. (Voor draadloos) Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel WLAN Activeren (alleen voor draadloze netwerken) 6 Als u de draadloze netwerkverbinding wilt gebruiken, stelt u WLAN Activeren in op Aan. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om WLAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om WLAN Activeren te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel SMTP Server 6 In dit veld verschijnt de knooppuntnaam of het IP-adres van een SMTP-mailserver (uitgaande e-mailserver) op uw netwerk. (Bijv. mailhost.brothermail.net of 192.000.000.001) a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Internet te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om SMTP Server te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Aut. voor SMTP 6 U kunt een beveiligingsmethode voor e-mailwaarschuwingen specificeren. Raadpleeg Beveiligingsmethoden voor berichtgeving op pagina 133 voor nadere informatie over beveiligingsmethoden voor emailwaarschuwingen. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Internet te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Aut. voor SMTP te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om POP3 Server te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Naam? of IP Address ? te selecteren. Druk op OK. g Voer het POP3-serveradres in. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen. POP3-poort 6 In dit veld staat het POP3-poortnummer (voor inkomende e-mail) dat de machine van Brother gebruikt. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Internet te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Mailbox Wachtw 6 U kunt een wachtwoord specificeren op de POP3-server, waar de internetafdruktaken moeten worden opgevraagd. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Internet te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Mailbox Wachtw te selecteren. Druk op OK. f Voer het gebruikerswachtwoord in dat is toegewezen aan de machine die zich op de POP3-server zal aanmelden.
Instellen via het bedieningspaneel Setup Mail RX (in het menu IFAX instellen) 6 Dit menu heeft vijf opties: Auto Polling, Poll Frequency, Header, Del Error Mail en Notification. Auto Polling 6 Als u Aan hebt geselecteerd, controleert de machine automatisch of er nieuwe berichten op de POP3-server staan. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel Header 6 Met deze optie wordt ook de inhoud van de kopregel van het ontvangen bericht afgedrukt. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Header te selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om LAN te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Alle of Onderw.+Van+Aan of Geen te selecteren. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen.
Instellen via het bedieningspaneel Notification 6 De notificatiefunctie stuurt het verzendende station een ontvangstbevestiging zodra de I-fax is ontvangen. Deze functie werkt alleen op I-faxmachines die de MDN-specificatie ondersteunen. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om IFAX instellen te selecteren. Druk op OK. d Druk op a of b om Setup Mail RX te selecteren. Druk op OK. e Druk op a of b om Notification te selecteren. Druk op OK. f Druk op a of b om Aan, MDN of Uit te selecteren.
Instellen via het bedieningspaneel g Voer de informatie over het onderwerp in. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen. Size Limit 6 Niet alle e-mailservers laten toe dat u grote e-maildocumenten verzendt (de systeembeheerder bepaalt vaak een maximumgrootte voor de e-mailberichten). Wanneer deze functie is geactiveerd, wordt de melding Geheugen vol weergegeven als u een document wilt e-mailen dat groter is dan 1 MB. Het document wordt niet verzonden en er wordt een foutrapport afgedrukt.
Instellen via het bedieningspaneel f Druk op a of b om Aan of Uit te selecteren. Druk op OK. g Druk op Stop/Eindigen. Setup Relay (in het menu IFAX instellen) 6 Dit menu heeft drie opties Rly Broadcast, Relay Domain en Relay Report. Raadpleeg Relay Broadcasting op pagina 127 in deze handleiding voor meer informatie hierover. Rly Broadcast 6 Met deze functie kan de machine een document via internet ontvangen en dit document via traditionele analoge telefoonlijnen naar andere faxmachines doorzenden.
Instellen via het bedieningspaneel f Druk op a of b om Relay (01 - 10) te selecteren. Druk op OK. g Voer de naam in van het domein dat een relay broadcast kan aanvragen. Druk op OK. h Druk op Stop/Eindigen. Relay Report 6 Op de machine die dienst doet als relay-station voor alle relay broadcasts, kan een relay-rapport worden afgedrukt. De belangrijkste functie is om rapporten af te drukken over relay broadcasts die via de machine zijn doorgegeven.
Instellen via het bedieningspaneel e Druk op a of b om PDF of JPEG te selecteren als u in d 150 dpi 16kl, 300 dpi 16kl of 600 dpi 16kl hebt geselecteerd. Druk op a of b om PDF of TIFF te selecteren als u in d 200 dpi Z&W of 200x100 dpi Z&W hebt geselecteerd. Druk op OK. f Druk op Stop/Eindigen. Opmerking Raadpleeg het hoofdstuk Netwerkscannen in de softwarehandleiding op de cd-rom voor informatie over het gebruik van Scan n. E-mail (E-mailserver).
Instellen via het bedieningspaneel Fax naarServer 6 Met de functie Fax naar Server kan de machine een document scannen en over het netwerk naar een aparte faxserver verzenden. De server verzendt het document dan via een standaardtelefoonlijn in de vorm van faxgegevens naar een faxnummer. Wanneer de functie Fax naar Server is ingeschakeld, worden alle faxtransmissies van de machine automatisch naar de faxserver gezonden, die ze dan als een fax zal verzenden.
Instellen via het bedieningspaneel i j k Voer het achtervoegsel met de kiestoetsen in. Druk op OK. Druk op Stop/Eindigen. Opmerking U kunt voor de gegevens van de prefix en het achtervoegsel in totaal 40 tekens gebruiken. Hoe gaat u te werk a b c 6 Plaats het document in de invoer of op de glasplaat. Voer het faxnummer in. 6 De machine verzendt het bericht over een TCP/IP-netwerk naar de faxserver. Time Zone 6 In dit veld staat de tijdzone van uw land.
Instellen via het bedieningspaneel De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen 6 Als u de standaardinstellingen van de afdrukserver wilt herstellen (alle informatie wordt teruggesteld, zoals het wachtwoord en de gegevens m.b.t. het IP-adres), volgt u de onderstaande stappen: Opmerking Deze functie herstelt alle standaardinstellingen van het bedrade en draadloze netwerk. a b Druk op Menu. c Druk op a of b om Factory Reset te selecteren. Druk op OK.
Instellen via het bedieningspaneel De netwerkconfiguratielijst afdrukken 6 Opmerking Naam van knooppunt: de knooppuntnaam staat op de netwerkconfiguratielijst. De standaardnaam is BRNxxxxxx voor een bedraad netwerk of BRWxxxxxx voor een draadloos netwerk (waar xxxxxx de laatste zes tekens van het Ethernetadres zijn) (maximaal 15 tekens). De netwerkconfiguratielijst is een afgedrukt rapport met een lijst van de huidige netwerkconfiguratie, ook de netwerkinstellingen van de afdrukserver.
7 De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) 7 Overzicht 7 De wizard Driver installeren kan worden gebruikt om de installatie van op een netwerk aangesloten printers te vereenvoudigen of deze zelfs geheel automatisch uit te voeren. De wizard Driver installeren kan tevens worden gebruikt voor het maken van zichzelf uitpakkende uitvoerbare bestanden die, indien uitgevoerd op een externe pc, de installatie van een printerdriver geheel automatisch zullen uitvoeren.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) Op een netwerk gedeeld 7 Het apparaat is aangesloten op een netwerk en voor het beheren van afdruktaken wordt een centrale wachtrij gebruikt.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) Gebruik van de wizard Driver installeren 7 a Plaats de meegeleverde cd-rom in uw cd-rom-station. Als het scherm met de modelnaam wordt weergegeven, selecteert u uw machine. Als het scherm met de taalkeuze wordt weergegeven, selecteert u de gewenste taal. b c Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op Andere drivers of programma's installeren. Selecteer het installatieprogramma De wizard Driver installeren.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) De wizard Driver installeren gebruiken a Wanneer u de wizard Driver installeren voor de eerste keer gebruikt, wordt er een welkomstscherm weergegeven. Klik op Volgende. b c d Selecteer Printer en klik op de knop Volgende. 7 Kies het aansluitingstype voor de printer waarop u wilt afdrukken. Selecteer de gewenste optie en volg de instructies op uw scherm. Als u de Brother Peer-to-Peer netwerkprinter selecteert, wordt het volgende scherm weergegeven.
De wizard Driver installeren (alleen voor Windows®) f g Klik op Volgende nadat u de juiste driver hebt geselecteerd. Er wordt een scherm met een overzicht geopend. Bevestig de instellingen van de driver. Een uitvoerbaar bestand maken De wizard Driver installeren kan ook worden gebruikt voor het maken van zichzelf uitpakkende .EXEbestanden. Deze zichzelf uitpakkende .
8 Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP 8 Overzicht 8 Als u Windows® gebruikt en wilt afdrukken met gebruikmaking van het TCP/IP-protocol in een peer-to-peer omgeving, dan moet u de instructies in dit hoofdstuk volgen. Dit hoofdstuk legt uit hoe u de netwerksoftware en de printerdriver moet installeren, die u nodig hebt om met deze netwerkprinter af te drukken.
Via een netwerk afdrukken onder Windows®: standaard peer-to-peer afdrukken via TCP/IP f g Selecteer Brother peer-to-peer netwerkprinter en klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm en klik op OK. Opmerking Neem contact op met uw beheerder als u niet zeker weet welke locatie en printernaam in het netwerk gebruikt worden. h Volg de instructies in de wizard en klik tot slot op Voltooien om de wizard af te sluiten.
9 Onder Windows® afdrukken via internet 9 Overzicht 9 Onder Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003 kan via TCP/IP worden afgedrukt met gebruikmaking van de software voor het afdrukken over netwerken en de software voor het IPP-protocol, die in Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003 is ingebouwd. Opmerking • Zorg dat u een IP-adres op de printer hebt geconfigureerd alvorens u de instructies in dit hoofdstuk uitvoert.
Onder Windows ® afdrukken via internet Opmerking Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem (DNS) gebruikt, dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken.
Onder Windows ® afdrukken via internet Voor Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003 a Voor Windows ® XP en Windows Server® 2003: klik op Start en selecteer Printers en faxapparaten. Voor Windows ® 2000: klik op Start, selecteer Instellingen en dan Printers. b Voor Windows ® XP en Windows Server® 2003: klik op Printer toevoegen om de Wizard Printer toevoegen te starten. Voor Windows ® 2000: Dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen om de Wizard Printer toevoegen te starten.
Onder Windows ® afdrukken via internet g Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 de verbinding met de opgegeven URL. Als de printerdriver reeds geïnstalleerd is: 1 Het printerselectiescherm wordt weergegeven in de Wizard Printer toevoegen. Als de geschikte printerdriver al is geïnstalleerd op uw computer, zal Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 automatisch deze driver gebruiken.
Onder Windows ® afdrukken via internet Een andere URL specificeren 9 Vergeet niet dat u verschillende gegevens kunt invoeren in het URL-veld. http://IP-adres van printer:631/ipp Dit is het standaard URL-adres en we raden aan om deze URL te gebruiken. Let wel: de optie Meer informatie verkrijgen geeft geen printergegevens weer. http://IP-adres van printer:631/ipp/port1 Deze optie biedt compatibiliteit met HP® Jetdirect®. Let wel: de optie Meer informatie verkrijgen geeft geen printergegevens weer.
10 Vanaf een Macintosh® afdrukken via het netwerk 10 Overzicht 10 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de BR-Script 3-printerdriver (PostScript® 3™-taalemulatie) op een netwerk met Mac OS® X 10.2.4 of recenter configureert. Raadpleeg de meegeleverde installatiehandleiding voor nadere informatie over het op een netwerk installeren van de standaarddriver van Brother. De BR-Script 3-printerdriver selecteren (TCP/IP) a b c d e f 10 Zet de machine AAN. Selecteer Programma's in het menu Ga.
Vanaf een Macintosh® afdrukken via het netwerk g (Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3.x) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Printeradres. (Mac OS® X 10.4) Geef het IP-adres van de printer op in het vak Adres. (Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3.x) (Mac OS® X 10.4) Opmerking • Druk de netwerkconfiguratielijst af als u het IP-adres wilt controleren. Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 104 voor informatie over het afdrukken van de configuratiepagina.
Vanaf een Macintosh® afdrukken via het netwerk h Selecteer uw printermodel in de keuzelijst met printermodellen. Selecteer bijvoorbeeld Brother MFC-9840CDW BR-Script3. (Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3.x) i (Mac OS® X 10.4) Klik op Voeg toe; de printer komt nu in de Printerlijst te staan. 10 Andere informatiebronnen 10 Raadpleeg ook Hoofdstuk 2 in deze handleiding voor meer informatie over het configureren van een IP-adres op de printer.
11 Beheer via een webbrowser 11 Overzicht 11 Wanneer u de machine wilt beheren met HTTP (Hyper Text Transfer Protocol), kunt u een standaard webbrowser gebruiken. Met een webbrowser kunt u de onderstaande informatie van machines op uw netwerk krijgen. U kunt informatie over de printerstatus opvragen.
Beheer via een webbrowser Via een browser verbinding maken met de machine 11 Typ “http://IP-adres van printer/” in uw browser (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is.) (U mag ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver gebruiken als u werkt in een domein-/werkgroepomgeving van Microsoft.) Voer de DNS-naam van de machine in als u verbinding maakt met een netwerk dat het DNS-protocol gebruikt.
Beheer via een webbrowser De LDAP-configuratie met een webbrowser wijzigen 11 U kunt de volgende LDAP-instellingen met een webbrowser configureren en wijzigen. LDAP activeren/uitschakelen Adres LDAP-server Poort (het standaard poortnummer is 389.
12 Werking van LDAP 12 Overzicht 12 Met het LDAP-protocol kunt u zoeken naar gegevens zoals faxnummers en e-mailadressen op uw server. U kunt de volgende LDAP-instellingen met een webbrowser configureren. De LDAP-configuratie met een webbrowser wijzigen 12 U kunt de volgende LDAP-instellingen met een webbrowser configureren en wijzigen. Raadpleeg De LDAPconfiguratie met een webbrowser wijzigen op pagina 122 voor meer informatie hierover.
13 Internetfaxen 13 Overzicht 13 Met internetfaxen (I-Fax) kunt u faxen verzenden en ontvangen, waarbij internet als transportmechanisme wordt gebruikt. Documenten worden als TIFF-F-bijlagen met een e-mailbericht verzonden. Dit betekend dat computers ook documenten kunnen ontvangen en verzenden, op voorwaarde dat er op de computer een applicatie staat waarmee TIFF-F-bestanden kunnen worden gemaakt en weergegeven, en dat u Microsoft® Imaging of een viewer voor TIFF-F kunt gebruiken.
Internetfaxen Toetsfuncties op het bedieningspaneel 13 Shift + 1 13 Hiermee wijzigt u de invoermodus. U kunt de kiestoetsen gebruiken om letters van het standaardalfabet in te voeren. Kiestoetsen 13 Worden gebruikt om de letters van het standaardalfabet (26 letters) in te geven, evenals de tekens @ . spatie ! “ # % & ’ () + / : ; < > = ? [ ] ˆ - $ , l _ en cijfers. d of c 13 Verplaatst de cursor op het LCD-scherm tijdens het invoeren van tekst naar links of rechts.
Internetfaxen Tekst invoeren 13 Druk gelijktijdig op Shift en 1 om over te schakelen naar de 'alfabet' kiesmodus. Nu kunt u de cijfertoetsen gebruiken om het e-mailadres in te voeren. Raadpleeg Tekst invoeren op pagina 185 voor meer informatie hierover. Vergeet niet dat u ook verbinding met de machine kunt maken door het e-mailadres in een webbrowser op te geven. Raadpleeg Beheer via een webbrowser op pagina 120 voor meer informatie.
Internetfaxen Een internetfax op de computer ontvangen 13 Wanneer een computer een internetfax ontvangt, is het document als bijlage gekoppeld aan een e-mail die u laat weten dat de computer een internetfax heeft ontvangen. Dit wordt op de onderwerpregel van de ontvangen e-mail aangegeven.
Internetfaxen Relay Broadcast vanaf een machine 13 UKFAX@brother.co.uk FAX@brother.com 123456789 Internet UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) Wanneer uw machine bijvoorbeeld het e-mailadres FAX@brother.com heeft en u een document vanaf deze machine naar een machine in Engeland met het e-mailadres UKFAX@brother.co.uk wilt sturen, dan zal deze machine het document via een vaste telefoonlijn naar een normale faxmachine doorsturen. Uw e-mailadres is FAX@brother.com, dus de vertrouwde domeinnaam brother.
Internetfaxen Relay Broadcast vanaf een computer Uw p 13 UKFAX@brother.co.uk 123456789 Internet UKFAX@brother.co.uk(fax#123456789) U kunt vanaf uw computer ook een e-mail verzenden en deze naar een faxmachine laten doorsturen. Hoe u het telefoonnummer invoert van de faxmachine die de doorgestuurde e-mail zal ontvangen, is afhankelijk van de mailtoepassing die u gebruikt.
Internetfaxen Setup Mail TX 13 U kunt de optie Notification in Setup Mail TX Aan of Uit zetten. Als de optie Aan staat, wordt er samen met de beeldgegevens een extra veld met informatie verzonden. Dat veld heeft de naam MDN. MDN (Mail Disposition Notification): Dit veld vraagt de status van de internetfax/e-mail op nadat deze via het SMTP-systeem (Send Mail Transfer Protocol) is bezorgd.
Internetfaxen Belangrijke informatie over internetfaxen 13 Internetfaxen op een LAN-systeem is in principe hetzelfde als communiceren via e-mail; het is echter niet hetzelfde als faxcommunicatie via een vaste telefoonlijn. Houd bij internetfaxen rekening met het volgende: Afhankelijk van de locatie van de ontvanger, de structuur van het LAN-systeem en de hoeveelheid verkeer (op internet bijvoorbeeld), kan het lang duren voor u een foutmelding ontvangt (normaal 20 sec tot 30 sec).
14 Beveiligingsfuncties 14 Overzicht 14 Tegenwoordig wordt de veiligheid van uw netwerk en de gegevens die daarover worden verzonden van alle kanten bedreigd. Deze machine van Brother gebruikt enkele van de allernieuwste netwerkbeveiligings- en versleutelingsprotocollen die op dit moment beschikbaar zijn. Deze netwerkfuncties kunnen met uw netwerkbeveiligingssysteem worden geïntegreerd om u te helpen uw gegevens te beschermen en onbevoegde toegang tot de machine te voorkomen.
Beveiligingsfuncties Beveiligingsprotocollen 14 De afdrukserver van Brother ondersteunt de volgende beveiligingsprotocollen. Opmerking Raadpleeg Beheer via een webbrowser gebruiken om de afdruk-/scaninstellingen te wijzigen op pagina 18 voor informatie over het configureren van de protocolinstellingen. SSL (Secure Socket Layer) / TLS (Transport Layer Security) 14 Deze communicatiebeveiligingsprotocollen versleutelen gegevens om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Beveiligingsfuncties De protocolinstellingen configureren 14 U kunt elk protocol en elke beveiligingsmethode met Beheer via een webbrowser in- of uitschakelen. Opmerking Wij raden u aan Microsoft Internet Explorer 6.0® (of recenter) of Firefox ® 1.0 (of recenter) voor Windows® en Safari™ 1.0 voor Macintosh® te gebruiken. Verder dienen JavaScript en cookies altijd te zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt. Wij raden u aan te upgraden naar Safari™ 1.2 of recenter om JavaScript te activeren.
Beveiligingsfuncties De netwerkprinter veilig beheren 14 Wilt u uw netwerkprinter veilig beheren, dan hebt u beheerprogramma's met beveiligingsprotocollen nodig. Veilig beheren met Beheer via een webbrowser 14 Als u het HTTPS-protocol wilt gebruiken, zijn de volgende printerinstellingen vereist. Op de printer moeten een certificaat en geheime sleutel zijn geïnstalleerd.
Beveiligingsfuncties Veilig beheren met BRAdmin Professional (voor Windows®) 14 Als u het programma BRAdmin Professional veilig wilt gebruiken, dient u de onderstaande stappen te volgen. Wij raden u met klem aan de meest recente versie van BRAdmin Professional of Web BRAdmin te gebruiken, die u kunt downloaden van http://solutions.brother.com. Als u een oudere versie van BRAdmin 1 gebruikt voor het beheren van de apparaten van Brother, is de gebruikersverfificatie niet veilig.
Beveiligingsfuncties Documenten veilig afdrukken via IPPS 14 Als u documenten veilig over internet wilt afdrukken, dan kunt u het IPPS-protocol gebruiken. Opmerking • Communicatie met gebruik van IPPS kan niet voorkomen dat onbevoegden toegang tot de afdrukserver krijgen. • IPPS is beschikbaar voor Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003. Als u het IPPS-protocol wilt gebruiken, zijn de volgende printerinstellingen vereist.
Beveiligingsfuncties Berichtgeving met gebruikersverificatie gebruiken 14 Als u de berichtgevingsfunctie wilt gebruiken via de veilige SMTP-server die gebruikersverificatie vereist, dan moet u POP voor SMTP of SMTP-VERIF gebruiken. Deze methoden voorkomen dat onbevoegden toegang tot de mailserver krijgen. Voor het configureren van de instellingen kunt u Beheer via een webbrowser, BRAdmin Professional of Web BRAdmin gebruiken.
Beveiligingsfuncties f Op deze pagina kunt u de instellingen van POP3/SMTP configureren. Opmerking • U kunt het SMTP-poortnummer ook met Beheer via een webbrowser wijzigen. Dit komt van pas wanneer uw ISP (Internet Service Provider) de service “Outbound Port 25 Blocking (OP25B)” implementeert, en u niet de SMTP-server van uw ISP gebruikt.
Beveiligingsfuncties Een certificaat maken en installeren 14 Met de afdrukserver van Brother kunt u SSL/TLS-communicatie gebruiken door een certificaat en bijbehorende geheime sleutel te configureren. De afdrukserver ondersteunt twee certificeringsmethoden. Een zelf ondertekend certificaat en een certificaat dat is uitgegeven door een CA (certificeringsinstantie). Een zelf ondertekend certificaat gebruiken Deze afdrukserver geeft zijn eigen certificaat uit.
Beveiligingsfuncties Opmerking Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP als NetBIOS ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 104 voor informatie over het afdrukken van de netwerkconfiguratielijst.
Beveiligingsfuncties Een zelf ondertekend certificaat maken en installeren 14 Maken en installeren van een zelf ondertekend certificaat a b 14 Klik op Zelf ondertekend certificaat maken in de pagina Certificaat configureren. Geef de Algemene naam en een Geldigheidsdatum op en klik op Indienen. Opmerking • De Algemene naam moet uit minder dan 64 bytes bestaan.
Beveiligingsfuncties Het zelf ondertekende certificaat op de computer opslaan 14 Opmerking De volgende stappen zijn voor Microsoft Internet Explorer. Als u een andere webbrowser gebruikt, moet u de helptekst in de betreffende browser volgen. Voor gebruikers van Windows Vista™ met beheerdersbevoegdheden a b Klik op Start en Alle programma's. c Klik op Toestaan. 14 Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik op Als administrator uitvoeren.
Beveiligingsfuncties d Typ “https://IP-adres van printer/” in uw browser (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is). Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen). e Klik op Certificaatfout en dan op Certificaten weergeven. Volg voor verdere instructies de stappen van d op pagina 151.
Beveiligingsfuncties Voor gebruikers van Windows Vista™ zonder beheerdersbevoegdheden 14 a b Klik op Start en Alle programma's. c Kies de administrator die u wilt installeren, voer het wachtwoord van de administrator in en klik op OK. Klik met de rechtermuisknop op Internet Explorer en klik op Als administrator uitvoeren.
Beveiligingsfuncties d Typ “https://IP-adres van printer/” in uw browser (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is). Klik vervolgens op Doorgaan naar deze website (niet aanbevolen). e Klik op Certificaatfout en dan op Certificaten weergeven. f Kies het tabblad Details en klik op Kopiëren naar bestand....
Beveiligingsfuncties g Klik op Volgende. h Controleer dat DER encoded binary X.509 (.CER) is gekozen en klik op Volgende. i Klik op Bladeren....
Beveiligingsfuncties j Klik op Door mappen bladeren. k Kies de map waar u het certificaatbestand wilt opslaan, geef de bestandsnaam op en klik op Opslaan. Opmerking Als u Bureaublad selecteert, wordt het certificaatbestand opgeslagen op het bureaublad van de administrator die u had gekozen. l Klik op Volgende.
Beveiligingsfuncties m Klik op Voltooien. n Klik op OK. o Klik op OK.
Beveiligingsfuncties p Open de map waar u het certificaatbestand in k had opgeslagen en dubbelklik op het certificaatbestand. Volg voor verdere instructies de stappen van d op pagina 151. Bij gebruik van Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003 a b Start uw webbrowser. c Wanneer het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op Certificaat weergeven.
Beveiligingsfuncties d Klik op Certificaat installeren… in het tabblad Algemeen. e Wanneer de Wizard Certificaat importeren wordt geopend, klikt u op Volgende. f Kies Alle certificaten in het onderstaande archief opslaan en klik vervolgens op Bladeren....
Beveiligingsfuncties g Kies Vertrouwde basiscertificeringsinstanties en klik vervolgens op OK. h Klik op Volgende. i Klik op Voltooien.
Beveiligingsfuncties j Klik op Ja als de vingerafdruk correct is. Opmerking De vingerafdruk wordt afgedrukt op de netwerkconfiguratielijst. Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken op pagina 104 voor informatie over het afdrukken van de netwerkconfiguratielijst. k Klik op OK. l Nu het zelf ondertekende certificaat op uw computer is geïnstalleerd, is de SSL/TLS-communicatie beschikbaar.
Beveiligingsfuncties Een CSR maken en een certificaat installeren 14 De CSR maken a b 14 Klik op CSR maken in de pagina Certificaat configureren. Geef een Algemene naam en uw gegevens op, bijvoorbeeld uw Organisatie. Klik nu op Indienen. Opmerking • Wij raden u aan het basiscertificaat van de CA op uw computer te installeren alvorens CSR te maken. • De Algemene naam moet uit minder dan 64 bytes bestaan.
Beveiligingsfuncties Het certificaat op de printer installeren 14 Wanneer u het certificaat van een CA ontvangt, volgt u de onderstaande stappen om dit op de afdrukserver te installeren. Opmerking Er kan alleen een certificaat worden geïnstalleerd dat met een CSR van deze printer is uitgegeven. a b c Klik op Certificaat installeren in de pagina Certificaat configureren. Geef het certificaatbestand dat de CA heeft verstrekt op en klik op Indienen. Het certificaat is nu gemaakt.
Beveiligingsfuncties Het certificaat en de geheime sleutel importeren en exporteren 14 Importeren van het certificaat en de geheime sleutel a b c d 14 Klik op Certificaat en geheime sleutel importeren in de pagina Certificaat configureren. Geef de naam op van het bestand dat u wilt importeren. Geef het wachtwoord op als het bestand versleuteld is en klik op Indienen. Het certificaat en de geheime sleutel zijn nu geïmporteerd.
Beveiligingsfuncties Exporteren van het certificaat en de geheime sleutel a b 14 Klik op Certificaat en geheime sleutel exporteren in de pagina Certificaat configureren. Geef het wachtwoord op als u het bestand wilt versleutelen. Opmerking Als een blanco wachtwoord wordt gebruikt, is de uitvoer niet versleuteld. c d e Voer het wachtwoord ter bevestiging nogmaals in en klik op Indienen. Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
15 Problemen oplossen 15 Overzicht 15 In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe algemene netwerkproblemen met de machine kunnen worden opgelost. Kunt u de oplossing voor het probleem niet in dit hoofdstuk vinden, kijk dan op het Brother Solutions Center: http://solutions.brother.
Problemen oplossen Bij gebruik van Windows Vista™: 15 a Klik op Start en op Configuratiescherm, selecteer Netwerk en internet, Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen. b Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u het volgende. Gebruikers met beheerdersbevoegdheden: klik op Doorgaan. Gebruikers zonder beheerdersbevoegdheden: Voer het beheerderswachtwoord in en klik op OK. c d Klik op het tabblad Algemeen. Controleer dat Uit (niet aanbevolen) is geselecteerd.
Problemen oplossen b (Voor bedrade netwerken) Controleer of er lampjes branden of knipperen. Afdrukservers van Brother hebben twee LED’s op de achterklep van de machine. De bovenste groene LED toont de status van de verbinding/activiteit (Ontvangen/Verzenden). De oranje LED geeft de snelheid aan. Geen lampje: als de bovenste LED uit is, heeft de afdrukserver geen verbinding met het netwerk.
Problemen oplossen Problemen met afdrukken 15 De taak wordt niet afgedrukt 15 Controleer de status en configuratie van de afdrukserver. Controleer het volgende: a b Controleer dat de machine aanstaat, online is en klaar staat om af te drukken. c Controleer als volgt of de afdrukserver op uw netwerk wordt herkend: Druk de netwerkconfiguratielijst af en controleer dat instellingen als het IP-adres geschikt zijn voor uw netwerk.
Problemen oplossen Fout tijdens het afdrukken 15 Als u probeert af te drukken terwijl andere gebruikers grote taken afdrukken (bijvoorbeeld meerdere pagina's of kleurenpagina's met hoge resolutie), kan de printer uw taak pas accepteren nadat de grote taak is afgedrukt. Als de tijd die u moet wachten een bepaalde grens overschrijdt, vindt er een time-out plaats die een foutmelding veroorzaakt. In dat geval dient u de afdruktaak opnieuw uit te voeren nadat de andere taken voltooid zijn.
Problemen oplossen Problemen met scannen en PC-Fax 15 De netwerkscanfunctie werkt niet onder Windows® De functie Netwerk PC Fax werkt niet onder Windows® 15 De instellingen van de firewall op uw pc staan wellicht niet toe dat de benodigde netwerkverbinding wordt gemaakt. Volg de onderstaande instructies om de firewall uit te schakelen. Gebruikt u persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de handleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software.
Problemen oplossen i Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik op OK. Opmerking Vergeet niet om uw firewall weer te activeren nadat het softwarepakket van Brother is geïnstalleerd. Bij gebruik van Windows Vista™: 15 a Klik op Start en op Configuratiescherm, selecteer Netwerk en internet, Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen. b Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u het volgende.
Problemen oplossen Problemen met draadloze netwerken oplossen 15 Problemen met draadloze instellingen 15 De Setup Wizard voor draadloze apparaten kan de afdrukserver van Brother tijdens de installatie niet vinden. a b c 15 Controleer dat de machine aanstaat, online is en klaar staat om af te drukken. Zet de computer dichter bij de machine van Brother en probeer het opnieuw. Stel de afdrukserver terug op de fabrieksinstellingen en probeer het opnieuw.
Problemen oplossen Protocol-specifieke problemen 15 Problemen met IPP oplossen onder Windows® 2000/XP, Windows Vista™ en Windows Server® 2003 15 Ik wil als poortnummer niet het nummer 631 gebruiken. 15 Als u poort 631 gebruikt voor afdrukken via IPP, kan het zijn dat de firewall uw afdrukgegevens niet laat passeren. Gebruik in dat geval een ander poortnummer (poort 80), of configureer de firewall zodat deze wel gegevens doorlaat via poort 631.
Problemen oplossen Problemen met LDAP oplossen 15 Als u geen verbinding kunt maken met een Windows® LDAP-server, of als dit problemen veroorzaakt, dient u contact op te nemen met uw netwerkbeheerder en de beveiligingsopties voor LDAP te controleren. Kijk voor meer informatie op http://solutions.brother.com.
A Appendix A A A Services gebruiken A Een service is een bron die beschikbaar is voor computers die willen afdrukken op de afdrukserver van Brother. De afdrukserver van Brother biedt de volgende voorgedefinieerde services (voer de opdracht SHOW SERVICE uit op de remote console van de Brother-afdrukserver om een lijst van beschikbare services op te vragen). Typ HELP bij de opdrachtprompt voor een overzicht van ondersteunde opdrachten.
Appendix A BOOTP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A BOOTP is een alternatief op RARP. Het voordeel van BOOTP is, dat ook het subnetmasker en de gateway geconfigureerd kunnen worden.
Appendix A RARP gebruiken voor het configureren van het IP-adres A A Het IP-adres van de afdrukserver van Brother kan worden geconfigureerd met de functie Reverse ARP (RARP) op uw hostcomputer.
Appendix A Windows®-systemen Op Windows®-systemen dient u het koppelteken "-" te plaatsen tussen ieder teken van het Ethernetadres. arp -s 192.168.1.2 00-80-77-31-01-07 ping 192.168.1.2 UNIX®/Linux-systemen Op UNIX®- en Linux-systemen moet u doorgaans een dubbele punt ":" plaatsen tussen ieder teken van het Ethernetadres. arp -s 192.168.1.2 00:80:77:31:01:07 ping 192.168.1.
Appendix A 255.0.0.0 voor klasse A netwerken A 255.255.0.0 voor klasse B netwerken 255.255.255.0 voor klasse C netwerken Het netwerktype kan worden aangeduid met de linkergroep cijfers in uw IP-adres. De waarde van deze groep kan variëren van 1 t/m 127 voor klasse A netwerken (bijvoorbeeld 13.27.7.1), 128 t/m 191 voor klasse B netwerken (bijvoorbeeld 128.10.1.30), en 192 t/m 255 voor klasse C netwerken (bijvoorbeeld 192.186.1.4).
Appendix A De serversoftware Brother Web BRAdmin voor IIS gebruiken voor het configureren van het IP-adres A De serversoftware Web BRAdmin is ontworpen voor het beheren van alle apparatuur van Brother die op een LAN/WAN-netwerk is aangesloten. Door de serversoftware Web BRAdmin te installeren op een computer waarop IIS 1 draait, kunnen beheerders met een webbrowser verbinding maken met de Web BRAdminserver, die daarna met het apparaat zelf zal communiceren.
B Appendix B B Specificaties van de afdrukserver B B Bedraad Ethernetnetwerk B Modelnaam netwerkkaart NC-6500h LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten en dan via het netwerk afdrukken en scannen, via de pc faxen en op afstand instellingen maken. 1 2 Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows® XP, Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista™, Windows Server® 2003 en Windows Server® 2003 x64 Edition 2 Mac OS® X 10.2.
Appendix B Draadloos Ethernetnetwerk B Modelnaam netwerkkaart NC-7300w LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten en dan via het netwerk afdrukken en scannen, via de pc faxen en op afstand instellingen maken 1 2. Ondersteuning voor Windows® 2000 Professional, Windows ® XP, B Windows® XP Professional x64 Edition, Windows Vista™, Windows Server® 2003 en Windows Server® 2003 x64 Edition Mac OS® X 10.2.
Appendix B Snelheid van gegevens 802.11b 11/5,5/2/1 Mbps 802.11g 54/48/36/24/18/12/11/9/6/5,5/2/1 Mbps Verbindingsafstand 70 m bij de laagste gegevenssnelheid (De afstand varieert, afhankelijk van de omgeving en de locatie van andere apparatuur.
Appendix B Vereisten voor de computer B Minimale systeemvereisten en ondersteunde computersoftwarefuncties Computerplatform en versie besturingssysteem Windows®besturingssysteem Windows® 2000 Professional 4 Ondersteunde computersoftwarefuncties PCinterface Afdrukken, USB, Ethernet, Draadloos 802.
Appendix B Verificatie en versleuteling alleen voor draadloze gebruikers B Verificatiemethode B B De machine van Brother ondersteunt de volgende methoden: Open systeem Draadloze apparaten worden zonder enige verificatie op het netwerk toegelaten. Gedeelde sleutel Alle apparaten die toegang tot het draadloze netwerk hebben, delen een geheime, vooraf gedefinieerde sleutel. De machine van Brother gebruikt de WEP-sleutels als de vooraf gedefinieerde sleutel.
Appendix B Netwerksleutel B Voor elke beveiligingsmethode bestaan diverse regels: Open systeem/Gedeelde sleutel met WEP Deze sleutel is een 64-bits of 128-bits waarde die moet worden ingevoerd in een ASCII-formaat of een hexadecimaal formaat. • 64 (40) bits ASCII: Gebruikt 5 letters. Bijv. WSLAN (hoofdlettergevoelig). • 64 (40) bits hexadecimaal: Gebruikt 10 hexadecimale tekens. Bijv. 71f2234aba • 128 (104) bits ASCII: Gebruikt 13 letters. Bijv. Wirelesscomms (hoofdlettergevoelig).
Appendix B Functietabel en standaardinstellingen B De fabrieksinstellingen worden in vet en met een sterretje weergegeven. Hoofdmenu Submenu Menuopties 7.LAN 1.TCP/IP 1.BEDRAAD B Opties 1.BOOT Method Autom.* Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 1 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 1 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 5.Knooppunt naam BRNXXXXXX 6.WINS Config Autom.* Statisch 7.WINS Server (Primary) 000.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuopties 7.LAN 1.BEDRAAD 3.Standaard inst (vervolg) (vervolg) Opties 1.Herstel — 2.Stop — 4.Bedraad activ. B Aan* Uit 2.WLAN 1.TCP/IP 1.BOOT Method Autom.* Statisch RARP BOOTP DHCP 2.IP Address [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 1 3.Subnet Mask [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 1 4.Gateway [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] 5.Knooppunt naam BRWXXXXXX 6.WINS Config Autom.* Statisch 7.WINS Server (Primary) 000.000.000.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuopties 7.LAN 2.WLAN 4.Status WLAN (vervolg) (vervolg) Opties 1.Status Actief(11b) Actief(11g) B Bedrade LAN act. WLAN UIT Verbinding NG 2.Signaal Sterk Medium Zwak Geen 3.SSID — 4.Comm. Modus Ad-hoc Infrastructure 5.Standaard inst 1.Herstel — 2.Stop — 6.WLAN Activeren Aan Uit* 3.IFAX instellen 1.Setup Internet 1.Mail address — 2.SMTP Server Naam? (maximaal 64 tekens) IP Address ? [000-255].[000-255]. [000-255]. [000-255] 3.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuopties 7.LAN 3.IFAX instellen 1.Setup Internet (vervolg) (vervolg) Opties 6.POP3-poort [00001-65535] 7.Mailbox Naam — 8.Mailbox Wachtw — 9.APOP AAN (vervolg) B Uit* 2.Setup Mail RX 1.Auto Polling Aan* Uit 2.Poll Frequency 10 MIN. 3.Header Alle Onderw.+Van+Aan Geen* 4.Del Error Mail Aan* Uit 5.Notification Aan MDN Uit* 3.Setup Mail TX 1.Sender Subject — 2.Size Limit Aan Uit* 3.Notification Aan Uit* 4.Setup Relay 1.
Appendix B Hoofdmenu Submenu Menuopties 7.LAN — 5.Scan naar FTP (vervolg) Opties 150 dpi 16kl 300 dpi 16kl 600 dpi 16kl 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W (Als u de kleuroptie hebt geselecteerd) B PDF* JPEG (Als u de zwart-witoptie hebt geselecteerd) PDF* TIFF 6.Fax naarServer — — Aan Uit* 7.Time Zone — — UTC-XX:XX 0.Factory Reset 1.Herstel — 1.Ja 2.Nee 2.
Appendix B Tekst invoeren B Bij bepaalde menuopties, zoals de stations-ID, moet tekst worden ingevoerd. Boven de kiestoetsen staan letters. Boven de toetsen 0, # en l staan geen letters omdat deze toetsen een speciale functie hebben.
Appendix B Letters herhalen B Als u een letter wilt invoeren die is toegewezen aan dezelfde toets als de vorige letter, drukt u op c om de cursor naar rechts te verplaatsen en drukt u nogmaals op de betreffende toets. B Speciale tekens en symbolen B Druk op l, # of 0 en dan op d of c om de cursor bij het symbool of teken te zetten. Druk op OK om het te selecteren. De onderstaande symbolen en tekens worden weergegeven, afhankelijk van het menu dat u hebt geselecteerd.
C Appendix C C Opmerkingen m.b.t. licentiëring van open broncodes C Verklaringen m.b.t OpenSSL C OpenSSL License C Copyright © 1998-2007 The OpenSSL Project. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. 2.
Appendix C This library is free for commercial and non-commercial use as long as the following conditions are aheared to. The following conditions apply to all code found in this distribution, be it the RC4, RSA, lhash, DES, etc., code; not just the SSL code. The SSL documentation included with this distribution is covered by the same copyright terms except that the holder is Tim Hudson (tjh@cryptsoft.com). Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in the code are not to be removed.
Appendix C OpenLDAP Statements C This product includes software developed by the OpenLDAP Project. C Unless otherwise expressly stated herein, The OpenLDAP Public License Version 2.8 shall be applied to individual files C Copyright 1998-2007 The OpenLDAP Foundation All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted only as authorized by the OpenLDAP Public License.
Appendix C 3. Redistributions must contain a verbatim copy of this document. The OpenLDAP Foundation may revise this license from time to time. Each revision is distinguished by a version number. You may use this Software under terms of this license revision or under the terms of any subsequent revision of the license.
Appendix C 3. The name "OpenLDAP" must not be used to endorse or promote products derived from this Software without prior written permission of the OpenLDAP Foundation. For written permission, please contact foundation@openldap.org. 4. Products derived from this Software may not be called "OpenLDAP" nor may "OpenLDAP" appear in their names without prior written permission of the OpenLDAP Foundation. OpenLDAP is a trademark of the OpenLDAP Foundation. C 5.
D Index A F AES ........................................................................... 24 Afdrukken onder Windows Server® 2003 ............... 110 Afdrukken onder Windows Vista™ ......................... 110 Afdrukken onder Windows® 2000/XP ..................... 110 Afdrukken onder Windows® XP .............................. 110 Afdrukken vanaf een Macintosh .............................. 117 Afdrukken via een netwerk ...................................... 110 Afdrukken via internet ................
Index O W Open systeem ........................................................... 24 Opmerkingen m.b.t. licentiëring van open bronbroncodes ........................................................ 187 Wachtwoord ............................................................ 112 Web BRAdmin ............................................................ 4 Webbrowser (HTTP) ................................................. 18 Webserver (HTTP) ....................................................