Advanced User's Guide

Table Of Contents
Beveiligingsfuncties
9
2
h Druk op Wijzigen.
Om de gebruikersnaam te wijzigen,
voert u een nieuwe gebruikersnaam in
met behulp van de toetsen op het
Touchscreen. (Zie Tekst invoeren in
Bijlage C van de Beknopte
gebruikershandleiding.)
Druk op OK.
i Om het wachtwoord te wijzigen, voert u
een nieuw viercijferig
gebruikerswachtwoord in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
j Om de instellingen voor een beperkte
gebruiker te wijzigen, drukt u op a of b
om de instelling weer te geven die u wilt
wijzigen. Druk op de instelling en druk
vervolgens op Activeren of
Deactiveren. Herhaal deze stap tot u
klaar bent met het doorvoeren van
wijzigingen.
k Druk op Stop/Eindigen.
Opmerking
U kunt niet dezelfde naam gebruiken als
een andere gebruikersnaam.
Bestaande beperkte gebruikers
resetten 2
a Druk op MENU.
b Druk op a of b om Standaardinst.
weer te geven.
Druk op Standaardinst..
c Druk op a of b om Beveiliging weer
te geven.
Druk op Beveiliging.
d Druk op Functieslot.
e Druk op Id instellen.
f Toets het viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van de toetsen op het Touchscreen.
Druk op OK.
g Druk op a of b om de bestaande
beperkte gebruiker die u wilt wijzigen te
resetten.
Druk op de gebruikersnaam.
h Druk op Reset.
i Druk op Ja om de bestaande beperkte
gebruiker te resetten.
j Druk op Stop/Eindigen.