MFC-9880 GEBRUIKERSHANDLEIDING
DIT TOESTEL IS ONTWORPEN VOOR GEBRUIK MET EEN DUBBELDRAADS ANALOOG PSTN-SNOER, VOORZIEN EEN PASSENDE CONNECTOR. INFORMATIE OVER GOEDKEURING Brother wijst erop dat dit product mogelijk niet goed functioneert in een ander land dan dat waarin het oorspronkelijk werd aangekocht en biedt geen garantie indien dit product wordt gebruikt op openbare telecommunicatielijnen in een ander land.
II
EC Conformiteitsverklaring voor Facsimilemachines onder de richtlijn R & TTE Producent Brother Industries Ltd., 15-1, Naeshiro-cho, Mizuho-ku, Nagoya 467-8561, Japan Fabriek Brother Corporation (Asia) Ltd., Brother Buji Nan Ling Factory, Golden Garden Ind.
Over deze handleiding Dank u voor de aanschaf van een Brother-machine. Dit apparaat is zo ontwikkeld, dat het eenvoudig te bedienen is. Op het LCD-scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van de diverse functies. Neemt u echter een paar minuten de tijd om deze handleiding te lezen, zodat u optimaal gebruik kunt maken van alle functies van het apparaat. Het apparaat is tevens voorzien van een Reports-toets.
Gebruikersvriendelijk programmeren We hebben in uw Multifunction Center een functie voor programmeren op het scherm ingebouwd. Programmeren op het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van dit apparaat optimaal te benutten. Tijdens het programmeren van uw faxmachine verschijnen op het LCD-scherm stap voor stap meldingen die u door de programmeringsprocedure leiden.
Inhoudsopgave Over deze handleiding Gebruikersvriendelijk programmeren Inhoudsopgave ...............................................................................VI VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Voorbereiding en beknopte gebruiksaanwijzing Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing....... 5 Overzicht van het bedieningspaneel .............................................. 10 NORMAAL GEBRUIK Hoofdstuk 1 Installatie Eerste instellingen.....................................................
Hoofdstuk 9 Opties voor afstandsbediening Fax Opslaan instellen .....................................................................52 Fax Doorzenden .............................................................................52 Op Afstand Opvragen.....................................................................53 KOPIËREN Hoofdstuk 10 Kopiëren Basisbewerkingen...........................................................................56 Tijdelijke kopieerinstellingen.................................
Hoofdstuk 14 ScanSoft™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge® gebruiken Hoofdstuk 15 PC-FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Inleiding ....................................................................................... 108 MFC Setup op afstand ................................................................. 108 Faxen via de pc (alleen bij gebruik van Windows®) ................... 109 PC-FAX Ontvangst......................................................................
BIJLAGE Hoofdstuk 21 Specificaties Faxspecificaties ............................................................................164 Printerspecificaties .......................................................................165 Computervereisten .......................................................................166 Specificaties - elektrisch en omgeving.........................................166 Samenstelling en publicatie..........................................................167 Handelsmerken......
Eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine Volg deze eenvoudige stappen voor de voorbereiding en de ingebruikneming van de machine. Raadpleeg voordat u deze stappen uitvoert echter eerst de belangrijke veiligheidsinformatie (pagina 157), de tips bij de voorbereiding en de beknopte gebruiksaanwijzing (pagina 5). Raadpleeg NORMAAL GEBRUIK en GEAVANCEERD GEBRUIK voor nadere informatie.
3 Plaats de pagina’s zo in de automatische documenteninvoer, dat ze elkaar lichtjes overlappen. Plaats ze diep genoeg in de invoer, totdat ze de invoerrol raken. Documenten met bedrukte zijde naar boven in autom. doc.invoer Documentenopvang 4 Trek de documentenopvang uit. Documentenopvang Als er meerdere vellen tegelijk worden ingevoerd, kunt u proberen om het papier glad te strijken, het vel voor vel invoeren of de glasplaat gebruiken.
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING De glasplaat gebruiken Als u documenten wilt scannen via de glasplaat, moet de automatische documenteninvoer leeg zijn. Documenten met bedrukte zijde naar beneden op glasplaat 1 Til het documentdeksel op. 2 Gebruik de documentgeleiders links op de glasplaat om het document gecentreerd en met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat te plaatsen. 3 Sluit het documentdeksel.
3 Faxen verzenden via de automatische documenteninvoer 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer. 2 Voer het faxnummer in en druk op Fax Start. 4 Faxen verzenden via de glasplaat 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Voer het faxnummer in en druk op Fax Start. De machine begint de eerste pagina te scannen.
VOORBEREIDING EN INGEBRUIKNEMING Tips voor de Voorbereiding en Beknopte Gebruiksaanwijzing Een geschikte plaats kiezen Zet het apparaat op een plat, stabiel oppervlak, bijvoorbeeld een bureau. Kies een trillingsvrije plaats. Plaats het apparaat in de buurt van een telefoonaansluiting en een standaard geaard stopcontact. Zet de machine niet op een plaats waar men er tegen kan stoten.
Het netsnoer aansluiten • • Deze machine moet worden voorzien van een geaarde stekker. Aangezien de machine via het netsnoer wordt geaard, kunt u uzelf tegen mogelijke elektrische gevaren beschermen door tijdens het aansluiten op een telefoonlijn de stroom van het apparaat aan te laten staan. Wanneer het apparaat moet worden verplaatst, beschermt u uzelf door eerst de telefoonlijn af te sluiten en pas daarna de stekker uit het stopcontact te halen.
Opslag in geheugen Aansluiting op meerdere lijnen (centrale) De meeste kantoren maken gebruik van een eigen telefooncentrale (Private Automatic Branch Exchange = automatische telefooncentrale of PBX). Het is echter verstandig om voor uw faxmachine een afzonderlijke lijn te gebruiken. De machine kan dan continu in de ontvangststand (ALLEEN FAX) blijven staan, zodat zij dag en nacht faxberichten kan ontvangen.
Aansluitingen 1 Een extern antwoordapparaat moet als volgt op uw faxmachine worden aangesloten. Nederland ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. ANTW.APP. België 2 3 4 5 Stel uw antwoordapparaat zo in, dat na één of twee keer overgaan wordt opgenomen. Neem een uitgaand bericht op uw antwoordapparaat op (zie volgende pagina). Activeer het antwoordapparaat. Stel de ontvangststand in op ANT:ANTWOORDAPP.. (Zie Ontvangststand: instellingen, pagina 30.
U wordt aangeraden een bericht van niet meer dan 20 seconden te gebruiken. Neem eerst vijf seconden stilte op (dit geeft uw faxmachine de gelegenheid om eerst de kiestoon te horen, zodat de ontvangst sneller verloopt). 3 U wordt aangeraden om aan het einde van het uitgaande bericht de code voor activeren op afstand te vermelden, zodat men ook handmatig faxberichten kan sturen. Bijvoorbeeld: “Na de toon kunt u een bericht inspreken of op 51 drukken om een fax te sturen”.
Overzicht van het bedieningspaneel 1 2 3 5 6 7 12 10 13 1 2 3 4 5 6 8 9 7 0 4 9 1 Directkiestoetsen Met deze 16 toetsen krijgt u toegang tot 32 vooraf geprogrammeerde telefoonnummers. 2 Reports Deze toets geeft u toegang tot het menu Rapporten, waar u kunt selecteren welk rapport wordt afgedrukt: Help, Kieslijst, Journaal, Verzendrapport, Systeeminstellingen en Bestelformulier.
A Scantoetsen: C Kopieertoetsen: B Kiestoetsen Met deze toetsen worden telefoon- en faxnummers gekozen. Deze toetsen worden tevens gebruikt om informatie in de machine in te voeren. Met de toets # kunt u tijdens een telefoongesprek schakelen tussen “PULS” en “TOON”. (alleen voor de volgende kopie) Enlarge/Reduce Hiermee selecteert u een vergrotings/verkleiningspercentage: 25%, 50%, 71%, 100%, 141%, 150%, 200%, 400%. Voor andere percentages selecteert u HND.
D Fax- en telefoontoetsen: Search/Speed Dial Met deze toets kunt u namen en nummers opzoeken die in het kiesgeheugen zijn opgeslagen. Met een druk op deze toets, gevolgd door # en een tweecijferig nummer, kunt u ook in het kiesgeheugen opgeslagen nummers kiezen. Receive Mode Met deze toets kunt u specificeren hoe de machine inkomende telefoontjes moet beantwoorden. Redial/Pause Met een druk op deze toets wordt het laatst gekozen nummer opnieuw gekozen.
Programmeerstand gebruiken Druk op Stop/Exit om de programmeerstand af te sluiten. Hoofdmenu Submenu 1. STAND.INSTELL. 1. DATUM/TIJD Menuopties Opties Omschrijving Pagina — Voer de datum en de tijd in. Deze gegevens komen op het LCDscherm en op de faxberichten te staan. 18 — Voer de naam en het faxnummer in die boven aan elke faxpagina moeten worden afgedrukt. 18 — 2. STATIONS ID — 3. VOLUME 1. BELVOLUME HOOG HALF LAAG UIT Hiermee stelt u het volume van de bel af. 2. WAARSCH.
Hoofdmenu Submenu 1. STAND.INSTELL. (vervolg) 6. TONER BESPAAR Menuopties — 7. BESPAARSTAND — Opties 20 AAN UIT Met deze functie schakelt u de stroombespaarstand in en uit. 21 Met deze functie stelt u in na hoeveel tijd de machine overschakelt naar de slaapstand. 21 — 2. FAX — 0. TAAL KEUZE (alleen voor België) — 1. ONTVANGST MENU Pagina Als u deze functie activeert, gaat uw tonercartridge langer mee. 8. SLAAPSTAND 9.
Hoofdmenu Submenu Menuopties 1. ONTVANGST MENU (vervolg) 7. PRINTDICHTHEID 8. ONTVANG POLLEN 2. VERZEND MENU 1. CONTRAST 2. FAX RESOLUTIE Opties Omschrijving Pagina Met deze functie kan de afdruk lichter of donkerder worden gemaakt. 34 STAND. BEVEILIG TIJDKLOK Met deze functie kunt u een andere faxmachine bellen en daar een faxbericht opvragen (pollen). 49 AUTO LICHT DONKER Met deze functie kunt u de helderheid bijstellen van een faxbericht dat u gaat verzenden. 25 STAND. FIJN S.
Hoofdmenu 2. FAX (vervolg) Submenu Menuopties 3. KIESGEHEUGEN 1. DIRECTKIES Opties Omschrijving Pagina — Hiermee worden nummers in het geheugen opgeslagen, die vervolgens met een druk op slechts één toets kunnen worden gekozen. 23 — Slaat nummers in het geheugen op, zodat ze met een druk op slechts vier toetsen gekozen kunnen worden. 23 — Een groep voor het groepsverzenden instellen. 43 Hier stelt u in wanneer het verzendrapport en het journaal worden afgedrukt. 37 2. SNELKIES 3.
Hoofdmenu Submenu Menuopties 0. DIVERSEN 1. BEVEILIGD GEH. Opties — 2. ONDERSTE BAK (alleen met optionele papierbak) AAN UIT 3. LEVENSDUUR — 3. KOPIE 1. KOPIE STAND — AUTO TEKST FOTO 2. CONTRAST — - — DUN NORMAAL DIK EXTRA DIK 3. PAPIER SOORT 4. PRINTER 1. PRINT OPTIES + Pagina 44 Selecteer AAN als u de optionele papierbak wilt gebruiken en geef aan welke cassette u voor ontvangen faxen of kopieën wilt gebruiken.
1 Installatie Eerste instellingen Datum en tijd instellen De machine geeft de datum en de tijd weer en deze gegevens worden afgedrukt op elke fax die u verzendt. Als de stroom uitvalt, zal de machine de datum en de tijd enkele uren lang bijhouden. Alle andere instellingen blijven bewaard. 1 2 Druk op Menu, 1, 1. 3 4 5 6 Voer twee cijfers voor de maand in en druk op Set. Toets de twee cijfers van het jaartal in en druk op Set. “02” wordt in deze machine geregistreerd als 2002.
Aangepaste instellingen Volume-instellingen Volume van bel U kunt selecteren hoe luid de bel van de machine overgaat. Het volume van de bel kan desgewenst zelfs worden uitgeschakeld. 1 2 3 4 Druk op Menu, 1, 3, 1. Druk op of om UIT, LAAG, HALF of HOOG te selecteren. Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Exit. Volume van waarschuwingstoon Het volume kan worden ingesteld op LAAG, HOOG of UIT. De fabrieksinstelling is LAAG.
PBX en DOORVERBINDEN Uw faxmachine is in eerste instantie zo ingesteld, dat zij kan worden aangesloten op openbare telefoonlijnen (PSTN). De meeste kantoren gebruiken echter een centrale (PBX). Deze faxmachine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De Recall-functie van uw faxmachine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall) en privécentrales gebruiken TBR doorgaans om toegang te geven tot een buitenlijn of om een telefoontje over te zetten naar een ander toestel.
Stroombespaarstand Als u de stroombespaarstand activeert, wordt energie bespaard doordat de CPU binnen in de machine wordt uitgeschakeld. Als de machine inactief is en u deze stand activeert (AAN), schakelt ze automatisch over naar de energiebesparende stroombespaarstand. In deze stand kunt u de functie Fax Waarnemen echter niet gebruiken en kan de machine evenmin vanaf een andere locatie worden geactiveerd. Bovendien zal de machine ook geen datum en tijd meer weergeven. Druk op Menu, 1, 7.
De kiesstand instellen (Toon/Puls) (alleen voor Nederland) De machine is in de fabriek ingesteld op TOON. Als u echter een PULS-lijn gebruikt, volgt u onderstaande stappen om over te schakelen naar PULS. 1 2 3 4 Druk op Menu, 1, 9. U wordt gevraagd om PULS (of TOON) te kiezen. Gebruik of om de gewenste kiesmethode te selecteren. Druk op Set zodra de gewenste kiesmethode op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Exit.
Nummers opslaan om snel te kiezen U kunt de machine op verschillende manieren laten snelkiezen: met directkiesnummers, met snelkiesnummers en met groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. (Zie Groepsverzenden, pagina 42.) De nummers die in het geheugen zijn opgeslagen raken niet verloren als de stroom uitvalt. Directkiesnummers opslaan Directkiestoetsen zijn niet de normale kiestoetsen. Dit zijn de 16 toetsen links op het bedieningspaneel (nummer 1-32).
5 Druk op Set. Ga terug naar stap 2 om nog een snelkiesnummer op te slaan—of—druk op Stop/Exit. Als u een snelkiesnummer kiest, wordt op het LCD-scherm de naam weergegeven die u bij dat nummer hebt opgeslagen. Als u geen naam hebt opgeslagen, wordt het nummer dat u hebt opgeslagen weergegeven.
2 Een fax verzenden Het scannen afstellen Contrast 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. (Zie Het document plaatsen, pagina 1.) 2 3 4 5 Druk op Menu, 2, 2, 1. 6 Gebruik of om AUTO, LICHT of DONKER te selecteren. Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op 2 als u klaar bent met instellen en ga naar stap 6—of—druk op 1 als u nog andere instellingen wilt maken.
STAND.: geschikt voor de meeste getypte documenten. (De lampjes Fine en S.Fine zijn UIT) FIJN: is een ideale instelling voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is langzamer dan bij de standaardresolutie. (Alleen het lampje Fine brandt) S.FIJN: geschikt voor kleine lettertjes of artwork. De transmissiesnelheid is langzamer dan bij de fijne resolutie. (Alleen het lampje S.Fine brandt) FOTO: is een ideale instelling voor documenten met wisselende grijstinten, zoals foto’s.
Telefoonindex U kunt zoeken naar namen die zijn opgeslagen in het geheugen voor directkiesnummers en snelkiesnummers. (Zie Directkiesnummers opslaan, pagina 23 en Snelkiesnummers opslaan, pagina 23.) Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Druk op Search/Speed Dial. 4 Druk op Fax Start zodra de gewenste gegevens op het LCD-scherm worden weergegeven.
Verzenden Automatisch verzenden Dit is de makkelijkste manier. BELANGRIJK: bij het automatisch verzenden mag de hoorn van het externe toestel niet worden opgenomen. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Voer het gewenste faxnummer in. U kunt hiervoor de directkiestoetsen of de snelkiestoetsen gebruiken of u kunt het nummer zoeken of met de hand invoeren. 3 Druk op Fax Start.
Tweevoudige werking U kunt tot 50 berichten in het faxgeheugen scannen, zelfs terwijl de machine een andere fax ontvangt of vanuit het geheugen verzendt of een taak afdrukt. Voor elke fax die u scant kunt u de instellingen tijdelijk wijzigen, behalve de instellingen voor de Tijdklok en voor het Pollen. Als u tijdens het scannen van de eerste pagina van een fax de melding GEHEUGEN VOL ziet, dient u op Stop/Exit te drukken om de scan te stoppen.
3 Faxen ontvangen Ontvangststand: instellingen De ontvangststand selecteren Deze machine heeft vier verschillende ontvangststanden. Druk herhaaldelijk op Receive Mode totdat de lampjes de gewenste instelling aangeven. Als u Fax/Tel (F/T) of de handmatige stand wilt selecteren, moet u een extern toestel aansluiten en als u de stand ANTW.APP. wilt selecteren, moet u een extern antwoordapparaat aansluiten. Ontvangststand Wanneer moet u deze stand gebruiken 1.
De ontvangststand kiezen en wijzigen 1 2 Druk op Receive Mode. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven. Druk nogmaals op deze toets om de volgende instelling weer te geven. Na 2 seconden worden op het LCDscherm weer de datum en tijd weergegeven, evenals de nieuwe instelling voor de ontvangststand. 100% ALLEEN FAX AUTO 100% FAX/TEL AUTO ANT:ANTWOORDAPP.
De F/T-beltijd (Fax/Tel) instellen (alleen voor de stand Fax/Tel) U kunt specificeren hoe lang de faxmachine met een dubbele bel moet overgaan om u te laten weten dat iemand u probeert te bellen. Deze dubbele bel hoort u pas na de belvertraging. U kunt het telefoontje echter wel aannemen op een tweede toestel dat op een afzonderlijk contact maar op dezelfde lijn is aangesloten. (Zie Werken met een extern of een tweede toestel, pagina 47.) 1 2 Druk op Menu, 2, 1, 2.
Faxen ontvangen Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken (Automatische verkleining) Als u AAN selecteert, zal de machine het inkomende document automatisch verkleinen tot het op een A4-vel past, ongeacht de grootte van het originele document. Druk op Menu 2, 1, 5. Op het scherm verschijnt het volgende: 2 3 4 Gebruik of 5.AUTO REDUCTIE NORMAAL GEBRUIK 1 om AAN (of UIT) te selecteren. Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op Stop/Exit.
De afdrukdichtheid instellen Als de machine te licht of te donker afdrukt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen. De nieuwe instelling blijft van kracht totdat u haar wijzigt. Deze instelling wijzigt ook de afdrukdichtheid van de kopieerfunctie. 1 2 Druk op Menu, 2, 1, 7. 3 4 Druk op Set zodra de gewenste optie op het LCD-scherm staat. Druk op of om de gewenste dichtheid te selecteren. Elke keer dat de toets wordt ingedrukt, wordt de volgende instelling geselecteerd. Druk op Stop/Exit.
4 Gebruik als telefoon Telefoongesprekken voeren via een externe telefoon Als u een extern telefoontoestel aansluit op uw faxmachine, kunt u normale telefoongesprekken voeren vanaf de faxmachine. Nummers kunnen met de hand worden gekozen, met de directkiestoetsen of met de snelkiestoetsen. NORMAAL GEBRUIK U kunt ook de Pauze functie gebruiken. (Zie Pauze, pagina 27.) Met de hand kiezen Om een nummer met de hand te kiezen, toetst u gewoon het telefoonnummer in.
Snelkiezen 1 2 Neem de hoorn van de externe telefoon op. 3 Als u wilt ophangen legt u de hoorn weer neer. Als u de kiestoon hoort, drukt u op Search/Speed Dial, gevolgd door # en de twee cijfers van het snelkiesnummer. (Zie Snelkiesnummers opslaan, pagina 23.) Toon/Puls (alleen voor Nederland) Als u uw faxmachine hebt ingesteld op het kiezen m.b.v. pulsen maar u toonsignalen moet uitzenden (bijv. voor telefonisch bankieren), volgt u onderstaande procedure.
5 Rapporten afdrukken Het verzendrapport en het journaal instellen Het verzendrapport aanpassen Het verzendrapport bewijst dat een faxbericht verzonden is. In dit rapport staan de naam en het nummer van de ontvangende partij, de datum en de tijd waarop het faxbericht was verzonden en of de transmissie foutloos is verlopen. Als deze functie UIT staat, wordt het rapport alleen automatisch afgedrukt als er een fout is opgetreden tijdens de transmissie.
De toets Reports Er zijn zes rapporten beschikbaar. 1.HELP Een lijst van de belangrijkste handelingen en functies. 2.KIESLIJST Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor directkiesnummers en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke volgorde in de lijst. 3.JOURNAAL In deze lijst staat informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. TX betekent verzonden; RX betekent ontvangen. 4.VERZENDRAPPORT Drukt een verzendrapport af van de laatste transmissie. 5.
6 Geavanceerd verzenden Geavanceerd gebruik Automatisch voorblad 4.VERTROUWELIJK KIES,DRUK SET Voorblad uitsluitend voor het volgende faxbericht De stations-ID moet zijn ingesteld. (Zie De stations-ID instellen, pagina 18.) Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat alleen met een bepaald document een voorblad wordt verzonden.
Altijd een voorblad verzenden De stations-ID moet zijn ingesteld. (Zie De stations-ID instellen, pagina 18.) Deze functie werkt uitsluitend als de stations-ID is ingesteld. U kunt uw faxmachine zo instellen, dat met elk document een voorblad wordt verzonden. Op een dergelijk voorblad wordt niet vermeld uit hoeveel pagina’s uw faxbericht bestaat. 1 2 3 4 Druk op Menu, 2, 2, 7. Druk op of om VOORBLAD:AAN of UIT te selecteren. Druk op Set.
Internationale gesprekken Soms kunnen er problemen optreden bij het verzenden van faxberichten naar het buitenland. Deze functie levert een oplossing voor dit probleem. De functie wordt automatisch afgesloten nadat het faxbericht is verzonden. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Druk op Menu, 2, 2, 9.
Groepsverzenden Een groepsverzending is het automatisch verzenden van één faxbericht naar meerdere faxnummers. Met gebruik van de toets Broadcast kan een faxbericht worden gestuurd naar maximaal 32 directkiesnummers, 100 snelkiesnummers en 50 handmatig ingevoerde nummers (dus maximaal 182 locaties mits er geen locaties zijn gebruikt voor groepsnummers, toegangscodes of creditcardnummers).
Nummergroepen voor het groepsverzenden instellen Met nummergroepen kunt u een en hetzelfde faxbericht naar een groot aantal nummers sturen met één druk op een directkiestoets. (Dit noemen we groepsverzenden.) Eerst moet elk faxnummer als een directkiesnummer of snelkiesnummer worden opgeslagen. (Zie Directkiesnummers opslaan, pagina 23. Zie ook Snelkiesnummers opslaan, pagina 23.) Daarna combineert u deze nummers in groepen. Elke nummergroep gebruikt een directkiestoets.
Een taak in de wachtrij controleren en annuleren Taken die u in de wachtlijst hebt geplaatst, kunnen desgewenst gecontroleerd of geannuleerd worden. Als de machine inactief is: 1 Druk op Menu, 2, 6. Op het LCD-scherm verschijnen alle taken die in de wachtlijst staan. Als er niets in de wachtlijst staat, verschijnt de melding GEEN OPDRACHTEN. 2 Als er meer dan een taak wacht, selecteert u de taak die u wilt annuleren met of .
5 6 Druk op of om INSTEL BEVEILIG te selecteren. Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. WACHTWOORD:XXXX ENTER & DRUK SET 7 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. Dit is hetzelfde als het wachtwoord dat reeds in de machine is opgeslagen. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door BEVEILIGING MODE. De geheugenbeveiliging is nu geactiveerd.
Beveiligd Geheugen activeren 1 2 3 Druk op Menu, 2, 0, 1. Druk op of om INSTEL BEVEILIG te selecteren. Druk op Set. U wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren. WACHTWOORD:XXXX ENTER & DRUK SET 4 Voer het viercijferige wachtwoord in en druk vervolgens op Set. Dit is hetzelfde als het wachtwoord dat reeds in de machine is opgeslagen. Op het LCD-scherm verschijnt twee seconden lang de melding GEACCEPTEERD, gevolgd door BEVEILIGING MODE. De geheugenbeveiliging is nu geactiveerd.
7 Geavanceerd ontvangen Werken met een extern of een tweede toestel Als u per ongeluk de hoorn van een tweede toestel opneemt terwijl er een faxbericht binnenkomt, wordt de transmissie onderbroken of zullen sommige delen onleesbaar zijn. ◆ 5 1—Vanaf een extern of een tweede toestel, 5 1 zet de machine in de ontvangststand. ◆ # 5 1—Vanaf een tweede toestel, # 5 1 kan de ontvangst op de machine onderbreken. Dit komt bijvoorbeeld van pas in de F/T-stand en als de functie Fax Waarnemen is geactiveerd.
De code voor het op afstand activeren en de codes voor afstandsbediening wijzingen Het is mogelijk dat de codes voor het op afstand activeren en/of uitschakelen op bepaalde telefoonsystemen niet werken. De code voor het activeren is in de fabriek ingesteld op 5 1 en die voor het op afstand uitschakelen op # 5 1. Als de verbinding telkens wordt verbroken wanneer u probeert om op afstand toegang te krijgen tot uw antwoordapparaat, is het raadzaam om andere codes voor activeren en uitschakelen te kiezen.
8 Pollen Pollen is het opvragen van faxberichten van een andere faxmachine. U kunt uw faxmachine gebruiken om andere machines te pollen of u kunt de andere partij vragen uw faxmachine te pollen. Allereerst moeten beide partijen hun faxmachines zo instellen, dat er gepolld kan worden. De partij die uw faxmachine belt om documenten op te vragen, betaalt voor het telefoontje. Als u de faxmachine van derden belt om daar documenten op te vragen, betaalt u het telefoontje. (Zie Verzend Pollen, pagina 51.
Uitgesteld Ontvang Pollen instellen U kunt uw machine zo instellen, dat zij op een later tijdstip gaat pollen. 1 2 3 4 Druk op Menu, 2, 1, 8. 5 6 Druk op Set. U wordt gevraagd het faxnummer dat u wilt pollen in te voeren. Druk op of om TIJDKLOK te selecteren en druk op Set. U wordt gevraagd in te voeren om hoe laat de polling moet worden uitgevoerd. Voer in 24-uurs formaat in op welk tijdstip u het pollen wilt starten.
Verzend Pollen Verzend Pollen betekent dat uw faxmachine met een document in de invoer wacht totdat ze door een ander faxapparaat wordt gebeld om dit document op te vragen. Het document wordt opgeslagen en kan vanaf een andere faxmachine worden opgevraagd totdat u het met de functie voor het annuleren van een taak uit het geheugen wist. (Zie Een taak in de wachtrij controleren en annuleren, pagina 44.
9 Opties voor afstandsbediening Fax Opslaan instellen Ontvangst in het geheugen (GEH.ONTVANGST) moet geactiveerd zijn (AAN) als u faxen in het geheugen wilt ontvangen. (Zie Ontvangen in het geheugen, pagina 34.) Zet deze functie AAN als u wilt dat inkomende faxberichten in het geheugen worden opgeslagen. U kunt dan functies als Fax Doorzenden en Op Afstand Opvragen gebruiken. 1 2 Druk op Menu, 2, 5, 2. 3 Druk op Stop/Exit.
3 4 Voer het nummer in (maximaal 20 tekens) en druk op Set. Druk op Stop/Exit. U kunt uw machine ook vanaf een externe locatie bellen om deze functie te activeren of om het nummer te wijzigen waarnaar faxen worden doorgestuurd. De code voor toegang op afstand wijzigen Zodra de faxmachine opneemt, voert u uw code voor toegang op afstand in. U kunt uw machine dan op afstand bedienen. Deze code voor toegang op afstand is in de fabriek ingesteld op 1 5 9 , maar indien gewenst kunt u deze code wijzigen.
Opdrachten voor afstandsbediening U kunt uw faxmachine bedienen met behulp van onderstaande opdrachten voor afstandsbediening. Wanneer u uw faxmachine opbelt en de code voor toegang op afstand (1 5 9 ) invoert, hoort u twee korte piepjes om aan te geven dat u een opdracht moet invoeren. De instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 5 Druk op een van de volgende nummers op 1—om Fax Doorzenden uit te zetten op 2—om Fax Doorzenden aan te zetten Een nummer voor Fax Doorzenden programmeren—Druk op 4.
Faxberichten opvragen 1 2 Kies het nummer van uw faxmachine. 3 4 Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen 9 6 2 in. Voer na het piepje onmiddellijk uw code voor toegang op afstand in (de fabrieksinstelling is 1 5 9 ). Toets met de kiestoetsen het nummer in van de externe faxmachine waarop de faxberichten moeten worden afgedrukt (maximaal 20 tekens) en druk op # #. U kunt en # niet als kiesnummers gebruiken, maar u kunt # wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen.
10 Kopiëren Basisbewerkingen De machine als een copier gebruiken U kunt uw machine als een fotokopieermachine gebruiken en maximaal 99 kopieën van een document maken. Het papier mag tijdens het kopiëren nooit uit de machine worden getrokken. De machine begint op ongeveer 4 mm van de rand van het papier te scannen. (4 mm) Niet-leesbaar (4 mm) Een kopie maken 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.
Meerdere kopieën maken (via de automatische documenteninvoer) 1 2 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer. 3 Druk op Copy. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk bijvoorbeeld op 3, 8 voor 38 kopieën. Druk op de toets Options als u de kopieën wilt sorteren. (Zie Meerdere kopieën sorteren (via de automatische documenteninvoer), pagina 61.) Meerdere kopieën maken (via de glasplaat) 1 Til het documentdeksel op.
De melding Geheugen vol Als het geheugen tijdens het kopiëren vol raakt, verschijnt op het LCD-scherm de volgende melding: GEHEUGEN VOL Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de eerste pagina die u wilt kopiëren, drukt u op Stop/Exit om de handeling te annuleren. Als het geheugen vol raakt tijdens het scannen van een van de volgende pagina’s van het document, kunt u op Copy drukken om de reeds gescande pagina’s te kopiëren—of—drukt u op Stop/Exit om de handeling te annuleren.
Op het LCD-scherm worden de huidige instellingen voor het kopiëren weergegeven. U kunt meerdere instellingen maken. Aantal kopieën Stapelen of Sorteren Kopieerstand (soort origineel) Kopieercontrast Kopieerpercentage of speciale kopieeropties Vergrote of verkleinde kopieën maken Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 4 Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99).
Contrast voor kopiëren U kunt het contrast afstellen, zodat u lichtere of donkerdere kopieën kunt maken. 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 3 Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). 4 Druk op om de kopie lichter te maken of op om de kopie donkerder te maken en druk vervolgens op Set. 5 Druk op Copy—of—druk op Druk op Contrast.
Meerdere kopieën sorteren (via de automatische documenteninvoer) 1 2 3 4 5 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer. Voer met de kiestoetsen in hoeveel kopieën u wilt maken (maximaal 99). Druk op Options en Druk op of of om STAPEL/SORTEER te selecteren en druk op Set. om SORT. te selecteren en druk vervolgens op Set. Druk op Copy—of—druk op of als u verder nog instellingen wilt maken. Speciale kopieeropties (met de autom.
2 in 1 1 1 2 2 4 in 1 1 23 1 2 3 4 4 Poster U kunt van een foto een kopie op posterformaat maken. Speciale kopieerfuncties (2in1, 4in1 of Poster) zijn niet beschikbaar als u op Enlarge/Reduce hebt gedrukt. Het posterformaat kan alleen worden gebruikt als u via de glasplaat kopieert. Poster is niet beschikbaar voor meerdere kopieën.
Papiersoort Voor het kopiëren kunnen de volgende papiersoorten worden gebruikt. Voor de beste resultaten moet u dezelfde soort selecteren als het papier dat u gebruikt.
Kopieerstand (Type origineel) U kunt selecteren met welke resolutie het origineel gekopieerd moet worden. De standaardinstelling is AUTO, die geschikt is voor originelen met zowel tekst als foto’s. TEKST wordt gebruikt voor originelen met alleen tekst. FOTO wordt gebruikt voor het kopiëren van foto’s. 1 2 Druk op Menu, 3, 1. 3 Druk op Stop/Exit—of—druk op Druk op of om te selecteren wat voor document u gaat kopiëren (AUTO, TEKST of FOTO) en druk vervolgens op Set.
11 De machine als een printer gebruiken Speciale printerfuncties Afdrukken in Windows® De speciale printerdrivers voor Microsoft® Windows® 95, 98, 98SE, Me, 2000 Professional en Windows NT® Workstation Version 4.0 staan op de cd-rom die met deze machine is geleverd. U kunt deze met behulp van ons installatieprogramma gemakkelijk op een Windows ®-systeem installeren (zie Installatiehandleiding).
Tweezijdig afdrukken (handmatige duplex) De meegeleverde printerdriver voor Windows® 95, 98, 98SE, Me en voor Windows NT® Workstation Version 4.0 ondersteunt het handmatig tweezijdig afdrukken. (Raadpleeg het Helpscherm van de printerdriver voor nadere informatie hierover.) De machine drukt eerst alle even pagina’s af. De Windows® driver laat u vervolgens via een schermbericht weten dat u het papier opnieuw moet invoeren.
Eén vel papier invoeren Het is niet nodig om handinvoer te selecteren in het insteldialoogvenster van uw printerdriver. Plaats het vel papier staand (verticaal) of liggend (horizontaal) en met de te bedrukken zijde naar boven in de sleuf voor handinvoer. 1 Plaats het papier in het midden van de sleuf voor handinvoer, zo ver dat de voorste rand van het papier de papierrollen raakt. 2 Stel de papiergeleider van de handinvoer in op de breedte van het gebruikte papier.
Afdrukken op dikker papier of op karton Als u de achterklep optilt, krijgt u toegang tot het rechte papierdoorvoerpad van de machine, van de handinvoer naar de achterkant van de machine. Gebruik deze papierinvoer- en uitvoermethode als u wilt afdrukken op enveloppen, dikker papier of op karton. 1 2 3 Selecteer in de printerdriver de stand voor handinvoer. 4 5 Stel de geleiders van de handinvoer in op de breedte van het gebruikte papier.
Face-down uitvoer De machine werpt het papier met de bedrukte zijde naar beneden uit. Trek de steun van de face-down uitvoer uit om het papier op te vangen. Teneinde te voorkomen dat transparanten vlekken als ze op de uitvoerlade worden opgestapeld, is het belangrijk dat u elk vel verwijdert onmiddellijk nadat het is uitgeworpen. De toets Reset Druk op deze toets om gegevens in het geheugen te wissen.
Functies in het printermenu De interne fontlijst afdrukken Als u wilt zien welke fonts uw machine bevat of welk font u wilt gebruiken, kunt u een overzicht afdrukken van alle interne (residente) fonts. 1 2 3 Druk op Menu, 4, 1, 1. Druk op Fax Start. De machine drukt de lijst van lettertypen af. Druk op Stop/Exit. De printerconfiguratie afdrukken U kunt een overzicht afdrukken van alle instellingen van uw printer. 1 2 3 Druk op Menu, 4, 1, 2. Druk op Fax Start.
Geschikt papier Voor de beste resultaten is het belangrijk dat u voor afdruktaken de juiste papiersoort gebruikt.
12 Instellingen van de printerdriver (alleen bij gebruik van Windows®) Brother’s printerdriver voor de MFC-9880 gebruiken De printerdriver is een stuurprogramma dat gegevens in het door de computer gebruikte formaat, omzet in een formaat dat door een bepaalde printer kan worden gebruikt; dit gebeurt met behulp van een printeropdrachttaal of een page description language (PDL). De printerdrivers staan op de meegeleverde cd-rom.
Papiersoort Selecteer in het keuzemenu het Papierformaat dat u wilt gebruiken. Meerdere pagina’s afdrukken De optie Meerdere pag. afdrukken kan het beeld van een pagina verkleinen, zodat meerdere pagina’s op één vel kunnen worden afgedrukt of kan het beeld juist vergroten zodat één pagina op meerdere vellen wordt afgedrukt. Bijv. 4 op 1 Bijv.
Papiersoort Deze machine kan op de volgende papiersoorten afdrukken. Voor het beste resultaat moet u de juiste papiersoort selecteren. Normaal papier Dun papier Dik papier Dikker papier Briefpapier Transparanten Als u normaal papier gebruikt, selecteert u Normaal papier. Als u zwaarder papier, enveloppen of ruw papier gebruikt, moet u Dik papier of Dikker papier selecteren. Voor briefpapier selecteert u Briefpapier en voor OHP-transparanten Transparanten.
Het tabblad Geavanceerd 1 2 3 4 5 U kunt de instellingen in dit tabblad wijzigen door een van de volgende pictogrammen te selecteren: 1. Afdrukkwaliteit 2. Tweezijdig afdrukken 3. Watermerk 4. Pagina-instelling 5.
Afdrukkwaliteit Resolutie De resolutie heeft 2 instellingen: ◆ 300 dpi ◆ 600 dpi Tonerbespaarstand U kunt kosten besparen door de Toner-bespaarstand te activeren. Deze stand gebruikt een lagere printdichtheid. Afdrukinstellingen (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) Afdrukinstellingen worden gebruikt om de beste resultaten te krijgen met het documenttype dat wordt afgedrukt (foto’s, afbeeldingen of gescande beelden).
Inbindmarge Als u de Inbindmarge activeert, kunt u tevens een waarde voor de inbindmarge in millimeters of in inches aangegeven (0 – 8 inches of 0 – 203.2 mm). Watermerk U kunt een logo of tekst als een watermerk in uw document opnemen. U kunt hiervoor een bitmapbestand als bronbestand gebruiken, maar u kunt ook een van de vooringestelde watermerken selecteren.
Watermerk bitmap Voer de bestandsnaam en de locatie van de bitmap in het vak Bestand in. U kunt echter ook Bladeren om de locatie te zoeken. U kunt ook de schaal van het beeld opgeven. Positie De instellingen voor de positie bepalen op welke plaats het watermerk op de pagina komt te staan. Pagina-instelling U kunt de functie Schaal gebruiken om te bepalen hoe groot uw document wordt afgedrukt. 1. Selecteer Uit als u het document wilt afdrukken zoals het op uw beeldscherm wordt weergegeven. 2.
U kunt ook de opties In spiegelbeeld afdrukken of Ondersteboven bedrukken gebruiken (deze optie draait het beeld 180 graden). Opties apparaat U kunt de volgende printerfuncties instellen: • Snelle printerinstelling • Beheerder (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) • Datum en tijd afdrukken Snelle printerinstelling Instellingen van de printerdriver (alleen bij gebruik van Windows®) 79 PRINTER/SCANNER Met de optie Snelle printerinstelling kunt u in de driver snel instellingen maken.
Beheerder (alleen bij gebruik van Windows® 95/98/98SE/Me) Via de optie Beheerder kunt u de opties Kopiëren, Schaal en Watermerk vergrendelen en met een Wachtwoord beveiligen. Noteer uw wachtwoord en bewaar het op een veilige plaats. Als u het wachtwoord vergeet, kunt u geen toegang meer krijgen tot deze instellingen.
Datum en tijd afdrukken Als u de optie Datum & tijd afdrukken hebt ingeschakeld, worden de datum en de tijd die uw computerklok aangeeft, automatisch op uw document afgedrukt. Klik op de knop Instelling om de Datum & Tijd van de Formaat, de Positie en het Lettertype te wijzigen. Als u voor de datum en tijd ook een achtergrond wilt gebruiken, selecteert u Opmaak (ondoorzichtig). Als Opmaak (ondoorzichtig) is geselecteerd, kunt u het Contrast van de achtergrond voor datum en tijd percentsgewijs wijzigen.
Standaardbron De optie Standaardbron bepaalt welke papierbron wordt gebruikt als het papierformaat van het document niet overeenkomt met de instellingen voor de papierbron. Beschikbare opties Als u de los verkrijgbare tweede papierbak wilt gebruiken, moet u in de driver aangeven dat deze is geïnstalleerd. Markeer het modelnummer in de lijst Beschikbare opties en klik op Toevoegen.
Het tabblad Ondersteuning Het tabblad Ondersteuning geeft informatie over de versie en instellingen van de driver. Verder staan hier ook links naar de website Brother Solution Centre en driver-updates. Brother Solutions Center Het Brother Solutions Center is een website waar u informatie vindt over Brother-producten, plus antwoorden op veelgestelde vragen, gebruikershandleidingen, driver-updates en tips voor het gebruik van de machine.
Functies van de printerdriver (Bij gebruik van Windows® 2000) De printerdriver voor Windows® 2000 gebruikt Microsoft’s uni-driver architectuur. Hieronder worden de functies en instellingen voor Windows® 2000 beschreven. Het tabblad Algemeen Voorkeursinstellingen Klik in het tabblad Algemeen op de knop Voorkeursinstellingen… om het tabblad Indeling te openen. Het tabblad Indeling Afdrukstand De optie Afdrukstand bepaalt in welke stand uw document wordt afgedrukt (Staand of Liggend).
Pagina’s per vel U kunt 1, 2, 4, 6, 9 of 16 pagina’s op één vel papier afdrukken. Het beeld van elke pagina wordt verkleind afgedrukt, zodat alles netjes op het vel papier past. 2 op 1 4 op 1 Het tabblad Papier/Kwaliteit Papierinvoer U kunt de volgende papierbronnen selecteren: Automatisch selecteren, Automatisch, Bovenste papierlade, Onderste papierlade (optionele papierbak) en Handmatige papierlade.
Media Voor de beste afdrukkwaliteit moet u het door u gebruikte type papier selecteren: ■ Normaal ■ Dik papier ■ Dikker papier ■ Transparant Als u normaal papier gebruikt, selecteert u Normaal. Als u zwaarder papier, enveloppen of ruw papier gebruikt, moet u Dik papier of Dikker papier selecteren. Voor OHP-transparanten selecteert u Transparant. Geavanceerde opties Klik in het tabblad Paper/Quality op de knop Geavanceerd….
Het tabblad Apparaatinstellingen Toewijzing van formulier aan papierlade Installeerbare opties Printergeheugen—Als u extra geheugen in de machine hebt geplaatst, moet u aangeven hoeveel geheugen er in totaal in de machine is geplaatst, anders kan de driver dit extra geheugen niet gebruiken. Onderste papierlade—Als de optionele onderste papiercassette is geïnstalleerd, moet u deze optie inschakelen, anders kan de onderste papiercassette niet worden gebruikt.
13 Het Brother Control Center voor Windows gebruiken ® (alleen bij gebruik van Windows®) Brother Control Center Het Brother Control Center is een softwaretoepassing die op het scherm van uw pc verschijnt wanneer u papier in de automatische documenteninvoer plaatst. Deze software geeft u met een paar muisklikken toegang tot de meest frequent gebruikte scantoepassingen. Als u het Control Center gebruikt, hoeft u bepaalde toepassingen niet handmatig te starten.
Het automatisch laden uitschakelen 1 2 Klik met de linkermuisknop op het pictogram Control Center 3 Klik op het selectievakje Popup automatisch laden om het vinkje (v) weg te halen. en klik op Tonen. Als het hoofdscherm van het Control Center wordt weergegeven, klikt u met de linkermuisknop op de knop Configuratie Control Center.
De toetsen op het bedieningspaneel gebruiken U kunt de scantoetsen op het bedieningspaneel pas gebruiken nadat u de machine hebt aangesloten op een pc waarop Windows® draait en waarop de juiste Brother-drivers voor uw Windows®-systeem zijn geïnstalleerd. Als u de scantoetsen wilt gebruiken, moet de toepassing Brother Control Center op uw pc draaien. Scan to E-mail U kunt een document in kleur of zwart-wit als een bestandsbijlage naar uw e-mail scannen.
Kenmerken van Brother Control Center Automatische configuratie Tijdens de installatie controleert het Control Center welke e-mailtoepassingen, tekstverwerkers en grafische toepassingen voor het bekijken en bewerken van beelden op uw systeem worden gebruikt. Als u normaal gesproken bijvoorbeeld Outlook gebruikt voor uw e-mail, zal het Control Center automatisch een koppeling en een scanknop voor Outlook creëren.
Kopiëren Kopiëren—Met deze functie kunt u via uw pc en een willekeurige Windows ®-printerdriver geavanceerde kopieerfuncties gebruiken. U kunt een pagina op een Brother MFC scannen en de kopieën afdrukken met gebruikmaking van een van de functies van de Brother MFC-printerdriver. Het is echter ook mogelijk om de kopie rechtstreeks naar een op de pc geïnstalleerde Windows ®printerdriver te sturen.
De scanner configureren In de toepassing Popup zijn acht verschillende scanmodi opgeslagen. Telkens wanneer u een document scant, moet u de beste scanmodus selecteren. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren Tekst voor OCR Foto’s Foto’s (hoge kwaliteit) Foto’s (snel scannen) Afwijkend Kladexemplaar Kwaliteitsexemplaar Elke modus heeft een eigen set opgeslagen instellingen.
Naar bestand scannen Scanner instelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Bestemmingsmap PaperPort-map—Selecteer dit vakje als u het document in de map PaperPort wilt scannen.
Naar E-mail scannen Scanner instelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. E-mailapplicatie Email-applicatie—Selecteer uw e-mailtoepassing in de lijst.
Bestandsbijlagen Bestanden niet converteren—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van bijlagen niet wilt wijzigen. De opties voor het converteren van bestanden zijn dan niet beschikbaar (in grijs weergegeven). Alleen MAX-bestanden converteren—Klik op dit selectievakje als u bijlagen alleen wilt converteren als het PaperPort-bestanden zijn. Alle bestanden converteren indien mogelijk—Klik op dit selectievakje als u het bestandstype van alle bijlagen wilt wijzigen.
Naar een tekstverwerker scannen Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Tekstverwerker Tekstverwerker—Selecteer in de lijst de tekstverwerker die u wilt gebruiken.
OCR-pakket—Selecteer in de lijst TextBridge Classic OCR als u de OCR-toepassing wilt gebruiken die met de Brother MFC Software Suite werd geïnstalleerd. Klik op de knop OCR-instellingen… om te kiezen op welke wijze de OCR-toepassing de pagina’s leest die u in uw tekstverwerker scant. Het venster Voorkeuren wordt weergegeven: Selecteer een instelling en klik op OK. ◆ Auto-oriëntatie—Selecteer dit selectievakje als u wilt dat uw tekstverwerker de pagina leest zoals deze was opgesteld.
Kopiëren Scanner instelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Kopieerinstellingen Brother MFC-9880 Aantal exemplaren—Geef aan hoeveel kopieën u wilt maken.
Fax verzenden Scannerinstelling Selecteer in de lijst de scanmodus die het meest geschikt is voor het bestandstype. U kunt kiezen uit: Faxen, archiveren en kopiëren; Tekst voor OCR; Foto’s; Foto’s (hoge kwaliteit); Foto’s (snel scannen); Afwijkend; Kladexemplaar of Kwaliteitsexemplaar. Klik op de knop Instellingen aanpassen… als u een instelling wilt wijzigen. Faxinstellingen Brother PC-FAX Fax-resolutie—Fijn (200 x 200) 1 Klik op de knop Fax-opties… om de instellingen te wijzigen.
14 ScanSoft PaperPort voor Brother en ScanSoft TextBridge gebruiken ™ ® ™ ® ScanSoft™ PaperPort® voor Brother is een toepassing waarmee u documenten kunt beheren. U gebruikt PaperPort® om de gescande documenten te bekijken. PaperPort® heeft een geraffineerd maar gebruikersvriendelijk systeem voor het archiveren van documenten, zodat u ze gemakkelijk kunt ordenen. U kunt documenten met verschillende bestandsformaten combineren of ‘stapelen’, waarna u ze kunt afdrukken of archiveren.
Pagina beeld toont een close-up van één pagina. U opent een PaperPort®-item door er gewoon op te dubbelklikken. U kunt ook dubbelklikken op items die niet in PaperPort ® zijn gemaakt; deze worden dan geopend mits op uw computer een toepassing is geïnstalleerd die het item kan weergeven.
ScanSoft™ TextBridge® OCR gebruiken (tekst in een beeld omzetten in tekst die u kunt bewerken) Software van: ScanSoft™ ScanSoft™ TextBridge® OCR wordt automatisch geïnstalleerd als u PaperPort® op uw computer installeert. PaperPort® kan de tekst op een PaperPort®-item (dit is in feite gewoon een plaatje van de tekst) snel omzetten in tekst die u in een tekstverwerker kunt bewerken.
De scanner selecteren Als u TWAIN_32 Brother MFL Pro Kleur als uw scannerdriver wilt selecteren, doet u dit onder “Select scanner”—of—selecteert u in uw software de optie voor het selecteren van een bron. Selecteer in het keuzemenu Bestand van het venster PaperPort® de optie Verkrijgen of selecteer de knop TWAIN of Scan.
Instellingen in het scannervenster Beeld ScanSoft™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge® gebruiken 105 PRINTER/SCANNER Resolutie Selecteer in de keuzelijst een resolutie waarmee moet worden gescand. Bij hogere resoluties wordt meer geheugen gebruikt en duurt het scannen langer, maar het beeld is met hoge resoluties duidelijker. Type scan Black & White: bij tekst en lijntekeningen gebruikt u voor het Type scan de instelling Zwartwit.
Afwijkend Afmetingen Selecteer voor Grootte een van de volgende instellingen: ◆ Letter (8 1/2 x 11 in.) ◆ A4 (210 x 297 mm.) ◆ Legal (8 1/2 x 14 in.) ◆ A5 (148 x 210 mm.) ◆ B5 (182 x 257 mm.) ◆ Executive (7 1/4 x 10 1/2 in.) ◆ Afmeting Business Card (60 x 90 mm.) ◆ Afwijkend (door gebruiker ingesteld van 0,35 x 0,35 in. tot 8,5 x 14 in.
Een beeld snel scannen met de functie Vooraf scannen Met de functie Vooraf scannen kunt u een beeld snel met een lage resolutie scannen. In het scanvenster wordt een miniatuurweergave van het beeld getoond. Dit is slechts een voorbeeld dat u laat zien hoe het beeld eruit zal zien. Gebruik de knop Vooraf scannen om een voorbeeld te bekijken wanneer u ongewenste delen van een beeld wilt afknippen. Wanneer u tevreden bent met het getoonde voorbeeld, selecteert u de knop Starten om het beeld te scannen.
15 PC-FAX instellen en gebruiken (alleen bij gebruik van Windows®) Inleiding In dit hoofdstuk worden de belangrijkste functies van de Brother-software besproken, zodat u snel aan de slag kunt met de MFC Software Suite. De MFC Software Suite voor deze machine bevat ook ScanSoft ™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge®. (Zie ScanSoft™ PaperPort® voor Brother en ScanSoft™ TextBridge® gebruiken, pagina 101.
Toepassen Als u op deze knop klikt, worden de nieuwe instellingen aan de machine doorgegeven zonder dat de toepassing Remote Setup wordt afgesloten. Afdrukken Met deze opdracht kunnen geselecteerde items op de machine worden afgedrukt. U kunt echter pas afdrukken nadat de nieuwe instellingen aan de machine zijn doorgegeven. Klik op Toepassen om de nieuwe gegevens naar de machine te uploaden en klik vervolgens op Afdrukken.
2 Voer de benodigde Gebruikersinformatie in. Deze informatie is vereist voor de koptekst van de fax en voor het voorblad. 3 Klik op OK om de Gebruikersinformatie op te slaan. Het verzenden instellen Klik in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup op het tabblad Bezig met verzenden om dit tabblad te openen. Buitenlijn toegang Voer het nummer in waarmee toegang wordt verkregen tot een buitenlijn. Dit nummer is soms nodig voor het lokale PBX-telefoonsysteem.
Gebruikersinterface Selecteer de gebruikersinterface voor het verzenddialoogvenster. U kunt kiezen tussen E-mailstijl en Faxstijl. E-mailstijl Faxstijl Snelkiesnummers instellen U opent het tabblad Snelkies door in het dialoogvenster Brother PC-FAX Setup te klikken op het tabblad Snelkies. (Als u deze functie wilt gebruiken, moet de gebruikersinterface Faxstijl Style zijn geselecteerd.) PRINTER/SCANNER Onder de tien snelkiestoetsen kunt u adressen of groepen opslaan.
Het adresboek Selecteer in het Startmenu de optie Programma’s, Brother, MFC Software Suite en klik vervolgens op Adresboek. Het dialoogvenster Brother Adresboek wordt geopend. Iemand in het adresboek opnemen In het dialoogvenster Brother Adresboek kunnen gegevens over afzonderlijke personen of groepen worden opgenomen en kunnen bestaande gegevens worden bewerkt en/of gewist. 1 Klik in het dialoogvenster Adresboek op het pictogram om iemand in het adresboek op te nemen.
Een groep voor het groepsverzenden instellen Als u via de pc regelmatig een fax naar meerdere mensen verstuurt, kunt u hun gegevens in een groep opnemen. 1 Klik in het dialoogvenster Brother Adresboek op het pictogram om een groep te maken. Het dialoogvenster Brother Adresboek Groepen Setup wordt geopend. 2 3 Typ de naam van de nieuwe groep in het veld Groepsnaam. 4 Nadat u alle leden hebt geselecteerd, klikt u op OK.
Het adresboek exporteren U kunt het adresboek als een ASCII-tekstbestand (*.csv) exporteren. Het huidige telefoonboek exporteren: Als u een Vcard maakt, moet u eerst een Naam selecteren. 1 Selecteer in uw adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Exporteren en klik op Tekst, —of—klik op Visitekaartje en ga door naar stap 5. 2 Selecteer in de kolom Selecteer de items in de de gegevensvelden die u wilt exporteren en klik vervolgens op Toevoegen>>.
In het adresboek importeren U kunt ASCII-tekstbestanden (*.csv) of Vcards in uw adresboek importeren. Een ASCII-tekstbestand importeren: 1 Selecteer in uw adresboek Bestand, zet de muisaanwijzer op Importeren en klik op Tekst, —of—klik op Visitekaartje en ga door naar stap 5. 2 Selecteer in de kolom Beschikbare items de gegevensvelden die u wilt importeren en klik vervolgens op Toevoegen>>. Selecteer de velden in de lijst Beschikbare items in de volgorde waarin ze in het tekstbestand Importeren staan.
Een voorblad instellen U opent het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup vanuit het dialoogvenster FAX verzenden door te klikken op . (Zie Gebruikersinterface, pagina 111.) Het dialoogvenster Brother PC-FAX Voorblad Setup wordt geopend: Aan U kunt in elk vak gegevens invoeren. Als u de fax naar meerdere personen verzendt, worden de gegevens van de geadresseerden niet op het voorblad afgedrukt. Formulier U kunt in elk vak gegevens invoeren.
Een bestand als een fax via de pc verzenden, met de interface E-Mailstijl 1 2 Maak een bestand in Word, Excel, Paint, Draw of in een andere toepassing op uw pc. Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend. Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op OK. Het dialoogvenster FAX Verzenden wordt geopend. 4 Typ in het veld Aan: het faxnummer van de geadresseerde.
Een bestand als een fax via de pc verzenden, met de interface Faxstijl 1 2 Maak een bestand in Word, Excel, Paint, Draw of in een andere toepassing op uw pc. Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken. Het dialoogvenster Afdrukken wordt geopend. 3 Selecteer Brother PC-FAX als uw printer en klik vervolgens op OK. Het dialoogvenster FAX verzenden wordt geopend. 4 Voer een telefoonnummer in. U kunt dit op verschillende manieren doen: A. Voer het nummer met de kiestoetsen in. B.
Herkiezen: Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om te bladeren door de laatste vijf faxnummers die zijn gekozen. PC-FAX Ontvangst U kunt inkomende faxberichten desgewenst op uw pc ontvangen. PC-FAX Ontvangst uitvoeren Selecteer in het Start menu de optie Programma’s, Brother, MFC Software Suite en selecteer vervolgens “PC-FAX Receiving”. Het pictogram PC-FAX taakbalk weergegeven.
Nieuwe PC-FAX berichten bekijken Telkens wanneer een PC FAX binnenkomt, beginnen de blauwe en rode de taakbalk te knipperen. Het rode pictogram blijft. 1 2 3 pictogrammen op PaperPort uitvoeren. Open de map Ontvangen Faxen. Dubbelklik op de nieuwe faxen om deze te openen en te lezen.
16 De Brother MFC gebruiken met een New Power Macintosh G3, G4 of iMac /iBook ® ™ ™ Een Apple® Macintosh® G3, G4 of iMac™ met USB en Mac OS 8.5/ 8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 instellen Voor aansluiting op een Macintosh® hebt u een USB-kabel nodig die niet langer is dan 1,8 meter. Uw USB Apple® Macintosh® werkt alleen met deze machine als het Mac OS 8.5/8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.1 is geïnstalleerd. (De Brother scannerdriver werkt alleen met Mac OS 8.6/9.0/9.0.4/9.1.
Om het document af te drukken: 3 Klik in uw Macintosh-toepassing op het menu Bestand en selecteer Page Setup. Wijzig de instellingen voor Papierformaat, Oriëntatie en Scaling en klik op OK. 4 Klik in uw toepassing op het menu Bestand en selecteer Print. Klik op Print om af te drukken. Als u de instellingen voor Kopieën, Pagina’s, Resolutie, Papiertoevoer en Soort papier wilt wijzigen, moet u dat doen voordat u op Print klikt. Via Optie Instellingen kunt u de instellingen voor Duplex wijzigen.
Faxen via de Macintosh Als u rechtstreeks vanaf uw Macintosh een fax wilt verzenden, gaat u als volgt te werk: 1 2 Maak een document in een van de Macintosh-toepassingen. Selecteer in het menu Print de optie Bestand om de fax te verzenden. Het dialoogvenster Printer wordt geopend. Als Printer is geselecteerd, staat op de bovenste knop Print en is de knop Adres niet beschikbaar (in grijs weergegeven). 3 Selecteer in het menu Uitvoer pull-down de optie Fax.
4 Klik op Verzenden. Het dialoogvenster Fax verzenden wordt geopend. In het dialoogvenster Fax verzenden staan twee vakken. In het linkervak Opgeslagen Faxnummers staan alle reeds opgeslagen faxnummers; in het rechtervak Bestemming Faxnummers worden de faxnummers die u selecteert weergegeven. 5 Adresseer de fax door het faxnummer in het vak Invoer Faxnummer te typen. —of— Selecteer een naam/nummer in het vak Opgeslagen Faxnummers en klik op >>.
Het adresboek instellen U kunt nieuwe namen en groepen aan het adresboek toevoegen, zelfs op het moment dat u de fax adresseert. Een nieuwe naam toevoegen Als u een nieuwe naam aan het adresboek wilt toevoegen, klikt u in het dialoogvenster Fax op Adres. Het dialoogvenster Adresboek wordt geopend. 2 Klik op Nieuw. Het volgende dialoogvenster wordt geopend. 3 4 5 Voer de naam en het faxnummer in. PRINTER/SCANNER 1 In het veld Memo kunt u desgewenst een opmerking invoeren (maximaal 15 tekens).
Een nieuwe groep toevoegen U kunt een groep van diverse personen opstellen. 1 Klik op Groep. Het dialoogvenster Groepsinstelling wordt geopend. 2 3 Typ in het veld Groepsnaam een naam voor de groep. 4 Klik op OK. Het Adresboek verschijnt weer. Selecteer in het vak Opgeslagen Faxnummers de nummers die aan de groep moeten worden toegevoegd en klik op >>. De gekozen nummers worden weergegeven in het vak onder het veld Groepsnaam.
5 Klik op OK. Het Print/Fax menu verschijnt weer. 6 Klik op Verzenden als u de fax nu wilt verzenden (Volg de stappen op pagina 123 voor het verzenden van een fax.) De Brother TWAIN scannerdriver gebruiken met uw Apple® Macintosh® De Brother MFC Software Suite bevat ook een TWAIN scannerdriver voor Macintosh ®. Deze Macintosh® TWAIN scannerdriver kan worden gebruikt met programma’s die TWAIN ondersteunen.
Een document scannen naar uw Macintosh G3, G4 of iMac 1 Plaats het document met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer of met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. 2 Kies zo nodig de juiste instellingen in het dialoogvenster met scannerinstellingen: Resolutie Type scan Helderheid Contrast Te scannen gedeelte 3 Klik op Starten. Nadat het scannen is voltooid, wordt het beeld in uw grafische toepassing weergegeven.
Kleuren: Kies 8bit kleur waarmee maximaal 256 kleuren worden gescand of kies 24bit kleur waarmee maximaal 16.8 miljoen kleuren worden gescand. Hoewel 24bit kleur een beeld met de meest nauwkeurige kleurreproductie oplevert, zal het beeldbestand dat met deze optie wordt gemaakt ongeveer drie keer zo groot zijn als het bestand dat met de optie 8 Bit Colour. Te scannen gedeelte Breedte: Voer de breedte in van het aangepaste formaat. Lengte: Voer de lengte in van het aangepaste formaat.
Beeld aanpassen Helderheid Regel de instellingen voor helderheid tot u het beste resultaat krijgt. De Brother TWAIN scannerdriver biedt 100 instellingsmogelijkheden voor de helderheid (-50 tot 50). De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een “gemiddelde” instelling wordt beschouwd. U kunt de helderheid instellen door de knop naar rechts te slepen voor een lichter beeld of naar links voor een donkerder beeld. U kunt ook een waarde typen in het invoerveld en vervolgens op OK klikken.
3 Als u slechts een stuk van het te scannen document wilt scannen, klikt u ergens in het beeld en sleept u de muis om het gewenste deel te selecteren. 4 Plaats het document weer met de bedrukte zijde naar boven in de automatische documenteninvoer, als u in stap 1 de automatische documenteninvoer hebt gebruikt. 5 Kies de gewenste instellingen voor Resolutie, Type scan, Helderheid, Contrast en Grootte in het dialoogvenster Scanner Setup. 6 Klik op Starten.
17 Bij gebruik van DOS Deze machine met het DOS-hulpprogramma gebruiken Alvorens de programma’s te gebruiken die in DOS lopen, dient u in uw applicaties te controleren of de naam van uw machine in de keuzelijst van printers staat. Zo niet, dan dient u de printerdriver te installeren die overeenkomt met de HP LaserJet-emulaties. Onderstaande tabel toont mogelijke combinaties van printerdrivers en printeremulaties.
5 Typ CD RPCX en druk op Enter. X:\>CD RPCX 6 Typ RPCSETUP en druk op Enter. X:\RPCX>RPCSETUP 7 Volg de instructies op het scherm. Gebruik van de Remote Printer Console Typ C:\RPCX>RPCX en druk op Enter om de Remote Printer Console te starten. Het Hoofdscherm wordt geopend. ■ LET OP: dit programma kan niet worden gebruikt vanuit een DOS-venster dat via Windows is geopend.
18 Problemen oplossen en Onderhoud Foutmeldingen Het kan gebeuren dat u problemen krijgt met uw faxmachine of met uw telefoonlijn. In dergelijke gevallen kan de machine het probleem doorgaans zelf identificeren en wordt een foutmelding getoond. Onderstaande lijst geeft in alfabetische volgorde een overzicht van de meest voorkomende foutmeldingen.
FOUTMELDING OORZAAK ACTIE GEHEUGEN VOL (Wanneer de machine als een printer wordt gebruikt.) De capaciteit van het geheugen is overschreden. KAP OPEN De voorklep is niet goed gesloten. - Druk op Reset om de gegevens uit het geheugen van de machine te wissen. - Als de Windows® driver is geïnstalleerd, stelt u de TrueType-modus in het afdrukmenu van uw toepassing in op grafisch afdrukken. - Gebruik een lagere resolutie of maak uw document minder ingewikkeld.
FOUTMELDING OORZAAK ACTIE OPGEHANGEN De faxmachine van de andere partij heeft het gesprek beëindigd. U kunt proberen contact op te nemen met de andere partij om uit te vinden waarom zij hebben opgehangen. PAPIER VAST De papieropname is vastgelopen in de machine. Zie Vastgelopen documenten en papier, pagina 138. PAPIERMAAT FOUT Het is niet mogelijk om faxberichten Plaats A4-papier in de cassette. af te drukken op het papierformaat dat is geplaatst.
Document en papier vastgelopen Volg de instructies die betrekking hebben op de plaats waar het originele document of het afgedrukte vel is vastgelopen en verwijder het papier. Papier is vastgelopen boven in de automatische documenteninvoer 1 Neem het niet-vastgelopen papier uit de documenteninvoer. 2 3 Til het deksel van de invoer op. 4 5 Sluit het deksel van de invoer. Trek het vastgelopen document naar links uit de invoer. Druk op Stop/Exit. Deksel van autom.
Vastgelopen documenten en papier Voordat vastgelopen papier kan worden verwijderd, moet u eerst uitvinden waar het papier is vastgelopen. Volg de instructies om het papier te verwijderen. • • Vastgelopen papier mag nooit uit de uitvoerlade getrokken worden, omdat u hierdoor de machine kunt beschadigen of omdat er anders tonervlekken op de volgende pagina’s kunnen staan.
Papier is vastgelopen in de buurt van de drum 1 2 Maak de voorklep open. 3 4 5 Trek het vastgelopen papier er voorzichtig uit. Verwijder de drum, maar gebruik geen kracht als deze niet gemakkelijk verwijderd kan worden. Trek in plaats daarvan het vastgelopen papier uit de cassette. Plaats de drum weer in de machine. Sluit de voorklep. Papier is vastgelopen in de fuser 1 2 Maak de achterklep open. 3 Sluit de achterklep. Trek het vastgelopen papier uit de machine.
Problemen met de werking van de machine Als u denkt dat de machine niet goed functioneert, moet u eerst een paar kopieën maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem waarschijnlijk niet met de machine te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies die worden gegeven.
PROBLEEM SUGGESTIE Faxapparaat geeft geen gehoor bij oproep Controleer of de juiste ontvangststand is ingesteld (Fax, Fax/Telefoon of Beantwoorder). Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Indien mogelijk, belt u uw eigen apparaat om te zien wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de telefoonaansluiting. Gaat de bel niet over wanneer u uw telefoontoestel belt, vraag uw telecommunicatiebedrijf dan om de lijn te controleren.
PROBLEEM De machine drukt ongevraagd iets af of drukt wartaal af SUGGESTIE Haal het netsnoer van de machine uit het stopcontact. Controleer de belangrijkste instellingen in uw software om te zien of uw software juist is ingesteld op het gebruik van deze machine. De machine drukt de eerste Uw computer herkent het signaal “Buffer vol” van de machine niet. paar pagina’s goed af, maar Controleer of de printerkabel goed is aangesloten.
PROBLEEM SUGGESTIE Problemen met de kwaliteit van kopieën Er lopen verticale strepen door kopieën Soms ontstaan er verticale strepen in uw kopieën. Dit kan worden veroorzaakt doordat de primaire coronadraad voor de printer in uw machine vuil is of doordat uw scanner vuil is. Reinig beide. Problemen met de afdrukkwaliteit Afgedrukte pagina’s zijn omgekruld. Dun papier (60-69 g/m2) kan de oorzaak zijn van dit probleem.
PROBLEEM Tonervlekken over het hele vel Tonervlekken De hele pagina wordt zwart afgedrukt Zwarte pagina Er wordt niets op de pagina afgedrukt SUGGESTIE Stel de afdrukdichtheid af met gebruik van de functie “Afdrukdichtheid”. (Zie De afdrukdichtheid instellen, pagina 34.) Reinig de binnenkant van de machine. (Zie Regelmatig onderhoud, pagina 147 en De drum reinigen, pagina 149.) Zorg dat u het juiste papier gebruikt (controleer de specificaties). (Zie Geschikt papier, pagina 71.
De machine inpakken en vervoeren Als u de machine gaat vervoeren, moet u de machine in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal inpakken. Als u de machine niet goed inpakt, kan de garantie vervallen. 1 2 3 Haal het telefoonsnoer van de machine uit het wandcontact. Haal de stekker van de machine uit het stopcontact. Koppel de parallelle kabel of de USB-kabel los van de machine. Haal de stekker van het netsnoer van de machine pas uit het stopcontact nadat de afdruktaak is voltooid.
7 Plaats de drum met tonercartridge in een plastic zak en sluit de zak goed af. Plastic zak Drumkit Tonercartridge 8 9 Sluit de voorklep. Schuif de steun van de papieruitvoer weer in. Verpak de faxmachine in de plastic zak en zet het geheel in het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal in de doos waarin het geleverd werd.
Regelmatig onderhoud Door uw machine regelmatig te reinigen, blijft ze in optimale conditie. Wij raden u aan om telkens wanneer u de machine reinigt ook de drum te reinigen. Gebruik nooit verdunningsmiddelen, organische oplosmiddelen of water voor het reinigen van de machine. De scanner reinigen Haal de stekker van de machine uit het stopcontact en til het documentdeksel op. Reinig de glasplaat en de witte plaat met schoonmaakalcohol op een pluisvrije doek.
De printer reinigen • • • • 1 2 Gebruik geen schoonmaakalcohol om het bedieningspaneel te reinigen. Hierdoor kan het bedieningspaneel barsten. Gebruik geen schoonmaakalcohol om het scannervenster of de tonersensor te reinigen. Raak het scannervenster nooit met uw vingers aan. Ga voorzichtig met de drum om. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water. Maak de voorklep open. Neem de drumkit uit de machine.
De drum reinigen Pas op dat er geen toner geknoeid wordt; leg de drum bij voorkeur op een stuk papier of op een doek. 1 Reinig de primaire coronadraad in de drum door het plaatje enkele malen heen en weer te schuiven. 2 Zet het plaatje weer in de beginstand (bij de markering ▼) voordat u de drum terugzet. Coronadraad Plaatje Beginstand ( ) Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand te zetten, daar er anders verticale strepen op de afgedrukte pagina’s komen te staan.
De tonercartridge vervangen De faxmachine kan met één tonercartridge met hoge capaciteit (TN-6600) maximaal 6,000 A4vellen bedrukken. Wanneer de toner bijna op is, verschijnt op het LCD-scherm de melding “VERVANG TONER”. De machine wordt geleverd met een normale tonercartridge (TN-6300) die na ongeveer 3,000 pagina’s vervangen moet worden. Hoeveel pagina’s u daadwerkelijk kunt afdrukken, is afhankelijk van het type document dat u doorgaans afdrukt.
1 Maak de voorklep open en trek de drum uit de machine. Voorkap Drumkit Zorg dat er geen toner geknoeid wordt door de drum op een stuk papier of op een doek te plaatsen. 2 Duw de sluithendel aan de rechterkant naar beneden en trek de tonercartridge uit de drumkit. Sluithendel Wees uiterst voorzichtig met de tonercartridge. Knoeit u toner op uw handen of uw kleren, veeg deze dan onmiddellijk af of was ze onmiddellijk in koud water. 3 Neem de nieuwe tonercartridge uit de verpakking.
4 Schud de tonercartridge vijf of zes keer voorzichtig heen en weer. Tonercartridge 5 Verwijder de bescherming. 6 Installeer de nieuwe tonercartridge in de drumkit; de cartridge valt met een klik op zijn plaats.
7 Reinig de primaire coronadraad in de drumkit door het blauwe plaatje voorzichtig een aantal malen heen en weer te schuiven. Vergeet niet om dit plaatje weer in de beginstand te zetten voordat u de drumkit installeert. Plaatje Coronadraad Beginstand ( 8 ) Installeer de drumkit weer in de machine en sluit de voorklep.
Overwegingen m.b.t. de gebruiksduur van de drumkit van uw Brother-faxmachine Voor het afdrukken van documenten gebruikt uw Brother-faxmachine een drum met een tonercartridge. Hoe lang de toner meegaat, is afhankelijk van de zwarting van de pagina’s. De drumkit kan ongeveer 20,000 pagina’s A4-papier afdrukken.
Deze cijfers zijn slechts een benadering en het aantal pagina’s dat uw drum werkelijk zal afdrukken, kan beduidend lager liggen. Wij hebben geen invloed op de vele factoren die de levensduur van een drum bepalen en kunnen derhalve geen minimum aantal pagina’s garanderen dat door uw drum zal worden afgedrukt. Voor de beste prestaties raden wij u aan om alleen originele toner van Brother te gebruiken. Dit product dient in een schone, stofvrije omgeving met voldoende ventilatie gebruikt te worden.
3 Houd de sluithendel met uw rechterhand ingedrukt en trek de tonercartridge uit de drumkit. (Zie De tonercartridge vervangen, pagina 150.) Sluithendel Gooi een gebruikte drum weg volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Pak de drum goed in, zodat er geen toner geknoeid kan worden. Gooi de drum nooit met het normale huisvuil weg. 4 Pak een nieuwe drum pas uit wanneer u hem in de machine gaat installeren.
19 Belangrijke veiligheidsinstructies Belangrijke veiligheidsinstructies 1 2 3 4 Lees alle instructies aandachtig door. 5 6 Zet het apparaat niet op een onstabiel oppervlak. 7 Dit apparaat moet worden aangesloten op een spanningsbron zoals op het etiket staat aangegeven. Als u niet zeker weet welke soort stroom geleverd wordt, raadpleeg dan uw dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. 8 Dit apparaat is voorzien van een 3-draads geaard snoer en een geaarde stekker.
◆ Wanneer het apparaat niet normaal werkt en de gebruiksaanwijzing is gevolgd. U mag de bediening uitsluitend bijstellen zoals in de gebruikershandleiding wordt beschreven, aangezien een verkeerde afstelling van andere functies kan leiden tot schade, wat vaak een uitgebreid onderzoek vereist door een erkende servicemonteur om het apparaat weer naar behoren te laten werken. ◆ Wanneer het apparaat is gevallen of wanneer de behuizing is beschadigd.
Let op Indien u andere knoppen gebruikt of afstellingen of procedures uitvoert die niet in deze handleiding worden beschreven, kan dit resulteren in blootstelling aan gevaarlijke straling. Onderstaand waarschuwingslabel is in de buurt van de scanner bevestigd. CAUTION ADVARSEL VARNING VARO! INVISIBLE LASER RADIATION WHEN OPEN AND INTERLOCK OEFEATED. AVOID DIRECT EXPOSURE TO BEAM. CLASS 3B LASER PRODUCT.
20 Optionele accessoires Geheugenkaart De geheugenkaart bevindt zich op de hoofdbesturingskaart binnen in de printer. Wanneer u extra geheugen plaatst, verhoogt u het prestatievermogen van de fax en de printer.
2 Verwijder de twee schroefjes die de achterklep vastzetten en verwijder de achterklep. Optionele accessoires Reservebatterij 3 Verwijder de twee schroefjes die de afdekplaat vastzetten en verwijder deze plaat. Reservebatterij 4 Koppel de stekker van de reservebatterij los.
5 6 7 8 Steek de DIMM-modules in de daarvoor bestemde sleuf op de hoofdbesturingskaart. • Houd de geheugenkaart aan de randen vast. Raak het oppervlak van de kaart niet aan. • Controleer dat de geheugenkaart goed op de hoofdbesturingskaart vastzit. Sluit de stekker van de reservebatterij weer aan. Zet de afdekplaat en de achterklep weer met hun schroefjes vast. Sluit de interfacekabel weer aan en steek de stekker van het netsnoer weer in het stopcontact.
Los verkrijgbare papiercassette Netwerkkaart (LAN) Als u de NC-8100h afdruk/faxserver installeert, kunt u de machine op uw netwerk (LAN) aansluiten en haar gebruiken om via Internet te faxen, via het netwerk en pc’s te faxen en kunt u haar tevens als een netwerkscanner en een netwerkprinter gebruiken. Voor het beheren van deze netwerkfuncties levert Brother netwerkbeheerprogramma’s zoals de BRAdmin software en een embedded webserver.
21 Specificaties Faxspecificaties Compatibiliteit ITU-T Groep 3 Coderingssysteem MH/MR/MMR/JBIG Snelheid van modem 33600 - 2400 bps; Automatische terugval Breedte gebruikte documenten 147 mm tot 216 mm (ADF) Max. 216 (Scanner) Lengte gebruikte documenten 127 mm tot 356 mm (ADF) Max. 297 (Scanner) Breedte scannen/afdrukken 208 mm Automatische documenteninvoer Max.
Printerspecificaties Emulatie Brother Printing System voor Windows®, emulatie van HP LaserJet (PCL level 5e) Printerdriver Windows® 95, 98, 98SE, Me, 2000 Professional en Windows NT® Workstation versie 4.0 driver met ondersteuning voor Brother Native Compression en bi-directionele functies. Apple® Macintosh® Quick Draw® Driver voor OS 8.5/8.5.1/8.6/9.0/9.0.4/9.
Computervereisten Voor Windows® Besturingssysteem 95, 98, 98SE CPU (Pentium) Min. MB RAM (aanbevolen MB) 75 MHz 24 MB (32 MB aanbevolen) NT Workstation 4.0 75 MHz 32 MB (64 MB aanbevolen) 2000 Professional 133 MHz 64 MB (128 MB aanbevolen) Me 150 MHz 32 MB (64 MB aanbevolen) Ruimte op harde schijf 50 MB Voor Macintosh® Besturingssysteem CPU Min. MB RAM (aanbevolen MB) Ruimte op harde schijf Apple® Alle standaardmodellen voldoen aan de minimale Macintosh® vereisten.
Samenstelling en publicatie Deze handleiding is samengesteld en gepubliceerd onder supervisie van Brother Industries, Ltd. De nieuwste productgegevens en specificaties zijn in deze handleiding verwerkt. De inhoud van deze handleiding en de specificaties van het product kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Brother behoudt zich het recht voor om de specificaties en de inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Tekst invoeren Bij het instellen van bepaalde functies, zoals de stations-ID, moet tekst worden ingevoerd. Boven de meeste kiestoetsen staan drie of vier letters. Boven de “0”, “#” en “ ” staat niets omdat deze toetsen een speciale functie hebben. U kiest een letter door het cijfer met de benodigde letter erboven het juiste aantal malen in te drukken.
Omtrent faxmachines Als dit de eerste keer is dat u een faxmachine gaat gebruiken, zal alles op het eerste gezicht tamelijk mysterieus lijken. U zult echter al gauw wennen aan de faxtonen op uw telefoonlijn en zult binnen de kortste keren probleemloos faxen verzenden en ontvangen. Faxtonen en aansluitbevestiging Als er op uw faxlijn ook een extern antwoordapparaat is aangesloten, bepaalt dit apparaat na hoeveel keer overgaan een telefoontje wordt beantwoord.
Verklarende woordenlijst Activeren op afstand Als u op een tweede toestel een telefoontje aanneemt en het een inkomend faxbericht blijkt te zijn, kunt u dit doorverbinden naar uw faxmachine. Automatisch een fax verzenden Een fax verzenden zonder de hoorn van het externe toestel op te nemen. Automatisch opnieuw kiezen Een functie waarmee de machine het laatste faxnummer opnieuw kan kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was of omdat er niet werd opgenomen.
F/T-beltijd Het aantal keren dat de telefoon in de stand Fax/Tel (F/T) overgaat voordat de machine het telefoontje beantwoordt. Fax Doorzenden Met deze functie wordt een faxbericht doorgestuurd naar een vooraf geprogrammeerd nummer. Fax opslaan U kunt faxberichten in het geheugen opslaan en deze vanaf een andere faxmachine opvragen. FAX/TELEFOON In deze stand kunt u faxen en telefoontjes ontvangen. Gebruik de stand Fax/Tel niet als u een extern antwoordapparaat hebt aangesloten.
Puls (alleen voor Nederland) Een methode die wordt gebruikt voor het kiezen van fax/telefoonnummers. Regelmaat van journaal Met deze functie kunt u aangeven hoe vaak het journaal automatisch wordt afgedrukt. U kunt het journaal zonder deze instelling op te heffen desgewenst ook op elk ander tijdstip afdrukken. Resolutie Het aantal horizontale en verticale lijnen per inch. Resterende opdrachten U kunt controleren welke opdrachten nog in het geheugen staan en deze opdrachten desgewenst afzonderlijk annuleren.
Verzendrapport Dit is een lijst met een overzicht van alle faxverkeer. In deze lijst staan gegevens zoals datum, tijd en aantal pagina’s. Volume van bel De volume-instelling van de bel van de machine. Volume van luidspreker U kunt het volume van de luidspreker van deze machine instellen. Volume van waarschuwingstoon Instelling van het volume van het geluidssignaal dat u hoort telkens wanneer u een toets indrukt of een vergissing maakt.
Index A Aansluiten (extern antwoordapparaat) .....7 Aansluiten (extern toestel) .......................9 Activeren op meerdere lijnen .................53 Afdrukdichtheid .....................................34 AFKOELEN .........................................134 Afstandsbedieningsopdrachten ..............54 Annuleren (taak) ....................................44 Antwoordapparaat ....................................7 Automatisch verzenden ..........................28 Automatische verkleining ...............
H N Handelsmerken .................................... 167 Naar bestand scannen .............................94 HELP ..................................................... 38 Netsnoer ...................................................6 Help ....................................................... IV NIET OPGESLAGEN .........................135 I O Onderhoud ............................................134 Importeren ........................................... 103 Onderste papierbak ................
R Tweede telefoontoestel ..........................47 Rapport afdrukken ..................................38 Tweevoudige werking ............................29 Regelmaat van journaal ..........................37 Tweezijdig afdrukken ............................76 Reinigen (Drumkit) ..............................149 Reinigen (Printer) .................................148 U Reports .............................................10, 37 Uitgaand bericht van de beantwoorder ....8 Reset-toets ............
BIJLAGE KAART VOOR AFSTANDSBEDIENING Ontvangststand wijzigen Druk op 9 8 Dan,voor ANT, druk op 1. F/T, druk op 2. FAX, druk op 3. Afstandsbediening afsluiten Druk op 9 0. De code voor toegang op afstand gebruiken 1 Kies op een toetstelefoon het nummer van uw machine. 2 Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw code voor toegang op afstand in (159 ). 3 De machine geeft aan of er berichten zijn Code voor toegang op afstand wijzigen 1 Drukt op Menu, 2, 5, 3. 2 Voer uw driecijferige code in.
Opdrachten voor afstandsbediening Een fax opvragen Instellingen voor Fax Doorzenden wijzigen Druk op 9 6 Dan, voor Alle faxberichten opvragen drukt u op 2. Voer het nummer van de externe faxmachine in en druk op # #. Wacht totdat u het piepje hoort, hang op en wacht op uw faxbericht(en). Alle faxberichten wissen drukt u op 3. Druk op 9 5 Dan, voor Deze functie uitschakelen drukt u op 1. Doorzenden activeren drukt u op 2. Nummer voor doorzenden invoeren drukt u op 4.
OPMERKING Dit apparaat bevat een Ni-MH batterij voor memory back-up. Raadpleeg uw leverancier over de verwijdering van de batterij op het moment dat u het apparaat bij einde levensduur afdankt. Gooi de batterij niet weg, maar lever hem in als Klein Chemisch Afval. Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA.
Deze machine is alleen goedgekeurd voor gebruik in het land waarin ze is gekocht. Plaatselijke Brother-kantoren of hun Verdelers ondersteunen uitsluitend machines die in hun eigen land gekocht zijn.